I 1874. N°. 87. Zaterdag 25 Juli. 613te jaargang, op Maandag den 27 Juli 1874, Het voorstel der fiuanciëele commissie io zake den Hoofdelijken Omslag. BliMNENLANDSCHE BERICHTEN. GOESCDE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vbijdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. COURMT. Gewone advertentiën worden a 10 c. per regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8regels a/1,— Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald 20 c. OPENBARE VERGADERING van den BHD der O G M G lü IV T K GOES, des avonds te 7 uren. Goes, den 24 Juli 1874. De Secretaris, HARTMAN. punten van behandeling: I. Mededeelingen, ingekomen stukken. II. Overlegging der rekening van den gemeente ontvanger over 1873, met verantwoording van burg. en weth.en een ontwerpbesluit tot voorloopige vaststelling. III. Vaststelling van het suppletoire kohier van den hoofdelijken omslag. IV. Voorstel van de commissie van toezicht op de inrichtingen van middelbaar ouderwijs, omtrent de vervulling der vacature van leeraar aan de burger-avondschool, ontstaan door het eervol ontslag aan den heer J. D. Van den Berge. V. Beslissing, welk stelsel voor de heffing van den hoofdelijken omslag zal worden aangenomen. Door de financiëele commissie onzer gemeente is aan den Raad voorgesteld den aanslag in den Hoofdelijken Omslag op eigen aangifte te doen plaats hebben, met ambtshalve verhooging van degenen, die zich te laag aangeven en ambtshal- ven aanslag van degenen, die in 't geheel geene aangifte doen. Na wat wij over neigen aangifte" in ons nom- mer van 9 Januari 1873 hebben geschreven, zullen wij daarover thans niet breed uitweiden. Wij erkennen, dat, wanneer algemeen eigen aan gifte werd gedaan, de burgerij er voordeel van zou hebben. Er zou toch, naar ons inzien, een veel grooter belastbaar inkomen worden aangegeven dan nu belast wordt. Nemen wij aan, dat nu bij een omslag van ƒ27000,—gemiddeld 4 wordt geheven, dan zou door de 1200 aangeslagenen in Goes te zamen jaarlijks slechts 675000,— inkomen worden ge noten, of ruim ƒ560,— per persoon! Dit cijfer komt ons zoo miniem voor, dat wij durven stellen, dat bij eigen aangifte ongeveer het dubbel inkomen zou blijken te bestaan, waardoor de beffing in percenten natuurlijk zooveel minder zou worden; eene vermindering, die niet anders dan ten voordeele der kleinere burgers en van de weinigen, die nu juist zijn aangeslagen omdat bun inkomen bekend is, komen kan. Bovendien moet bet erkend worden, dat eigen aangifte er toe leiden zou om beter orde op zijn eigen zaken te stellen. Was die aangifte verplich tend, even als ze dat is voor de personeele en de patentbelasting, men zou genoodzaakt zijn, jaarlijks een overzicht te maken van den stand zijner zaken, en menigeen zou daardoor tijdiger de klippen ontdekken, waarop zijn handel of nering wellicht later te gronde gaat. Maar de zedelijke en praktische bezwaren voor een aanslag op eigen aangifte zijn niet minder groot dan de voordeelen. En voornamelijk hebben wij hierbij op bet oog het bezwaardat de be lastingschuldigen onderling als 't ware de beoor deelaars van elkanders aanslag worden; dat, willen wij niet bij onze mede-aangeslagenen onder verden king van oneerlijkheid liggen, wij als 't ware zedelijk verplicht zijn aan dezen uitleg te geven van alle invloeden die op ons inkomen werken en alzoo heel wat zaken openbarendie men liever ver zwegen wilde hebben. Maar al konden wij ons geheel vereenigen met bet denkbeeld van eigen aangifte, dan nog zouden wij niet mede kunnen gaan met het plan der fi nanciëele commissie, zooals bet daar ligtomdat hetonzes inziens hinkt op twee gedachten, strijdig is met de billijkheid, en strijdig met de wet. De financiëele commissie wil eigen aangifte met ambtshalve verhooging, voor wie hunne aangifte te laag doen en met ambtshalven aanslag, voor wie in 't geheel geen aangifte doen. Wij kunnen ons voorstellendat men isöf voor eigen aangifte, öf voor ambtshalven aanslag; maar in 't voorstel zijn beide beginselen gehuldigd. Nu weten wij wel, dat de financ. comm. den ambtshalven aanslag slechts als middel van con- trainte en bij gebrek aan beter behoudt; maar door hem toetelaten, blijft bij bij bet andere stel sel, eigen aangifte, bestaan. Die tweeslachtigheid van bet voorstel zal dan ook wel de oorzaak zijn, dat het met eene zekere onverschilligheid door de burgerij wordt bejegend. Het wil eigen aangifte, maar 't laat ook vrij om geen aangifte te doen. De tegenstanders behoeven zich dus niet in 't harnas te steken. Immers, zoo redeneeren velen, de aanneming kan volstrekt geen kwaadlaat eigen aangifte doen wie willenik voor mij wil de zaak wel eens aanzienbevalt zij mij, dan doe ik 't ook en zoo niet. 't is geen verplichting. Een stelsel, waarbij de belastingschuldigen zóó redeneeren kunnen, komt ons ten eenenmale on aannemelijk voor. Belastingen moeten er zijn. Berus ten zij op billijke grondslagen en verhoudingen, dan moeten ook overigens de voorwaarden en verplich tingen voor allen gelijk zijn. Wellicht beroept men zich op de onmogelijkheid van velen om die eigen aangifte te doen. Wij nemen die onmogelijkheid^ aan. Maar wat verhin dert de eventueele commissie om, indien de aan gifte verplichtend is, die onkundigen voor te lichten en bij hunne aangifte behulpzaam te zijn? 't Zou zeker in 't belang van den betrokkene wezen, wan neer de commissie voor den Hoofdelijken omslag iemand, die zijn eigen rekening niet kan opmaken, daartoe den weg wees. Bovendien moet men niet voorbijzien, dat, stelt men de aangifte facultatief om den wille der on kundigen ook de onivïlligen van dat voorrecht gebruik zullen en mogen maken en die omstan digheid brengt de zaak in strijd met de billijkheid. Wij namen aan, dat bij eigen aangifte bet aan te geven inkomen bet dubbel van bet tegenwoordig aangeslagene zou bedragen. In dat geval kunnen zij, die eigen aangifte doen, grootendeels de dupe van de historie worden. Zij toch zouden zeker een hooger inkomen opgeven dan waarvoor zij nu zijn aangeslagen. Doet nu het grootste gedeelte, en daaronder de vermogenden, eigen aangifte, dan kan er, op grond van bet hooger aangegeven inkomen, vermindering van te beffen percenten en dus voor zooveleu als nu juist zijn aangeslagenvoordeel ontstaan. Maar steldat slechts een klein gedeelte, en daaronder niet de vermogenden, eigen aangifte doetdan kan bet percenten-cijfer weinig of geen vermindering on dergaan en zij, die eigen aangifte hebben gedaan, beloopen dan alleen de kansom meer te betalen. Zoolang een stelsel op een dergelijken willekeurigen grondslag rust, kan dat stelsel niet goed zijn. Zoolang de een eigen aangifte doet en de ander niet, is geen juiste aanslag denkbaar en onwillekeurig zal men tot grootere onbillijkheden gevoerd worden dan nu bestaan. Bovendien ach ten wij bet in een belastingstelsel niet wensche- lijk, dat het rust op opgaven, die al of niet naar het bon plaisir der belastingschuldigen, gegeven kunnen worden. Een gedeelte van het plan komt ons bovendien voor in strijd met de wet te zijn. De commissie wil ambtshalve verhooging van de genen, die zich te laag hebben aangegeven. Zonder meer? Wij gelooven, dat de commissie bet daarbij niet mag laten. Art. 271 der gemeentewet stelt zelfs de poging tot ontduiking van plaatselijke be lasting strafbaar. En wat is nu te lage aangifte anders dan eene poging tot ontduiking van belas ting? Wij behoeven dit niet breeder toe te lichten. Zoodra men, om daarop een aanslag te regelen, iemand eene opgave vraagt en hij doet die opgave bij die voorwetenschap te laag, dan tracht bij, dan doet hij eene poging om belasting te ontduiken. Het komt ons voor, dat eenvoudig ambtshalve ver hooging, zonder toepaging van ^jjjbedreigde straffen, niet nereenigbaar is Ümet getoemd artikel der wet. Zoodra de commissie eene aPB^balve verbooging toepast, stelt zijwiiok den betrokkene strafbaar; althans zal zij te onderzoeken hebben of aab dwa ling of aan opzet moet worden gedacht. ï3i om 't zedelijk gewicht dezer aangelegenheid vest%en wij hierop bepaaldelijk de aandacht der voorstellers. Wij hebben de overtuiging, dat deze alleen door 't belang der ingezetenen en der gemeente zijn ge ïnspireerd geworden tot bet doen van hun voorstel, en met genoegen wjjzïui wij er op, hoe onze tegen woordige raadslederi teekenen van werkzaamheid en leven geven. En' daarom doet bet ons leed, met dit voorstel niet geheel te kunnen meegaan. Algemeene eigen aangifte is een idealistjhch denk beeld in belastingzaken, doch ook uiteenals zij algemeen is. Indien dan ook de meerderheid in den Raad beslist, dat de Omslag voortaan op eigen aangifte zal gebazeerd worden, dan hopen wij, dat ook naar middelen zal worden omgezien om die aangifte verplichtend voor allen te doen zijn en dat men dan ook niet schroomen zal om op de over treders die straffen toe te passen, welke de wetvoor- schrijft. Eigen aangifte, wij herbalen bet, heeft veel goeds in zichmaar wil bet voordeel daarvan werkelijk genoten worden, dan moet ieder contri- buabele die aangifte naar plicht en geweten doen, en de een zich geen voorrecht boven den ander kunnen toeëigenen. Is die verplichte aangifte niet mogelijk, dan geven wij de voorkeur aan eene grondige herziening van het bestaande stelsel, met wegneming van de gebreken, die bet ontegenzeg gelijk aankleven. GOES, den 24 Juli 1874, Bij bevelschrift der rechtbank alhier van 20 Juli jl. zijn naar den heer Procureur Ge neraal in Zeeland verwezen Samuel Bobbe, koop man te Neuzen, en Sara Bobbevrouw van H. Kunstenaar te Neuzen, thans alhier gedetineerd, ter zake, dat de tweede in de maand September 1873 van hare zuster Jaantje Bobbe, wonende te Brusselheeft ontvangen een pak waarin zich bevonden 24 valsehe biljetten, ieder van 1000franken van de Natkmale Bank; dat zij, wetende dat die biljetten valsch waren, daarvan vijf stuks op verschillende tijden op het laatst van 1873 en in het begin van 1874 heeft ge geven aan den eerstgenoeraden, om die door hem te doen uitgeven dat de eerste die vijf biljetten, wetende dat zij valsch waren, tegen inwisseling en betaling heeft uitgegeven als volgt: twee biljetten op verschillende dagen in den loop van den winter 11. bij den notaris Bereken te Neuzen; een biljet op het laatst van De cember of het begin van Januari jl. bij J. De Jonge te Neuzen; een biljet op 10 of 11 Ja nuari jl. bij D. Scheele te Nenzeneen biljet op 21 Februari bij J. Dieleman te Neuzen. Het bevelschrift der arrondissements rechtbank alhier, waarbij de notaris V,ge vestigd te Sas van Gent, thans gedetineerd te Goes, naar den procureüt-generaal bij het provinciaal gerechtshof van Zeeland is verwezen, bevat de volgende aanklacht tegen den bedoel den gedetineerde: dat hij op 2 Juli 1874, des namiddags te half acht uur, ten huize van P. J. B. Kieboom te Westdorpe, in zijne betrekking als notaris, heeft verleden een akte, zijnde een wisselpro test; dat hij in die akte met opzet in strijd met de waarheid heeft vermeld lo- »van welken wisselbrief de aanneming tot betaling werd afgevraagd, waarop door haar de wisselbrief is betaald, doch de kosten ge weigerd te betalen, verzocht haar antwoord te teekenen, heeft na gedane voorlezing alhier

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 1