nde statistieke tabellen, staten en inlichtingen, die n het gemeentebestuur gevorderd worden, rechtvaar- gen huns inziens de vernieuwde hoop en 7erwach- g op eene verhooging; c. een rapport der financieels commissie, waarin te kennen geeft de opmerkingen van burg. en eth. te deelen, doch niet verwacht, dat bjj de bestaande etgeving eene andere regeling te verkrijgen is, zoo- t, zou de secretaris verbooging erlangen, dit bedrag n laste der gemeente komt, en voorts, dat zij het ginsel van gelijkheid der jaarwedden van den burg. den secr. eveneens eene ongelukkige denkwijze oemeu, niet geheel om de redenen door burg. en eth. aangegeven, doch meer, dewijl de omvang der erkzaamheden van den secretaris dien van den burg. erre overtreft en de verantwoordelijkheid van den erste die van den laatste nabijkomt. De vraag, of e verhooging niet te bezwaarlijk voor de gemeente- as zoude wezen, werd verschillend beantwoord, eende éen lid, hoewel de wenschelijkheid op zich :elf erkennende, dat, vooral met het oog op de om- itandigheid, waarin deze gemeente tegenwoordig ver eert, het niet raadzaam is, de gemeente met een ieuwe uitgaaf te bezwaren, het andere lid was au oordeel, dat de vermeerdering van uitgaven den Raad niet mag weerhouden, om „eene uiterst karig bezoldigde betrekking, een, in vergelijking met onder wijzers- en leeraarsbetrekkingen, stiefmoederlijk be dacht ambt, welks richtige vervulling voor de ge meente van zulk overwegend belang isbeter te beloonen," terwijl, naar zijne meening, eene verboo ging vau de jaarwedde van den gemeente-ontvanger van 1000 op 1200 daarmede gepaard moet gaan; d. een voorstel van burg. en weth., waarin de conclusie van het. rapport der fin. comm. wordt ge formuleerd (de verhooging der jaarwedde van den ont vanger met meerderheid) en in overweging wordt gegeven om te besluiten: aan Ged. Staten, ouder bijvoeging van afschrift der gewisselde stukken, te kennen te geven lo. dat de jaarwedde van den burg. voorloopig op ƒ1200 kan blijven.; 2o. dat het noodzakelijk is, dat die vaD den se cretaris met 300 worde verhoogd 3o. dat eene verhooging der jaarwedde van den gemeenteontvanger met 200 wecsclielijk voorkomt 4o. dat, hoe noodzakelijk en gewenscht deze beide verhoogingen ook wezen mogen, de tegenwoordige toestand en de donkere toekomst dezer gemeente het bijna ondoenlijk maken die verhoogingen uit hare kas te verstrekken, maar daartoe, at betreft de ver- hooging der jaarwedde van den seermet billijkheid de hulp van het Rijk zou kunnen ingeroepen worden uithoofde der vele, tijdroovende en omslachtige werk zaamheden, die ten bate van het Rijk en van de al- gemeene statistiek van het gemeentebestuur gevorderd worden 5o. dat, teneinde in een daartoe tot het Rijk te richten verzoek naar wensch te slagen, de welwil lende medewerking en ondersteuning van het college van Ged. Staten dezer provincie behoort te worden verleend. De Voorzitter zegt, dat het voorstel van burg. en weth. zich als van zelf in 4 punten splitst, en hjj die achtereenvolgens in behandeling brengt 1. De jaarrcedde vau den burgemeester. De heer dr. Callenfels spreekt een woord van hulde over de wijze waarop de burg. zich van zijne taak kwijt, en dankbaar het voorstel aannemende, spreekt hij de boop uit, dat het dien heer gegeven moge worden nog lang aan het hoofd der gemeente te staan. Dit punt wordt daarna in omvraag gebracht en met algemeene stemmen aaugenomen. 2. Verhooging der jaarwedde van den secretarie met ƒ300. De heer dr. Callenfeh verklaart aan dit punt gaarne zijne stem te zullen geven. Niet alleen, dat de secre taris voor de gemeente moet werken, maar ook voor het Rijk worden vele werkzaamheden verricht. De heer dr. Van Renterghem ziet in de circulaire eene strekkine, die hij niet kan beamen. De weinige autonomie, die het gemeentebestuur heeft, wordt aan getast door de huldiging van een beginsel, dat ver oordeeling verdient. De Voorzitter zegt, dat volgens de wet de jaar wedde door Ged. Staten, onder goedkeuriug des Konings, wordt bepaald. De heer dr. Fan Renterghem herneemt, dat dan Ged. Staten zelf pogingen moesten aanwenden, om de jaarwedde voor rekening van het Rijk te brengen. Het zou billijk zijn, dat het gouvernement uit eigen be weging in deze zaak optrad. Eene belooning vau ƒ1500 voor den secr. is nog te weinig, maar het Ryk behoorde tegemoet te komen. De Voorzitter herinnert, dat dit ook het gevoelen van burg. en weth. is. De heer dr. Van Renterghem zegt nog, dat burg. en secr. eveuzeer ambtenaar van het Rijk als van de gemeente zijn, en dat eene jaarwedde van ƒ1500 eene karige belooning voor den secr. is. De heer Quist vraagt, of, indien het voorstel wordt aangenomen, en het Kijk niet helpt, de gemeente dan de verbooging moet dragen? De Voorzitter antwoordt toestemmend, daar de jaarwedde, zooals die onder 's Konings goedkeuring door Ged. Staten wordt vastgesteld, moet betaald worden. De heer Qui»/ herneemt, overtuigd te zyn van de karigheid der bezoldiging en 1500 nog niet ge noeg te achten, maar de vraag alleen gedaan te heb ben met het oog op de financiën der gemeente. Het punt wordt nu in omvraag gebracht en met algemeene stemmen aangenomen. 3. Ferhooqing der jaarwedde van den ontvanger met f 200. De heer dr. Callenfeh zegt de vraag te moeten doen of het niet overbodig is, dit punt te behande len De circulaire van Ged. Staten spreekt van den B. en den S. en niet van den ontvanger Spr. wil nu niet in eene beschouwing treden over de wen schelijkheid der verhooging van de jaarwedde, maar hij vermeent, dat de Raad dit punt niet moet aanroeren. De heer mr. De IFitt Earner deelt mede, dat naar de meening van B. en W. de denkwijze van Ged, Staten omtrent de gelijkheid der jaarwedde van den B. en den S. ongelukkig mogt heeten en dit bracht er hun toe, om ook de jaarwedde van den Ontv. te overwegen. Deze wordt beloond naar rato van het budget, maar daarbij wordt niet te rade gegaan met andere omstandigheden en nu vonden B. en W. dit eene uitstekende gelegenheid om Ged. Staten te wij zen op de onregelmatigheid, die ook hierin heerscht. De heer dr. Callenfeh verklaart, dat hij, met alle achting voor de denkbeelden van den weth. mr. Hamer, bij zijn gevoelen blijft. Hij is er niet tegen om de jaarwedde van den Ontv. te verhoogenmaar wil dit punt nu niet aangeroerd hebben. Hij maakt er dan ook een voorstel van, om dit achterwege te laten. De Voorzitter zegt, dat alzoo het voorstel van den beer Callenfels is, om zich te bepalen tot de circu laire van Ged. Staten, eu niet te spreken over de jaarwedde van den ontvanger. (Daar plaatsgebrek ons noopt, het vervolg van het verslag tot een volgend nommer uit te stellen, ver melden vvij alleen in 't kort, dat: a. het voorstel, om de jaarwedde van den ontvanger met 200 te verhoogen, is verworgen met 4 ttgen 3 stemmen. Tegen waren de heeren dr. Callenfels, Fransen Van de Putte, dr. Van Renterghem en Quist; b. besloten werd aan het Rijk tegemoetkoming te vragen in de jaarwedde van den secretaris; c. met algemeene stem men is aangenomen een protest van den Raad aan "Ged. Staten tegen den ontworpen legger der toegangs wegen naar het station, en de balten in deze gemeente; d. besloten is om burg. en weth. te machtigen het bedrijf van omroeper alhier te regelen, en een titu laris daartoe te benoemeD, met verbod om zonder hunne toestemming dit bedrijf uit te oefenen.) Goes. Drukkerij van F. Kleeuwens Zoon.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1877 | | pagina 6