GOESCHE COURANT. 1874. N°. 149. Donderdag 17 December. 613te jaargang. IKlinls.erpe.clen. F)e uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c., met bijblad 10 c< Gewone ad verten tiën worden a 10 c. per regel geplaatst Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8regels a/1,— Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 c. OPENBARE VERGADERING van den RAAD der tlEMGEKTE fiOES, op DONDERDAG den 11 DECEMBER 1874, des avonds te half acht uren. Goes, den 15 December 1874. De Pecietaris, HARTMAN. punten tan behandeling. Na beëediging van jhr. ror. J. J. Pompe Van Meerdervoort I. Mededeelingen, ingekomen stukken. II. Benoeming, tengevolge der periodieke aftre ding, van leden a. van de financiëele commissie en baren Voor zitter b. van de Commissie voor het ontwerpen der strafverordeningen d. van het Burgerlijk Armbestuur; r. van het Bestuur van het Gasthuis; van de openbare gezondheidscommissie; g. van de" plaatselijke Schoolcommissie h. van de Commissie van toezicht op de inrich tingen voor middelbaar onderwijs. III. Adres van J. J. Van den Broeke, omtrent het gebruik van door hem gepachte hoveniering. IV. Adres van C. J. Van Sluijs en E. L. Van Mervennée, omtrent den weg voor hunne woningen. V. Verordening tot bepaling van het politie-per- soneel en zijne belooning. BURGEMEESTER .en WETHOUDERS van GOES herinneren de ingezetenen aan de bepaling van art. 20 der verordening op de straten, stegen, gangen enz. in deze gemeente, volgens welke op de klinkerpaden der straten en wegen (waaronder ook is begrepen het trottoir langs de huizen op den voor- maligen Koe poort singel) niet met paarden, rij tuigen, noch ook met hand-, krui- en andere wagens mag gereden worden. Burgemeester en Wethouders vertrouwen, dat deze herinnering voldoende zal zijn om de ingezetenen tegen vervolging te vrijwaren, welke vervolging zeker tegen de overtreders zal worden ingesteld. Goes, den 16 December 1874. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. II. Zij, die juichten toen dr. Kuyper zitting nam inde Kamer der volksvertegenwoordigers, hebben in den laatsten tijd nu en dan teekenen van ontevredenheid gegeven, toen ze zagen, dat hij niet de partijman was, waarvoor zij hem hielden. Zij, die zijne benoeming niet wenschten, troost ten zich na zijne lezing over het Calvinisme met de gedachte, dat hij bleek een zeer bekwaam man te zijn en ze vertrouwden op de macht van verstand en kennis, die gewoonlijk de eer lijkheid vergezellen. Wij erkennen gelijk men ziet het goede, waar wij het vinden we prijzen het trouwe onderzoek, dat dr. Kuyper zich getroost en dat blijkt uit zijne doorwrochte parlementaire rede voeringen, maar we moeten waarschuwen te gen dr. K.'s voorstel van sehoolwetsverandering op 7 dezer gedaanwe moeten er op wijzen dat zijn betoog alle klem mist, omdat de grond slag, waarop het rust, valsch is. Wij hebben ook den gang van zaken in En geland nagegaan, wij hebben ook statistieke op gaven gezien; maar we hebben ook gezien, wat dr. Kuyper niet vermeldt. In Engeland, zoo redeneert dr. K., is het aan tal scholen en het aantal schoolgaande kinderen wonderbaarlijk vermeerderd en dus is de wer king der schoolwet in Engeland beter dan hier, en moet het Engelsche stelsel hier worden in gevoerd „In 1869 bestond de schoolbevolking in En- „geland en Wales uit 1.824 306 kinderen en „dat cijfer was onder de werking der nieuwe „schoolwet in twee jaar gestegen tot 2.369,000. „Evenzoo waren er onder het oude stelsel 14.404 „scholenonder de werking van het nieuwe „schoolstelsel was dit getal in drie jaren tijds "reeds geklommen tot 17.056". In tien jaar tijds vermeerderde de schoolbe volking bij ons meè 70.000 kinderen en het aantal scholen met 251, d. i 7000 kinderen en 25 scholen per jaar. (Wij stippen hier aan dat de cijfersloopen over dejaren 18571867, terwijl juist tusschen 18631874 de schoolbevolking en het aantal scholen bij ons buitengewoon is toegenomen Naar evenredigheid zou „onze schoolbevolking met ruim 20.000 kinderen en met 215 scholen per jaar moeten toenemen om met Engeland gelijken trpd te houden". Deze redeneering gaat niet op. Vóór 1870 waren er in Engeland tal van plaatsen, waar geen school bestond en zoo thans in de eerste jaren de vermeerdering buitengewoon groot is, het is, omdat men in de eerste plaats de leege plaatsen moet aanvullen. Bij ons is dit het ge val niet. Ook in 1857 waren er maar weinig- plaatsen, waar geen scholen waren. Trouwens, hoe er met cijfers geschermd wordt blijkt uit eene eenvoudige berekening die ons leertdat als dr. Kuyper's redeneering doorging, het aan tal scholen te Goes om de drie jaar met e'en ver meerderd moest worden, eene vermeerdering, die zeker niet in verhouding staat tot de vermeer dering der bevolking en nog veel minder tot de financieele krachten van de gemeente, de pro vincie of den staat. Maar nog een enkel kijkje achter de schermen. Waaraan hebben we die verbazende vermeer dering van scholen in Engeland te danken? Een lid van het Parlement laat zich daarover uit als volgt„Het onderwijs vanwege den Staat „gegeven behoort te staan onder toezicht van „den Staat het moet uitsluitend maatschappelijk „zijn de uitgaven moeten staan onder toe dicht van eene commissie uit de belastingsehul- „digen zoodra deze beginselen eenige wijzi ging ondergaan breken de honden van den „godsdienst-oorlog los op de vreedzame kudde „en er is geen waarborg meer voor goed en „goedkoop onderwijs. Die fout beging men in „Engeland De kerk van Engeland en die van „Rome, de belangen van den adel en van de „grondbezitters bleken sterker te spreken, dan „die van de voorstanders der godsdienstige ge lijkheid voor de wet. De bijzondere scholen, „die voornamelijk aan die twee groote lichamen „behoorden, werden in het stelsel van den Staat „opgenomen en bevestigd. Men gaf zes maanden ii tijd, met uitzicht op behoorlijke subsidie vun den i, Staat, om het aantal bijzondere scholen te ver- umeerderen tot het voldoende was voor de bevol- ii king van het kerspel, zoodat men het uitsluitend i,overwicht aan eene secte verzekerde.'" Ziedaar de feiten Zal men, nu men de oorzaak en het doel dier wonderdadige vermeerdering van scholen kent, gaarne zien, dat net Engelsche stelsel bij ons worde ingevoerd nl. gesubsidieerde bijzon dere scholen en tot aanvulling Staatsscholen? Vergeten we niet, dat de leden der school- commissiën dan ook door verkiezing van de belastingschuldigen worden aangewezen en dat het dan niet de vraag zal zijn: „hoeveel mannen „van kennis en ervaring in schoolzaken men zal „kiezen, maar hoeveel vertegenwoordigers van „elke partij zitting zullen nemen, om de com- missie meer naar het neutrale of meer naar „het conlessioneele te doen overhellen." We zouden en dit is geen rhetorische „phrase" eenige nummers van dit blad kun nen vullen met een antwoord aan dr. Kuyper. We zullen echter slechts op een paar punten wijzen. De voorgestelde verandering zou z. i. het voor deel aanbrengen T°. dat men uit de abstractie der theorie tot de eischen van het concrete leven zou terugkeeren, d. i. naar sprekers verklaring, dat men der wetenschap het zwijgen oplegge, opdat ze den godsdienst niet in gevaar brenge. Wie jong niet leert denken, zal 't later gemakkelijker vin den maar te gelooven zonder denken. „In de eerste jaren hebben de kinderen meer be hoefte aan liefde dan aan Christendom", zei Lessing, en hij had gelijk. 2°. de emancipatie van het onderwijs in de vaderlandsche geschiedenis, d. i.men zal naar het ondeugend versje van Fan Lennep aan de jeugd leeren: Dat Nederland door alle tijden Een aparten Lieven Heer had. Men zal spreken van de wonderdadige ebbe, van den vlekkeloozen Willem I zonder eerzucht, die geheel voor godsdienst en vaderland, „goed en bloed veil had", van den strijd tusschen moeder en zoon enz. enz., maar geen sprake van ontwaakt volksleven en van hartstochten die in de 15e eeuw werkten als in de 18e! 3°. onze politiek verbeterend. i. het onderwijs niet langer laten zijn „de spil, waarop de poli tiek zich beweegt", alsof niet juist het beslissende punt is, of» het verstand of de macht de over winning zal behalen. 4°. Ook de ouders komen door zulk een stelsel eerst tot hun recht. We begeeren in een vrij land volstiekt geen staatsalmacht, maar we willen, dat de Staat wake, dat den onmondigen kin deren recht geschiede, in spijt van onverschil lige of verblinde ouders, en zoo met tal van woordeh wordt betoogd, dat het ouderlijk gezag ondermijnd wordt door de uitspraken der kin deren, die hun kennis op de staatsschool opdoen, dan antwoorden wij dat het thans beter on derwezen opkomend geslacht in wetenschappelijke kennis minder achter zal staan als hunne kin deren de scholen bezoeken en dat het beter in staat zal zijn hunnen kinderen te woord te staan. In hoeverre ouderlijk gezag, kerkelijk gezag en dergelijke gewettigd zijn, zullen we misschien later eens bespreken. We zouden het toejuichen, zoo bij het onder wijs regelmatige opklimming plaats vond naar verdienste en naar anciënniteitde aanval van het Vaderlandwas in dit opzicht onver diend maar we zouden het minder goed keuren zoo er „eene premie werd verleend aan iederen onderwijzer, die een kweekeling opleidt," hetgeen dr. Kuyper wil. En werd dit toegestaan, dan zouden we wenschen iederen onderwijzer aan sprakelijk te stellen voor de kweekelingen, die hij opleidt en hem te doen zorgen, dat hij niemand onderwijzer laat worden, die er niet toe geschikt is, die er geen roeping toe gevoelt. De heer Saaijmans Vader wil nog meer. Hij wil, dat de verandering der schoolwet diene om het peil der zedelijkheid te verhoogen. Dat heelt, volgens hem, deze schoolwet niet gedaan. Let wel op deze redeneering Onze schoolwet is van '57 en dus thans 17 jaar oud., De kinderen tusschen 512 jaar, die in '5 7 de school bezochten en die, welke later school zijn gekomen, zijn nu tusschen 2229 jaar oud of jonger. Wij verzoeken den heer S. Vader betvijzen bij te brengen, dat de meeste onzede lijkheid en zedeloosheid tegenwoordig juist ge vonden wordt bij personen van dien leeftijd.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 1