1877. N°. 24. Zaterdag 24 Februari. 64ste jaargang.
Aanbesteding
Agenten voor het Buitenland zijnG. L. DAUBE& Co., te Parijs, 31te Rue du Faubourg Montmartre, en A. STEINER, te Hamburg.
Bij deze Courant behoort een bijvoegsel.
MAN EN VROUW.
in.
VERVOER VAN GRINT.
Openbare Aanbesteding-.
op Zaterdag den 17 Maart 1877,
OPENBARE VERK00PIN6.
op Woensdag den 7 Maart 1877,
GOESCHË
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag-,
en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75.
Afzonderlijke nommers 5 et., met bijblad 10 ct.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 et. per regel geplaatst
Geboorte-, huwelijks- en doodsberichten en de daarop betrek
king hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels a 1,—.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en
contant betaald, 20 et
Achteraf beschouwd doet het ons geen leed,
dat wij in ons vorig nommer korter moesten
zijn, dan wij voornemens waren. Onze lezers
en lezeressen hebben thans beter gelegenheid
gehad eens na te denken over hetgeen wij heb
ben aangegeven omtrent de onderlinge verhou
ding tussehen de leden van het mannelijk en
het vrouwelijk geslacht. Menigeen zal misschien
ernstige bedenking koesteren tegen de door ons
geopperde stelling, en van dien vrijen omgang
slechts nadeelige gevolgen verwachten. Wij zul
len al de bedenkingen, die gemaakt kunnen
worden, hier niet opsommen. Het is onze vaste
overtuiging dat, waar ontwikkeling en bewust
zijn van eigen kracht de vrouw vergezellen op
den levensweg, deze haar tot schild zullen ver
strekken, om voor minder gewenschte aanvallen
van de zijde der mannen gevrijwaard te zijn.
Mannen toch zullen tegenover eene vrouw van
beschaving en van karakter meer eerbied ge
voelen dan voor eene, bij wie die beiden ont
breken. De mannen zeiven zullen door dien
omgang meer gebaat zijn en beter gelegenheid
tot kennismaking vinden. Er is vaak beweerd,
en niet ten onrechte, dat zelfs gedurende het
engagement men elkaftr niet leert kennen. Bij
zondere belangen spelen dan misschien een rol,
om den tijd van rozengeur eu maneschijn te
doen voortduren, en om zooveel mogelijk min
der gunstige eigenschappen in toom te houden.
Die belangen zijn niet in 't spel, waar het een
omgang geldt, die, gebaseerd op maatschappelijk
gebruik, slechts ten doel heeft, een aangenamer,
gezelliger omgang te bevorderen. De man is
vrij in zijn bewegingen, waarom zou de vrouw
het niet eveneens zijn? Terecht zegt J. U. D.
in de Levensbode: „De vrouw moet, evenals de
man, volkomen vrij zijn zich te bewegen en te
gedrageD, zooals ze verkiest; ze moet kunnen
hebben en krijgen, onafhankelijk van een anders
willekeur; ze moet kunnen doen en niet doen,
werken met het hoofdof werken met de handen,
zonder dat iemand haar behoort te kunnen en
te mogen voorschrijven, dat haar dit niet voegt
of haar dat niet past." De eenige, die haar
daarbij de wet zal voorschrijven, is de natuur.
Verkiest echter eene vrouw te huwen, dan vinde
zij waarborgen, dat zij daardoor niet in hare
rechten worde verkort Zelfs zou de wetgever
billijk gehandeld hebben, om, waar echtscheiding
zoo moeielijk valt, zooveel mogelijk den toestand
der vrouw in het huwelijk benijdenswaardig te
maken. Enkele bepalingen in het B. W., waarop
de schrijver van het stuk in de Levensbode ook
de aandacht vestigt, zullen ons doen zien, dat
ook daarbij de vrouw bij den man achterstaat.
Wat de goederengemeenschap, die de wet in
art. 174 en vlgg. B. W. als regel voorschrijft,
aangaat, de daarover door hem gemaakte be
denkingen kunnen wij niet beamen. Hij zelf
schrijft, dat de wet daarin tegemoetkoming ver
leent door het maken van huwelijksche voorwaarden
toetestaan, maar dat om bijzondere redenen, uit
vrees van wantrouwen te kennen te geven, een
vrouw daarop nooit zal aandringen. Wij mer
ken hier op, dat aan deze omstandigheid de wet
dan toch geen schuld heeft. En al wil de schrij
ver ook dat beiden, man en vrouw, gelijke
stem in 't beheer van 't gemeenschappelijk goed
hebben, wij viagen hem: hoe zou die theorie in
de practijk moeten worden toegepast? Wie zon
bij verschil van meening moeten beslissen De
rechtbank soms? Hoe minder de justitie met
zulke huiselijke aangelegenheden zich bemoeit,
hoe beter het is. En om tevens huiselijke on
aangenaamheden, die van een gemeenschappelijk
beheer het gevolg zouden zijn, te voorkomen,
kunnen wij die bepaling niet zoo slecht vinden.
Doch de betrokken partijen moesten meer
gebruik maken van het hun bij art. 194 en
vlgg. verleende recht, om onder vooraf te be
palen voorwaarden te trouwen. Die quaestie
van wantrouwen moest men niet te zwaar tillen.
Zelfs al bezitten beide partijen niets, dan toch
moest èn vrouw èn man beiden begrijpen, hoe
die voorwaarden voor het vervolg groote moeie-
lijkiieden kunnen besparen. De liefde, die een
man voor zijne vrouw koestert, inoest hem be
wegen, de noodige stappen te doen, om haar
later niet in groote zorgen te brengen. Stel,
dat een man door tegenspoed, waarop hij noch
zij bedacht konde zijn, ongelukkig wordt, dan
toch kan door zulke huwelijksvoorwaarden voor
komen worden, dat de vrouw in zijn va) worde
meegesleept. Haar aanzoek, om die voorwaar
den vóór het huwelijk te stellen, mag zij doen
uit het oogpunt van gewettigd eigenbelang; en
hij moet dit inwilligen in het belang van haar,
die hij gelukkig wil maken.
Van wantrouwen tnag geen sprake zijn.
Doch waarin wij met J. U. D. meegaan, dat
is met hetgeen hij verder schrijft: „De wet
gever heeft er zich echter niet toe bepaald, den
man 't beheer te geven over de goederen, die
hij in gemeenschap heeft met de vrouw; hij
heeft hem zelfs het recht gegeven, om de vrouw
(wanneer ze 't beheer aan zichzelf voorbehouden
heeft) in alles, wat ze doen wil, te dwarsboomen,
„„De vrouw, al is zij zelfs buiten gemeenschap
van goederen getrouwd, of van goederen ge
scheiden, kan, zonder bijstand van haren man
in de akte, of zonder zijne schriftelijke toe
stemming, niets geven, vervreemden, verpanden,
verkrijgen, hetzij voor niet, hetzij onder eenen
bezwarenden titel."" (Art. 163 1 B. W.) en zelfs
„„indien de man zijne vrouw heeft gemachtigd
om zekere akte of verbintenis aantegaanis
de vrouw daardoor niet gerechtigd om, zonder
uitdrukkelijke toestemming van den man, eenige
betaling te ontvangen, of daarvoor kwijting te
geven." (Art. 163 2 B. WEn wanneer haar
man de toestemming weigert te geven, dan kan
ze slechts door den oinslachtigen weg van een
adres aan de Arr.-rechtbank trachten haar zin
gedaan te krijgen. (Art. 167 B. W.) Want
ook hier blijft het alweer bij trachten-, ze kan
van de Arr.-rechtbank verzoeken gemachtigd ie
worden tot het volvoeren van de door haar
gewilde daad van beheer. De Arr -rechtbank
kan dus dat verzoek weigeren." Voorzeker geeft
deze bepaling een brevet van onbekwaamheid
aan de getrouwde vrouw, terwijl zij, ongetrouwd
zijnde, toch vrij is in hare eigen administratieve
zaken.
Nog enkele b 'palingen van anderen aard laten
wij hier volgen, en wel ten opzichte der kin
deren. Art. 35 5 B. W. verklaart: „De vader
alleen oefent, gedurende het huwelijk, de ouder
lijke macht uit". Art. 357 zegt: „De vader
mag, zonder dat de moeder 't beletten kan, zijn
kind in verzekerde bewaring doen stellen, als
de Arr.-rechtbank het goedvindt. Heeft omge
keerd echter, nadat de vader is gestorven, de
moeder de ouderlijke macht in handen, dan kan
ze haar kind niet in verzekerde bewaring doen
stellen, dan na verhoor van twee uit de naaste
vaderlijke bloedverwanten." (Art. 358 B. W.)
J. U. D. schrijft„Men schijnt dus te veron
derstellen, dat men tegenover het kind eer mis
bruik van macht van de moeder heeft te ver
wachten dan van den vaderOngetwij
feld door dezelfde beweegredenen gedreven, heb
ben ze er bij bepaald, dat alleen de vaderlijke
bloedverwanten in zoo'n moederlijke aanvrage
kunnen gehoord worden Overal blijkt het, dat
de vrouw en haar bloedverwanten niet meer
zijn dan een 0 in 't cijfer." Wij achten die
opsomming voldoende om te doen zien, dat er
in het burgerlijk wetboek bepalingen voorkomen,
die niet meer passen in deze dagen, waarin de
vrouw eene plaats naast den man wordt toe
gekend. En de wet moest daarin voorgaan.
Het is dus dringend noodig, het wetboek op
dat punt te herzien, want dit zal kunnen mee-
werkeu om het gevoelen meer veld te doen win
nen, dat man en vrouw als menseh gelijke rech
ten hebben.
A1>VJË«TEN TI ËN
Heden overleed zacht en kalm in den
ouderdom van ruim 59 jaar, mijn innig geliefde
echtgenoot CORN KLIS HIEFTJE, in leven Wet
houder dezer gemeente.
Yerseke, Wed. C. HIEFTJE.
21 Februari 1877.
Dienende deze tot algemeene en bijzondere
kennisgeving
Ook namens onze kinderen en weder-
zijd8che familiebetrekkingen betuigen wij onzen
dank voor de talrijke bewijzen van belangstel
ling in bet feest onzer vijfentwintigjarige
echtvereenigingop 18 dezer.
Goes, H G. HARTMAN Jz.
23 Febr. 1877. M. HARTMAN—
De Munnik.
Het BESTUUR van den PERPONCHERPOL-
DER, verlangt aanbiedingen te ontvangen voor
het vervoer van MOO 1V18. UrKINT,
van Goes naar dien polder.
Inlichtingen zijn te verkrijgen bij den Dijk
graaf J. M. KAKEBEEKE, te Goes, tot Dins
dag 27 Februari e. k.
KERKVOOGDEN DER HERVORMDE GE
MEENTE te Vrouwepolder zullen
des namiddags te een uur, in de herberg van
Storm aldaar, trachten aantebesteden
Het bouwen van eene nieuwe
PASTORIE,
waarvan aanwijzing zal geschieden op Woensdag
den 28 Februari 1877, des namiddags te 12 uren.
Het bestek met teekeningen en détails ligt
van heden af ter inzage in bovengenoemde
herberg tot op den dag der besteding
Inlichtingen worden inmiddels gegeven door
den architect J H. HANNINK, te Goes.
Vrouwepolder, 22 Februari 1877.
Kerkvoogden voornoemd,
F. Db BRUIJN, President.
G. GEERSE, Secretaris.
De Notaris KAKEBEEKEgevestigd te Goes, zal
des morgens te 10 uren, te Wemeldinge, op de
hofstede, bewoond door en ten verzoeke van
den eerzamen A. J. Zuljddijk, landman
aldaar, in het openhaar veilen en verkoopen
6 schoone PAARDEN, 8
MELKKOEIEN, 2 vare
KOEIEN, 1 twee en een half 1
jarigen OS, 8 drie-, twee- en eenjarige VAARZEN,
6 MELKKALVEREN. 1 MELKSCHAAP, 6 vette
VARKENS, 2 drachtige ZEUGEN, 1 Zeeuwschen
RIJBEER. 8 MESTPUTLOOPERS, 5 BIGGEN,
50 KIPPEN; voorts al het BOUWGEREI
SCHUUR- en STALGEREEDSCHAPPAAR-
DENUARNAS, MELK- en KAKNGEREI, eenige
meubilaire Goederen enz.alles bij
uitstaande biljetten meer omschreven.