1877. N°. 65.
Dinsdag 5 Juni.
64ste jaargang.
In Memoriam.
Agenten voor hcL Buitenland zijn: G. L. DAUBE& Co., te Parijs31^' Rue du Faubourg Montmartre, en A. STEINER, te Hamburg.
Vertrek der brievenmail naar Oost-Indië.
OFFïCIËELE MEDEDEELINGEN.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdaö-,
en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen.
Vrijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Cioea, j 1.75.
Afzonderlijke noumers 5 et., wet bijblad 10 et.
COURANT.
Gewone advertcntiën worden a 10 et. per regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodsberichten en de daarop betrek
king hebbende dankbetuigingen van 18 regels a 1,
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en
contant betaald, 20 ct.
Via TRIEST, 6 Juni, 9.40 's morgens.
Via BRINDISI, 8 Juni, 1.'s middags.
Via NIEUWEDIEP, 8 Juni, 1,— 's middags.
Via MARSEILLE, 15 Juni 1.'s middags.
Via NAPELS, 17 Juni, 5.45 's avouds.
De Fransche pakketbooten doen Riouw, Banka
en Palembang niet aan.
Bij verzending via Triest moet dit op het adres
worden aangeduid.
Het was den 18 Juni 1839, dat ganscb Stuttgart
feestvierde. Op den gedenkdag van Waterloo
zou het huwelijk worden gesloten tusschén
Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk,
Erfprins van Oranje, en
Sophia Frederika Mathilda,
Prinses van Wurtemberg, geboren 17 Juni 1818,
jongste dochter uit het tweede huwelijk van Wilhelm
1, koning van Wurtemberg, met Catharina Paulow-
na, weduwe van Prins Peter Frederik George
van Oldenburg en dochter van Paul I, keizer vau
Rusland. Een ieder was bekend met de lieftallig
heid en minzaamheid der Prinses, hoedanigheden,
die haar duizendmaal meer tot sieraad strekten, daD
het prachtige bruidskleed, dat haar tooide. Tal
van hooge personages waren in het koninklijk
paleis vereenigd, en terwijl het huwelijk in de
groote marmerzaal door den Hofprediker Von Grü-
neisen werd voltrokken, verkondigden 25 kanon
schoten, dat de wisseling der ringen had plaats
gehad, en spoedig daarop werd het luide verbreid,
dat beiden verbonden waren. Nooit nog vierde
Stuttgart zulk een feest; de ganscbe stad en om
trek was prachtig geïllumineerd. Vreugdevuren
werden ontstoken, en tot in de geringste buurten
had men versieringen en verlichting aangebracht.
En bij den Nederlandsehen gezant zag men het
volgend vierregelig versje:
»De bloem van Wurtemberg,
Vereenigd met Oranje,
Belooft een eeuw van heil
Aan Neerland en Germanje."
En de Prinses liet een teederlievenden vader
achter, dien zij innig liefhadzij zeide haar vader
land vaarwel, dat zoo schoon en heerlijk was, om
in het vervolg ons land te bewonen dat daarin
met het hare niet kon wedijveren. Den 15 Juli
kwamen de jonggehuwden te 's-Hage aan, waar zij,
onder oorverdoovend gejuich van eene tallooze
menigte, aan het Paleis in het Bosch ontvangen
werden door Koning Willem I, die zijn kleinkin
deren in de armen sloot.
Op 21 jarigen leeftijd trad dus de Prinses ons
land binnen als toekomstige Koningin, en de wel
komstgroeten, haar overal, waar zij in 't land kwam,
zoowel den 17 Juli bij haar intocht te 's-Hage als
den 23 September te Amsterdam, toegebracht,
waren de tolken van ware vreugde, maar tevens
van de schoone verwachtingen, die men van haar
koesterde.
Drie zonen werden uit dat huwelijk geboren, nl.
den 4 September 1840 Prins Willem Nicolaas
Alexander Frederik Karei Hendrik, onze tegen
woordige Kroonprins;
den 15 September 1843 Prins Willem Frederik
Maurits Alexander Hendrik Karei;
den 25 Augustus 1851 Prins Willem Alexander
Karei Hendrik Frederik.
Prins Maurits stierf echter op ruim zesjarigen
leeftijd, den 4 Juni 1850.
Smartelijk was dit verlies voor haar, die een
jaar vroeger, nl. den 12 Mei 1849, den troon had
bestegen, maar voor een deel werd die smart ge
lenigd door de geboorte van Prins Alexander. Toch
heeft de dood van dien Prins steeds een schaduw
geworpen op haar geluk. Op haar verzoek heeft
de beeldhouwer Van der Ven een groep van wit
marmer vervaardigd, dat sedert 1858 in het Ko
ninklijk Paleis prijkt. Het stel,t Prins Maurits voor
als Cherubijn, die, uit den hemel neergedaald, een
kind, Prins Alexander, in zijne armen draagt en
het zijnen treurenden ouders aanbiedt.
Ieder weet 't, hoeveel /.ij van hare kinderen hield.
Maar wat zij voor hen is geweest, dat was zij ook
voor ons allen, voor het gansche Nederlandsche
volk. Acht en twintig jaren heeft zij op den troon
gezeten, en nu zij den 3 Juni 1877 is gestorven,
nu gevoelen wij allen, dat er een ontzettende slag
is gevallen.
Want Nederland heeft wel het grootste, over-
grootste deel ontvangen van het heil, dat bij haar
huwelijk werd voorspeld aan haar oud en r.ieuw
vaderland. Rijk begaafd naar geest en hart, was
zij spoedig Nederlandsche, wist zij weldra aller
hart te winnen, 'en hoe vaak zijn er zegenbeden
uitgesproken voor haar heil, uit dankbaarheid voor
de weldaden door haar bewezen! Zij sprak onze
taal, zij had sympathie en liefde voor onze zeden
en gewoonten. Waar de kunst gesteund, de we
tenschap geëerd moest worden, daar stond zij aan
het hoofd. Waar ziekte te lenigen was, met ge
vaar van haar eigen leven, in cholera-hospitalen
of andere inrichtingen, daar zag men haar. Scho
len bezocht zij, liefde bewees zij aan arm en aan
rijk. Zoo heeft zij in ons midden geleefd, zoo is
zij ten zegen geweest voor ons allen Vraag hem
of haar, die, al was 't ook éen oogenblik, met
haar hebben omgegaan, hoe haar groote veelzijdige
ontwikkeling tot diepen eerbied stemde, hoe haar
innemendheid betoovevde, hoe men geheel verrukt
was, wanneer zij ten slotte de hand reikte en sprak:
Geef mij uw hand." Zij was koninginne door haar
eenvoud en liefde.
En zij is heengegaan voor eeuwigHare kin
deren zullen haar met wanhoop nastaren, want
zij hielden zoo ontzaglijk veel van haar.De
grijze Prins Frederik, die, volgens het Vaderland,
haar jarenlang dagelijks een bezoek bracht, ziet
met haar een edele telg van zijn geslacht ten
grave dalen. Maar wij allen zullen steeds over
haar kunnen spreken, en haar in gezegend aan
denken houden. De woorden, door ds. J. J. L.
Ten Kate in het Handelsbad geschreven, nemen
wij over, omdat zij zoo heerlijk schoon de ge
voelens weêrgeven, die het hart van bijna eiken
Nederlander op dit oogenblik bestormen
„Oranjebloem! te vroeg ontblaarde!
Als Neerland bij uw uitvaart schreit,
't Is niet, wijl alle heerlijkheid
Der aarde eens wegzinkt onder de aarde
De Koning en de bedelaar
Zijn opgeschrevenen ten doode,
En, onder 't marmer of de zoode,
Zij slapen eenmaal naast elkaar.
Maar wat Uw dood ons doet beweenen
't Is, dat Ge een eedle ziel bezat,
Dat Gij uw volk hebt lief gehad,
En zeegnend neêrboogt tot zijn kleenen.
Dat Ge onze taal niet enkel spraakt,
Maar de Englentaal van 't medelijden
Dat dan 't geluk u mocht verblijden,
Als Gij gelukkig hebt gemaakt.
Een week lang hield, met biddend fluistren,
Heel 't Volk uw veege sponde in 't oog,
En scheen, tot alle hoop vervloog,
Naar het kloppen van Uw hart te luisteren.
En heel ons Volk, zoolang het leeft,
Zal rozen naar Uw tombe dragen,
En van 't onsterflijk werk gewagen,
Waaruit dat hart gesproken heeft!
Daar bloeiden, mooglijk, Koninginnen,
Als Gij in groote gaven rijk,
In geest en kennis U gelijk,
Maar kan dat aller harten winnen?
'tls beter goed dan groot te zijn
Wel U, die de aarde mocht begeven
Ook zonder dat éen smet bleef kleven
Op 't leliewit van 't Hermelijn
Door de commissie, belast met het afnemen van
het eersie natuurkundig examen, vermeld in art. 2
der wet van 8 Juli 1874, en van liet natuurkundig
examen voor hulp-apothekers, vermeld in art. 5 dier
wet is heden en zai volgende dagen zitting worden
gehouden te Leidende commissie, belast met het af
nemen van de practische examens van hulp-apotheker,
vermeld in art. 5 der wet van 8 Juli 1874, zal zitting
houden op Donderdag 28 Juni e. k. en volgende dagen
te Amsterdam.
De Minister van Finaneiën maakt bekend, dat de
Nederlandsche koperen en later ook de Nederlandsche
bronzen pasmunt, mits voor niet minder dan eene waarde
van tien gulden, tegen standpenningen inwisselbaar zal
zijn 'aan: de Nederlandsche Bank, de kantoren der rijks
betaalmeesters, een aantal kantoren der directe belas
tingen en accijnsen en ten stotte eenige kantoren der
registratie en domeinen.
GOES, 4 Juni 1877.
H. M. de Koningin is Zondag
morgen te 11 uur 45 minuten over
leden.
Zoodra Zondag dit treurige bericht tot ons
kwam, hebben wij daarvan per bulletin aan de
abonné's in Zuid en Noord-Beveland konnis
gegeven.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant bevat het
'volgende
De Prins van Oranje en Prins Hendrik be
vonden zich reeds in den vroegen morgenstond
aan hef ziekbedde Koning kwam te ruim
10 uren. Het naderend gevaar voorziende, liet
Z. M. onmiddellijk door zijn adjudant Prins
Frederik op het Huis d-e Faauw van den toe
stand kennis geven. De Prins verscheen kort
daarna met zijne Dochter, de Prinses Von Wied.
De geheele vorstelijke familie was dus op het
stervensoogenblik aan de sponde. Kort daarop
werd de droeve tijding bekend gemaakt en wer
den de gordjjnen in het paleis neergelaten. De
paleizen en de woningen van de leden der hof
houdingen in de stad zjjn alle gesloten.
De deelneming en verslagenheid in de stad
zijn, na 't bekend worden van de doodstijding,
algemeen.
Des namiddags te 4'/a uur verscheen een
buitengewoon nomnier van de Staats-Courant,
hetwelk deze kennisgeving bevattte
»De Koning, het Koninklijk Huis en geheel
het Vaderland hebben een zwaar verlies gele
den doordien het God behaagd heeft-, Hare
Majesteit de Koningin hedenvoormiddag te
half twaalf uur na een lijden van weinige da
gen tot zich te nemen."
Het nieuw te bouwen gedeelte van het
gasthuis alhier is Zaterdag onder dak gebracht.
's-IïeerAreaulsIicrlce. De goederen
trein van Vrijdagmiddag 3 uren ondervond
alhier eene aaumeikelijke vertraging doordien
een paar waggons, die afgestooten werden, ont
spoorden en daar ze met grintzand waren ge
laden, kostte het eene niet geringe moeite ze
weder op de rails te stellen. Gelukkig was er
toen in geruimen tijd geen trein te verwach
ten de eerste, welke moest passeeren, was de
ijl-goederentrein van 5 uren, die, en daardoor
ook de personentrein van 6 uren uit Middel
burg, iets later aankwam.
De Midd. Ct. meldt, dat aan het voornemen
tot oprichting van een omnibusdienst tnsschen
Middelburg en Domburg v. v. geeu gevolg kan
worden gegeven, daar de deelneming niet vol
doende is.
Naar de Neuz. Ct. verneemt is door de
te Neuzen gevestigde Veieeniging tot bevor
der ng dir belangen van Zet-uwscb-Vlaanderen