GOESCHE
C01JRMT.
1874. N°. 126. Zaterdag 24 October. 613te jaargang.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avonduitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c., met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden a 10 c. per regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 18 regels a/1,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regelB bedragende
en contant betaald, 20 c.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
RAAD der GBMEEISTE ROBS,
op MAANDAG DEN 26 OCTOBER 1874,
des avonds te half acht uren.
Goes, den 23 October 1874.
De Secretaris
HARTMAN.
PUNTEN VAN BEHANDELING:
1. Mededeelingen, ingekomen stukken.
2. Vaststelling van bet 2e suppletoir kohier van
den hoofdelijken omslag.
3. Idem van het suppletoir kohier der belasting
op de honden.
4. Begrooting der inkomsten en uitgaven van de
gemeente voor 1875. -
GOES, den 23 October 1874.
Eergisteren avond is de hier bestaande vereeni-
ging „Steunende op den bijbel, verdedigen wij de vrij
heid" ontbonden. N
De vereeniging droeg niet den naam eener kiesver-
eeniging. Nochtans trad zij bijna uitsluitend bij de
verkiezingen op, steeds stelde zij dan candidaten en
gerustelijk kan men zeggen, dat zij den stoot gegeven
heeft tot de reactie, die sinds eenige jareu onze stad
en onze omgeving heeft gekenmerkt.
Ia welke richting zij zich in den beginne bewoog
valt moeielijk te zeggen nu eens steide zij candidaten
in conservatieve, dan weer in anti-revolutionaire rich
ting; een enkele maal beval zij een Roorasch-Katho-
lieken candidaat aan. In de 'laatste jaren kenmerkte
de vereeniging zich echter door een bepaalden stap
in orthodox-protestantsche richting, door de bepaling,
dat Katholieken streng van hare candidaten-lijst zouden
geweerd blijven, en veilig'kon men haar van dat tijd
stip af als vijandig tegen liberalen aau de eene en
Katholieken aan de andere zijde beschouwen.
De vereeniging was er zeker niet minder om ge
worden, toen zij dit bepaald karakter, deze afgebakende
riohting aannam en het „heulen" met andere partijen om
den wille der zegepraal bij verkiezingen, vaarwel zeide.
Daardoor toch gaf zij bewijs van eene zelfstandigheid,
die, al was het doel ook verkeerdin zekere mate
eerbied afdwong.
'tls echter met haar gegaan zooals 't met alle
kerkelijke kiesverenigingen gaan moet: de levenskracht
om in de politieke aangelegenheden invloed uit te
oefenen door kerkelijke beginselen, bleek onvoldoende
te zijn. Het gezond verstand der kiezers begreep,
dat de kerk1 niet op. het stadhuis behoort, dat èn de
kerk èn de Staat twee zaken zijn, wier werkkring
nauwkeurig moet afgebakend blijven en die niet in
elkanders rechten moeten treden. De Staat heeft dat
altijd zóó begrepende kerk nietde laatste wilde
de eerste beheerschen.
Gelukkig is die strijd om het gezag mislukt en
treedt althans in onze kleine gemeente de „Staat" on
gedeerd uit den kamp, want ook de Roorasch-Katho-
lieke kiesvereniging, die in een ondoordacht oogen-
blik werd opgericht, verbeert in kwijnenden toestand,
zoo ze ook niet reeds ontbonden is. Ook voor
haar was geen reden van bestaan. Er zijn in den
Nederlandschen Staat geen uitsluitend protestant-
schegeen uitsluitend Roomsch-Kalholieke belan
gen, die het oprichten van dergelijk gekleurde kies
verenigingen billijken. Evenmin is dit in eene gemeente
het geval. Hetzij wij Roomsch, Protestantsch of wat
ook zijn. wij zijn allen Nederlanders en als .zoodanig
hebben wij een gemeenschappelijk belang: de welvaart
van land, volk of gemeente.
Wij begroeten dan ook met genoegen de ontbinding
eener vereeniging, die zich van een bepaald 'kerkelijk
standpunt in de verkiezings-aangelegenheden wilde
mengen. Wij beschouwen die ontbinding als een bewijs,
dat het gezond verstand ook den kiezers van die richting
den waren weg heeft gewezen en dat althans in onze
gemeente begrepen wordt, dat men bij verkiezingen
niet op geloofsbelijdenis of rechtzinnigheid in eenige
leer, maar op kunde, bekwaamheid en rechtschapen
heid in de eerste plaats te letten heeft. Bij de aan
staande verkiezing voor een lid in onzen Raad zal
deze omstandigheid zeker de keuze vergemakkelijken,
en althans vrijwaren voor die rampzalige, hartstoch
telijke tooneelen, waarvan vroegere verkiezingen zulke
treurige voorbeelden opleverden.
Met genoegen vernemen wij, dat einde
lijk en wel op aanstaanden Donderdag den
29 dezer, de plechtige uitreiking zal plaats vin
den van de acid zilveren medailles, die het
Hoofdbestuur van de Maatschappij tot Nut van
't Algemeen, op voordracht van het Departe
ment Goes, toegekend heeft aan even zóóvele
personen, die hier ter stede, naar de getuigenissen
hunner meesters, door buitengewone trouw zich
een reeks van jaren loffelijk onderscheiden heb
ben. Dat meei; dan éene Vereeniging zich wel
willend bereid verklaarde tot deze plechtigheid
te willen medewerken, is zeker een hoogst
verblijdend verschijnsel. En daar elk lid des
Departements vier personen kan introduceeren,
door daarvoor toegangkaarten bij den penning
meester, den heer Van der Bilt La Motthe,
aan.tevragen, twijfelen wij niet of de Directie
zal hare moeite beloond vinden in het ver
schaffen van een geuoegelijken avond aan een
talrijk publiek, en niet het minst in de ervaring,
dat zoodanige eereblijken een' goeden indruk
nalaten en tot getrouwe plichtsbetrachting velen
aansporen.
Z. M. heeft, met ingang van 1 Nov.
1874, benoemd tot griffier bij het kantongerecht
te Harderwijk mr. P. J. F. Van Voorst Vader,
thans griffi«r bij het kantongerecht te Waalwijk.
Uit Yerske wordt aan de Nieuwe Rotterd.
Ct. gemeld, dat bij den storm van eergisteren-
nacht, »de oesterput vau de heeren Verschoor
Van Nisse c. s. opnieuw op twee plaatsen door
gebroken is. De schade wordt op minstens'/4000
geschat. Het slib staat er minstens tien Ned.
duimen in, vele materialen zija onbruikbaar
geworden, de loods voor materialen is totaal ver
nield, kostbars eikenplanken zijn weggespoeld
enwanneer tij en wind zoo blijvendan
is de ramp niet te overzien, daar men dan
beducht is, dat de geheele dijk bezwijken zal."
Wij kunnen aan dit bericht moeielijk een
onvoorwaardelijk geloof hechten, aangezien van
dit ongeval hier weinig of niets gehoord is.
Onze gewone correspondent te Yerseke zal
ons waarschijnlijk op de hoogte kunnen helpen.
Z. M. heeft, op verzoek, eervol ontslag
verleend aan M. Van Strien, als gezworen van
den Willempolder (Noord-Beveland).
In de aanstaande najaarsvergadering der
provinciale Staten van Zeeland zullen 0. a. be
handeld worden een voorstel van- Gedeputeerde
Staten tot wijziging van het algemeen regle
ment voor polders of waterschappen in Zeeland
voorstellen van Gedeputeerde Staten tot wij
ziging der begrootingen van de enkel provin
ciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven
voor den dienst 1874 en 1875; idem tot toe
passing van art. 36 der wet op het lager on
derwijs.
Eergisteren stond voor het Provinciaal
Gerechtshof in Zeeland te recht Maarten Rin
kieroud 56 jaren, gewezen boekhouder in
de bank van leening te Zierikzee, thans ge
detineerd te Middelburg, ter zake van 1°. het
als ambtenaar in de verrichtingen tot zijn post
behoorende begaan van twee valscbheden, door
onderschuiving van valsche personen in akten,
en daarin valsche feiten als waar uit te maken
en het desbewust gebruik maken van die valsche
stukken; 2°. knevelarij, door ajs ambtenaar te
vorderen en te ontvangen hetgeen hij wist het
verschuldigde te buiten te gaan3°. moedwillige
brandstichting, waarbij te voorzien was, dat
eenig mensehenleven in gevaar was kunnen
gebracht worden4°. het opzettelijk verbranden
en vernielen van een akte van het openbaar
gezag; 5°. het als openbaar bewaarder ver
duisteren en aan hunne bestemming onttrekken
van gelden tot een bedrag van minder dan
3000 franken en beneden "debepalingen van
art. 170 van het wetboek van strafrecht; en
6°. het als ambtenaar bij eene stedelijke bank
van leening niet houden van boek, als de regle
menten vereischen, houdende achtereen en zon
der eenig wit tusschenbeide of eenigen tusschen-
regel, de ter leen verstrekte zaken en de namen
der leeners.
Van de 45 getuigen waren 2 niet verschenen.
Uit de verklaring van 3 getuigen bleek, dat
eens per jaar telling plaats had der panden, waar
toe gewoonlijk een der Pinksterdagen werd ge
kozen. De laatste telling was uitgesteld, deze
zou juist plaats hebben in de week volgende
op die, waarin de brand plaats had. De beschul
digde had geen personen onder zich, deed alles,
was geheel beheerder der kas; zijn functie was
uitsluitend beheerder der bank van leening.
De getuige mr. Fokker verklaarde,- dat hij den
beschuldigde had ondervraagd naar de open
vakken, die in de registers voorkwamen, waarop
de beschuldigde geantwoord had, dat hjj nog
geen tijd gehad had die in te vullen. Verder
gaf deze getuige inlichtingen aangaande den
plaats gehad hebbenden brand, het tekort in
de kas en deelde mede, dat de beschuldigde
speciaal verantwoordelijk was.
De beschuldigde was zeer kalm, verloor geen
oogenblik zijn tegenwoordigheid van geest en
trachtte alles in zijn voordeel te wederleggen.
In de zitting van gisteren is het getuigen
verhoor voortgezet. De getuige M. F, G. De
Kater gaf verklaringen omtrent zijne bevin
dingen na den brand. De beschuldigde had
hem gezegd, dat de oorzaak daarvan aan broeiing
van panden moest worden toegeschreven. Kwade
geruchten omtrent den beschuldigde hadden
getuige er echter toe geleid de directie der
Tielsche brandverzekering-maatschappij daar
van kennis te geven, hetgeen ten gevolge had,
dat deze twee inspecteurs naar Zierikzee zond.
Deze inspecteurs, als getuigen gehoord, ver
klaarden, dat aan zelfontbranding der panden
niet kon gedacht worden.
Vervolgens zijn nog 23 getuigen gehoord,
die hunne verklaringen omtrent verschillende
punten van beschuldiging bevestigden.
Heden wordt het geding voortgezet.
Uib Zierikzee schrijft menOnze toe
komstige landbouwschool is weder een schrede
nader aan haar totstandkoming gebracht. Er
is nl. door den inspecteur van 't middelbaar
onderwijs een concept-programma aan Burge
meester en Wethouders toegezonden, regelende
de vakken van onderwijs, de eventueele leer
aarsbetrekkingen enz. Er wordt voorgesteld
de landbouwschool met de H. B. School te
verbinden; de noodige gebouwen der laatste
zouden juist aau die der eerste grenzen. De
directeur der H. B. School alhier zou dan ook
als zoodanig voer de nieuwe inrichting optre
den, terwijl eenige heeren leeraars ook aan de
landbouwschool werkzaam kunnen zijn. Een
drietal of viertal nieuwe leeraars voor land
bouwkunde, natuurljjke geschiedenis enz. moe
ten dan nog worden aangesteld, 't Onderwijs
zou zich direct aan 't lager aansluiten en de
cursus driejarig zijn.
Naar aanleiding van het adres van inge
zetenen der gemeente Strijp omtrent de kerk
hof- quaestie, heeft de Minister van Binnenlaad-