1877. N°. 86. Dinsdag 24 Juli. 64slc Jaargang. BINNENLAND. HAVEN VAN GOES. Vertrek der brievenmail naar Oest-lndië. EEN GEVAARLIJK ANTECEDENT. OFFIfMLE MEDEDEELINGEN. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, i.75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone advertentiën^worden a 10 ct. per regel geplaatst. Geboorte-huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen van 1S regels a f 1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Agenten voor liet buitenland zijn: G. L. DAUBE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter kennis van belanghebbenden, dat voor de gewone herstellingen der haven boorden, het water in de haven van 29 Juli tot 5 Aug. en van 10 tot 12 Aug.? 60 c.M., en van 5_ tot 10 Aug. e. k. 90 c.M. beneden het havenpeil zal worden afgelaten. Goes, den 23 Juli 1877. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. Via MARSEILLE, 27 Juli, 9.20 's morgens. Via NAPELS, 29 Juli, 5.45 's avouds. Via TRIEST 1 Aug., 1 's middags. Via BRIND1S1, 8 Aug., 9.20 's morgens. Via NIEUWEDIEP, 10 Aug., 1,'smiddags. De Fransehe pakketbooten doen Riouw, Banka en Palembang niet aan. Er is reeds meermalen op gewezen, maar eene bijzondere omstandigheid noopt ons nog maals de aandacht te vestigen op het verschijnsel, dat in den tegenwoordigen tijd bij verkiezingen voor verschillende lichamen, bij benoemingen voor eeuige colleges, door sommigen de quaestie vaa het geloof gesteld wordt boven de vraag: of er bij de candidaten geschiktheid en be kwaamheid is te vinden voor het ambt of de waardigheid, waarvoor men wil gekozen worden, of anderen hen willen uitverkoren zien? Nog niet lang geleden liet «de Tijd" zich hooien, om te klager, over achteruitzetting van de Katho lieken bij het begeven van ambten en bedieningen; thans is het «de Standaarddie de antirevolu tionairen beklaagt, omdat zij van zoovele zaken zijn uitgesloten. De berekeningen over hun aan tal, dat hooge betrekkingen vervult, bracht de redactie van dat blad tot het besef, hoe er wel stof tot klagen was. Zij begon te schrijven over het onbillijke en strekte hare blinde drijverij zoover uit, dat zij voor hooge betrekkiugen in zake het openbaar onderwijs, voor mannen, aan wier zorgen dat onderwijs moet worden toevertrouwd teneinde het te doen leven en bloeien, maar niet om het tot een kwijnend bestaan te doemen, personen aanbeval, die nooit éene gelegenheid laten voorbijgaan, om tegen datzelfde openbaar onderwijs te strijden, omten koste van het bijzonder onderwijs, in plaats van het tot een kracht- en levenwekkend middel ter bevordering van geluk door ver draagzaamheid en ontwikkeling te maken, het slechts uit kracht van hun beginsel, dat open baar en godsdienstloos een en hetzelfde is, bet willen belemmeren in zijn groei. Zoozeer werd de Redactie van het christelijk blad verblindzij draafde voort en hoorde niet naar de vraag, of het wel was uitgemaakt, dat goedgeloovig, altijd in haar geest be kwaam en geschikt met elkander synoniem waren. Dit scheen voor haar eene uitgemaakte zaak. En ditzelfde gevoelen wordt door zoovelen gedeeld. Hoe kan 't ook anders Waar redactiën van bladen voorgaan met haren lezers eene der gelijke stelling steeds voor te prediken, waar predikanteu en pastoors ditzelfde verkondigen, moet bij de massa zulk eeu idee wortel schieten. Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen zijn de bewijzen daarvan weer geleverd. In Roer mond werd openlijk door de geestelijkheid van den preekstoel verkondigd, dat mannen, al waren zij van hetzelfde geloof, nog niet allen even ge schikt waren voor lid van den gemeenteraad, dat mende goedgeloovigen moest kiezen. En teneinde PU te voorkomen, dat men zich in die goedgelo vigheid mocht vergissen, was er een lijstje ge reed van zulke brave mannen, die dan ook gekozen werden. Verontwaardiging heeft zich echter meester gemaakt van alle weidenkenden over het misbruik, door de eerwaarde heeren te Roermond van hun invloed gemaakt. Te Eibergen, waar de kiezers ook een voor beeld vau trouwe plichtsvervulling gaven daar 343 van de 349 kiezers ter stembus kwamen, en de ontbrekende 6 feitelijk waren verhinderd, gold het de leuze, om de Katholieken uit den raad te weren, dat met een uitmuntend succes werd bekrooud. Met de Eibergsche toestanden zijn wij niet bekend, 't Is mogelijk, dat alle Katholieke leden ongeschikt voor het lidmaatschap van den raad waren, en alle Protestantsche heeren, die hun plaats zullen innemen, modellen van bekwaam heid en geschiktheid zijn, maar wij vreezeu dat er op eeu zeer gevaarlijken grondslag is gebouwd. In Roermond is 't bewijs geleverd, dat alle Katholieken nog niet eens werden goedgekeurd, en menig aftredend Katholiek lid zijn plaats moest inruimen voor een geloofsgenoot. In Ei bergen heeft men, door Protestantschen ijver aangespoord, het vonnis van ongeschiktheid uit gesproken over alle Katholieken. Zoo'n geloofs- theorie maakt ons bang en huiverig, omdat wij in ons eigen kring genoeg kunnen zien, welke vruchten zij in de practijk oplevert. De massa, ongeschikt om over bekwaamheid te oordeelen, grijpt gretig een gemakkelijker middel aan, houdt de schaal der gerechtigheid en ongerechtigheid omhoog, vraagt niet of de gewichten, waarmee zij weegt, zuiver eu geijkt zijn, maar laat zich geheel alleen besturen door hare eigen recht zinnigheid een uitvloeisel van domheid en eigenwaan. Hoe trouwer men ter kerk komt, hoe verstan diger men isen werd hun de gelegenheid gegeven, wie weet of kerk eu raadzaal nog niet éen geheel vormden. Welk een geluk, dat in Goes weer een teeken is gegeven van nieuw leven, zooals wij in de laatste jaren niet ge woon waren! Doch laat ons voorzichtig zijn met andere uitersten; en dit roepen wij nu niet onzen stadgenooten toe, maar een onzer geest verwanten in onze omgeving. Juist, omdat wij weten, hoe wij op vele punten eenstemmig den ken, gevoelen wij ons te meer geroepen 't hem toe te roepen: wacht u voor te grooten ijver, gij streeft zoo licht uw doel voorbij. Met leedwezen lazen wij het volgend bericht uit Hoedekenskerke «Maandag is alhier eene kiesvereeniging op gericht, waarvan tot president is verkozen de heer W. Te Gempt en tot secretaris de heer J. an Dijke. 't Is het begin van eene worste ling op politiek gebied tusschen het Ultramon- tanisme en het Protestantisme." Wij dachten eerst aan een fout in de redactie, doch daar er tot heden toe nog geene rectifi catie is verschenen, zijn wij tot 't besluit ge komen in eenige regelen de onjuistheid en het gevaarlijke van zulk eene leuze in het licht te stellen. Om het eerste te bewijzen vragen wij is het Ultramontanisme uitsluitend de vijand van het Protestantisme? Wie dat beweert, ga de wereld in om ervaring op te doen. Weer beroepen wij ons o a. op Roermond en vervolgens op het deel van ons land, dat men nog al eens „klein Spanje" noemt. Daar ontvangt men dag eu dag 't bewijs, hoe het Ultramontanisme ook zelfs tegen het Katholicisme is gekeerd, hoe het slechts op dit oogenblik de heerschende macht in die kerk is; maar wij weten zeker dat ook onder hare belijders machtige bondgenooten tegen de Ultramontanen zijn te vinden. Zij vallen nu nog als slachtoffers voor hun moed, maar wij wan hopen niet, of eenmaal zuilen zij die sterke partij van Loyola overwinnen, mits anderen, die met hen strijden kunnen, zich niet van hen afscheiden onder een leuze, die hen voorgoed buitensluit. En bovendienis het gansche Protes tantisme dan tegen de beginselen der Jezuïeten gekeerd? Wij noemen hen blind, die dat zeggen. Een groot deel der Protestanten beoogen het zelfde doel, gebruiken dezelfde middelen, en steu nen het Ultramontanisme of nemen zijn steun aan, zoolang zij elkander niet kunnen missen. Dit is eene waarheid, die wij in grooten en kleinen kring meer en meer bevestigd zien. En de Ultramontanen èn een groot deel der Piotestanten strijden tegen ontwikkeling, vormen een bondgenootschap om allen vooruitgang te keeren, en domheid en dweperij meer en meer te doen toenemen. Daartegenover moeten allen zich verbinden, die het licht der wetenschap op den hoogsten troon willen plaatsen, die kracht willen zoeken in het onderwijs, dat leert denken en gevoelenniet met 't koele hart van zoo menig goedgeloovige maar met het warme hart van een mensch, die het geluk van zijne mede- menschen beoogt. Ilun wapen is ja het geloof, zooals zij het verkondigen, beperkt tusschen grenzen, door hen getrokken, ons wapen moet het geloof wezen, dat Katholiek, Protestant, Israë liet of Athtïst alien dezelfde rechten hebben, om dat zij menschen zijn met een verstand, dat elk ten nutte van het algemeen moet dienstbaar maken. Welk geloof zij ook belijden met het oog op latere belangen moet ons hetzelfde wezen, dit is een quaestie, die elk met zichzelven moet uitmaken; maar hier op aarde moest men wat minder over die quaestie strijden, het zou er dan vaak veel aangenamer wezen. Laat ons, die dan daarover het eens zijn, vooral in kleinen kring vermijden, wat valsch kan heeteu. Is er op Hoedekenskerke behoefte aan nieuwe elementen in den raad, omdat er zijn, die het goede tegenwerken, men strijde niet tegen hen uit het beginsel van Protestant of Katholiek, maar men were hen, als zij in hun maat schappelijk leven verkeerde beginselen toepassen. Wij vooral moeten zooveel mogelijk vermijden de godsdienstquaestie op den voorgrond te stellen, omdat dit velen van ons vervreemdt, die goede bondgenooten konden zijn. In het belang der zaak hadden wij daarom liever gezien, dat de ge kozen president niet gekozen ware of bedankt hadde. Zijn persoon, tengevolge van zijn ambt, geeft een te exclusief karakter aan het streven der vereeniging, doet teveel den godsdienst op den voorgrond treden; en evenzeer als wij in Roermond de houding der geestelijken moeten afkeuren, evenzoo doen wij dit ook bij deze quaestie. Men strijde slechts onder de banier van vooruitgang, dan heeft men niet te vreezen, dat er later verwarring ontsta, en dat er, wat nog erger is, godsdiensthaat worde gekweekt waardoor het gansche doel wordt voorbijgestreefd. In de nominatieve opgave, loopende tot 13 Juni 11., van de Europeesche officieren, onderofficieren en solda ten, overleden na evacuatie uit Atckin, komen o. a voor: V. L. C. Piek, geb. te Fort-Bath, en M. Felius, geb. te Wissekerke, beiden fuseliers. GOES, 23 Juli 1877. De heeren J. A, Bevier De Fouw, jhr. L. C. Van der Feltz en G. Van der Hoek hebben de benoeming tot lid van den gemeente raad aangenomen. Staatsblad no. 157 behelst het kon. be sluit van den lOden Juli 1877, tot onteigening van perceelen in de gemeenten Kattcndijke en Wemeldiuge ten behoeve van den aanleg van een iulaagdijk achter de noordelijke zeewering van den polder de Breede Watering bewesten Yerseke enz. Borssele. Mag ik ook al niet melden, datevenals te Goes en te Kampen den 19 Juli de schoolkinderen alhier een uitstapje per spoor of per rijtuig naar eene naburige plaats gemaakt hebben, toch kan ik u berichten, dat die dag ook voor hen veel genot heeft opgeleverd. Onze geachte burgemeester, wien het voor recht te beurt mocht vallen om zijn gouden bruiloft te vieren, heeft de kinderen in de school ruim onthaald, terwijl ze op het dorps plein onder toezicht eu leiding van de onder wijzers en een paar kindervrienden naar harte lust konden spelen. Om drie uren gingen allen, ten getale van 120, in optocht naar de hofstede van den burgemeester, die bijna een half uur wandelecs van het dorp verwijderd ligt. Hunne vroolijke stemming op dien tocht bleek uit het onverpoosd aanheffen van verschil lende schoolliederen. Bij aankomst op de hofstede werd het ge lukkige echtpaar door een meisje met dezen dag geluk gewenseht, daarna zongen allen een toepasselijk lied, terwijl vervolgens een vieital kinderen den burgemeester en zijne vrouw ieder een prachtig bouqet, staande in eene mooie vaas, als geschenk van de schooljeugd aanboden. Na eenigen tijd vertoefd te hebben, keerden zij in de vroolijkste stemming naar de school, nu hun feestlokaal, terug. Hier werden hun weder eenige ververschingeu aangeboden en nadat ieder nog eene mooie prent ter herinne ring aan dezen dag was uitgereikt, keerden allen wel vermoeid, doch hoogst tevreden en gelukkig, naar huls terug. Alle ingezetenen gaven op dien dag blijken, dat zij den burgemeester achten en genegen zijn, zoowel door het uitsteken van de drie kleur, het brengen persoonljjk of schriftelijk van hunne gelukwenschen, als door het aan bieden van een mooi geschenk. Clortgene. Donderdag jl.des morgens half acht uur, werd ons dorp vereerd met een bezoek van den Commissaris des Koningsin Zee land. Aan sympathie voor Z. E. ontbrak.het hier niethet geheele dorp was met vlaggen ver sierd. Nadat Z. E. eenigen tijd in de gemeente kamer had vertoefd, waar hij aan onderscheidene commissiën en personen audiëntie verleende, be zocht hij vervolgens de openbare- en de bewaar school benevens de kerk, en wandelde verder de gemeente door, vergezeld van den heer bur gemeester en den oudsten wethouder, den heer J. W. Vader. Te circa 9 uren verliet Z. E. deze gemeente en reed in gezelschap van den burgemeester naar Wissekerke en Cats, en ver volgens naar Colijnsplaat, alwaar de heer Six bij den burgemeester, (waar tevens tegenwoordig was de heer J. W. Vader, lid der Staten van Zeeland,) dineerde. Z. E. kwam alhier des avonds te 7 uren terug, om met de Middel- burgsche stoomboot de reis weder naar Mid delburg te maken. Ook toen was hier veel volk op de been. Een ieder, die met den Commissaris in aanraking kwam, was aange naam getroffen door zijne minzaamheid. De stoomboot van Queensborough bracht Vrijdagmorgen niet minder dan 137 passagiers te Vlissingen aan. Het bestuur der stoomvaartmaatschappij Zeeland heeft de afgevaardigden der verschil lende Duitsche spoorwegmaatschappijen, de vorige week te 's-Hage vergaderd, uitgenoodigd tot het doen van een uitstap naar Engeland, met een van hare booten, waarvan door enkele afgevaardigden gebruik zal worden gemaakt. Wegens de beperkte ruimte van ons blad kunnen wij den Keizer van Brazilië op zijne reis door ons land natuurlijk niet overal volgen. Enkele bijzonderheden omtrent zijn verblijf te Amsterdam mogen hier evenwel eene plaats vindenDe Keizer heeft aldaar o. a. een bezoek gebracht aan het blinden-instituut. De vestibule was met bloemen versierd en de blinden speel den voor Z. M. a huit mains en orgel) het Braziliaansche volkslied, gevolgd door het Wien Neerlandsch bloed. Na nog een zangstuk te hebben aangehoord, ging Z. M. naar de boven zalen, bezichtigde kaarten, boeken, schrijfma chines, stelsels Foucoult en Brail, en liet blinden lezen en op de kaart aanwijzen. Nadat de

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1877 | | pagina 1