Bijvoegsel van de
Goesche Conrant. rvo. e.
Mei 1877.
Donderdag 31
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
BAA» der OElIf EBUTE OOK8,
op DINSDAG den S9 MEI 1877
des avonds te 8 uren.
Voorzitter de heer mr. M. P. Blaaubeen.
Tegenwoordig 7 leden en de secretaris. Afwezig
de beeren "W. F. Busing, B. Van Asperen Vervecne,
B. M. Den Boer en nar. J. A. Van Hoek met, mr.
J. I. Del Baere zonder kennisgeving. (Eene vacature,
daar de beer jhr. mr. J. J. Pompe Van Meerdervoort be
reids z(jne woonplaats naar Middelburg heeft over
gebracht.)
I. De notulen der vergadering van den 27 April
jl. worden gelezen en goedgekeurd.
II. De voorzitter doetde volgende mededeelingen,
die voor notificatie worden aangenomen:
a. dat op den 5 Mei jl. beeft plaats gebad de aan
besteding van herstellingen aan het rijspakwerk enz.
van bet Sas, en dat dit werk gegund is aan den min
sten inschrijver, A. Foudraine te Goes, voor 740.
(De begrooting was 959);
b. dat door den Min. van Just., bij missive van
den 21 April jl. no. 221, de huur der lokalen in
bet raadhuis, voor de rechtbank in gebruik geweest,
is opgezegd, met tekennengeving dat, ten dienste van
het kantongerecht, eene nieuwe overeenkomst zou kun
nen worden aangegaan, en B. en W. daarop hebben
bericht tot die nieuwe overeenkomst de noodige stap
pen te willen doen, wanneer bekend is, welke loka
len voortaan in buur worden verlangd;
e. dat van de gemeentebesturen van Tiel, Sneek,
Amersfoort, Groningen, Alkmaar, Utrecht, Zwolle,
Arnhem en Middelburg z|jn ontvangen de verslagen
dier gemeenten over 1876, die in de boekerjj zijn ge
plaatst en voor de leden verkrijgbaar zyn;
d. dat de heer Coarad heeft medegedeeld, dat in
den boedel van wijlen den beer Van Kerkwijk geene
stukken betrekkelijk het onderzoek der gemeente-gron
den aanwezig zjjn bevonden.
III. Namens B. en W. wordt aangeboden het uit
voerig beredeneerd verslag van den toestand der ge
meente over 1876, met bijvoeging, dat het reeds ter
drukkerij bezorgd is, en dat aan ieder der leden een
ex. zal worden uitgereikt.
IV. Als ingekomen stukken worden ter tafel ge
bracht en voor notificatie aangenomen de volgende be
richten
a. Van Ged. Staten de goedkeuring van het kohier
van den hoofdeijjken omslag en van dat der belasting
op de honden (welke kohieren bereids aan den ont
vanger ter invordering zijn uitgereikt), en van de raads
besluiten: tot aanzuivering van het tekort op de ad
ministratie der Leenbank over 1876 ad ƒ54,295; tot
restitutie aan den gemeenteontvanger van te veel ver
antwoorde gelden over 1875 ad ƒ20.05; en tot beta
ling der verschotten aan de commissie voor de zelkasch.
b. Van de commissie van toezicht op de inrichtin
gen voor middelbaar onderwijs berichten van de be
noeming der heeren mr. J. H. De Laat de Kanter en
J. J. Ochtman tot voorzitter en secretaris, en van
de infunctietreding van den beer G. J. Van der Poll
als leeraar.
V. Nog zegt de Voorzitter ontvangen te hebben
twee bijna gelijkluidende brieven van de heeren jhr.
mr. J. J. Pompe Van Meerdervoort en mr. J. A.
Van Hoek, waarin deze berichten, dat zij tengevolge
van hunne benoeming te Middelburg hun lidmaat
schap van den Raad nederleggen, met dankzegging voor
de herhaaldelijk ondervondene welwillendheid hunner
medeleden, en van den heer Van Hoek nog eene mis
sive, waarin hij om dezelfde reden ontslag verzoekt
als lid der commissie van toezicht op de inrichtin
gen voor middelbaar onderwijs.
De Voorzitter stelt voor aan beide heeren het
leedwezen van den Raad te betuigen over hun vertrek
en wederzjjds dank te betuigen voor de zorg en den
Ijver, waarmede z|j de belangen der gemeente behar
tigd hebben.
Dit voorstel wordt zonder beraadslaging of hoo&
delijke stemming aangenomen.
De Voorzitter deelt nog mede, dat bereids aan de
commissie van toezicht een aanbeveling van twee per
sonen is gevraagd ter vervanging van mr. Van Hoek.
VI. Aan de orde is de nadere kennisgeving van
den heer A. Kakebeeke Jz., omtrent den afkoop van
jachtrecht. De door den gemeenteraad bepaalde af
koopsom van 12 per hectare is naar z|jn inzien te
hoog, waarom bjj zijn vroeger voorstel terugneemt en
nu den afkoop bepaalttot de perceelen bjj zijne
hofstede tusschen het Vogelzangsche wegeling en den
Spoorweg, ter grootte van 3,82,22 hectaren. Hjj biedt
voor dien afkoop ƒ6,50 per hectare. De fin. comm.,
hierop gehoord; adviseert tot aanneming van dit aan
bod, en de voorzitter verklaartdat burg. en weth,
het advies als voorstel overnemen.
m
te
er
De heer jhr. De Maree» van Swinderen maakt
opmerking, dat er leden zijn, die zich van medestei
men, op grond van art. 46 der gemeentewet, raoeti
onthouden, en dat er dan geen genoegzaam getal over
bl|jft, om een besluit te nemen.
De behandeling der zaak wordt tot eene volgend*
vergadering uitgesteld.
VII. Alsnu worden achtereenvolgens gelezen
a. eene circulaire van Ged. Staten van Zeeland v:
20/27 April jl. no. 17 (Prov. blad no. 49)waari
zij te kennen geven, naar aanleiding van een schrijve;
van den Minister van Binn Zaken te willen over
wegen, in hoever de bestaande regeling der jaarwedde;
van burgemeesters en secretarissen behoort te wordei
gewijzigd, eu verzoeken bet gevoelen van den gemeente'
raad in te winnen omtrent de vraag, of, en zoo ja
tot welk bedrag, de jaarwedden van den burg. en den
secr. behooren te worden verhoogd, met bijvoeging,
dat zij wensclien vast te houden aan het thans ge
huldigde beginseldat de jaarwedde van den burg.
nooit minder bedrage dan die van den Secretaris;
b. eene missive van burg. en weth. aan de fin.
comm., waarmede zjj het advies dier commissie vragen,
met opmerking
le. dat de werkzaamheden der gemeentebesturen
ontzettend en telkens vermeerdereu en dat een groot,
zoo niet verreweg het grootste gedeelte daarvan plaats
heeft ten behoeve van bet R|jk en de algemeene sta
tistiek, zoodat, hun bedunkens, de jaarwedde van den
burg. geheel, en in de bezoldiging van den secr. eene
tegemoetkoming uit 's lands schatkist behoorde te ge
schieden
2». dat het beginsel van gelijkheid der jaar
wedden eene ongelukkige denkwijze van Ged. Sta
ten is,' die door niets gemotiveerd is en op geene
bepalingen van eenige wet of algemeenen maatregel van
inwendig bestuur steunt, daar de betrekking van burg.
tot zekere hoogte een post van eer, die van secr.
een po9t van werkzaamheid is.
De jaarwedde van den burg. komt hun voldoende
voor, doch omtrent die van den secr. herhalen zij de
hoop en de verwachting, reeds in hun rapport van
14 Aug. 1873 uitgedrukt, „dat de Raad alle pogingen
zal aanwenden om het bedrag dier jaarwedde van
lieverlede tot 1500 op te voeren, welk cjjfer nog
ternauwernood kan geacht worden een aequivalent te
z|jn voor de diensten, aan deze betrekking verbonden.'
De meer en meer moeiel|jke, omslachtige en tijdroo-