1877. N°. 103.
rdag 1 September.
64s,c Jaargang.
REGLEMENT op het Brandwezen in de
gemeente Goes,
VERORDENING, regelende de gevallen, waar
in Persoonlijke Diensten van de In
gezetenen kunnen worden gevorderd,
alsmede den aard en duur dier dien
sten, in de gemeente Goes.
OFFIClËELE MEDEDEELIYGE;Y.
JML\NEi\LA.\D.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
COURANT
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst."
Gebooite-, huwelijks- ea doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen van 18 regels a j ,1.
f Dienstaanbiedingen, r.iet meer dan 1 regels bedragende -en contant jbetaald, 20 ct.
Bij di recte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAUBE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege inen zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGII VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
doen te weten, dat door den Raad der gemeente in zijne
vergadering van den 17 Augustus 1877 ecnige wijzi
gingen zijn gebracht in het
en dat dit reglement daarna opnieuw is vastgesteld,
luidende als volgt:
HOOFDSTUK I.
Bepalingen ter voorkoming van brand.
Art 1. Geen vuur mag worden gestookt dan in daar
toe bestemde stookplaatsen of schoorsteenen.
Art: 2. Geen ijzeren haarden of kachels mogen op
houten vloeren worden gesteld, tenzij daaronder platen
worden gelegd van lood, zink of ijzer, minstens een
centiare groot, of op gemetselde teerlingen van gelijke
grootte.
Art. 3. De ingezetenen zorgen voor het schoonhou
den en doen vegen der schoorsteenen en stookplaatsen.
Art. 4. Wanneer inocht blijken, dat een schoorsteen
of stookplaats gevaar voor brand doet vreezen, is de
eigenaar verplicht, binnen den door Burgemeester en
Wethouders te bepalen tijd, dat gevaarlijke te doen
wegnemen en het gebrekkige te herstellen.
Art. 5. Geen asch mag bewaard worden anders
dan in van steen gemetselde vergaarbakken, potten,
teelen, blikken of ijzeren emmers en dergelijke voor
werpen van ontbrandbare stof.
Op de erven mogen geen aschbakken worden
aangelegd, dan na bekomen verlof van Burgemees
ter en Wethouders.
Heete asch of sintels mogen op de straten of wegen
der gemeente niet geworpen worden.
Art. 6. Het is verboden over den openbaren weg
vuur te dragen of aftegeven, om over den openbaren
weg gedragen te worden anders dan in metalen,
steenen of aarden bakken of potten, van gelijksoortige
deksels voorzien of in stoven geplaatst.
Art. 7. Brandstoffen, zooals hout, turf, kolen en
dergelijke, mogen niet worden bewaard binnen eenen
meter alstand van ovens, eesten, smidshaarden of
andere vunrplaat9en, noch binnen vijf decimeters al-
stand van schoorsteenpijpen.
Art. 8. Bij het lossen, laden of verwerken van licht
ontvlambare stoffen, in schuren, stallen of op hooi
zolders, mag niet worden gerookt.
Art. 9. Gedoofde turf en zoogenaamde bakkers
kolen, uitgebrande doppen en zaagsel mogen niet
worden bewaard of gehouden in tonnen, manden of
dergelijke, maar moeten worden geborgen in koperen,
ijzeren of steenen potten, met soortgelijke deksels
voorzien.
Art. 10. Het is verboden in de kom der gemeente
hooibergen aanteleggen, of klampen van stroo, onge-
dorschte granen, hout, mutsaard of van andere brand -
stoffen te zetten, zonder verlof van Burgemeester en
Wethouders.
Art. 11. In magazijnen of bergplaatsen van heide,
hooi, stroo, hout, turf en dergelijke mag geen vuur
gebezigd worden.
Art. 12, Geen kuipersvaatwerk, duigen ot klompen
mogen in schoorsteenen worden gedroogd.
Art. 13. Geen vaatwerk mag op straten of wegen
worden geheet voor zonsopgang of na zonsondergang,
ook niet bij sterken wind en niet anders dan voor de
woningen of werkplaatsen van brouwers, kuipers of
andere fabrikanten.
Art. 14 Leidekkers en loodgieters zullen geene werk
zaamheden in de open lucht, wanneer zij daarbij vuur
bezigen, mogen verrichten bij stormachtig weder, noch
voor zonsop- of na zonsondergang.
Art. 15. Ongezuiverde petroleum en naphta mogen
in deze gemeente niet worden aangevoerd, vervoerd
of verkocht, zonder verlof der politie.
Art. 16. Het is verboden binnen de bebouwde kom
en de voorstad der gemeente en dus in de wij
ken A, B, C en D, en gedeeltelijk wijk E (van no.
48 tot 72A, van 85 tot 126e en 128a— k) bewaarplaatsen
te hebben voor petroleum, petroleum eesens, (petroleum -
sether, petroleum naphta,) gas-olie, turf-olie, photageen,
(miniraal-olie, hijdrocarbuur,) zolar-olie en andere der
gelijke vluchtige, tot verlichting geschikte, vloeistoffen.
Als bewaarplaats van petroleum wordt aangemerkt
elk gebouw, pakhuis, kelder of werkplaats, waarin
eene hoeveelheid van meer dan een vat, houdende 150 a
180 liters of wegende 150 a 180 kilogrammen, aanwezig is.
Als bewaarplaats der overige genoemde vloeistoffen
elk gebouw, pakhuis, kelder of werkplaats, waariu eene
hoeveelheid van meer dan 25 liters aanwezig is.
Art. 17. Geene bewaarplaatsen voor de in bet vo
rig artikel genoemde vloeistoffen mogen buiten de be
bouwde kom en de vermelde gedeelten van wijk E.
worden gesticht of veranderd, zonder schriftelijke ver
gunning van Burgemeester en Wethouders.
De aan die vergunning te verbinden voorwaarden
moeten stiptelijk worden nagekomen.
Art. 18. De neringdoenden in petroleum mogen daar
van in hunnen winkel geen grooteren voorraad heb
ben dan van twintig liters, en die in de andere ge
noemde vloeistoffen dan van vijf liters.
Petroleum en vloeistoffen moeten geborgen zijn in
het oorspronkelijk fust, of in blikken, zinken, koperen
of ijzeren kannen of bussen.
Art. 19. Het is verboden in de bewaarplaatsen
a. gasleiding te hebben
b. vuur te stoken of te hebben
c. tabak of sigaren te rooken
d. licht te branden.
De bewaarplaatsen moeten in dier voege zijn ingericht,
datsteeds eene onbelemmerde doorstrooming van versche
lucht kan plaats hebben
Art. 20. Voornoemde vloeistoffen mogen in de be
bouwde kom dezer gemeente bij geene grootere hoe
veelheid dan van 500 liters worden gelost en vervoerd,
zonder vooraf gedane kennisgeving aan de politie, wier
bevelen daarbij stiptelijk moeten worden opgevolgd.
Het lossen en vervoeren van ondichte fusten otflesschen
is verboden.
Art. 21. In geen geval zullen de met voornoemde
vloeistoffen gevulde fusten of llesschen op de kade of op
de straten langer mogen worden nedergelegd, dan tot
lossing, lading, vervoer of berging onvermijdelijk noo-
dig is.
In ieder geval zullen zij vóór zonsondergang moeten
zijn opgeruimd of weggevoerd.
Art. 22. Kooplieden, winkeliers ol anderen, die bus
kruit ni schietkatoen verkoopen, vuurwerkmakers en
verkoopers, eren als particuliere personen mogen in
hunne winkels of benedenhuizen geene meerdere hoe
veelheid voorhanden hebben dan 2 kilogrammen buskruit
of vuurwerk en 1 kilogram schietkatoen, alles bewaard
in wel gesloten tonnen, kisten, trommels of flesschen
De meeidere voorraad, die in geen geval mag te
bovengaan 75 kilogrammen buskruit of vuurwerk en
5 kilogrammen schietkatoen, moet op de bovenste ver
dieping van het huis of het pakhuis worden bewaard,
op plaatsen, alwaar niet gestookt wordt en langs welke
geene schoorsteenpijpen loopen, in welgesloten en met
haren kleeden gedekte tonnen of kisten.
Art. 23. Het is verboden om buskruit, vuurwerken
of schietkatoen voor de ramen of op de toonbanken uit
te stallen.
Art. 24. Het is verboden om zonder toestemming
van den Burgemeester voetzoekers, vuurpijlen of andere
vuurwerken, hoe ook genaamd, af te steken en anders dan
in het open veld met kanonnetjes,snaphanen, pistolen,
donderbussen of ander geweer te schieten.
Art 25. Op gronden, eigendom der gemeente zijnde,
mogen geene varkens worden gebrand, dan op plaatsen,
door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen en niet
vóór zons op- of na zons ondergang Op andere gronden
mae dit niet geschieden dan op eenen afstand van min
stens 25 meters van alle gebouwen en met inachtneming
van de tijdsbepaling in de eerste zinsnede van dit artikel.
Art 26. Geene schepen mogen verhuid, geblakerd,
gehajrpuisd, geroest, gepekt of geteerd worden dan bij
dag; geen pek of teer mag binnen boord gesmolten, ge
warmd of gekookt worden
Art. 27. Wanneer hooi in stapels of in bergplaatsen
doof broeiing gevaar voor brand doet vreezen, zal het
op daartoe gegeven last van Burgemeesteren Wethouders
dadelijk moeten worden uitgehaald en gespreid.
Art. 28. Geene penlhoopen of andere voorwerpen
(behoudens de bepaling van art. 25) mogen op 't veld
in t(rand gestoken worden vóór zonsopgang en moeten
geblluscht zijn éen uur vóór zonsondergang.
Art. 29. Bij gasaanleg mag de hoofdkraan niet
hooger dan vijfen twintig centimeters boven ol buiten den
groitd worden geplaatst. (Wordt vervolgd
De BURGEMEESTER en WETHOUÖERS van GOES
doen te weten dat door den Raad der gemeente in zijne
vergadering van den 17 Augustus 1877 is vastgesteld
de volgende
Art. 1. De gevallen, waarin de ingezetenen tot het
doen van persoonlijke diensten kunnen worden geroe -
Per',i zijn
a. voorkoming en blussching van brand
b handhaving der orde, wanneer die op ernstige
wijze is verstoord.
Art. 2. Ieder mannelijk ingezeten-en ook hij, die
gedqreude meer dan drie maanden in de gemeente
tijdelijk verblijf heeft gehad en zijn 30e levensjaar vol
bracht, maar zijn 55e nog niet voleindigd heeft, is tot
vervulling der dienstenju het vorig artiuellett. a
vermeld, verplicht.
Behoorlijk bewezen ziekte, hinderende lichaamsgebre
ken en wettige reden van atwezigheid verschoonen van
deze diensten.
Art. 3. Ieder door Burgemeester en Wethouders bij
de middelen tot brandweer aangewezene, is verplicht
zijnen dienst te verleenen bij de beproeving dier mid
delen of bij de oefening in de behandeling derzelve
echter niet langer dan drie achtereenvolgende uren en
niet meer dan viermaal 'sjaars.
Art. 4. Plaatsvervanging of afkoop dezer diensten
worden toegelaten.
De vereischten van een plaatsvervanger zijn
dat de als zoodanig gestelde den bepaalden leeftijd
en geene lichaamsgebreken heeft,
Art. 5. Voor de diensten, in het vorig artikel be
doeld, wordt als afkoop betaald 5,— 's jaarszulks
ten kantore van den Gemeente-Ontvanger, binnen veer
tien dagen na de toelating van afkoop.
Art. 6. Burgemeester en Wethouders zorgen of doen
zorgen, dat de taak van hen, die hunne dienstplichtig
heid hebben afgekocht, voor rekening der gemeente
verricht wordt, en niet komt tot bezwaar van hen, die
niet afkochten.
Art. 7. Wanneer de handhaving der openbare orde
zulks onvermijdelijk vordertzal ieder ingezetene
zijne diensten bij art. 1 lett. b bedoeld verleenen
zoo dikwerf en zoo lang, als dit door de daartoe be
voegde macht noodig geoordeeld zal worden.
Art. 8. Nadere voorschriften omtrent den bijzon-
derm plicht op de tot de persoonlijke diensten geroepenen
rustendeomtrent de verdeeling en vervulling der
taak en de wijze van oproeping, zullen worden gegeven.
a. bij eene verordening op de brandweer;
b. bij tijdelijke voorschriften, door den Burgemeester
aftekondigenwanneer de openbare orde verstoord
wordt, overeenkomstig art. 184 tot en met 187 der
wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad no. 85).
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten
van Zeeland, in afschrift, medegedeeld.
En 19 hiervan afkondiging geschiedwaar het be>
hoort, den 29 Augustus 1877.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BL4AUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
Bij kon. besluit is pensioen verleend aan L. Van
Hoorn, gew. rijksveldw. 3de kl., ten bedrage van 300
'sjaarsis benoemd: tot vice-president oer arrond.-
rechtbank te Leeuwarden, mr. J. G. De Wilt Hamer,
gewezen president der voormalige arrond.-rechtbank te
Deventer.
Kapt. Verschoor van den staf, adjudant van den
gouverneur der kouinkljjke militaire academie, is, onder
dankzegging voor bewezene diensten, eervol daarvan
ontheven en van 1 September af bestemd om bij die
inrichting ter opleiding van de kadetten werkzaam te zijn.
Bij het bataljon mineurs en sappeurs te Utrecht
zullen de miliciens van de lichting van 1876, die
aanvankelijk waren aangewezen om tot den 29 Sop -
tember a. s. onder de wapenen te worden gehouden,
reeds den 31 Augustus (dus heden) met groot verlof
vertrekken.
Oost-indië. Overgeplaatst: van Bodjonegoro (residen
tie Rembang) naar Makasser (gouv. Celebes en onder-
hoorighedën), de architect 2de kl. F W. Witte.
GOES, 31 Augustus 1877.
Goes wordt dezer dagen we°r besproken,
en wel ter wille van de antieke kast, die door
den gemeenteraad is verkocht aan den heer L.
rrins te Amsterdam. Baron De Rotschild, zou
nu op de tentoonstelling ie Amsterdam die kast
gek icht hebben, wat zek- r nogal tegenstrijdig zou
wezen met de verklaring van den eersten kooper,
dat hij dit deed voor iemand, die eene kamer in
zijne woning in antieken stijl wilde meubileeren.
Het Handelsblad schrijft chter, dat de tegenwoor
dige bezilUr van die kast het verzoekt te melde n,
dat- het bericht over dien verkoop onwaar is.
»Wel zoo rueldt het kreeg hij van ver
schillende zijden aanzoek tot den afstand dier
kast, maar voor het oogenblik heeft hij daar
over de vrije beschikking niet."
Wie is nu die tegenwoordige bezitter? De
heer Printoch zeker niet, want deze kocht
de kast slechts, volgens zijn schrijven, als tus-
schenpersoon en als lasthebber. Maar van den
mynheer, die een kamer in antieken styl wilde
meubileeren, kan hier toch ook geen sprake
wezen, daar deze toch wel de vrije beschikking
zal hebben over een stuk, dat nu zijn eigendom
is? Of is 't zijn eigendom nog niet? Wij zouden
dan gaan vermoeden, dat onze gemeente de
dupe van den heer Prins is gewordeu, en deze
nu speculeert met het verkregen goedMaandag
komen wij eenigszins uitvoerig op deze zaak
terug
Tot ons leedwezen noopt plaatsgebrek
ons thans weer het vervolg van het Mengel
werk tot een volgend nommer te laten liggen.
De heer Lauwers verzoekt ons vooral de
aandacht onzer lezers te vestigen op zijne ver
klaring, in achterstaande aunoDce voorkomende,
dat n. 1. niemand voor hem uitgaat. Ook wij
stellen belang in het goede gezicht onzer lezers,
en wij waarschuwen hen dus voor dergelijke
personen, die den naam van den heer Lauwers
op zulk eene wijze misbruiken.
Voor de bediening van het buffet aan
het station Goes hebben zich slechts drie in
schrijvers aangemeld. ZD.)
Donderdag had alhier het aangekondigde
concours vanwege de handboogschutterij Jacoba
Van Beijeren plaats. Aau dien wedstrijd namen
deel Concordia van 's-Heerenhoek met 10 perso
nen, St. Sebastiaan en St. Barbara, beide ook van
's-Hderenhoek, elk met 2, De Paauw vau Bieze-
litige met 0, De Kroonprins van Cats met 7,
Excelsior van Wissekerke met 7, De drie Koren-
bloemkens van Krniningen met 9, Willem Teil
van Ovezand met 1, Victoria en St. Sebastiaan
van Kwadendamme elk met 1, Soranus van
Heinkeuszand met 7, St. Pinter van Philippine
met 9, De Friezen vau Graauw met 6, en
Jacoba Van Beijeren met 16 man. In het ge
heel waren er dus 87 schutters, die 14 ge
zelschappen vertegenwoordigden. Er waren drie
medailles uitgeloofd; de eerste, op den hoofd
vogel, was geschonken door den heer J. J.
Koens ea werd behaald door den heer E.
Stuijaard van De Friezen" te Graauw; de
tweede, voor het verst afkomend gezelschap,
werd toegewezen aan Hxcelsior van Wissekerke
(N. B.) en de derde voor het gezelschap, door
het grootst aantal schutters vertegenwoordigd,
aan Concordia van 's-Heerenhoek.
De uitreiking van die medailles geschiedde
onder gepaste toespraak van den vice-president
vau Jacoba Van Beijeren, den heer D. Coppieiers,
die deu heer Stuijaard zyn genoegen betuigde
wederom een gezelschap tegenwoordig tezieu,
dat een schutter onder zijue leden telde zooafs
hij, die blijken gaf van goed oog en vaste hand.
De heer Stuij lard bedaukte eveneens in passende
woorden Aan Excelsior van Wissekerke ver
klaarde de vice-president hoe' aangenaam"het
hem was, de medaille te kunnen overhandigen
aan een jeugdig gezelschap, dat van zijn op
richting af getoond had een 'liefhebber van den
edelen handboog te zijn De president van
Excelsior bedankte voor die toespraak, terwijl
de heer Scrrarenspresident van Concordia,
zeker nit naam van allen sprak, toen hij, na
de woorden van den heer Coppieters, waarin
deze hulde bracht aan die boogschutterij, om
dat zij met de meeste schutters was opgeko
men, om dit feest op te luisteren, wat zeker wel
een bewijs van eensgezindheid mocht heeten,
zijn dank betuigde voor de gulle ontvangst,
zijn gezelschap aangedaan, en den wensch uitte,
dat bij ditzelfde nog menigmaal in Goes mocht
ondervinden. Het concours l:ep in de beste
orde en tot aller genoegen af, al maakte de
wind boven in de lucht het den schutters nog
al moeielijk. Onze burgemeester verrastte de
aanwezigen nog op aangename wijze, door de
feestelijkheid geruimen tijd met zijne tegen
woordigheid te vereeren.
Na afloop van het concours dankte de
vice-president allen, vooral de Harmonie //De
Volharding" voor het genoegen, hun aange
daan, en had er nog eene aangename verras
sing voor Jacoba van Beij'ren plaats.
De heer A. Taalmanvoorzitter van de so
ciëteit //St. Pieter" te Philippine, overhandigde
aan het bestuur van de Goesche boogschutterij,
namens zijne sociëteit, een keurigen vogel
met panache en medaille, waarop aan de
eene zijde staat Aandenken 80 Oogst 1877,
en aan den andereu kant De Handboog-maat
schappij St. Pieter, gevestigd té Philippine. In
de toespraak, waarmee die overhandiging plaats
had, betuigde hij zijn genoegen, dat alle aan
wezige schutters als Nederlandeis van Noord
en Zuid, by deze gelegenheid een band had
den kunnen sluiten vau innige toegenegenheid,
die, naar hij hoopte, onverbreekbaar mocht zijn.
Mog eenige oogenblikken bleven allen ge-
noegelijk bijeen. Des avonds had eene korte
wandeling in optocht door de stad plaats,
evenals dit des morgens was geschied vau
het Slot Oosten le ai. Bij die gelegenheid
werdnogeen muziekstuk uitgevoerd voor hethuis
des burgemeesters. De schutters van Philip
pine vertrokken hedenmorgen na een hartelijk
vaarwel en een tot weerziens.
De werkzaamheden aan de bedijking der
schorren voor Kattendijke ziju zoover gevorderd,
dat Woensdag de laatste opening in den dijk
is gesloten, en de schorren dus als ingepolderd
beschouwd kunnen worden.