1877. N°. 74.
Dinsdag 26 Juni. 64ste jaargang.
Agenten voor het Buitenland zijnG. L. DAUBE& Co., te Parijs, 31hls Rue du Faubourg Montmartre, en A. STEINER, te Hathburg.
Wegens aanhoudend plaatsgebrek
waardoor telkens bijvoegsels moeten
gegeven worden, en dan nog vaak stuk
ken moeten blijven liggen, zal, met
1 Juli te beginnen de Goesche Courant
in GROOTER FORMAAT verschijnen.
De prijs voor abonnement en advertentiën
blijft echter dezelfde.
Allen, die zich tegen dat tijdstip op
de Goesche Courant abonneeren, ontvan
gen de nu nog verschijnende nommers
gratis.
AANBESTEDING.
Oproeping van Verlofgangers.
Adriaan Cornelis Uriels
Petrus Johannes Leenknecht.
eilrek dep brievenmail naar Oosl-Iixlië.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
Hoedekenskcrke- Door bet overigden
van J. Gelok is de betrekking van havenmees
ter vacant geworden.
F1 ©TJiill© t ori.
EENE FEESTVIERING.
GOESCHE
COLIRAIVr.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag-,
en Vbwdagavond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, ƒ1.75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodsberichten en de daarop betrek
king hebbende dankbetuigingen van 18 regels a 1,—.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende cn
contant betaald, 20 ct.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat zij op Zaterdag den
30 Juni aanstaande, des namiddags te éen uur, in
hunne vergaderkamer ten rnadhuize zullen trachten
aantebesteden:
Eenig schilderwerk aan de schoolgebouwen,
onderwijzerswoningen en schoolmeubelen,
in vijf perceelen of in massa.
Bestek en voorwaarden liggen ter Secretarie voor
een ieder ter inzage op e]ken werkdag tusschen des
voormiddags 9 en des namiddags 2 uren, terwijl in
lichtingen zijn te bekomen bij den Gemeente-bouw
meester.
Goes, den 23 Juni 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
De BURGEMEESTER van GOES,
gezien hebbende de circulaire van den beer Com
missaris des Konings van den 12 Mei 1877, A no.
2175, 3de aid. (Prov. blad no 58), volgens welke ten
gevolge van de door Z. M. den Koning gegeven be
velen, de milicien-verlofgangers der lichting van 1874,
behoorende tot het bataljon Mineurs en Sappeurs
van 12 Juli tot 20 Augustus voor herhalingsoefenin
gen onder de wapenen moeten komen, geeft daarvan
aan de belanghebbenden kennis en roept op
en
om tegenwoordig te zijn bij hun korps te Utrecht
op Donderdag den 12 Juli aanstaande,des namiddags
voor 4 uren, zullende zij zich rechtstreeks derwaarts
moeten begeven.
Wordende den verlofgangers indachtig gemaakt, dat
hij, die niet aan de oproeping voldoet, als deserteur
wordt behandeld en dat hij, die niet op den bestem
den tijd onder de wapenen komt, of niet voortdurend
aan de oefeningen deelneemtof wel achterlijk blijft
in het aanleeren van den wapenhandel, zooveel langer
onder de wapenen zal gehouden worden, als de kora-
mandant noodig acht.
Goes, den 23 Juni 1877.
De Burgemeester voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
Via BRINDISI, 22 Juni, 1.'s middags.
Via NIEUWEDIEP, 29 Juni, 1,— 's middags.
Via MARSEILLE, 29 Juni 1.'s middags.
Via NAPELS, 8 Juli, 5.45 's avonds.
De Fransche pakketbooten doen Riouw, Banka
en Palembang niet aan.
Bij verzending via Triest moet dit op het adres
worden aangeduid.
GOES, 25 Juni 1877.
Men heeft ons nader ingelicht, dat bjj
den bewusten brand te Kapelle het, kantoor
ook zeer beschadigd is geworden. Bovendien is
het geheel niet bij de Zeeuwsche Maatschappij
verzekerd, maar bij de Bataafsche Brandwaar
borg- en Assurantie-maatschappij, gevestigd te
s-ii age.
Volgens Staatsblad no. 132 van 1877,
t met 1 Juli a. s. in werking treedt, zal de
bijwerking der kadastrale stukken, bij de ge
meentebesturen berustende, voortaan kosteloos
geschieden.
Naar men verneemt is sedert de inwer
kingtreding der wetten op de rechterlijke or
ganisatie aan de deurwaarders weder opge
dragen de exploiteering der dagvaardingen
voor de kantongerechten, waardoor de positie
dezer ambtenaren eenigszins verbeterd wordt.
's Meer Abtskerke. In de Baadsverga
dering van 22 Juni 1877 is tot wethouder al
hier benoemd dhr. J. De Jager, ter vervanging
van wijlen dhr. G. R. Flarinck.
Het oud-lid der Ged. Staten van Zeeland,
de heer H. J. Fan Deinse te Middelburg, is
op ruim 70jarigen ouderdom overleden.
Uit Oostburg meldt men aan de Midd.
Cl., dat Dondeidag aldaar en in den omtrek
op verschillende plaatsen de bliksem is inge
slagen en brand heeft veroorzaakt iu de schuren
op eene hofstede bij Schoondijke en in den
koestal en de schuur eener hofstede bij Oost
burg. Het vee en andere voorwerpen van
waarde zijn, naar uien verneemt, gered en de
gebouwen waren tegen brandschade verzekerd.
Volgens het Sluisch Weekblad zijn bij het
Hazegras op eene hofstede twee mannen, een
Ik behoor niet tot de veteranen in den tempel
„Van ongenuchten vrij,'' maar ik kan toch nog
meespreken over hetgeen is heengegaan, en dan
herinner ik me dat oude gebouw nog^ met zijne
krakende deuren. Als men er binnen wilde komen,
dan kostte 't moeite om de deur open te trekken;
maar had meD een voet daar binnen gezet, dan
bekommerde men zich niet meer om die deur
en liet haar aan haar lot over. Nog onwellui-
dender dan zjj openging, viel zij vanzelf dicht,
en door het gansehe gebouw weerklonk het sein,
dat een bezoeker's komst verkondigde.
Men heeft flesschen met puntige bodems
bedriegen iemand, want men meent zich te
ypyg^sten aan een fermen inhoud, doch helaasin
een groot deel van de ruimte, waar edel vocht had
kunnen wezen, bevindt zichniets. Zoo'n
flesch noemen zij er een met een ziel.
Ik dank voor zoo'n doode ziel. Ik heb 't meer op
andere flesschen, die niet zoo bedriegen.
Het vroegere Sociëteitsgebouw had veel overeen
komst met zoo'n flesch, vooral voor iemand, die
er voor het eerst inkwam. Men verwachtte dan
een bron van gezelligheid en van levenmen wilde
dat gebouw binnentreden in de vaste meening, dat
men zou komen in eene zaal van ongenuchten vrij,
maar bij zjjii binnenkomst zag men zich bedrogen,
en vond men in plaats van dat alles niets.
Men liep langs eene holle en akelige ruimte, die al
leen deed denken aan den vroegeren luister van het
kolven. In de verte zag men dan eindelijk het
lang verwachte verblijf, waar men Sociëteit hield,
en dat uitmuntte door tocht en ongemak. Wilde
men naar den tuin dan mooht men een eind den
afgelegden weg terugloopen, om dan zoo voorzich
tig mogelijk uit de deur te stappen, teneinde niet
in mindere aangename aanraking met den grond
te komen.
Welnu vond men ook daar niet zoo'n doode ziel?
En wij hebben toch in Goes zooveel levende
zielen noodig! Wij hadden immers behoefte aan
een gebouw, dat minder unheimisch was, en meer
aan de eischen des tijds voldeed
Goddank dat er van dien ouden tempel niets
meer is te vinden. Ik juich daarover!
En thans een vriendelijk front, dat u tot bin
nentreden loktdeuren, die men met zorg behan
delt, omdat zij u niet knorrig maken door hun
vervelend geknars; een vestibule, sierlijk en net;
een gang, met alle mogelijke gemakken, om zich
van hoed en jas te ontdoen, zonder, zooals vroeger,
die tot sieraad van de zaal te moeten bezigen.
En ontsluit men een der deuren, dan treft u thans
het geheel door den flinken indruk, dien het maakt;
dan kan men niet anders dan met lof gewagen van
arbeider en een knecht, getroffen en gedood.
Eene schuur, waarin zij met 28 andere per
sonen gevlucht waren, is afgebrand. Een der
gedooden was aan het voorhoofd getroffenbij
den ander vond men geen andere sporen van
beleediging dan een rond gaatje in de kast
van zijn horloge. Op eene andere hofstede
werd een persoon vermist, zonder dat men nog
wist wat van hem geworden is.
Men meldt uit Sneek:
O ize tweede wolmarkt, de vorige week ge
houden, had weinig meer te beteekenen dan
die vóór 14 dagen. De geheele aanvoer be
droeg niet veel meer dan 200. Over het geheel
valt van den wolhandel op te merken, dat;
deze op 't oogenblik zeer slap is. Voor 't buiten
land is volstrekt geen vraag.
Den 21 Juni jl. heeft aan het ministe
rie van Buitenlandsche Zaken de onderteekening.
plaats gehad van een verdrag tusschen Neder
land en het groothertogdom Luxemburg tot
wederkeerige uitlevering van misdadigers.
In strijd met hetgeen daaromtrent werd
gemold, kan de Amst. Ct. verzekeren, dat alles'
wat aangaande de testamentaire beschikkingen
van H. M. de Koningin wordt verteld, tot het.
rijk der gissing en fantasie behoort. Dp exe
cuteurs-testamentair hebben, naar men verze
kert, nog slechts in zooverre kennis genomen'
van het testament, als noodig was voor de
begrafenis.
Naar men verneemt, heeft de welbekend'é
heer Hallo te Arnhem, wieDS veroordeeling door
de Rechtbank aldaar tot 9 maanden gevange
nisstraf wegens brandstichting, met het doel
om eene assurautie-maatschappg op te lichten,
door het Gerechlshof te Arnhem en den Hoo-
gen Raad bevestigd is, zijn domicilie naar het
buitenland overgebracht, teneinde de gevan
genisstraf niet te ondergaan. Men zal zich
herinneren, dat de advocaat-generaal bij het
Gerechtshof, met het oog op die vermoedelijke
ontvluchting, aanhouding had verzocht, welk
verzoek echter niet door het Hof is toegestaan.
Jl. Dinsdag is te Zetten de eerste steen
gelegd voor net nieuwe gebouw van het Asyl
Steeubeek. 1
Voor 200 vacante plaatsen aan de Ko
ninklijke Militaire Academie te Breda hebben
zich 360 adspirauten aangemeld.
PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND,
De begrooting der enkel provinciale en huis
houdelijke inkomsten en uitgaven van Zeeland
het plafond werk, en verheu'gt men zich over het
heerlijk gezicht, dat men op den tuin heeft.
Ik kan nog slechts spreken van het gebouw, zooals
het nu nog is, zonder afscheiding van de verschil
lende deelen, zonder ameublement. Is het eenmaal
geheel in orde, dan kom ik er nog op terug. Maar
zooals het gebouw zich nu reeds vertoont, vraag
ik aan alle leden of er geen aanleiding tot feest
vieren bestond, nu wij in 't bezit zijn van zulk
een lokaal?
Ik geloof, dat weinigen die vraag ontkennend
zullen beantwoorden, en dat de directie bijna al
gemeen sympathie heeft gehad met daartoe het plan
te vormen.
Maar over de wijze, waarop feestgevierd moest
worden, was men 't niet eens. Het was onmoge
lijk, om al die verschillende gevoelens te bevredigen.
Doch toen ik Zaterdag de zaal intrad, verheugde
ik mij in de talrijke opkomst, omdat al mocht
Jan, Piet of Klaas soms iets anders hebben ver
langd, dit toch geen reden was geweest, om niet
deel te nemen aan het feest. Ik Iaat nu alle be
schouwingen rusten, in hoeverre bij die gelegen
heid eene opvoering van „Die Sc'iöpfung" al of
niet passend was. Ik wil alleen de aandacht
vestigen op de algemeene stilte, die er heerschte, op
den algemeenen indruk, dien de uitvoering maakte,
en die was allergunstigst. Het grootste deel heeft
toen genoten. De zangvereeniging was ons het
Mei-concert schuldig en had van deze welkome.