1874. N°. 135. Zaterdag 14 November. 613te jaargang.
«OESCHE
COURANT.
Verkiezing.
Uitgifte van Grond in Eigendom.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c., met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden a 10 c. per regel geplaatst
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8regels a/1,—
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20 c.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat door J. J. Le Clercq,
broodbakker te Goes, een adres is ingediend, om aan
hem in eigendom aftestaan vijf centiaren gemeentegrond,
liggende aan den ICeizersdijk, deel uitmakende van het
kadastraal perceel Sectie D no. 1611;
en noodigen diegenen uit, welke tegen den afstand
bezwaren mochten hebben, die aan hun Ooilege ken
baar te maken voor of op Zaterdag den 14 November
a. s., zullende het er anders voor gehóuden worden,
dat geene bedenkingen daartegen bestaan.
Goes, den 7 Novembei 1874.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
van het stembureau voor de verkiezing van een lid
van den gemeenteraad, bij herstemming, ontvangen
hebbende de processen-verbaal van inlevering en ope
ning der stembriefjes voor gemelde verkiezing, waaruit
blijkt dat verkozen is de Heer Jhr. Mr. J. J. POMPE
Van MEERDERVOORT, met 156 tegen 90 stemmen op
den heer G. Van der HOEK, uitgebracht;
brengen ter openbare kennis, dat afschriften dier pro
cessen-verbaal op heden ter gewone plaatse zijn aan
geplakt en ter secretarie der gemeente voor een ieder
ter inzage nedergelegd, alwaar zij kunnen geraadpleegd
worden op eiken werkdag tusschen des voormiddags
9 en des namiddags 2 ure.
Goes, den 12 November 1874.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
Bij de herstemming voor een lid in onzen ge
meenteraad is gekozen jhr. mr. Pompe Van Meer-
dervoort met 156 stemmen. De heer G. Van der
Hoek bekwam er 90, terwijl twee briefjes in blanco
waren ingeleverd.
Dat deze uitslag der verkiezing ons om meer
dan eene reden innig leed doet, zal wel geen be
toog behoeven. Te overwegen hoe de kans geloopen
zou kunnen hebben, indien de heer De Bruijn in
herstemming ware gekomen, is tamelijk overbodig.
Zij echter, die meenen, dat de heer De Bruijn
het bij eerste stemming met een klein aantal stem
men in ééns zou gehaald hebben, (daargelaten, dat
het voor den heer De B. zeker niet aangenaam
zou geweest zijn alleen tengevolge van lauwe
opkomst der kiezers van de andere zijde gekozen
te zijn) verkeeren in groote dwaling, want 't is
ons slechts met eenige moeite gelukt eene derde
candidatuur van liberale zijde te coupeeren, (die
evenzeer een beduidend aantal stemmen zou be
komen hebben,) toen wij de ontwerpers daarvan
mededeelden, dat door eenige ingezetenen de can
didatuur van den heer Van der Hoek was gesteld.
Er zouden dus in ieder geval twee candidaten van
liberale zijde zijn geweest, en verder dan tot eene
herstemming had ook de heer De B. het den eer
sten keer niet kunnen brengen. Wij hebben door
ons te vereenigen met de candidatuur van den
persoon, die, met het oog op de aanstaande nieuwe
regeling van den Hoofd. Omslag, ook ons toescheen
de voorkeur te verdienen, getracht de verbroken
eenheid te herstellen en hadden gehoopt, dat bij
de herstemming alle liberalen aan onze zijde zouden
gekomen zijn. Deerlijk bebben wij ons daarin
bedrogen gezien!
Welsprekend zijn de cijfers! In 't vorige jaar
kregen wij voor onze candidatenmr. J. G. De
Witt Hamer en jhr. De Marees van Swinderen,
ieder 156 stemmen. De heer Van der Hoek krijgt
er 90. Vanwaar dit onverschoonlijk verschil van
66 stemmen voor iemand, die volmaakt dezelfde
richting is toegedaan?
Welsprekend zijn de cijfers! Als toch de libe
ralen de stemmen, bij de eerste verkiezing op de
heeren De Bruijn en Van der Hoek uitgebracht,
nu vereenigd hadden op den laatste, dan zou deze
minstens 125 stemmen hebben behaald. Waar zijn
de ontbrekende 35 Een en dertig zijn er te lmis
gebleven
Welsprekend zijn de cijfers! Jhr. Pompt haalde
hij eerste stemming 74 stemmen. Drie en zestig
nieuwe kiezers zijn opgekomen, waarvan wij er 8
kennen bepaaldelijk voor den heer Van der Hoek,
rest 55 voor mr. Pompe. Deze, gevoegd bij 74, zou
den gegeven hebben 129 stemmen. Vanwaar ko
men nu de 156 of 27 meer?
Voorwaar zoo ooit eenige verkiezing leerzaam
was, dan was het deze! Wij hopen er ons voor
deel mede te doen.
BlfWVENLANDSCHE BERICHTEN.
GOES, den 13 November 1874.
Z. M. heeft aan den heer C. De Fouw, op
zijn verzoek, met ingang van 15 Dec. e. k., eervol
ontslag verleend als burgemeester van de ge
meenten Nisse, Ovezande en Driewegen.
In de zitting der Tweede Kamer van
Donderdag werd na discussie over de hoofd
stukken Oorlog en Marine, waarbij de expe
dition tegen Atchin ter sprake kwamen en de
heeren Nierstrasz en Fabius vooral aandrongen
op vermeerdering onzer strijdkrachten en reha
bilitatie van den kolonel Van Daalen hoofd
stuk 2, uitgaven in Indië, ad ƒ98,718,000
aangenomen met 64 tegen 2 stemmen. De
discussie over hoofdstuk 1, uitgaven in Neder
land, is aangevangen. Heden voortzetting,
Der Teler/raaf. In de zitting van heden
is een subamendement van den heer Nierstrasz,
om voor de Indische brigade een memoriepost
uit te trekken, aangenomen met 38 tegen 34
stemmen waardoor een amendementDe Roo
tot herstel van den post is vervallen. Daarna is
hoofdstuk I en de gansche Indische Begrooting
aangenomen met algemeene stemmen.
Uit het antwoord van den Minister van Bin-
nenlandsche zaken op het begrootingshoofdstuk
van zijn departement blijkt o. a.dat de Mi
nister nog niet kan mededeelen hoe hij denkt
over eene meerdere splitsing van het departe
ment dat weldra zal beslist worden of de droog
making van een deel der Zuiderzee bij con
cessie dan wel voor rijksrekening zal worden
voorgestelddat geen gevolg kan gegeven wor
den aan den wensch tot verhooging der trak
tementen van de ambtenaren ter provinciale
griffiën. Eene wet op de militie is bij den
Minister in behandeling in overleg met zijne
ambtgenooten van Marine en Oorlogvoorloopig
kan aan eene vestiging van een rijkskrankzin
nigengesticht niet gedacht worden.
Naar de oorzaak van het spoorwegongeluk
te Warmond is een onderzoek aanhangig en
het is mogelijk dat dit tot eene strafvervol
ging leidt.
De vestiging van een nieuwen leerstoel voor
de letteren te Leiden komt den Minister thans
niet geraden voor.
De Minister is ook van meening, dat wijziging
van sommige bepalingen der wet op het mid
delbaar onderwijs wenschelijk is, maar eerst na
eene herziening der wet op het lager onderwijs,
waarover de Minister thans in geene beschou
wingen treedt, in afwachting van het tijdstip
der aanbieding van de wijzigingswet.
De regeeriDg overweegt eene verandering in
de inrichting der Sbiats-Courant te brengen en,
met afschaffing van de buitenlandsche nieuws
tijdingen, aan het blad eene inrichting te geven
meer overeenkomende met het karakter van
regeeri ngsorgaan
De Yereeniging voor Volksbelangen alhier
heeft besloten een adres van adhaesie aan de
motie, door de Heeren Van Eek en Bredius
in de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor
gesteld, bij deze vergadering in te dienen.
Wij juichen dit besluit toe en hopen, dat
het voorbeeld, in deze Gemeente, in Dordrecht
en in Haarlem gegeven, algemeene navolging
zal vinden. Hoe krachtiger de publieke opinie
aandringt op internationale arbitrage, des te
eerder zal de tijd daar zijn, dat de geschillen
tusschen de volken niet meer langs den weg
van ruw geweld, maar bij scheidsrechterlijke
beslissing worden uitgemaakt.
Wij vestigen de aandacht van belang
hebbenden op eene brochure, getiteld: »Iets
over Dordtsche Tras, waarschuwend woord tegen
het gebruik van die, welke uit Brohl afkom
stig is," uit het Duitsch vertaald door J. L.
Terneden, te Kinderdijk. Het doel van den
vertaler is zoo mogelijk mede te werken tot
het releveeren van een in ons land met on
dergang bedreigden tak van nijverheid, en hij
tracht dit te bereiken door in wijder kring
de denkbeelden bekend te maken van eenige
buitenlanders, eigenaars van Tufsteengroeven
en Trasfabrikanten, omtrent de nadeelige ge
volgen van voorrechten, door Nederland aan
den invoer van gemalen tras en aan dezen
handel verleend. De vertaler wil zegt hij
geenszins den een of anderen leverancier
in verdenking brengen, maar alleen heeren
ingenieurs, architecten en metselaars opmerk
zaam maken op het groote verschil in hydrau
lische kracht van het in Nederland in zwang
gekomen tras en hen tot het nemen van nauw
keurige proeven enz. uitnoodigen.
De brochure is bij den vertaler gratis ver
krijgbaar gesteld.
De Raad van Justitie van Batavia heeft den
redacteur der Javabode schuldig verklaard aan
hoon en smaad, aangedaan aan den persoon
van 's Konings vertegenwoordiger in, alsmede
opzetting tot haat of minachting tegen de
Regeering van Nederlandsch Indië, alles door
middel van een verkocht en verspreid druk-,
werk en hem veroordeeld tot één jaar gevan
genisstraf, alsmede in de kosten van het geding.
Door den comm. der zeem. en chef van
het Dep. der Marine in Ned. Indië is over
geplaatst, aan boord Z. Ms. korvet Van Speyk,
de scheepskl. D. G. Krol Van der Hoek, van
Z. Ms. fregat Zeeland.
Het Nieuws v. d. Dag meldt, dat haar
uit alle oorden des Lands blijken van instem
ming zijn geworden omtrent het denkbeeld om
generaal Van Swieten een eeresabel aan te bie
den, en zelfs sommigen bereid waren zich
tot eene commissie te vormen om dat doel
te bevorderen.
Het blad heeft echter van den generaal een
schrijven ontvangen waarin hij verzoekt mede
te deelen, dat hij, hoewel dankbaar voor het
geopperde denkbeeld, het toch niet gaarne tot
uitvoering zou zien komen.
De generaal schrijft o. a.
»Nu ik van vele zijden de betuiging ont
vang, dat de kern der natie niet deelt en
ook niet gedeeld heeft in de afkeuring die
over mijn militair- en staatkundig beleid is
uitgesproken, waarschijnlijk omdat men te
haastig geloof heeft geslagen aan de valsche
voorstellingen van onkundigen of onverstandi-
gen, of wel omdat men óók maatregelen van
dwang huldigde, die ik echter strijdig acht
met onze bestemming om in den Indischen
Archipel slechts den invloed der beschaving
en ons zedelijk overwicht werkzaam te zijn,
en schadelijk voor het oogmerk dat wjj in
Atchin willen bereiken, nu heb ik zoo veel
voldoening en gevoel ik mij zoo gelukkig
de pressie van andersdenkenden te hebben
weerstaan, dat de verwezenlijking van het