Kort Overzicht van het verslag
der Vereeniging „Help u Zeiven" te Goes,
BURGERLIJKE STAND GOES
werd door spreker in drie afdeelingen gesplitst.
In de eerste stond hij bij de veredeling, in de
tweede bij de voeding en voedingsstoffen en in de
derde afdeeling bij de gezondheid van het rundvee
stil. Bij iedere afdeeling vond de spreker overvloedige
stof, om op bestaande misbruiken en gebreken te wijzen
en daar tegenover nuttige wenken en raadgevingen
te stellen. De laatste getuigden alle van grondig
onderzoek en buitengewone natuurkennis. Tot in de
meest verborgen schuilhoeken schijnt moeder natuur door
dhr. Marlet te worden bespied, en wat daar door hem
wordt ontdekt op landbouwkundig gebied voor de prak
tijk dienstbaar gemaakt te zjjn. Gedurende de pauzen
was de spreker onuitputtelijk in terechtwijzingen en
voorschriften of toelichtingen.
Een krachtig tot wederziens wordt hem met deze
nog toegeroepen.
Van onderscheiden plaatsen komen klachten in
over de vele rupsennesten, welke men waarneemt en
waaruit groote gevaren te voorzien zijn. De Land
bouw Ct. vestigt er nu de aandacht op, dat de wet
van 26 Ventose jaar IV is ingetrokken en dat alzoo
de besturen der gemeenten, waar over rupsennesten
wordt geklaagd, wél zullen doen, ten spoedigste door
plaatselijke politie-verordeningen het gevreesde kwaad
tijdig te voorkomen.
BUITENLAND.
De laatste berichten omtrent de Oostersche
quaestie luiden weer gunstiger. Vóór de
zitting van Donderdag zijn nog eenige wijzi
gingen in het ontwerp der conferentie ge
maakt, en de Times zegt, dat er eene neiging
schijnt te bestaan, om de aan Turkije gestelde
eischen tot een minimum terug te brengen.
Naar het schijnt, deinst zoo beweert dit
Engelsche blad de wereld terug, nu het
oogenblik nadert, dat de moeielijkheid door
een oorlog uit den weg zou moeten worden
geruimd. Turkije had dan ook bepaald geweigerd,
met de voorstellen der conferentie genoegen te
nemen. Rusland heeft daarom zijne eischen lager
gesteld, maar sommigen meenen, en wij achten
dit nog niet zoo ongegrond, dat dit is geschied
in de overtuiging, dat de Turken in hunne
tegenwoordige opgewondenheid toch alles zul
len weigeren, en Rusland dan des te geruster
naar het zwaard zal kunnen grijpen. Wij
hopen echter, dat de Russische gezant zich
daarin zal vergissen, en de sultan verstandig
genoeg zal wezen, om niet eiken weg tot een
vergelijk af te snijden.
In den Noordoostelijken hoek van Servië
hebben, volgens Russisch-Servische berichten,
ongeregelde Turksche troepen zich aan eene
schending van den wapenstilstand schuldig
gemaakt. Een nog al vrij ernstig gevecht was
daarvan het gevolg, waarbjj 35 Russen en
111 Turken sneuvelden. De Christenen in
Bosnië en de Herzegowina worden door Turkije
gewapend, maar velen vluchten naar Oostenrijk.
Volgens de Pesther Loyd zouden in een der
districten van Moldavië (in Raslui) honder
den Joodsche gezinnen eensklaps uit hunne
woningen zijn gezet. Het bevelschrift, getee-
kend door den burgemeester, luidde eenvoudig:
„alle Joden hebben binnen drie dagen de streek
te verlaten."
Dit ongehoorde bevel, midden in den winter,
heeft natuurlijk de grootste ellende veroorzaakt
en velen moeten van honger en koude zijn
omgekomen. De autoriteiten van Bucharest
beantwoorden geen enkel der tot haar gerichte
vertoogen.
In Spanje zijn bij koninklijk besluit de
zittingen der Cortes geschorst. Het tijdstip van
de hervatting der werkzaamheden is niet aan
gegeven.
Lerdo de Tejada, de wettige president van
de Mexicaansche republiek, is zijn land
ontvlucht. Hij wordt weldra te New-York ver
wacht en begeeft zich van daar naar Europa.
door den Secretaris uitgebracht over de tien jaren,
waarin zij heeft bestaan.
De secretaris herdacht in dat verslag:
1°. de aanleiding tot de oprichting der vereeniging;
2°. haar voorspoed, tegenspoed en hare over
winning; en overwoog
3°. welk nut de vereeniging heeft gesticht.
Naar aanleiding eener volksvoorlezing, door den
heer mr. itf. J. De Witt Hamer in de maand
November 1866 gehouden, over arbeidersvereeni-
gingen, was door Jac. De Blok, A. De Beste, Jan
Van Aerde en Corn. Hootsmans het plan gevormd
een Bouwvereeniging op te richten, daar er gebrek
aan doelmatige arbeiderswoningen bestond. In Ja
nuari 1867 trad die vereeniging, onder den naam
van Arbeidersvereniging", in werking met 16 leden,
welk getal langzamerhand toenam. Op eene bijeen
komst, den 26 Maart van dat jaar gehouden, wer
den de oprichters tot bestuurders en bovendien
3 commissarissen, de leden J. Proost, J. J. Den
Boer en J. Blok, gekozen. Tevens besloot men de
gelden te beleggen, teneinde een kapitaal te vor
men om woningen te stichten.
Doch spoedig had de vereeniging met teleur
stelling te kampen. Haar poging, om als rechts
persoon te worden erkend, mislukte, en andere
redenen werkten mee om haar achteruitgang te
bevorderen. In 1869, toen vele leden 2 jaren lid
waren en aanspraak hadden op hun inleggelden, ver
minderde het aantal met 24. Toch gingen de overigen
op den ingeslagen weg voort. De gelden der ver
eeniging waren belegd in effecten, die door den
oorlog in 1870 aanmerkeljjk in waarde vermin
derden, doch gelukkig konden de uitgaven nog
door de contributiën bestreden worden, en behoefde
men niet tot verkoop over te gaan, totdat, toen
de omstandigheden wat gunstiger waren, er den
8 Juli 1871 op eene vergadering besloten werd,
nog eene poging aan te wenden, om met gewij
zigde statuten rechtspersoonlijkheid te verkrijgen,
en dan de gelden te besteden tot het stichten van
arbeiderswoningen.
Thans slaagde men beter; bij Koninklijk besluit
van 28 October 1871 werd de vereeniging als
rechtspersoon erkend, en ging zij onder den naam
van nlielp u Zeiven" een nieuw tijdperk tegemoet.
Het ledental nam toe, en men besloot tot het
bouwen van 4 arbeiderswoningen. Een doelmatig
bouwterrein van de gemeente werd in erfpacht
afgestaan; aan te kort komende gelden werd de
vereeniging geholpen, en den 28 Mei 1872 werd
door den heer G. H. Kakébeeke, toen waarnemend
burgemeester, de eerste steen gelegd, terwijl de
heeren J. A. A. Fransen Van de Putte en mr. M.
J. De Witt Hamer daarbij eene toespraak hielden.
Even gelukkig was men met den verkoop
der effecten, waarvoor men eene som van ruim
ƒ130 meer ontving, dan daarvoor was besteed. In
1875 werd de vereeniging eigenares van een lapje
tuingrond, waarop vier woningen werden gesticht,
zoodat zij in den tijd van vijf jaren in het bezit
was van acht arbeiderswoningen.
Gedurende de tien jaren zijn 142 leden toege
treden de contributie, van hen ontvangen, be
droeg 8390.89. Van dezen hebben 66 leden hun
lidmaatschap opgezegd, waarvan aan 57 hun kapi
taal is uitgekeerd en 9 hun inleg verbeurden, omdat
zij geen 2 jaren lid waren. 43 leden werden echter
later opnieuw lid.
De uitgekeerde aandeelen bedroegen te zamen
ƒ3582.771.
Op 1 Januari 1877 telde de vereeniging 76 leden
met een gezamenlijk kapitaal van 5789.70.
De eerste winstverdeeling had den 31 Decem
ber 1869 plaats, en bedroeg 7 pCt. Achtereen
volgens beliep die winst: in 1870 6, in 1871 8,
in 1872 14, in 1873 6'/,, in 1874 7, in 1875
6'j en in 1876 6 pCt.
Het reservefonds klom van jaar tot jaar tot
een bedrag van 293.91.
Ten slotte wees de secretaris op het nut der
vereeniging, daar door haar spaarzaamheid wordt
gekweekt en zij doelmatige arbeiderswoningen doet
stichten, welke het eigendom der leden kunnen
worden. Er zijn leden, die hun inleg met winst
hebben laten staan, en daardoor een kapitaaltje
bijeenkregen, dat hun later nuttig kan zjjn ande
ren waren reeds in de noodzakelijkheid hun gelden
op te vragen, en hadden toen daarvan nut en bij
het overlijden van weèr anderen hadden erfgena
men dadelijk aanspraak op den inleg met winst,
wat hun zeker goed te stade kwam. Dat alles
waren de vruchten der spaarzaamheid.
Door samenwerking zijn de leden nu in de ge
legenheid eigenaars te worden van doelmatige
arbeiderswoningen, door de gelden der leden be
kostigd. Wel moge de huur, 6 van de kosten,
benevens onderhoud en lasten, voor sommige leden
wat te hoog zijn, men moet toch in 't oog houden,
dat men alleen een woning heeft, van alle ge
makken voorzien, en men bij particulieren daar
voor eer meer dan minder huur zal moeten be
talen, terwijl men in de gelegenheid is, -door
spaarzaamheid eigenaar te worden. Met dankbaar
heid zag men ook op de afgeloopen tien jaren
terug, die bij veel zorgen, ook veel stof tot te
vredenheid hadden opgeleverd.
In het verslag wordt nog een woord van hulde
en dank gebracht aan den heer mr. M- J. De
Witt Hamer voor de belangstelling en medewerking,
aan de vereeniging betoond.
VERKOOPINGEN VERPACHTINGEN
Optu'ïi. Blasts. Voorwen»». InfnrnMtUi»
11 Jan. Oudelaudc, inspan, I'. Overman.
12 kapelle-ëiezelinge, toornen, l'aardetooper
Van den Busscbe.
12 Kloetinge, houtwaren, Van Dam.
13 Wilhelminapolder, houtwaren, Van Dam.
15 Colijnsplaat, tuin- en bouwland, Van der Moer.
17 Heinkenszand, bouw-en weiland, Liebert.
17 Goes, meubelen enz., Paardekooper V. d.
busscbe.
18 Waarde, hoelje, Rcmbges.
19 Goes, inspan, Van Dam.
22 's-tleerenhoek, vaambout en spaand., Prumers.
24 Colijnsplaat, hofstede met wei
en bouwlanden, V. d. Moer.
25 Wemeldinge, korenmolen enz., Paardekooper
Kakebeeke.
26 Ondelande, boutwaren. Prumers.
1 22 Feb. Hoedekensk., boereninspan, Pilaar.
8 Febr. 's-Heer Ablskerke, inspan, Paardekooper
Van den Busscbe.
19 Heinkenszand, inspan en meub. goed., Liebert.
22 Rilland, inspan, A. kakebeeke.
23 Kruiningen, inspan, Rembges.
20 Kruiningen, boereninspan, Van Dam.
28 Kloetinge, (De Hol-
landsche llolstedejinspan, Pilaar.
1 Maart, 's-Heer Arendsk., boereninspan, tan Dam.
2 Wemeldinge, inspan en beestiaal, Paardekooper Van
den Busscbe.
2 's-HeerArendsk., huisb. goeder.. Van Dam.
2 Wolfaartsdijk, boereninspan, Kabebeeke.
7 Wemeldinge, boereninspan, Kakebeeke.
7 's-HeerArendslt., boereninspan, Pilaar.
van 6 tot 8 Januari 1877.
Geboren den 6, Pieternella Cornelia, d. v.
Jacob Van Zweeden en Willemina Cornelia Van
der Bliek.
RECLAME.
In het Handelsblad leest men over een Concert, doo r
het Zweedsch quartet te Amsterdam gegeven, het vol -
gende:
„In aandachtige stilte zat Maandagavond een uitgelezen
auditorium in het lokaal Odeon ter neder en luisterde
naar de schoone, kernachtige geluiden, die eenige mannen
stemmen in de ruimte ontwikkelden. Het waren de hee
ren II. Lutteman en E. Lindquist, eerste tenoren, T. La-
gerholz, tweede tenor, Th. Lundgren, eerste bas en E. Du
ring, tweede bas, die zich voor de tweede maal in het
openbaar in de hootdstad als quartetzangers deden hoo-
ren en de algemeene belangstelling, de groote sympathie
van hunne hoorders wisten te verwerven door hun uiterst
bescheiden voorkomen, door de groote deugden, die in
hunnen zang vielen op te merken. Die deugden toch
waren vele en laten zich volgenderwijs omschrijven. De
eenheid, de goede verstandhouding kunnen niet beter in
acht worden genomen, de nuanceeringen zijn fraai en vor
men heerlijke contrasten zonder dat de zachte tinten in
ziekelijke pianissimo's ontaarden en de iorte's tot hard
heid overgaan. Ieder nummer wordt met fijnen kieschen
smaak gezongen en de verschillende stemmen der vijf
heeren zijn schoon en aangenaam van timbre. De eerste
tenor mag op milde en zuivere geluiden roemen; en het
schoon orgaan der eerste en tweede bassen zou den na
ijver van menigen geoefenden operazanger opwekken.
Daarbij gaat het zingen allen zoo gemakkelijk af, dat
men dikwijls in de verzoeking geraakt tot eene herhaling
van een bijzonder geliefkoosd nummer uit te noodigen;
het is alleen de bescheidenheid, die dit weerhoudt. Het
repertoire der vijf Zweedsche heeren is vervolgens zeer
afwisselend en dan eens wordt het gehoor gestreeld door
een smachtend of melancholisch lied, dan weder door een
luimig en opgewekt nummer vol grillige phantasie.
Dezen keer werden wij getroffen door twee scènes uit
Bellman's werk „Fredmann's Epistlar," door de schoone
barytonsolo's „Per Swinaherde'' en „Attonen" van H. Lut
teman en A. Billeter, door het lieve, eigenaardig geryth-
meerde „Dampschiffslied" van O. Lindblad, door de weeke,
melodieuse serenade van A. Friedberg, terwijl zich aan
deze werken op zeer waardige wijze aansloten de tenor
solo „An den Horden" (met„8rummstimmen"), die„Braud-
fahrt in Hardanger" en Mendelssohn's „Sommerlied".
De serenade van Friedberg en Joachim uit Babylon vorm
den de scherpste contrasten en de wijze, waarop deze
contrasten in een scherp daglicht werden gesteld, legde
schoone getuigenis af van het onbetwistbaar talent der
vijf Zweedsche zangers. Een traan van aandoening welde
in het oog op bij de passage in de serenade „Ob sie im
Traume mein denkt?" en een schaterlach weerhield de
hoorder met moeite als in luimigen, boertigen stijl weer
klonk de zang op de woorden „Joachim aus Babyion
hntte ein Weib Susanne." Waarlijk, een mannenquartet
op deze wijze samengesteld behoort niet tot de alledaae-
sche verschijningen, en lang zullen ons bijblijven ae
schoone, goed getymbreerde stemmen, de keurige opvat
ting, de smaakvolle voordracht en de verbazende eenheid
der viji heeren, uitmakende het Zweedsche zangersquartet.
Mogen velen daardoor worden aangemoedigd deze
uitvoering te gaan bijwonen om zoo doende, met inacht
neming van eigen genot, de pogingen te ondersteunen die
worden aangewend, om zulke buitengewone grootheden
op het gebied der kunst in onze stad te doen optreden".
EEN RAAD OM OP TE VOLGEN.
Van alle ziekten, die dagelijks de sterflijst vermeer
deren, is de longtering zeker de meest algemeene, de
meest wanhopende voor de huisgezinnen.
Tot heden heeft de wetenschap nog geen zeker
middel tot herstel kunnen vinden, en moest zij haar
taak beperken om het lijden ter teringzieken te ver
lichten en 't leven met de grootste zorg eenigen tijd
te verlengen, 't Is een ieder bekend, dat men den
borstlijders aanraadt een warmer klimaat op te zoeken,
om er den winter door te brengen, zoo mogelijk in
de nabijheid van dennenbosscheu, waarvan de uitwa
seming een weldadigen invloed op de longen uitoefent.
Ongelukkig kunnen vele zieken zich met verplaat
sen, en 't is voornamelijk tot dezulken dat wij onze
woorden richten.
De ondervinding heeft eerst te Brussel en later
bijna overal geleerd, dat teer, die een harstachtig
product is van de deunen, een zeer merkwaardigen
en gelukkigen invloed heeft op de zieken, die aan
tering of bronchitis lijden. Dit is reeds genoeg om
de aandacht der zieken op dit geneesmiddel te vestigen.
Men moet er dus vooral op letten, dat men in het
begin der ziekte dit geneesmiddel aanwendt.
De geringste verkoudheid kan in eene bronchitis
ontaarden, 't Is derhalve natuurlijk dat men, om bet
meeste voordeel van dit geneesmiddel te hebben, zich
er van bediene, zoodra men aanvangt te hoesten.
Deze. aanbeveling is daarom zoo nuttig, omdat vele
borstlijders geheel onbewust zijn van hunne krankheid
en slechts meenen, dat ze een zware verkoudheid of
lichte bronchitis hebben, als de beginselen der tering
reeds werkelijk aanwezig zijn.
Het teer wordt gebruikt in den vorm van teerwater.
Vroeger deed men wat teer in een karaf, en vulde
die met water, dat men tweemaal per dag schudde, ge
durende een week, voordat men bet gebruikte.
Men verkreeg dan een weinig werkende oplossing,
waarvan de uitwerksels zeer verschillend waren en van
een zeer scherpen en onaangenamen smaak. Tegenwoor
dig vindt men bij de beste apothekers, onder den naam
van Goudron de Guyot, een zeer geconcentreerde teer-
likeur, die u instaat stelt, om onmiddellijk op een
gegeven oogenblik een zeer helder en aromatiek teer
water te bereiden van niet onaangenamen smaak.
Men doet een of twee theelepeltjes van genoemde teer-
likeur in een glas water, en men verkrijgt terstond een
teerwater, meer of minder met de aromatieke bestand-
deelen van het teer bezwangerd, en van zoo geringen prys
dat een flacon van twee franken voldoende is om tien a
I twaalf liters teerwater te bereiden.
Om deze bereiding juist te bewerkstelligen, heeft men