bijvoegsel van de
Zaterdag 10
!Vo. :l8->
Februari 1877.
r
llededeeliügen van vepscliillendeu aard.
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
RECHTZAKEN.
By den Raad van State, afd. voor de geschillen
van bestuur, is Woensdag o. a. ingekomen een Konink-
lyk besluit, houdende beschikking op het beroep,
ingesteld door het bestuur van den polder St Jan
steen, tegen een besluit van Gedep. Staten van Zeeland
van 4 Febr. jl. no. 15, houdende beslissing van zyn
geschil met den polder de Clinge over de kosten
van den onderhoud van een watergang. Het besluit
Tan Ged. Staten is vernietigd.
K .1 li der GBJïEKA'TE OOkS,
sÉsÉiMIsl
:'/V
Deze week had te Amsterdam de aangekondigde
proef plaats met eeue roeiboot, die zich beweegt in de
richting waarheen de roeier met zijn gezicht gewend is,
terwijl deze op de gewone wijze de riemen hanteert.
Een kruk, waaraan geroeid wordt op de gewone
wijzestaat in verband met den riemwelke aan
een asboat vastgeklonken zit en de tegenovergestelde
beweging veroorzaakt. De riemen zijn Z-vormig.
Het aantal personen, die by den watervloed in
den nacht van 30 op 31 Januari in de nabijheid
van Weener (in Pruisen) zijn omgekomenwordt
begroot op omstreeks 40. Den 3den dezer waren
er reeds 28 lijken uit het water opgehaald. Tenge
volge eener dijkbreuk in de nabyheid van Leer zijn
14 personen verdronken.
Verleden week is een door het huis Christhophle
te Parys vervaardigd kunstwerk, een sierlijk kastje,
naar den Paus verzonden. De kosten, waartoe 80.000
fr, alleen aan arbeidsloon, zijn uit eene door den
abbé Sire uitgeschreven collecte gevonden en het ge
schenk behelst exemplaren in alle bekende talen van
de bulle, waarin Pius IX het leerstuk der onbe
vlekte ontvangenis afkondigde. Het Chineesche exem
plaar, in China zelf vervaardigd, is met teekeningen
versierd. Op het kastje, door een zilveren beeldje der
Heilige Maagd van Lourdes bekroond, leest men
de namen der deelnemers, onder welke die van den
maarschalk Mac-Mahon met eene bijdrage van 10,000
frs. Het prachtstuk is nog niet afgewerkt, maar
moest op de verjaring van de verschijning te Lourdes
te Rome prijken, waarna het weder naar Parijs zou
terugkeeren om er voltooid te worden. Den dag
vóór de verzending is de president der Republiek met
zijne echtgenoote bij Christhophle het kastje komen
bezichtigen.
Het Journal für Buchdruckerkunst meldt, dat
de heer Gladstone met zijne geschriften over de gru
welen in Bulgarye niet minder dan 12,000 p. et.
144,000) verdiend heeft.
Te Konstautinopel heeft dezer dagen een met
evenveel list als brutaalheid gepleegde inbraak plaats
gehad in het goederen magazijn van eeu rijken hofle
verancier. De dieven hadden naast het kantoor van
den bestolene een kamer gehuurd, zoo 't heette om
aldaar een wisselkantoor te vestigen. Gedurende den
nacht wisten zij door den ongeveer zes voet dikken
scheidsmuur der beide huizen een openiug te boreu,
waarna zy het gewelf binnendrongen, twee geldkisten
openbraken en een som van 30,000 lire aan goud, ju-
weelen enz. ontvreemdden.
De bestolen Armeniër had verzuimd, wat anders
algemeen gebruikelijk is, 's nachts een wachter in zijn
magazijnen te laten slapen, waardoor de dieven natuur-
lyk gemakkelyk spel hadden. Tot dusver zijn zy niet
ontdekt.
In een stadje in Pennsylvanië merkte de pre
dikant op den kansel, dat een jonge man onder de
preek door de kerkdeur naar binnen keek en de vrome
schare, die aan sprekers lippen hing, met aandacht
monsterde. De predikant kon in 't eind die onbe-
schaamheid niet langer dulden hij hield op met preeken
en riep: „Jonge zondaar! Gij kunt gaan. Zij, die
gy zoekt, is niet hier!"
TWEEDE KAMER.
In de verschillende afdeelingen is eene nota
met amendementen op art. 1 der wet op het lager
onderwijs ter tafel gebracht. Deze nota is ingediend
door de heeren Van den Berch van Heemstede, Schim-
melpewinck Fan der Oye, Knijper, Fan Wassenaer
Catwijck, Teding Van BerkhoutMackayFan Asch
van fFijci en Fan Heemstra. In die nota ontwik
kelen de anti-revolutionairen hun standpunt.
Jl. Dinsdag is de rijks-kweekschool voor onder
wijzers te Middelburg, voorloopig gevestigd in het
Ï;ebouw van het voormalig prov. gerechtshof van Zee
and, geopend, terwijl Woensdag met de lessen een aan
vang is gemaakt.
LANDBOUW VEETEELT.
Volgens bevel van den Privy council mogen
vee, schapen en geiten uit Nederland in Enge
land niet anders ontscheept worden dan te
Glasgow, Goole, Grimsby, Hartlepool, Hull,
Littlehampton, Londen, Middlesborough, New
castle aan de Tyne, Plymouth, North-Shields,
Southampton en Sunderland, en moeten zij
binnen tien dagen na de ontscheping geslacht
worden.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
op DONDERDAG den 8 FEBRUARI 1877
des namiddags te 2i uren.
Voorzitter de heer mr. M. P. Blaaubeen.
Tegenwoordig twaalf leden en de Secretaris. Af
wezig, zonder kennisgeving, de heer B. M. Den Boer.
I. Dc notulen der vergadering van don 5 Januari
jl. worden gelezen en goedgekeurd.
II. De Voorzitter doet de volgende mededeelingen,
die alle, zooveel noodig met goedkeuring, voor
notificatie worden aangenomen
1. Dat door de commissie van toezicht op de in
richtingen voor middelbaar onderwijs is voorzien in
het ouderwys in de Engelsche en Duitsche talen,
tijdens de vacature van den leeraar voor die vakken
en wel op de volgende wijze: dat de leeraar Van
Loghem het onderwijs in beide talen zal geven in
de hoogste klasse eu de leeraren dr. Van Campen,
dr. Diehl en Kolpa in de andere klassen, zoodat
art. 17 der verordening op het middelbaar onderwijs
in dezen van toepassing wordt.
2. Dat de rekening der outvaugsten en uitgaven van
de gemeente over 1875 van Gedeputeerde Staten
goedgekeurd is terug ontvangen, en het besluit tot
decharge van den ontvanger aan dezen is uitgereikt.
3. Dat door burg. eu weth. tot leden der com
missie van bijstand voor de naai- en breischool zijn
benoemd mevr. Van der Bilt La MottheLa Mottbe,
mevr. Van MaenenMetgier en mej. W. A. De
Jongn, die zich deze benoeming hebben laten welge
vallen.
4. Dat tot adsistent Sas- en Buitenhavenmeester
is benoemd Gerrit Cornelis Van Blitterswijk, die als
zoodauig is beëedigd en in functie getreden.
5. Dat door burg. en weth. aan den Minister van
Binnenlandsche Zaken een adres is gericht, om te
verzoeken, dat door de Nederlandsche regeering van
de maatschappy Grand Central Beige worde overgenomen
de spoorweglijn RoosendaalBreda, waardoor naar
hunne meening een einde zal komen aan de onge
regelde aankomst der treinen, en dat zy tevens aan
verschillende gemeente-besturen hebben verzocht adres
sen van adhesie aan den Minister in te zenden,
waaraan, blijkens de ingekomen berichten, door velen,
uitgezonderd Zierikzee, is voldaan, zijnde tevens een
afdruk vau het adres aan elk der leden van de
Staten-Generaal en aan den Commissaris des Konings
toegezondea.
6. Dat is benoemd tot Surnumerair ter secretarie
de heer Daniel Pieter Prumers, die den I Februari
als zoodanig is in functie getreden.
7. Dat door den beer M. G. L. Van Loghem tegen
1 Mei a. s. eervol ontslag is gevraagd als leeraar
aan de Hoogere Burgerschool en dat zyn adres is
gezonden aau de commissie van toezicht om advies.
III. Als ingekomen worden ter tafel gebracht
de navolgende stukken, en daaromtrent goedgevonden,
zooals bij elk hunner is vermeld:
1. Missive van den Minn van Binn, Zaken, hou
dende goedkeuring van het raadsbesluit tot het ver-
leenen der persoonlyke toelage aan den benoemden
leeraar in de Engelsche en Duitsche talen. Foor no
tificatie aangenomen.
2. Beschikking van Ged. Staten, dat A. Van Schelven
tegelijk de betrekking vau leeraar aan de burger
avondschool en hoofd-onderwijzer aan de school der
2e klasse mag bekleeden. Aan den belanghebbende
uitgereikt,
3. Brief van den benoemden leeraar dr. B. Koster,
dat hij den 1 April in functie zal tredenwanneer
by te 's-Gravenhage voor dien tijd ontslagen wordt.
In afschrift aan de Commissie van Toelicht mede
gedeeld.
4. Missive van Ged. Staten tot bericht hunner
goedkeuring van het raadsbesluit, waarbij de duur
der kermis wordt verkort. Op heden gepubliceerd.
5. Idem tot begeleiding van het goedgekeurde 2e
suppl. kohier van den hoofd, omslag over 1876. Aan
den ontvanger gezonden ter invordering.
6. Jaarverslag der gemeente Maastricht over 1875,
In de boekerij geplaatst.
7. Verslagen van den toestand der oefenschool,
en van de openbare gezondheidscommissie over 1876.
Op te nemen bij het jaarverslag der gemeente.
8. Verslag van de vereenigiug „Help u Zeiven"
gedurende haar tienjarig bestaan. Als boven.
9. Kennisgeving van den heer A. Kakebeeke Jz.,
dat hij het jachtrecht van zijne gronden in bet Goesche
ambacht wenscht af te koopen. Ferzonden aau Burg.
en Weth. tot het doen van een voorstel.
IV. Vervolgens wordt gelezen het rapport en de
rekening der bedeeling op den 1 Januari 1877, in
gezonden door de commissie ad hoe, waaruit blijkt,
dat de outvangsten 444,81», en de uitgaven 376,42»
hebben bedragen, zoodat er een saldo is van 69,39,
dat de bedeeling heeft plaats gehad aan ongeveer
330 huisgezinnen gelijkstaande met het getal op 1
Januari 1876 bedeeld, en dat is verstrekt brood,
Amerikaansch baakspek en turf.
Op voorstel vau den Voorzitter worden de stukken
met dankzegging aan de commissie voor notificatie
aangenomen en de heer Fransen Fa» de Putte als
baar voorzitter uitgenoodigddien dank wel te
willen overbrengen, waartoe hy zich bereid verklaart.
V. Aan de orde is de aanvrage van het Gasthuis-
bestuur, om voor de verbouwing van het gesticht
aan den wal kosteloos aftestaan 190 centiaren pu-
blieken grond.
Overeenkomstig het advies der financieële com
missie, door burg. en weth. in een voorstel ver-r
anderd, wordt dc grond verklaard niet meer teij
openbaren dienst bestemd te zijn en aau het Gasthuis
kosteloos afgestaan, ouder voorwaarde, dat deze in
stelling voor hare rekening neme de kosteD fier be
strating van de verlegde opril. -
VII. Alsnu wordt gelezen een voorstel van burg.
en weth. om hun college een krediet te verleenen
van 300 voor den aanleg van plantsoen en wandel
terrein bij de Koebarrière. De fin. commissie, hierop
gehoord, deelt als haar gevoelen mede, dat het aan
gevraagd krediet niet ten bedrage van 300 moet
verleend worden, maar stelt als amendement voor dit
op hoogstens ƒ125 te bepalen, welk bedrag, volgens
hare meeDiog, zal blijken voldoende te zijn, om het
terrein in orde te brengen.
De Voorzitter zegt, dat het moeilijk zal zijn, om
over dit amendement in discussie te tredeu, daar
er geen plan of specificatie is bijgevoegd.
De heer Busing merkt op, dat de financiëele com
missie geen commissie van fabricage is, maar dat zy,
als burg. en weth. er prijs op stellen, gaarne plan
met speeificatie van kosten wil overleggen.(Hy over
handigt beide stukken aan den Voorzitter).
De heer Fransen Fan de Putte stelt voor, de stukken
te stellen in handen van burg. en weth. om later
rapport uit te brengen.
De heer jhr. mr. Pompe Vau Meerdervoort ver
klaart zich hiervóór, als de tyd maar niet verstrykt,
geschikt voor de beplanting. j
De heer Fransen Fan de Putte herneemt, dat in
de eersie plaats met den meesten spoed zal gehandeld
worden, en in de tweede plaats, dat het terein zoo nat
is, dat men toch nog minstens 14 dagen moet wachten
met de bewerking van den grond.
De heer dr. Callenjels vindt het ook raadzaam een
nader rapport van burg. en weth. af te wachten, en
wat den tijd betreft, kan zyn bedunkens nog tot April
met vrucht plantsoen worden aangelegd.
Het voorstel tot renvooi der stukken aan burg. en
weth. wordt aangenomen.
VIII. Eindelijk wordt behandeld eene verordening
tot wegneming van rupsennesteo, ontworpen op ver
zoek der Regecriug, daar de wet van 26 Ventöse,
jaar IV (16 Maart 1796) met art. 471 no. 8 van
bet weth. van strafrecht bij de wet van 22 Mei 187$,
(Stbl. no. 73) zijn ingetrokken, en de rupsennesten
in het geboomte bijzonder talryk zyn.
Het ontwerp, waarop de Commissie voor de straf
verordeningen is gehoord, wordt gelezen, artikelsge-
wijze behandeld eu met eene kleine discussie goed
gekeurd, en daarna, in zijn geheel in omvraag ge
bracht, met algemeene stemmen aangenomen.
De vergadering is op de gewoue wijze gesloten,
3U3TENLAWD.
Nog altjjd heerscht er dezelfde tegenstrijdig
heid in de berichten over de redenen, waarom
Turkije's grootvizier Midhad-pacha is ge
vallen. Als een bewijs daarvan knnnen twee
telegrammen dienen, die de Engelsche Timet
ontvangt. Het een, nit Weenen, bevat het be
richt, dat de val van Midhad-pacha te vreemder
was, omdat bij nog al verzoenend te werk ging.
Het andere, uit Ëerljjn afkomstig, bericht
juist, dat zijn val een gevolg was van zjjne
onverzoenlijke en onvredelievende bedoelingen.
Maar wat beduiden al die beschonwingen in
vergelijking van het feit zelf? Hij, die eene
constitutie aan zjjn rjjk schonk, is gevallen als
eerste slachtoffer van zijn eigen werk. Art. 113,
4e alinea van die grondwet luidt: Aan Z. M.
den Sultan komt het uitsluitend recht toe van
het grondgebied des Rijks heu te verbannen,
die, tengevolge van geloofwaardige, door de
administratie der politie ingewonnen inlich
tingen, schuldig bevonden zyn aan vergrijpen
tegen de veiligheid des Staats."
Op grond daarvan wordt door zjjne tegen
standers zjjne verbanning verdedigd, maar
treurig voor Turkjje zelf is deze gebeurtenis,
omdat de gunstige stemming van Europa, uit
gezonderd van Rusland, die iu den laatsten
tyd omtrent de Porte heerschte, weer is verflauwd,
daar een landwaar zulke intriges plaats
grijpen, nog niet genoeg kracht bezit, en meer
dan ooit behoefte heeft aan rast en een krachtige
hand, om het bestunr te leiden. Die krachtige
hand is nu weggeslagen. Nog erger is de val
van Midhad-pacha voor Turkije als het gerucht
waarheid bevat, dat het optreden van Edhem
Pacha als grootvizier slechts een maatregel van
overgang is, om tot het herstel van den vriend