1874. N°. 91. Dinsdag 4 Augustus. 613te jaargang.
PATENTEN.
Vertrek der brievenmail naar Oost-Iudië:
Verwachtingen en wensohen.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avonduitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
COURMT.
Gewone advertentiën worden a 10 c. per regel' geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8regels a/1,—
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald 20 c.
l».
De BURGEMEESTER van GOES brengt ter kennis
van de ingezetenen dezer gemeente, dat de PATENTEN
over het dienstjaar 1874/5, loopende van 1 Mei 1874
tot uitimo April 1875 aangevraagd bij de primitieve
beschrijving ingevuld gereed liggen, en tot hunne
afgifte ter secretarie zal gevaceerd worden: van Dins
dag den 4 toten met Woensdag den 19 dezer maand,
uitgenomen des Zondags, dagelijks van des voormiddags
9 tot des namiddags 2 uren.
Wordende de belanghebbenden vermaand om die
afhaling in persoon te verrichten en zich den be
paalden tijd ten nutte te maken, ten einde van alle
kosten bevrijd te blijven, vermits volgens art. 2 van
Z. M. besluit van den 17 October 1820 de onafgehaalde
Patenten of de afschriften daarvan door oenen Deur
waarder der Directe Belastingen onverwijld aan de
Patentplichtigen moeten worden uitgereikt tegen be
taling van 10 cents, waartoe dan den 20 dezer en
volgende dagen zal worden overgegaan.
Goes, den 3 Augustus 1874
De Burgemeester voornoemd,
M. P. BLAAUBEEK.
POSTEHIJEN.
Via TRIEST, 4 Augustus 1874;
Via MARSEILLE, 6 Augustus 1874.
POST ERIJ EIV.
Staat van brieven, verzonden door het Post
kantoor te Goes, waarvan de geadresseerden op
de plaats van bestemming onbekend zijn.
Over de tweede helft der maand Juni 1874.
Ten postkantore Goes.
H. Van AntwerpenBorsselen. Mej. Hiele,
Middelburg. M. Rijk, Zoetkamp.
Wij schijnen aan het einde te zijn van de
ministeriëele crisis. Althans, waar wij de pen
opnemen om eenige regelen daaraan te wijden,
ligt voor ons het bericht, dat de lijst gereed en
aan den Koning opgezonden is.
Er is geene reden om iets anders te verwaèh-,
ten, dan dat weldra een koninklijk besluit het
geboorteuur van het nieuwe kabinet bepaalt.
Een mmisXent-Heemskerk dus zal de moeielijke
taak aanvaarden, om het schip van den Staat,
na eindeloo^e slingeringen, in veilige haven te
brengen.
Of wij deze oplossing hadden gewenscht?
Zeker neen! Nog altijd meenen wij, dat eene
Kamerontbinding, met hoevele bezwaren ook
verbonden, de eenige weg zou geweest zijn, om
eene zuivere oplossing te verkrijgen. In de ge
schiedenis van ons parlement vinden wij geene
bepaalde aanwijzing, dat het altredend kabinet
voor de conservatieve partij wijken moest en het
was dus niet, zooals anders wel eens, uitge
maakt, dat juist aan deze het bewind moest
worden opgedragen.
De oorzaak toch, dat in de laatste jaren wei
nig of niets tot stand is gebracht, dat de liberale
richting als 't ware krachteloos»., scheen, is niet
aan het ministerie, dat tal van dringende zaken
tot afdoening heeft trachten te brengen, maar
aan de Kamer te wijten, die met eene soort
cynisme aan de eene, met eene soort van indi—
vidueele halsstarrigheid aan de andere zijde, de
voorstellen van het ministerie verijdelde en den
weerzin der natie opwekte.
Intusschen, wij moeten berusten en meenen,
dat het aller roeping is om met kalmte afte-
wachten de dingen die komen zullen, dat het
weinig vaderlandslievend zijn zou de gemoederen
onrustig te maken alleen, omdat eene niet on
gewettigde vrees ons voor de toekomst bevangt.
Iets anders is het, met het oog op feiten,
de vraag te beantwoordenwat kunnen wij ver
wachten?
Naar onze bescheiden meening heeft het aan
staande kabinet weinig waarborgen van duur
zaamheid, tenzijdoch laat ons eerst
rekenschap geven van den grond waarop onze
verwachting steunt.
Het is allen bekend, dat de conservatieve
partij in den laatsten tijd zeer is verzwakt, zoo
wel in de Kamer, als daarbuiten. Wat tegen
over het liberale beginsel staat, is in veelkleu
rige fraetiën verdeeld. Door de tijdelijke en licht
te verbeuren gunst van dezen zijn nog enkele
conservatieven in genade aangenomen, maar het
is niet te ontkennende conservatieve partij is
geene beduideude macht meer in onzen Staat.
En al was zij dat ook tijdelijk nog, wij zou
den haar daarom nog niet duurzaam achten.
Het conservatief beginsel ten onzent is iets halfs,
iets middenman-achtigs. Het beweert in den
waren zin liberaal te zijn. en het sluit zich-hier
en daar aan de Jievigste tegenstanders van het
liberalisme aan. Reeds daarom kunnen wij het
geene levenskracht toekennen. En de geschiede
nis heeft bewezen, dat het die werkelijk niet bezit.
Maar indien al de kracht dier partij grooter
ware, dan zouden wij nog voor dit kabinet
vreezen, daar het niet zuiver conservatief is,
geene zuivere meerderheid in de Kamer heeft
en aan geene der illiberale fraetiën zal voldoen.
Vreemd voorzeker mag het heeten, dat een
paar ministers uit het liberale kabinet onder
andere vlag gaan varen. Zij waren niet op hunne
plaats of zij zijn het nu niet.Evenmin verklaart
zich het samenzijn van een volbloed anti-revo
lutionair met twee conservatieve tegenstanders.
Er moet hier aan transactie worden .gedacht en
deze is de eerste stap tot ontbinding.
Zoomin in als buiten de Kamer zal men tevre
den zijn. De ultramontaansche partij is schraal,
zooal, in het kabinet Heemskerk vertegenwoor
digd. De anti-revolutionairen zien, ja, een hunner
corypheeën daarin opnemen, maar wat is dat,
waar zij ons dagelijks luide verkondigen, dat
zij de ware uitdrukking zijn van den geest der
meerderheid onzer bevolking?
En wat zal het zijn als de wederbeproeving
eens uitwerkt, wat langs geen anderen weg
scheen te kunnen verkregen worden, als de libe
ralen in de Kamer zich vereenigen en daardoor
weder sterk worden?
Alles, dunkt ons, wijst ev henen, dat er geen
lang leven aan dit kabinet kan worden toege
kend, tenzij óf een kunstmiddel worde aange
wend óf wat wij liefst zien zouden einde
lijk eens de partijgeest wijke voor het waarachtig
belang van den Staat.
Wat wij door het kunstmiddel bedoelen, is
licht te begrijpen. Wij zouden er misschien niet
aan denken, indien wij niet te doen hadden met
een man, die eenmaal getoond heeft voor geene
gevaarlijke kunstbewerking terug te deinzen.
Nu moet het wel onder de mogelijke dingen
worden opgenomen, dat de heer Heemskerk het
nog eens met eene kamerontbinding wagen zal.
De jaren maken den roekelooze wel eens
bedaard, maar eerzucht en gehechtheid aan wat
men heeft, worden dikwijls meer overwegend,
naarmate men langer daaraan hechtte.
Het is waar, wij die nu eene ontbinding der
kamer hadden gewenscht, zouden kunnen gerekend
worden haar niet te zullen afkeuren als zij door
den heer Heemskerk werd beproefd. Maar men
onderscheide wel of zij ondernomen wordt, om
in een oogenblik van onzekerheid de kiezers te
laten beslissen dan wel, of zij het middel is, dat
aangegrepen wordt om eene partij te versterken.
In het laatste geval en zoo was het eenmaal
bij de Hemskerhche ontbindingen gaat zij
gepaard met allerlei pressie, omdat zij de stroo-
halm van den drenkeling is. Nu had zij de ge
tuigenis van zelfstandig en krachtig leven kunnen
geven.
Doch ook zonder zoodanige schokkende mid
delen is een oplossing denkbaar en wij achten
dit in de gegeven omstandigheden de aangewe
zen weg.
Het nieuwe kabinet onthoude zich yan maat
regelen, die zeker aan deze of gene partij zeer
aangenaam, maar daarom aan anderen hoogst-
onaangenaam zouden zijn. Herziening en wijziging
van wettendie reeds in het volksleven zijn
ingeweven, zou slechts tot bitteren strijd aan
leiding geven en niets verbeteren. Er is genoeg
te doen, dat buiten den partijstrijd blijven kan,
dat dringend noodig is en dat, zoo het door het
ministerie met tact wordt aangegrepen, het meest
geschikte middel zijn kan om de aandacht op
het meest noodige gericht te houden. Als het
nieuwe ministerie dien weg bewandelt, behoeft
de liberale partij het niet vijandig tegen te treden.
Zij neme het goede aan van wie het ook komt
en wellicht is de tegenwoordige toestand juist
het geschikte middel oin eene vernieuwde, krach
tige liberale partij te vormen.
Als de leden der Kamer tevens begrijpen
mochten, dat zij niet komen om eene partij te
dienen of hunne subjectieve meeningen te laten
gelden, maar om het land te dienen èn het volks
belang te bevorderen, dan zou ook in deze de over
gang ten goede kunnen werken. Bij alle par
tijen bestaat in dit opzicht schuld.
Mochten wij dan in dezen stand der zaken
verlost worden van die partij kleurige redevoe
ringen, die de discussiën noodeloos verlengen
en de gemoederen verbitteren, bovenal van die
eindbesluiten, die alleen door hartstocht of voor
oordeel worden ingegeven. Als de Kamer het
goede zonder aanzien des persoons wil en dat
geschiedde tot heden niet dan kan er eene
samenwerking geboren worden die te gelukkiger
zijn zou, omdat ze zoolang vruchteloos werd be
geerd. Wij betreuren het aftreden van meer dan
een hoogst verdienstelijk minister uit het kabinet
De Vries'—Van 'de Putte, inaar wij zouden het
evenzeer betreuren als hunne opvolgers geoordeeld
werden, v,óór" zij door daden" spraken. Gemeen
overlegSchoone klank, waarmede men zoo vaak
ons naderde, mocht gij eindelijk eens het kenmerk
worden van eene Nederlandsche regeering, die
de spreuk ^Eendracht maakt macht" onder have
schoonste overleveringen telt
Maar ook buiten de Kamer wenschen wij eene
kalme bejegening voor het nieuwe kabinet, als
het aan den rechtmatigen eiseh zoekt te beant
woorden. Om het even of wij onze geestverwan
ten in het ministerie zien of nietom het even of
wij al dan niet vertrouwen stellen in enkelen die
thans aan de groene tafel gaan plaats nemen, laat
ons het oordeel opschorten en zien wat de toe
komst brengt. Naar onze meening kan alleen
loutering, zuivering^ van den bestaanden toestand
geboren worden en die is hoogst wenschelijk
ook in het belang onzer eigene partij.
Wij treden het nieuwe ministerie dus niet
vijandig tegen. Als het zijne taak wel begrijpt
en uitvoert, dan kan het in de gegeven omstan
digheden niet vruchteloos een tijd lang het roer
van Staat in handen houden.