I Dat ik drie jaren slechts geleden, In 't openbaar had aangekocht, Zoodat elk weten kon en mocht, Wat prijs ik voor dien grond besteedde. 't Stond mij dus helder voor den geest, Hoe hoog die koopsom was geweest, Voor welk een prijs ik had geteekend, En :k dacht: Naar billijkheid eii recht Wordt deze som mij toegelegd, En was dit nu te hoog gerekend? Ook hierin was ik weder mis; Want in het oog diéb heeren is M(jn bouwland van veel minder waarde. Tientallen guldens op 't gemet Was er te weinig voor gezet, Naar dat ik 't land in koop aanvaardde. 'k Deed dus geen afstand van mijn grond; Daar ik daartoe geen vrijheid vond, Als goed beheerder mijner zaken. Ik zocht geen voordeel of geen winst Ën de Commissie wou in 't minst Geen enk'le schikking met mij maken. Zoo is de zaak tot heden toe Gegaan, zoo ik z' U hooren doe, En in dien toestand voorts gebleven. Op welk een standpunt ik dus sta, Beslisse 't publiek. En vriend A. Dien wordt nog dezen raad gegeven. Laak iemands handelwijze niet, Vóór dat ge zeker weet en ziet, Dat zij dit waardig moge heeten. Vraag steeds naar waarheid en naar recht, En dan, wie wat in 't publiek zegt, Doe dit met een gerust geweten. Met deze regelen te plaatsen zult gij verplichten Uwen Dv. vriend, ADRIAAN WABEKE, Landbouwer te Wemeldinge en Ingelande der Breede Watering. Mijnheer cle Redacteur Ofschoon niet gewoon stukken voor het publiek te chrijven, meenen wij n thans te moeten verzoeken en bericht van ons te plaatsen tegen het schrijven an den heer A., voorkomende in no. 30 uwer conrant. Het kwam ons voor, dat het doel des schrijvers as, niet zoozeer zijne flinke bekendheid met de zaak e luchten of der directie een pluimpje te geven, maar eer Zuid-Beveland in rep en roer te brengen en oornanaelijk ons bij 't publiek de schuld te geven, dat de Breede Watering mogelijk (volgens ZEd. altijd) spoedig drijven zal. Is onze zienswijze juist, dan heeft de heer A. het eerste gedeelte van zijn but volkomen bereiktals wij letten op het aantal vreemden, dat reeds Zondag 11. van heinde en verre toestroomden, om met eigen ooizen de gevaarlijke plaats te aanschouwen, maar die dan ook teleurgesteld terugkeerdenden heer A. zegenende die hen eeoe wandeling te vergeefs deed maken. Immers, M. d. R! als wij het gevoelen van des kundigen hier hooren, als wij letten op de nu gedane peilingen die bewijzen dat de oever geene veran deringen heeft ondergaan, en bedenkpn dat de directie (die ook volgens A. allen lof toekomt voor haren ijver) schoon der zake kundig, toch nog twee volle dagen liet voorbijgaan, alvorens met de verdediging te be ginnen; dan wordt in ons de overtuiging versterkt, dat uw eerste berichtgever het juister had dan mijn heer A.dan schijnt ons zijne vrees slechts hoous poetis om om ja om die stijfkoppen van We meldinge eens aan de kaak te stellen Teneinde dit zooveel mogelijk te verhinderen M. d. R verzoeken wij u onze verdediging te willen opnemende wederlegging de,r onjuistheid van A's beweringen omtrent den ernst van 't gevaar, scheurin gen in den berm enz aan meer bevoegden overlatende. Ter zake dus„de commissie bood reeds in Juli den staat der onteigeuingen aan en dan had men dadelijk aan 't werk kunnen gaan, als de kerkv. en not." enz. zegt de heer A. Te Wemeldinge geschiedde dit eerst den 11 Augustus. „Waarop de onderhandelingen begonnen" vervolgt ZEd. Ën juist van die onderhandelingen, M. d. Rwas bij ons geen sprake; juist d:e onderhandelingen hadden wij gaarne gewenscht; tot die onderhandelingen heb ben wij pogingen aangewend. Of is dit soms onderhandeling, als de eischer (hier de door A. geprezene commissie der Br W.) zijne voorwaarden stelt, maar van de tegenpartij geene be denkingen wil aannemenheet dat het „iuderminne schikken", door de wet bedoeld, als men zijne be langen niet in 't midden mag brengen; als b. v. de voorwaarden, waarop de kerkegronden werden afge staan, in eene wettige vergadering genomen en door twee afgevaardigden ter kennisse van 't hoofd der commissie gebracht, volstrekt niet worden aangehoord en met een: „zoo kun je en niet anders,'t is verd. dat je meer krijgt", woidt afgescheept? Buitendien, kan het ooit de bedoeliug der wet zijn, dat de landbouwerdie toch al genoeg verliest in het gemis van zijn landdit moet afstaan beneden de waarde, die bet voor hem bezitbeneden de som, die hjj er zelf in publieke veiling voor gaf; en vol strekt niet geëvenredigd aan het geld, dat voor per ceel en in de onmiddellijke nabijheid en van dezelfde qualiteit werd besteed En is dan de handelwijze laakbaar, beet dat dan tegenwerking, als men, van zijn goed recht overtuigd, gerust de tusschenkomst der wet durft afwachten, ver zekerd, dat die zoo'n groote onbillijkheid niet toelaat? Wij meenen bescheidenlijk van neen en allen, die de zaak au fond kenDen, en daaronder leden der di rectie van de Br Watmeenen dit met ons. Onzes inziens ontbreken er aan het schrijven des heeren A. twee voorname dingenvooreersteen staat van de soort der onteigende gronden en de door de commissie geoodene sommen dan zou het publiek hebben kunnen oordeelen tussehen zijn be weren en onze zoogenaamde tegenwerkingen ten tweede „de naam van den heer A., niet om te weten wie ons zoo fatsoenlijk tracht tentoontestellen, zonder daarvoor gronden bij te brengen, maar om den heer A., (die wij hopen dat grondeigenaar is in den zoo bedreigden polder) het voorstel te kunnen doen „geef ons zooveel grond van den uwen, desnoods van minder qualiteit, en haalt gij bij den heer griffier het ons geboden geld." Mocht de heer A daartoe genegen zijn, hij zal steeds ondergeteekenden bereid vinden tot onder handeling, terwijl ieder onzer tevens gaarne nog meerder inlichtingen zal verschaffen aan hem en aan elk, die nog meeut, dat het onze schuld is dat de inlaagkade niet laog reeds voltooid is. U, M. d. R! bij voorbaat hartelijk dank zeggende voor de plaatsing dezer regelen, blijven wij met achting UEd. dienaren. Kerkvoogden en Not. van Wemeldinge, M. VAN OOSTEN, voort. ANTH. LIE BROEKERT, secr. K. UOMINICU8. Wed. DOM1NICUS. Wemeldinge, 12 Maart 1877. 3J*G€*UJK€ «TAND GOES van 14 tot 16 Maart 1877. Getrouwd: den 15, Jan Rijn, 36 wedr. van Maria Koomanmet Josina Pikaar, 31 j jd Adriaan Mets, 41 j., wedr. van Geer- truida Cornelia Le Cointre, met Wilhelmèna Jo hanna Meijer41 j, jd. Geboren: den 14, Cornelia, z. v. Janus Relny en Johanna Hendrikse; den 15, Christianus Jo hannes Joseph, z. v Wilhelmus Franciscus Phi- lippus Valk en Adriana Cornelia Geers. Overleden: den 15, Jacob Ortelee, 82 wedr, van Maria Barbera Verheide. Goes. Snelpersdruk ran F. Kleenwens Zoon.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1877 | | pagina 6