RECHTZAKEN^ BUITENLAND. Tweede Brief uit Atchi». van de Westkust teruggekeerd en de uitslag zijner zending weinig bevredigend was. Men schrijft uit 's-Bosch aan de N. R. Cf. Door de Commissie, belast met het scheikun dig onderzoek der voedingsmiddelen alhier is een onderzoek ingesteld betrekkelijk het bij banketbakkers en in kermiskramen voorhanden gekleurde suikergoed. Men heelt bevonden, dat de meeste kleuren daarop door onscha delijke zelfstandigheden waren aangebracht dat echter enkele geel-gekleurde bonbons met het schadelijk cromaalgeel chroma» plwnbi) geverfd en sommige groen-gekleurde papieren blaadjes, die tot versiering van peperkoek die nen, door arsenikhoudend anilinegroen gekleurd waren. Door den commissaris van politie, te Maas tricht, zijn met behulp van de marechaussees, gearresteerd en naar het huis van verzekering overgebracht een hoofd-conducteur en een bremser van den Grand Central Beige-spoorweg, be schuldigd van uit een aan hunne zorgen toe vertrouwde kist een negental flesscben met champagne te hebben ontvreemd. Te Gouda zal een onderlinge vleeschhou- werjj met aandeelen opgericht worden. De coöperatieve Leidsche Vleeschvereeni- ging heeft de vleeschprijzen vastgesteld als volgt: Biefstuk ƒ0.50, ossenhaas ƒ0 60, rundvleesch zonder been 0.424-rundvleesch met been 0.371- per half kilo. (N. R. Ct.) Maandag is in een koffiehuis op den Klo veniersburgwal te Amsterdam twist ontstaan tusschen den hospes en eenige personen, die zich in zijn huis bevonden. De vrouw van dm kastelein werd ernstig gewond door een mes steek; volgens zeggen zou zij een doode'ijken steek in den buik gekregen hebben. De politie 'heeft de schuldigen gearresteerd. Uit Utrecht wordt gemeld, dat de be noeming van dr. Beets tot professor algemeen met blijdschap is vernomentot heden ech ter heeft hij de benoeming nog niet aange nomen. Maandag vielen te Dalfsen twee kinderen in de rivier. Zij werden reed3 door den stroom afgedreven, toen de vader hen ontdekte. Hij sprong terstond te water en h.id het geluk ze behouden aan wal te brengen. Te Hilversum is een arbeider, bezig met het uitgraven van zand, bedolven onder een gedeelte der bovenzandlaag, die eensklaps op hem stortte. Na een half uur vond men zijn lijk. Op den Oosterspoorweg worden de oogen van het personeel aan een onderzoek onder worpen. 't Blijkt namelijk, dat vele personen lijden aan kleurenblindheid (daltonisme), en dit gebrek belet velen machinisten en conducteurs om bij avond de kleur der signalen te zien. Reeds zijn twee beambten afgekeurd. Dr. Moll beweert, dat het staren in den vuurgloed der gelijk gebrek kan veroorzaken, zoodat een tel kens hernieuwd onderzoek hem wenschelijk voorkomt. Dagbl Men schrijft uit Berlijn, dd. 20 Dec. De politie heeft, zegt men, aan prins Von Bismarck kennis gegeven, dat zij een aanslag tegen hem op het spoor is. Zij verzoekt hem dientengevolge haar op te geven, wanneer hij uitgaat en waar hij zich heen begeeft. Uit scheikundige onderzoekingen is ge bleken, dat de meeste zwarte naaizijde ongeveer 18 perc. lood-oxyde bevat, waarmede men in vele fabrieken in Duitschland, België, Frankrijk en Zwitserland dit product zwaarder maakt. Het is dus zeer schadelijk voor de gezondheid, die draden, zooals dikwijls geschiedt, in den mond te nemen. Uit IJsland wordt gemeld, dat de stad Reykjavik dezer dagen in groote opschudding verkeerde wegens een daar ontdekten kinder moord. Sedert honderd jaren was daar geen geval van dien aard voorgekomen. In de laatste zes jaren is het getal mij len telegraafljjn van 57166 tot 77000 vermeer derd; alleen tusschen Amerika en de monden van den Amur in Azië ontbreekt nog een ljjn, anders was de aarde geheel omspannen. Voor 6 jaar waren er 24500 mijlen spoorweg, nu 37000 mjjlen, waarlangs niet minder dan 4 raillioen personen dagelijks vervoerd worden. Jaarlijks worden 3300 millioen brieven ver zonden of' 100 per seconde. De waarde der ingevoerde en uitgevoerde waren op de geheele aarde bedroeg in 1860 15000 en in 1870 23170 millioen gulden. La Feuille d'Avis de Geneve deelt het volgende mede Ziehier een goed en navolgingswaardig voor beeld voor de landbouwers om zich te ont trekken aan de exploitatie der slagers Kort geleden bood eene landbouwster eene vette koe aan verschilleude slagers te koop. De hoogste prijs, dien de onderafmendste hunner er voor geven wilde, was 105 franken. Zij vroeg 120 franken. Deze som voor hare koe niet kunnende krijgen, besloot de vrouw haar voor eigen rekening te slachten. Na er een behoorlijk gedeelte voor eigen gebruik van gehouden, en na eenige schoone stukken aan hare bloedverwanten geschonken te hebben, verkocht zij het restant voor 45 cents per kilo. Tot hare groote verwondering verkrepg zij nu 308 franken voor het verkochte vleesch, zonder de huid te rekenen KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS. Beroepen te Domburg de. M. M.De Lint, te Yerseke. De Arrondissements-Rechtbank te Goes heelt dd. 16 November de navolgende vonnissen uitgesproken: 1. J. K., 26 jaar, zo on van Jacobus, metselaar, geboren en wonende te Neuzen, beklaagd van misbruik van vertrouwen, daarvan vrijgesproken, de kosten te dragen door den staat. 2. P. C. d. B., dochter van Jan Francies, oud IS of 20 jaar, geboren te Bosch-Kapelle, wonende thans te Hulst, vroeger dienst meid te Stoppeldijk, schuldig verklaard aan diefstal door een loonbediende ten nadeele van hare meesteres, gepleegd onder verzachtende omstandigheden. Veroordeeld tot eene cellulaire gevangenisstraf van vijf en veertig dagen en m de kosten van het rechtsgeding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang. 3. J. C., zoon van Jan, 23 jaar, geboren le borsselen, arbei der te 's-Heer Arendskerke, schuldig verklaard van het moed willig aan iemand toebrengen van slagen en stooten, geenerlei ziekte of werkbeletsel veroorzaakt hebbende, gepleegd onder ver zachtende omstandigheden Veroordeeld tot eene geldboete van vijf en twintig gulden, subsidiair gevangenisstraf van zeven da gen en in de kosten van het rechtsgeding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang. 4. P. C. d. W., zoon van Christiaan, 12 jaar, arbeider, gebo ren en wonende te Colijnsplaat, schuldig verklaard aan diefstal met inklimming, op eene plaats die niet als bewoond huis wordt aangemerkt of daarmede gelijk gesteld, gepleegd met oordeel des onderscheids. Veroordeeld tot eene geldboete van vijf gulden, subsidair gevangenisstraf van een dag en in de kosten van het rechtsgeding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang. Twee berichten uit Jüuitschland zijn in de jongste dagen schering en inslag van de artikelen der meeste nieuwsbladen. Het eerste bericht is de veroordeeliug van graaf Arnim, gewezen Duit3ch gezant te Pa rijs, die wij nog in ons vorig nummer ver meld hebben. Graaf Arnim is veroordeeld, niet wegens het verduisteren van dertien diploma tieke bescheiden, behoorende tot het gezant schapsarchief, zijnde alzoo Staatseigendom, en welker uitlevering of teruggave hij, ofschoon herhaaldelijk daartoe aangemaand en opgeëischt, geweigerd had; niet wegens ambtsmisdrijf;- maar wegens vergiijp tegen de openbare orde; dit vergrijp was voldoende weigering. De rechtbank nam wel verzachtende omstandig heden aan, doch oordeelde dat er geen aan leiding bestond om geen straf toe te passen. De straf over Arnim uitgesproken is, als men in aanmerking neemt den eisch van het open baar ministerie (twee jaren opsluiting), den aard van het misdrijf, de bepaling der wet, het hooge ambt door hem waargenomen en de belangrijkheid der stukkeu, zeer licht, en wordt nog verzacht door de milde bepaling van de rechtbank, dat de maand, door den veroordeelde in voorarrest doorgebracht, als deel van den straftijd aangemerkt wordt. Volgens gerucht zal Thiers de Arnim-lite ratuur verrijken met de uitgave van een boek, bevattende hoogst belangrijke mededeelingen, naar aanleiding van de diplomatieke documen ten gedurende de behandeling van het proces openbaar gemaakt. De ex-president der Fran- sche republiek was jl. Vrijdag tegenwoordig op de luisterrijke partij van prins Hohetdohe, Duitschland's gezant te Parijs, en dit geeft stof tot veel gissingen. Het tweede bericht geldt Bismarck Deze zou nl. het voornemen hebben aan den dag gelegd om af te treden als rijks kanselier. Latere berichten hebben evenwel reeds gemeld, dat Bismarck blijft. Pakan-Atjeh, 13 October 1874. Tót nu toe ben ik nog gespaard gebleven van de Atclnüee.scke kogels en daar ben ik zelf ver wonderd over, daar er in den laatsten tijd velen mijner kameraden gesneuveld zijn en nog veel meer minderen. In den laatsten brief schreef ik u, dat we weldra zouden uitrukken en dat is den 28 Sept. gebeurd, 's Morgeus om 4 uur rukten we uit met G com pagnieën en de noodige artillerie om een paar ben- tings te nemen, die onophoudelijk op de bevriende kampongs vuurdenwe kwamen om 7 uur op onze plaats en kregen tot goeden morgen een hagelbui van geweer- en lillakogels, maar de meeste waren te hoog omdat we in een laagte stonden. Een sergeant van onze compagnie alleen kreeg een kogel door het hart en was onmiddellijk dood. Nu begon de artillerie met granaten te werpen en daarop mtoest onze compagnie en nog eene com pagnie Europeanen stormen. De le maal werden we flink teruggeslagenmaar de tweede maal kwamen wij boven op de borstwering en toen er in; mijn geweer was stuk geschoten, maar de revolver deed des te beter dienst. De kerels, die niet weg wilden loopen, werden afgemaakt, ze vochten als duivels tot den laatsten man, en een jongetje van nauwelijks 14 jaar was met geen drie man te bindendat is ook de eenige, die gevangen genomen is. Onze taak was dien dag afgeloopen en nog twee bentings werden door de overige com pagnieën genomen. Ons verlies was betrekkelijk zeer gering. Den volgenden dag, den 29en, is er weer uit gerukt, maar daar was ik niet bijalleen weet ik dat men niets heeft kunnen bemachtigen. Nog steeds duurt het houtkappen voort, maar van avond is het voor eenigen tijd afgelost; het is ook schandelijk, dat er daarbij zoo veel gekwetst zijn geworden. Gisteren, den 12en, werden wij op zij aangevallen, namelijk de kappers, die niets dan een kapmes hij zich hebben. De bedekking was veel verder vooruit en zat heel kalm op den uitkijk. Ik was met de 2e compagnie aan den rechtervleugel aan 't kappen en daar krijgen we op eens uit een boschje, 50 passen rechts van ons, een hevig vuur; in een oogeublik lagen 14 man van de com pagnie zwaar gekwetst tegen den gronden tot mijn innig leedwezen ook mijn vriend en slaap- kameraad, waarmede ik nu al een maand lief en leed gedeeld heb. Hij stond vlak naast mij en kreeg 7 schoten6 waren niet gevaarlijk, alle door zijn armen en beenen, maar éen kreeg hij onder het hart, verbrijzelde zijn ruggestreng en bleef daar zitten: dus dat was doodelijk. Zelf kreeg ik een kogel door mijn zakboekje, dat in een zakje op mijn linkerborst zatde kogel was door het boekje heen en stuitte op .een rijksdaalder, die daar ook in zat en die ik 's morgens mede had genomen om het een en ander in den Kraton te koopen na het inrukkendus dat was een geluk kige bewaring, niet waar? De geheele vorm van den rijksdaalder staat op mijn borst ter hoogte van het hart met den kop van Willem III en het op schrift er bijhet is nu geheel zwart, maar doet heel weinig pijn. Maar om op mijn vriend terug te komennadat ik weêr opgestaan was, zeide hij tot mij: »0 God! 'tis met mij gedaan; ik ben doo delijk gekwetst en heb zoo'n pijn, en waar zijt gij gekwetst?" Ik verzekerde hem dat het maar een matte kogel geweest wasmeteen pak ik hem op en loop zoo hard mogelijk met hem weg; tegelijk kregen wij het tweede salvo en de arme jongen nog een schot in zijn nektien Amboineezen rolden weêr in de Sawah. Nu kwamen Atekineezen van achter de boschjes met uitgetrokken klewang en zaten ons als bezetenen achterna; ik was de ach terste van het troepje en kon niet zoo hard loopen als de anderen, dus ze hadden mjj gauw inge haald. De voorste was misschien nog een pas of zes achter mij en hij riep alnanti blanda, soen- goe mati koivé (wacht Hollander, jij moet sterven.) Gij kunt begrijpen dat ik erg in de war zat; maar daar zegt mijn kameraad, die nog altijd bij zijn positieven was: ben jij je revolver dan kwijt". Daar had ik in de confusie niet eens meer aan gedacht, maar nu haalde ik hem van tusschen mijn koppel en schoot den voorsten in de borst. Hij tuimelde 2 maal over zijn kop en kwam vlak voor mijn voeten terecht; daar beet de kerel nog door mijn schoen en al heen in mijn rechtervoet en nu schoot ik hem door zijn kop. No. 2 kwam met een lans aanzetten, maar op een pas of 10 schoot ik ook hem neer. Dat was mijn laatste patroon geweest, maar met een kwamen, Goddankde mariniers en die gaven eenige salvo's. Ik legde nu den gekwetste achter een boschje neêr, en gaf hem wat te drinken. Hij gaf mij nog al zijn geld en vroeg of ik naar zijne ouders, die in den Haag wonen, wilde schrijven, dat hij een echten soldatendood gestorven was. Nadat ik hem daarop de hand gegeven had, gaf hij mij het adres op, en gaf daarop dadelijk den geest. Zijn laatste woord wasnik had zoo graag wat blijven leven." Alles van 't begin tot het einde had hoogstens 5 a 6 minuten geduurd's mid dags werd hij door twee kettingjongens naar Kotta Tetsaid (het kerkhof) gebracht; zijn doods kleed en kist tegelijk was een oude sprei.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 2