BUITENLAND. GEMENGDE BERICHTEN, Tegen de nadering van 16 Augustus, den laatsten dag van de bedevaart naar Lourdes, verhaalde de Univers aan zijne lezers eene zoo wonderbare genezing, door bet beroemde water teweeggebracht, dat alle vroegere wonderen er bij in de schaduw staan. Eene vrouw, zoo zegt het blad, die aan eene vreeselijke en onher stelbare kanker in de borst leed, nam bij de bron een glas van het heilzame vocht, zette er even de lippen aan en wierp toen den in houd, na hare kleederen te hebben losgemaakt, over de borst. In een oogenblik sloot zich de geduchte wond en vertoonde een likteeken, zoo volkomen zuiver, of bet er al jaren ge zeten had. In een in Japan verschijnend blad leest men de volgende advertentie»te koop te Ka- makura een zeer schoon afgodsbeeld met zes armen, zuiver brons. Het beeld is 15 voet hoog en gegoten te Sheffield in Engeland. Men schrijft uit Triest aan de Pr. Volks- Zeitung »Aan het armen-bureau te dezer stede meldde zich dezer dagen een Nederlauder uit de pro vincie Overijsel aan, om ondersteuning te be komen voor de terugreis naar zijn vaderland. Hij was door den pastoor zijner woonplaats voor het Carlistische leger aangeworven en had van dezen 50 fr. reisgeld ontvangen, met de belofte dat hem, in de gelederen van Don Carlos getreden, nog 7C0 fr. zou worden ter hand gesteld. »De aangeworvene is werkelijk naar Spanje gereisd, heeft daar den slag bij Bilbao mede gemaakt en bekwam twee kogels in het been, maar de hem beloofde 700 fr. niet. De edele Don Carlos had de invalide eenvoudig wegge zonden, het aan hem overlatende, op welke wijze hij de terugreis naar zijn vaderland zou ondernemen. »De geestelijke werver is pastoor te Almelo, in de provincie Overijsel. Dat deze de 50 fr. niet uit zijn eigen zak gegeven heeft, behoeft niet betwijfeld te worden." De heer J. A. Paredis, bisschop van Roermond, heeft een zendbrief, gedagteekend op het feest van den H. Ignatiusuitgevaardigd, om in de kerken van zijne diocese voor te lezen, ten onderwerp hebbende de openbare school, waar het onderwijs door hem gods dienstloos en ongodsdienstig" genoemd wordt, terwijl hij de voorstanders van het openbaar onderwijs doet voorkomen als vrijdenkers, voltairianen of vrijmetselaars." Men verneemt, dat een zeer groot getal Joden naar Palestina verhuizen. Onderschei dene rijke Israëlieten zijn te Jeruzalem aange komen, en buiten de poort, aan den weg naar Jaffa, verrijst eene geheel nieuwe stad. KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS. Alsof er nog niet genoeg aideelingen van het Protestantisme in onzen omtrek bestonden, is dezer dagen onze gemeente er weder met eene vermeerderd, n 1. de Gereformeerde gemeente. Zij [werd jl. Viijdag avond bevestigd en haar kerkeraad geïnstalleerd door ds. Wetlemeijer van 's-Hage, terwijl gisteren morgen de Evangelist D. B. Van Smalen als predikant voor die gemeente is bevestigd. Bij de Herv. gemeente te Wolfaartsdijk zullen aanst. Zondag de openb. godsdienstoefeningen in het kerkgebouw, dat intusschen smaakvol geverfd is, her vat worden, nadat men gedurende 5 achtereenvolgende Zondagen zich met het schoolgebouw beholpen heeft. Ds. J. M.Rütte, sedert 22 Maart dezes jaars, pred. te Arnemuiden, heeft het beroep naar Maartensdijk, prov. Utrecht, aangenomen. Beroepen te Doesborgh ds. G. Doedes, predikant te Velzen. De Cand. A. Voorhoeve heeft, behalve het beroep naar Oosterland, nog zes andere beroepen ontvangen. Ds. J. Kromsigt, pred. te Kortgene, komt voor op het 3tal te Fijnaard c. a. Ds. H. Vermaas, sedert 1870 Em. pred. van Ga- pinge, thans te Kralingen woonachtig, stelt zich be roepbaar en is bereid in vacante genieenten eene pre dikbeurt waar te nemen. Ook ds. J. 11. Van Rossem, gepensioneerd O. I. pred. en nu sedert 1858 als bui tengewoon vierde pred. te Amersfoort, stelt zich be roepbaar, liefst waar men hem een gezonde, ruime, al zij het dan ook zeer eenvoudige, pastorie verschaffen kan. De Cand. J. Contant heeft voor het beroep naar de Chr. Geref gemeente te Heinkenszand bedankt. Als een bijzonderheid bij gelegenheid van het 50jarig jubilé van den heer Kijlstra, pred. te Rauwerd, 'deelt men mede, dat in de laatste honderd jaren daar slechts twee predikanten onafgebroken geweest zijn, namelijk ds. Lieftinck van 1774 tot 1824 en van 1824 tot nu de tegenwoordige predikant. OPENBARE VERGADERING VAN DEN KA AO «Ier «ËMEKXTE ftOKS, op MAANDAG den 31 AUGUSTUS 1874, des namiddags te 2 uren. Voorzitter: de heer mr. M. P. Blaaubeen Tegenwoordig 10 leden en de Secretaris Afwezig: beiden met kennisgeving wegens verblijf huiten de gemeente, de heeven mr. J. A. Van Hoek en J. A. A. Fransen Van de Putte; 1 vacature. I. l)e notulen der vergadering van den 24 Aug. jl. worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt mededeeling gedaan der navolgende in gekomen stukken: a. de begrooting van het Gasthuis voor 1875 met memorie van toelichting en begeleidende missive van het bestuur, waarin het kennis geeft, dat het voor nemen bestaat, om weldra een voorstel te doen tot gedeeltelijke verbouwing van het gesticht, waarom op deze begrooting alleen de noodzakelijkste kosten van onderhoud ziju uitgetrokken. De begrooting wordt gerenvoyeerd aan de fin. comm. om onderzoek, rapport en advies. b. bericht der Commissie van toezicht op de in richtingen van middelbaar onderwijs, van den uitslag der toelatings- en her-examens, dat heden gepubliceerd wordt. III. Alsnu wordt de gemeenterekening over 18/3 in behandeling genomen. Het rapport der lin. commissie, waarin wordt, ge roemd de zorgvuldigheid, waarmede liet stuk is op gemaakt en geconcludeerd tot goedkeuring, wordt gelezen. De rekening wordt daarna voorloopig vastgesteld: in ontvangst op94,163.721 in uitgaaf op- 90,689.13^ alzoo met een goed slot van 3,474.59 De vergadering is daarna gesloten. De regeering van Frankrijk zij moge dan al, gelijk sommige bladen vermoeden, niet zoo ongaarne de ontvluchting van Bazaine ge zien hebben, als dit behoorde verzet zich tegen elke manifestatie, geschikt om belang stelling in Bazaine op te wekkenzoo b. v. werd in deze week de Illustration in boslag genomen, omdat zij afbeeldingen bevatte, voor stellende het fort Ste.-Marguerite, de inhechte nisneming der bewakers, mevr. Bazaine en de heer Ruil zich inschepende bij de punt de a Croizette, en het gebruik maken van het touw. De uitgave van het nommer der Illustration werd echter weder vergund, toen uit die gra vuren waren weggenomen al de figuren, die de personen voorstelden. Niemand ontkent aan de echtgenoot van den ontvluchte de eer en den roem, een schitterend blijk van huwelijks liefde, zelfoppering en moed gegeven te heb ben doch door al het gebeurde wordt Bazaine persoonlijk niet belangwekkender, en de sym pathie van enkelen voor hem zal vermoedelijk ook verflauwen, indien hij, zoo als een der Parijsche ochtendbladen meldt, van de vrijheid welke hij zich verschaft heeft, gebruik maakt om tegen de generaals, die onder hem en gelijktijdig met hem gediend hebben, Mac Ma lton zelfs niet uitgezonderd, de beschuldigingen te richten, welke tegen hem waren aangevoerd en zijne veroordeeling ten gevolge hadden. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de prefecten een circulaire gezonden, hou dende dat, volgens het besluit van II Febr. 1852 (een besluit van Napoleon IIIuit de eerste dagen van het tweede keizerrijk), geen enkele photographie, lithographie en gravure afgedrukt en in den handel gebracht mag worden, tenzij de proef er van te Parijs door den mi nister en in de departementen door de prefec ten zijn goedgekeurd. Bovendien mag geen enkel exemplaar worden verkocht, zonder voor zien te zijn van een los zegel, ten bewijze dat tot den verkoop vergunning is gegeven. Een besluit van den vader wordt dus in praktijk gebracht tegen de verspreiding van portretten van den zoon. Den 25 dezer is aan de Belgische grenzen weder eene zoogenaamde eere-zaak met de wapenen uitgemaakt. Dezen keer waren het geen Franschen, zoodat het blijkt dat er onder andere natiën ook nog duel-gekken zijn. (Helaas! ook in Nederland). Het waren namelijk twee personen, expresselijk over zee gekomen om in Europa elkander op een blauwe boon te trak- teeren en het is goed de namen in de kroniek te bewaren, opdat een iegelijk zich voor de losgebroken waanzinnigen kunne wachten: Fevier del Contoredacteur van een te New- York in het Spaansch verschijnend blad, en Pio Ilesado, die zijnen naam niet te best eereu doet, want als duellaut blijkt hij vroom noch rooskleurig. De eerste kreeg de boon iu de borst, en zijn leven is niet zeker. Men ziet, er mochten wel wat strengere preventieve maat regelen tegen de duel-epidemie worden genomen. Wij leven toch in een tijd van allerlei, vooral ook internationale congressenhet ware niet kwaad, dat ook dit onderwerp eens op zoo danige bijeenkomst werd ter sprake gebracht, of men er dan nog verder meê zou komen dan praten? Het is met al die congressen nog misschien wel hetzelfde als in de eerste christen eeuwen met de congressen van dien tijd, nl. de kerkvergaderingen, waarvan een oudvader getuigde, dat er nog nooit eenig deugdelijk practisch resultaat vau gezien was. Er is en wordt bij voortduring veel geschreven over de gevangenschap" vau den S.'aus. Het kan daarom zijn nut hebben den kerker te kennen, waarin het hoofd der kerk zijn verblijf houdt. Wij vinden in da Correspondance franco- italienne de volgende mededeeling: »Thaus, nu de opmerkzaamheid van het publiek gevestigd is op het ongelukkige lot van deu vrijwillig- gevangene op het Vatikaan, kan het misschien van belang wezen aan de wereld in herinnering te brengen, dat de gevangenis van het Vatikaan grooter is dan de republiek San Marino, dan de republiek Audore en dan het vorstendom Monaco, want het Vatikaan bevat: 2 kapellen (de Sixtijnsche en de Panlinische, 15 groote zalen, 20 ruime open plaatsen, 218 corridors, 8 monumentale trappen, 228 gewone trappen, 11,500 kamers, zonder te spreken van de heer lijke bibliotheken, tuinen, musea enz., en van een speciale telegraaflyu tusschen Italië en Frankrijk, welke ter beschikking van den ge vangene is gesteld. Voorts moet men niet ver geten, dat Pius IX ook Giovanni Laterani en voortreffelijke land-paleizen bezit, waar hij van de vermoeienissen van het pontificaat kan uit rusten." Dat de Rijkskanselier vau JDuitschland niet de algemeene sympathie zijner landge- nooten bezit, bewijst bet volgende bericht. De Kreuzzeitung begint een zeer vijandigen toon aan te slaan tegenover Bismarck. Tot dus verre heeft geuoemd blad zich bepaald tot eenvoudige aaumerkiugeu op de poïi.iek van den Rijkskanselier; nu echter bevat het orgaan der feodale partij in een opstel, getiteld Bis- mareks tijdvak en het leger, een onbewimpelde akte van beschuldiging tegen hem. Hem wordt verweten, dat hij ongerustheid in de gemoe deren strooit en de grondslagen van den Staat ondermijnt, en als misdaad wordt het hem aangerekend, dat hij bij de nieuwe militaire organisatie den diensttijd, voor het vrede-effec- tief tot zeven jaren heeft doen verkorten. De Kreuzzeitung beschuldigt Bismarck, van het koninklijke leger een parlementair leger te hebben gemaakt, en hierdoor aan Pruisen en Duitschland meer kwaad te hebben gedaan dan een ministerie-Lasser" of een ministe rie Schultze-Delitzscli'' zouden hebben kunnen doen. De Engelsche bladen daarentegen bevatten het bericht der toezendiug van een Herrinne rings-Album aan den Rijkskanselier, waarop Bismarck o. a. het volgende geantwoord heeft: »Het werk was mij juist ter hand gesteld, even vóór dat een misdadige^ de po ging deed om aan mijnen arbeid ten dienste van de menschheid een einde te maken. Gods bevel luidde anders. Ik hoop met Gods hulp, en door Engelands sympathie aangemoedigd, door de Vaderlandsche zaak gelukkig heen te worstelen." De politie te Verviers lieelt de werkzaamheden ge stoord van een viertal dames, die in haar zucht tot gelijkstelling der zwakkere kunne met de sterkere, wat al te ver gingen en dat alleen om wat kanten en shawls! 't Was wel jammer; ze werkten anders zoo lief zamen, die vier schoonen; ze gaven zoo'n heerlijk voorbeeld van de verzustering der nationa liteiten die beide Dnitschen, die zwart-oogige dochter van Frankrijk, die gezette Vlaamsche schoone. En daar komt nu de onverbiddelijke politie dien een- drachtsband verstorendoor een louter toeval echter»

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 2