1874. N°. 127. Dinsdag 27 October. 61*' jaargang. KWEEKELIM BEWAARSCHOOL. Vertrek der brievenmail naar Oost-Indië: Verkiezing voor den Gemeenteraad. G0E8CBE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75. Afzonderlijke hommers 5 c., met bijblad 10 c. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 c. per regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8regels a/1,— Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 c. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter openbare kennis, dat aan de bewaarschool voor on- en minvermogenden eene plaats vacant is als JKKIlSTii KWJÜSSSimMjIMiM:, op eene be looning van vijftig gulden 'sjaars, met eene ver hooging van vijf gulden, na elk vol jaar verblijf tot een maximum van zeventig gulden Zij, die daarvoor in aanmerking willen komen en den 'ouderdom van minstens 16 jaren hebben bereikt, kunnen zich aanmelden bij den Voorzitter der plaat selijke Schoolcommissie, den heer mr. J. G. De WITT HAMER, aan de Brug wijk B no. 168J, vóór of op Vrijdag den 30 October a. s. Goes, den 24 October 1874. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. AANBESTEDING van NUMMERPAALTJES. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen hiermede ter openbare kennis, dat zij op Za terdag den 31 October a. s., des namiddags te 1 uur in hunne vergaderkamer ten raadhuize zullen trachten aan te besteden: 1°. de levering van ZE FENH ON DER D, en 2o. het verven van RUIM ZEVENHON DERD NUMMEHJPJulLTJES voor de begraafplaats. Het bestek en de voorwaarden liggen van heden af ter Secretarie ter lezing, terwijl bij den gemeente bouwmeester nadere inlichtingen te bekomen zijn. Goes, den 26 October 1874. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. Via BRINDISI, 29 October. Schreven wij in ons vorig no., dat het ter ruste gaan der kerkelijke kiesvereenigingen bij de aanstaande verkiezing voor een lid in onzen raad zekere kalmte zou aanbrengen, het blijkt, dat wij voorloopig niet mis gezien hebben. Noch tans hadden wij niet zulk eene volstrekte kalmte verwacht als zich thans openbaart. Wel behandelt de Nieuwe Goesche Ct. in al- gemeene trekken de aanstaande verkiezing, doch 't is slechts een treurzang over vervlogen groot heid, een treurzang op eigene onmacht. Wel hebben wij weder de rhetorische figuur van de helling en den afgrond genoten en ander maal gelezen hoe op die helling de redacteur der Nieuwe Goesche Ct. het remtoestel zou ge weest zijn, maar wij weten 't tevens hoe diezelfde remmer eigenlijk niets gedaan heeft om den in zijn oog den afgrond tegemoet snellenden wagen terug te brengen op de hoogte en hoe hij op zeker oogenblik den wagen geheel heeft losge laten, zoodat de Goesche burgerij onvermijdelijk nu reeds lang en breed in den afgrond zou moe ten te land gekomen zijn, indien zij zich ooit op eene helling met een afgrond er onder be vonden had. Wij leven steeds rustig en wel, zooals wij leefden vóór iemand dat nare idéé van een helling en een afgrond in 't hoofd kreeg, en veilig kunnen wij zeggen, dat de gemeente Goes zich nimmer op zoo'n gevaarlijk punt bevonden heeft, en dat er dus ook nimmer een remmer is noodig geweest om het gevaar van ons af te wenden. Wij zullen ten bewijze hiervan niet andermaal in breedvoerige beschouwingen treden over de houding der vroegere oppositie, toen zij meerder heid was. Wij hebben vroeger de geschiedenis onzer gemeente van den jongsten tijd breedvoerig behandeld, en het is genoeg bekend, hoe diezelfde oppositie, voor zij aan het bestuur en tijdens zij wel aan het bestuur, maar nog in de minderheid was, niet gezegd heeftwij zullen alleen den wagen tegenhouden, maar wij zullen u van druk kende lasten ontheffen, wij zullen u waarlijk vrij maken. Het verschil is groot, en dit mag maar niet stilletjes onder groote woorden als «helling" en «afgrond" bedekt worden. Men kentjtevens de beruchte geschiedenis van de begrooting voor 1873. De minderheid was meerderheid geworden en aller verwachting was op de genoemde begrooting gespannen. Men ver wachtte, na zooveel jaren van voorspiegeling en geduld, dat toen het plan van den veldtocht ont dekt, de eerste schrede op den weg van belas tingvermindering zou gezet worden. En waartoe bepaalde zich de uitkomst? De financiëele commissietoen bestaande uit de heeren jhr. PompeMeijlink en Nortierhad een rapport van 12 folio pagina's op de be grooting ingediend. Maar in plaats van daarin, ingevolge het vrijwillig op zich genomen man daat, ingrijpende verminderingen op de kosten van het onderwijsvan het «godsdienstloos" onderwijs, zooals het toen en nog dezer dagen door den redacteur der N. G. Ct. genoemd werd, voor te stellenbepaalde men zich tot bezuinigings-voorstellen op allerlei nietigheden, b. v. 50,op brandstoffen, 100,op on derhoud van wegen enz., voorstellen die klaar blijkelijk zoo onbekookt waren, dat de com missie bij de behandeling in den raad ze genoeg zaam alle moest terugtrekken. Slechts een post werd gehandhaafdnl. de 70 gulden voor een fornuis in de bank van leening. En gerust kan men zeggendat dit de eenige bezuiniging is geweest, die de vrucht was van de meerderheid geworden oppositie. Aan 't onderwijs of de kosten daarvan werd letterlijk niets veranderd en met algemeene stem men werd de begrooting van 1873 aangenomen. De berg had dus een muis gebaard. «Gij be taalt te veelhad men de gemeente wijsge maakt; «het onderwijs met zoo groote kosten is het verderf voor de burgerij." En er ging bij die gelegenheid de uiterstwij zouden haast zeggen eenig geschikte gelegenheid, waarop als 't ware gewacht was, geen enkele stem op om in die gewichtige aangelegenheid eenige ver andering te brengen Onze ruimte gedoogt niet over deze deernis waardige uitkomst der hoog opgevijzelde plannen verder uit te weiden. De burgerij zag in, dat zij bedrogen was, toen zij geloof had geslagen aan den voorgespiegelden toestand van eene bloeiende gemeente zonder lasten en zij wendde zich bij volgende verkiezingen weder naar hen, bij wie zij geen misleidende voorspiegelingen, maar be kwaamheid en talent om hare belangen voor te staan kon veronderstellen. De meerderheid werd weder verplaatstde oppositie geraakte in de minderheid, enjhr. Pompe, die den strijd op ieder gebied had aan gevuurd nam zijn ontslag uit alle mogelijke stedelijke betrekkingen, den strijd voor de zoo genaamde beginselen overlatende aan den heer Quist, welke die taak steeds op welsprekende wijze vervult. Wat sinds door de tegenwoordige meerderheid is gedaan De Nieuwe G. Ct. zegtze heeft evenmin iets gedaan als toen wij in de meer derheid waren. Wij merken vooraf op, dat de tegenwoordige meerderheid niet in den raad is gekomen ten gevolge van voorgespiegelde vermindering van lasten die tamelijk wel onmogelijk is. Zulk een misleidend verkiezingsprogramma achten de liberalen beneden zich. Men weet, dat men van hen geen directe vermindering van onderwijs kosten of dergelijke te wachten heeft, maar wel het bedacht zijn op het scheppen en onderhouden van de bronnen van welvaart, die tot een ge makkelijk opbrengen der noodige lasten onmis baar zijn. In die richting zijn dan ook reeds door de nieuwe meerderheid stappen gedaan. Er is o. a. besloten tot oprichting eener middelbare school voor meisjes, mits er een voldoend subsidie verkregen worde van het Rijk, waardoor de gemeente voor zulk eene school niet bezwaard wordt, maar er integendeel al de baten van trekt, die door het subsidie van het Rijk, de verteringen van leeraars en onderwijzeressen, het in de stad komen van leerlingen die nu elders gaan, ont staan, en anders komt de school er niet! Wij hebben het bovendien reeds dikwijls gezegd, dat men niet angstvallig vragen moet: kan de gemeente eene geringe opoffering lijden maar wat komt er door in de stad, worden handel en de verkoop van artikelen van dagelijksch gebruik er door bevorderd? En niemand zal het betwijfelen, dat een en ander door dergelijke inrichtingen bevorderd wordt, nog er van gezwegen, dat het daaraan werkzaam zijnde personeel weder zijn aandeel in den Hoofd. Omsl. draagt. Het beste bewijs trouwens, dat al dat markt geschreeuw over nog hoogere lasten ongerijmd was, is, dat er oök thans geen sprake is van vermeerdering van den Hoofd. Omsl., evenmin als de voormalige oppositie er in slagen kon dien te verminderen. En wat de reorganisatie van den Hoofd. Omsl. aangaat, waaraan de N. G. Ct. heden eene be schouwing zal wijden, en die zij smalend een «pronkjuweel van liberale staatsmanswijsheid" noemt, wij kunnen haar verzekeren, dat de middel- stand volstrekt niet zóó tegen eigen aangifte is hij ziet te recht in, dat, wordt de aangifte algemeen gedaan, de uitkomst voor hem (den middelstand) niet onvoordeelig zal zijn. Het komt trouwens, nu het beginsel aangenomen is, alleen op de toepassing, de uitvoering aan; en het is naar onze meening, nu de verordeningen op de heffing en invordering van den Hoofd. Omsl. nu zoowel ambtshalve aanslag als eigen aangifte aan een nauwkeurig critisch onderzoek door den Raad zullen onderworpen worden, juist die reorganisatie van den Hoofd. Omsl., die ditmaal de verkiezingsleuze moet zijn; met andere woorden: het komt er bij de nieuwe phase, waarin een der belangrijkste punten der ge meentehuishouding gaat verkeeren, vooral op aanom dat element in den Raad te ver sterken, dat geacht kan worden op de hoogte te zijn van de aangelegenheden der ingezetenen. Wij zijn op een practisch standpunt geraakt, de meerderheid dreigt bij deze verkiezing geen gevaarwe hebben geen nood voor de richting in ons gemeentebestuur; maar we zijn tot dien eenig zuiveren toestand bij gemeenteverkiezingen gekomen, dat wij alleen te zien hebben naar een bekwaam man om de practische belangen der gemeente, die op dit oogenblik zich con- centreeren in de reorganisatie van den Hoofd. Omsl., naar wensch te behartigen. En ons plaatsende op dat standpunt, dan moeten wij eerlijk erkennen, geen wede te heb ben met den candidaat van «Gemeentebelang''.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 1