Er
m op
esn WOONHUIS
f 1500 op no. 2732,
f 1000 op no. 4746.
Porseleinen Artikelen, „i,,
294"" STAATS-LOTERIJ.
-SPIRITUS
ÖNTV AN GEN
ADVERTENTIES-
1. een Huis en Erf,
2. een Huis en Erf,
i°. Eene Weide
2». Eene Weide,
3°. Eene Weide
Door verandering te koop:
Prof. DELMINA'S
NIEUWE VINDING.
BURGERLIJKE STAND COES
OPENBARE VERKOOPINC
op Zaterdag den 21 Juli 1877,
OPENBARE VERKOOPINC
op Maandag '30 Juli 1877,
OPENBARE VERPACHTING
op Dinsdag den 31 Juli 1877,
OPENBARE VERKOOPINC
op Donderdag 2 Augustus 1877,
J. DE JOiXGE Jz.
jiijin
FIJN FRANSCH
Onlbijtstelletjes, Fruitschaalljcs, Soezcn-
schalen, Gebakbordjes, Bouillonkoppen en
Schotels (met en zonder deksels), Thee
serviezen, Chocoladeketels, Koffiekannen,
Bloemenvazen en Bloempotten (met en
zonder Standaards.)
YVed. JB. Fabcry De Jong*e,
elk jaar enkele exemplaren van dit dier op onze duinen
voor, en werd het meer dan eens binnen de steden
Amsterdam en Rotterdam gevangen, maar van ver
woestingen, door dit dier aangericht, werd, voor zoover
mij hekend is, hier te lande nimmer iets gehoord.
Wel vind ik in een werk van ten Duitsch geleerde
opge eekend, dat in de jaren 1747 en 1748 ook Hol
land door de trekspriukhanen bezocht werd, maar
ik heb dit bij geen onzer schrijvers, die over insecten
bandelen, bevestigd gevonden. Het elk jaar aanwezig
zyn van enkele voorwerpen kan niet in aanmerking
genomen worden, omdat er sprake is van aangerichte
verwoestingen, die noodzakelijk eerst dan zichtbaar
zyn, wanneer men als het ware van eene sprinkhanen-
overstrooming zou kunnen spreken.
Hoewel ik nu, strikt genomen, alleen die diereu
zou moeten bespreken, welke voor onzen landbouw nut
tig of schadelijk zijn, en de trekspriukhaneu dus
eigenlijk geen onderwerp van behandeling behoefden
uit te maken, heb ik toch, met het oog op de voor
afgegane mededeeling, gemeend mijnen lezers geen on
dienst te doen, indien ik hen eenigszins uitvoerig
met deze dieren en hunne verwoestingen bekend maakte.
De meest bekende der trekspriukhanen, dezelfde die
ook by ons gevonden wordt, huist talrijk iu Syrië
en Klein-Azië. Hij bereikt eene lengte van 4 cen
timeter, is groenachtig grauw met blauwe bovenkaken,
en heeft doorschijnende groenachtige vleugels, die met
bruine vlekken geteekend zyn. Eene andere soort
vinden we aan Afrika's noordkust, weder eene andere
in Midden-Afrika, terwijl die van Amerika ook weder
van de vorige verschilt.
Afrika vooral schijnt van eeuwen her aan de ver
woestingen dezer dieren blootgesteld geweest te zijn.
De bijbel toch spreekt er reeds van, en in zeer dui
delijke bewoordingen. Men leze Exodus X 15: Zij
„(de sprinkhanen) bedekten bet gezicht der gansche
„aar le, zoodat de aarde verduisterd werd; zij aten
„al het kruid der aarde en al de vrucht van het ge
boomte op, die de hagel overgelaten had, en er bleef
„geeu groen over aan het geboomte of veldgewas in
„gansch Egyptenland." Alles, wat de schrijvers van
vroegereu of latereD tijd ous over de verwoestingen
der spriokhauen hebben medegedeeld, stemt met het
bijbelverhaal ten volle overeen.
Toen een zeker reiziger in 1750 aan den Senegal
was aangekomen, vertoonde zich, terwijl hij zich nog
op de reede bevond, 's morgens te 8 uren eene dichte
wolk, die den hemel verduisterde. Het was een zwerm
sprinkhanen, die op ongeveer 120 a 150 voet boven
den grond zweefde eo die, nadat zij als eene wolk
breuk waren neergevallen, eene streek lands van eenige
mijlen bedekten. Hier namen zij rust, voldeden aan
hunne vraatzucht en vlogeu verder. Een sterke oos
tenwind had deze wolk aangevoerd en zweefde den ge-
heelen morgen over den omtrek. Nadat de dieren
het gras, de vruchten en het loof der boomen hadden
afgevreten, lieten zij zelfs het riet, waarmede de hutten
gedekt waren, hoe dor en droog het ook was, niet
onaangetast. Tegen het einde van Maart 1724
vertoonden zieh in Barbarij-: de eerste sprinkbaoen,
nadat gedurende eenigen tyil een zmdenwiud gewaaid
had. Half April was hun getal zoo toegenomen, dat
zij wolken vormdm, die de zon verduisterden. Vier
weken later verspreidden zij zich over de nabij ge
legen streken om eieren te leggen. In de volgende
maand reeds bedekten de uit d: eieren gekomen jon
gen eene uitgestrektheid van honderden vierkante meters.
In eene rechte lyn zich voorwaarts bewegende, beklom
men zij de boomen, muren en huizen en vernielden
al het loof, dat hun in den weg kwam, De bewoners
maakten grachten, die zij met water vulden, om den
vijand tegen te houden, of zy maakten een dam, uit
blokken hout en andere brandstoffen samengesteld, die
zy aanstaken, maar alles was te vergeefs. De grach
ten werden door de lijken der sprinkhanen gedempt,
en de vuren uitgedoofd.
Na eenige dagen volgden nieuwe zwermen van pas
geboren sprinkhanen. Zij verteerden de kleine takken,
doorknaagden de schors der boomen, wier vrucht en
bladen reeds door de voorgangers waren opgevreten.
Zóo leefden zy ongeveer éeue maand, tot zij geheel
volwassen waren, werden toen nog vraatzuchtiger,
maar tetens gemakkelijker in hunne bewegingen, zoo
dat zij zich verwijderden om elders eieren te leggen.
In het jaar 1747 kwamen in Augustus uit Moldavië
en Wallacbije zwermen sprinkhanen naar Zevenbergen,
die zóo lang en breed waren dat zij den hemel ver
duisterden. Men schoot met kogels naar hen, maar
deze vermochten ze slechts voor enkele oogenblik-
ken te verdeelen; geheel verjagen of van hun' weg
doen afwijken, konden zij hen niet. In de lente van
het jaar 1748 vond men de eieren in groote hoeveel
heid op de velden onder den grond; in Juni ver
toonden zich millioenen jongen, die alles, wat zij
vinden koudeo, opaten. Toen hunne vleugels tot
ontwikkeling gekomen waren, verhieven zich enkele
zwermen hier en daar op de velden en beschreven
kringen in de lucht. Nadat een veld was kaalgevreten,
vereenigden zich de verschillende zwermen tot eeuen
enkelen hoofdzwerm en trokken verder. Veldvruchten
en weiden werden zoo netjes afgevreten, dat de bodem
zichtbaar was. Meu beproefde hen te vernietigen
door in den herfst en iu de lente de eieren stuk te
trappen, door de jongen te dooden, wanneer zij, door
de zon uit hunne schuilplaalse gelokt, met hun ver
nielend werk bezig zijn, door varkens in de velden
te jagen, maar men kon den vijand niet meester worden.
In de genoemde jaren werden Hongarije, Polen,
Silezië en Noord-Duitscbland tot Holland en Enge
land door de sprinkhanen bezocht.
In 1749 kwam Karei XII, koning van Zweden,
na zijne nederlaag by Pultawa, met het overschot
van zijn leger ergens in Bessarabië in een bergpas
toen plotseling van den tegenovergesteldeu kant, door den
feilen wiqd een zwerm sprinkhanen in die pas gedreven
werd. Mannen en paarden werden verblind door
dezen hagel van levende dieren, en het leger zag zich
een geruimen tyd tegengehouden door verachte in
secten. In 1780 waren bij Zamora drie weken lang
3000 menscben bezig om sprinkhanen in korven te
verzamelen. Aan de Kaap de Goede Hoop werd
eens een zwerm door een storm uit het noordwesten
in zee gedreven, en toen hy later aan het strand
spoelde, vormde hij aan den mond der Bosjesman-
rivier tot aan dien der Bekka-rivier, dat is 17 uren
gaans, een dijk vau 3—4 voet hoogte. In 1801 was
in Livadië het aantal sprinkhanen zoo groot, dat l ijna
240.000 kilogr. opgezameld werden.
Een bericht uit den jongsten tijd heeft betrek
king op de Zuid-Afrikaansche treksprinkhaan, dat te
belangrijker is, omdat het eene verklaring geeft van
de levensvoorwaarden aan deze telkens terugkeerende
landplaag. De eieren worden 3060 in getal, in
een bruin omkleedsel gehuld, door het wijfje in kleine
ronde gaten vau den grond aan den voet van een
heuvel gelegd. De gaten worden weder dicht ge
maakt of waaien dicht, en de eieren kunnen alsdan
vele jaren, ouder den grond bedolven, blijven liggen,
zonder het vermogen tot ontwikkeling te verliezen. Zij
kunnen echter ook in den ceistkomenden regentyd
de jongeD voortbrengen, zoodat de stieek, welke nau
welijks bekomen is van de verwoestingen dezer vraat
zuchtige insecten, opnieuw overstroomd wordt. Voch
tigheid schijnt voor hunne ontwikktling eene nood
zakelijke voorwaarde te zijn, want in droge jaren,
wanneer de vroege regentijd in Augustus iu het geheel
niet, de voorname regentyd in November en December
slechts in geringe mate zich openbaart, hoort men
van trekspriukhaneu niets. De schapen fokker, die door ge
brek aan water wellicht het grootste gedeelte zijner kudde
verloren heeft, begroet alsdan het weder verschijnen
der sprinkhanen met zekere vreugde, als een teeken
van betere tyden, en hij brengt liever aan de gevleu
gelde pluuderaars zijn kleinen, met moeite verzorgden
tuin ten offer, wanneer slechts de kudden zich goed
ontwikkelen, en de uitgedroogde bronnen der hoeve
weder water geven. De larven zelve marcheeren in
gesloten rijen en nemen een bepaalde richting. Ko
men de dieren aan een stilstaand water, dan zijn zij
gewoon het door te trekken; de eerstkomende vinden
natuurlijk bij duizenden den dood in het water, maar
de volgende zetten hun weg over de lijken der voor
gangers voort; stroomend water boudt hen op hunnen
weg tegen. Tegen den avond houden de reizigers
halt, laten zich op het nabijgelegen struikgewas neder
en vernielen alles wat groen is. Ziet de pachter, dat
de aanrukkende scharen in eene richting voortgaan,
die voor zijn tuin gevaarlijk zou kunnen worden, dan
tracht hij haar eene andere richting te gevtn door
te paard midden in den zwerm te springen en rechts
en links met een grooten doek te zwaaien. Telkens
keert een aantal der vijanden alsdan om, en door
berhaaldelyk te midden van den zwerm te springen,
kan men den geheelen zwerm van richting doen ver
anderen. Wanneer echter de boer de donkere wolken
der gevleugelde (volkomene) sprinkhanen aan den ho
rizon ziet verschijnen, dan neemt hij in vertwijfeling
bet laatste redmiddel, dat in vele gevallen volstrekt
niet als een zoodanig kan beschouwd worden, te baat
hij ontsteekt om zijn tuinen of velden zooveel
vuren als hem mogelijk is. Het voortdurend op
stijgen en neerdalen van den zwerm gedurende
de vlucht, het gegons door duizenden van vleu
gels veroorzaakt, en het geknars der kaken, wan
neer de dieren op den grond met hun' maaltijd be
zig zijn, veroorzaakt een eigenaardig geluid, dat niet
beschreven maar met het geruisch van een sterken
hagelslag vergeleken kan worden. Ook hier wordt weder
bet spreekwoord bewaarheid, dat eene zaak, hoe ltelijk
ook, toch altijd hare goede zijde heeft. De inboor
lingen roosteren de spriukbanen en veroberen deze in
ongeloofelijke hoeveelheden, de achterpooten en vleu
gels, doch soms in het geheel niets overlatend. De smaak
is walgelijk en de voedende kracht zeer gering. Paarden
worden er vet van en deze eten hen ook gaarne.
Ook Amerika, vooral het zuidelijk gelegen deel,
is van deze plaag niet vrij. Eea Engelschman bezat
te Conohos in Zuid-Amerika aanzienlijke tabaks-plan
tages. Bij zijue komst in die streek had bij gehoord,
dat zich daar nu en dan sprinkhaan-zwermen had
den vertoond, en hij verbouwde daarom zijne tabaks
planten, 40,000 in getal, bij zijne woning, om haar
des te beter te kunnen beschermen. Hier groeiden
zij zeer welig en hadden de hoogte van een voet
ongeveer bereikt, toen op zekeren middag het bericht
tot hem kwam, dat de sprinkhaneu in aantocht waren.
De planter spoedde zich naar buiten, en hij zag hoe
een groote zwerm juist boven zijn tabaksveld zweefde,
en plotseling neerviel en het veld als met een brui
nen mantel bedekte. In 20 seconden, in nog geen halve
minuut alzoo, verhief zich de zwerm weder even
snel als hij gekomen was en zette den tocht voort*
Van de 40,000 planten was geen spoor meer te vin
den. Treffend wordt het verschijuea en de verwoes
tingen dezer verschrikkelijke insecten geschilderd door
dea profeet Joël 2 2—10.
Niet alleen de oude kronieken berichten van ver
woestingen door sprinkha -en in Europa, die zich tot
Duitschlaud uitstrekten, maar elk jaar brengen de
couranten nieuwe klachten. Zuidelijk Rusland bijv.
werd in deze eeuw 23 jaren door de plaag bezocht.
Voorts kwamen zij voor in Spanje, Frankrijk, Zwit
serland, Beieren, Tburingen, Saksen, Posen, Polen,
Rusland, Siberië enz. Enkele malen werden zij ook
in Zweden, Engeland eu Schotland aangetroffen.
Uit het medegedeelde is, mijns inziens, voldoende
gebleken, dat de sprinkhaan-zwermen tot de verschrik
kelijkste bezoekingen behooren, die op aarde bekend zijn.
Dordrecht. L. POSTHUMUS.
VERKOOPINGEN VERPACHTINGEN
Datum Plaats. Voorwerpen, Informatie».
19 Juli, Cnliinsplaat, vruchten, V. il. Moer.
19 Wollaarlsdijk, vruchten te velde. Pilaar.
'2o Colijnsplaat, bouwland, woonhuis enz V. d. Moer.
21 Goes, huizen en erven, Pilaar.
'li Vlissingen, keet, palen, enzRouricius, Middelburg.
25 Ellewoutsdijk, bouw- en weiland, Scholten.
*25 Colijnsplaat, inspan, V. d. Moer.
25 hapelle, hofstede enz., Pilaar
27 Wissekerke, inpan, Roelof
tan der Moer.
2' Kapalle, vruchten te velde, Paardekooper Overman.
30 baarland, Woonhuis enz., V. d. Bussche.
31 Goes, verp. weiden, Pilaar.
oO en ol Juli, \yjssekerke, landbouwinspau, Roelof V. d.
1 A"«* f Moer.
1 Goes, verp bouw- en weiland, I.iebert,
2 Oudelande, verp. bouwland, Paardekooper Overman.
2 Wolfaarlsdijk, verp. horslede, bouw
en weiland, Rembges.
2 Colijnsplaat. Woonhuis enz., V. d. Moer.
3 Waarde, verp. hofstede en bouwland, Rembges,
van 13 tot 18 Juli 1877.
Geboren: den 13, Helena, d. v. David Bot-
bijl en Neeltje Beije; den 15, Johanna Corne
lia en Cornelia Maria, tweeliugdochters van Bi-
colaas De Jonge en Maria Verheule; Jacob
Marinus, z. v. Hendrik Janse en Maatje Bras;
Adriaan Marinus, z. v. Anthony Kooman en Cla-
zina De Jager; den 16, Okke, z. v Klaas Pik
en Margrieta Groenendijk; den 17, een onechte
zoon; den 18, twee onechte dochters, tweel
Overleden den 3 Juni, te Delft, Jacobus
Van Liere, 44 jgehuwd met JPieternella Sara
Merison; den 14 Juli, Adriana Ge rtruida, 1 d.,
d. v Adriaan Dekkersen Maria Catharina Meijaert;
eene onechte dochterden 15, Pieter J an
Daalen, 78 jwedr. van Elisabeth Maria Bod-
dingius; Gerrit Jan, 3 w, z. v. Joseph Nagel-
kerke en Johanna Anker; den 18, Maatje De
Jonge, 24 j., geh met Johannes Car don.
294ste STAATS-LOTERIJ. 4e kl.
Pry zen van 100 en daarboven.
Ie lijst. No. 7978 2000. No. 2732 f 1500. Nos. 17.
15206 en 16380 elk /1000. Nos. 1806 en 3021 elk 400,
Nos. 5471 en 192/3 elk ƒ200. Nos. 953, 1281, 5670,
10560, 11336 en 19988 elk 100.
2e lijst. No. 7426/5000. No. 4746/1000. Nos. 6181,
11323 en 15072, elk /400. Nos. 8544 en 13829, elk 200.
Nos. 2406, 2880, 3750, 15761 en 19810, elk 100.
SOjarlge Eclitvereeiilglng tof-
van
IZAAK ROTTIER Jz.
en
CORNELIA Van WIJNGEN.
Borssele, 19 Juli 1877.
Hunne dankbare kinderen, 'M
behuwd- en kleinkinderen.
fkü
Heden overleed onze geliefde vader en
beliuwdvader, de heer P. Van DALEN, Oud-
Griffier der Rechtbank alhier, in den ouderdom
van 78 jaren.
P. A. SPRUIJT—
Goes, Van Dalen.
15 Juli 1 877. A. C. SPRUIJT,
S. M. Van DALEN—
Steeneijk.
Heden overleed mijn geliefde echtgenoot
MARINUS Van ZWEEDEN, in den ouderdom
van 62 jaren.
Mede uit naam mijner kinderen
en behuwdkinderen,
Goes, P. MOERMANS,
18 Juli 1877. wed. M. Van Zwekden.
des avonds te 8 uren te Goes, in het
Hotel Zoutkeetvoor de erfgenamen van
den heer J. l)e Graagten over
staan van den Notaris J. M. PILAAR, te Goes,
van
te Goes, in de Rozemarijnstraat, wijk B no.
200, bewoond door W. Jansen Van Noord-
wijk.
te Goesin de St. Jacobstraat, wijk B no.
133, bewoond door Wulfaert.
AtyA&ktjp 's morgens 10 uren ten overstaan van
MfeC den Notaris VAN DEN BUSSCHE,
■JuUStA.S' in het Gemeentehuis te Baarland,
van een
a
aldaar, in den Sichuit, groot 40 a. 8© c. a.,
aankomende C. POVER.
des namiddags te 2 uren, te Goes, in het kof
fiehuis bij Van den Dungen, voor den heer
J. C. IK'king Dura, ten overstaan van
den Notaris J. M. PILAaR, voor 7 jaren, van:
onder Wissekerke, in Boomgaard- h. a. c.
hoek, in pacht bij L.Lücasse, groot. 2 08 60
aldaar, in pacht bij P. Remijn,
groot1 88 40
in 's-Heer Arendskerke, in Oud
's-Heer Arendskerke, in pacht bij
G. Verburg, groot1 60 10
des avonds te 6 uren, in de herberg het
a //Wapen van Zeeland," te Colijnsplaat,
-- ten overstaan \an den Notaris L. FAN
DER MOER, van:
(waarin Timmermanswinkel) met SCHUUR,
(tevens tot berging van Hout en andere Materia
len ingericht)verdere TIMMS'IRUVCJ en
ERVS4, aan de oostzijde van de Voorstraat
in het dorp Colijnsplaat, sectie A nos. 140, 141
en 143, ter gez, grootte van 3 aren, 25 centiaren,
in welk perceel de Timmermans- en Metse
laars-affaire sedert onheugelijke jaren met
goed gevolg is en nog wordt uitgeoefend
te aanvaarden 1 November e. k.
En nog van
een WOONHUIS met SCHUUR,
verdere TUOIERO'tS en ERVE
staande en liggende als voren, sectie A no. 792,
groot 2 aren, 69 c.
Terstond te aanvaarden.
Nadere inlichtingen ten kantore van genoem
den Notaris
Bij den ondergeteekende is op heden gevallen
in de u f ereeniging Krabbendijke
en nog een prijs van
Kruiningen, Juli 18 77.
De Directeur der Brandwaarborg
maatschappijen, opgericht te Boenen
a ld. Vecht en „de Vereeniging", beiden geves
tigd te Amsterdambrengt bij deze ter kennis
van belanghebbenden, dat op verzoek eervol
ontslag werd verleend aan den heer I. WES-
SEL, te Goes, eu in zijne plaa's als correspon
dent van bovengemelde Brandwaarborgmaat
schappijen is aangesteld de heer M.
REMIJXSE, te Goes.
Amsterdam,
18 Juli 1 877.
II. Van VEEREN,
Directeur.
een Xuudnadel-JAUHTOEWEER,
fijn, best kaliber.
Te bevragen bij B. VERHEIJ POLS, in het
gemeentehuis te Yerseke.
maakt de TANDEN zoo wit als ivoorzet
losstaande TANDEN en KIEZEN weder vast
en is als specifiek middel ten zeerste beroemd
om de TANDEN en KIEZEN tot in den lioogsten
ouderdom te bewaren.
Prijs per flacon met gebruiksaanwijzing 0,40.
NB. De verkoop van dezen SPIRITUS is door
diploma gewettigd vanwege de hoofdcommissie
van geneeskundig onderzoek en toevoorzicht in
Nederland.
CHEMISCHE MAGNETISCHE VIJLEN ter
radicale genezing van Likdoorns en Eksteroogen;
prijs met uitvoerige gebruiksaanwijzing f 0,90.
Te Goes alleen verkrijgbaar bij J. P. Van der
Does, Verkoophuis; Middelburg, P. A. D. Ronca;
Vlissingen, P. Gasille; Zierikzee, A. C. Dagevos;
Bergen op ZoomJ. B. Van GennipBredaM.
Janssen.
van 500.tot 60000.met gedeeltelijke
aflossing. Tegenwoordige rente 4^2 °/0.
Afgifte van WISSELS op Berlijn, Lon
den en Parijs tegen den koers van den dag
en 1I*°I0 provisie.
Goes. Van der Bilt La Mollhe Risseeuw.
eene extra mooie keuze:
benevens een groot assortiment
Lange Kerkstraat, C. 38, GOES.