BUITENLAND. in het hart mogen hebben s „maak my bekend met mijne ellende, met mijne boezemzonden I" is sprekers begeerte. Deze dag zy een dag van wedergeboorte. Moge niemand doof zijn voor de roepstem des Hee- renDat aller ziel zich verblijde in de zegeningen Gods! Werpe ieder zich neder in barmhartigheid en betrede by een nieuwen weg, gelijk een kind dat ge boren wordt. Dan zal ook de barmhartigheid Gods niet ontbreken. Na het gezang zeide spreker nog een praktisch Verzoek te moeten doen. Er is door de commissie voor inondbehof ften gezorgd. Er wordt genoeg gedronken, maar spreker verzoekt, dat men zich ook over de kadetjes ontferme, dewijl deze anders niet verkocht worden. Te 3>/t uren trad op spreekplaats no. 1 ds. VER- HO liFF uit Maassluis op. Door 's sprekers zwakke stem ging veel van zijne toespraak verloren. Hij wenschte laag bij den weg te blijven en daarom te spreken over 't Christelijk ouderwijs, dat een zaak laag bij den weg is. Maar ook Jezus had zich het kleine aangetrokken en daarom was t voor spreker eene eere laag bij den weg te blijven. De Christelijke school was, volgens spreker, de groote onbekende in onzen tijd. Nochtans bekleeden de onderwijzers een goddelijk ambt, en op hen vestigt zich de hoop der toekomst. De schoolquaestie is thans druk aan tie orde. Zij is onwillekeurig gerezen uit eene zee van andere staatsquaestiën. Met de Christelijke school valt of staat dan ook het Christelijk Nederland. Maar de groote meer derheid verstaat niet, wat met Christelijke school be doeld wordt. Dat is niet om den Bijbel op school te brengen daartoe is de Bijbel te goed. Het is ook niet om den godsdienst als een afgezonderd leer vak op de school te brengen. Neen, het onderwijs moet doortrokken zijn van het Christelijk beginsel als een zuurdeesem. Dat is het doel van het Chris telijk onderwijs. Vroeger leerde men van „brave llendrikkeu" en „goede Maria's". Maar zulke kin deren hebben nimmer bestaan. En dat is ook de bedoeling niet, mits men slechts de Christelijke op voeding niet vergete. Volgens spreker bestaan er groote machten, die bestreden moeten wordende groote moderne macht in onze maatschappij en de groote macht van het pausdom, van bet ultramomanisme. Spieker was eerlijk genoeg om te zeggen, dat ook onder zijne eigene geestver wanten tegeustanders van de Christelijke school waren, omdat zij voor het oude zijn en haar een twistappel onder de Christenen achten. En dat is ook waar, zegt spreker. Als God een kerk bouwt, bouwt de duivel er eene kapel naast, heeft Luther gezegd. Men kan dit dagelijks opmerken. En de inenschen zijn rustlievend; daarom willen zij de Christelijke scholen maar daarlaten, om geen twisten en haarklo verijen te hebben. Ook het geld is een bezwaar tegen de Christelijke school. Monod heeft een preek uitgegeven waarvan de strekking was, dat de gehechtheid aan het geld de zonde van vroom en onvroom was. Voor 't Christe lijk onderwijs is geen geld genoeg, terwijl de staatsschool uit de ruime beurs der gemeente wordt onderhouden. Spre ker doet een beroep op het geweten en op de belofte der ouders, bij deu doop afgelegd. Hij zou verheugd ziju, als men voor de Christelijke scholen geld genoeg had en rneu er de kinderen bracht. Anders zal de wereld op die kinderen beslag leggen. De leuze van onzen tijd is: vooruit! maar 't is een vooruitgang op deu weg van geld verdienen, op den weg der weten schap, die zich stelt tegen het kruis. Spreker verhaalt van een vader, die zijne dochter meenam naar een danspartij, Die dochter was daar niet voor; zij kreeg kort daarop de tering en stierf een jaar later. Op haar sterfbed moest zij tot haar vader zeggen: verleden jaar wou ik Jezus zoeken, maar gij hebt mij daarin verhinderd. Vreeselijk getuigenis van eene dochter tot haren vader Spreker besloot met een voorbeeld uit zijne laatste gemeente, ten bewijze, dat van wat men aan de kin deren doet, zelfs het heii der ouders kan afhangen. Eene vrouw was tot de kennis van hare verlorenheid gekomeu zij zocht het gebed, maar kon niet bidden. Daar hoort ze een 5jarig kind van de bewaarschool bidden .- Lieve Jezus, maak mij vroom, Dat ik in den Hemel koom Het gebed was gevonden. Zij bad en leerde ook haren man bidden. En dat bekeeringswerk was be gonnen door een kindEene ernstige les, dat ook uit het kleine, uit de kinderen, het goede kan voort komen voor onze maatschappij, en dat wij dus alle zorgen aan hunne Christelijke opvoeding moeten be steden. De heer J. G. KNOTTNERUS, predikant te Dor drecht, die te 4 uren op spreekplaats no. 3 het woord voerde, begon met de verklaring, dat toen hij op het zendingsfeest van het vorige jaar sprak, hij al dade lijk den indruk kreeg, dat het niet moeielijk was om weer terug te komeu. Had hij heden morgen kunnen sprekeu, dan zou hij de uitbreiding van bet Godsrijk tot onderwerp gekozen en met zijn gehoor een tocht door de wereld gemaakt hebben, maar aan gezien reeds zoo veel over dat onderwerp gezegd is, moet hij thans wel van iets anders gewagen. En dan v.ndt spr. in hetgeen hij heden gezien en ge hoord heeft, gereede aanleiding tot de opmerking, boe- vele gaven en krachten de Heer in de gemeente ge legd heeft, en hoe de leden dier gemeente als uit— deelers der menigerlei gaven en krachten werkzaam kunnen zijn. Paulus gewaagt in zijn brief aan de Corinthiërs van de gaven der gezondmaking, van overtuiging, van onderwijzing enz. En Simon Petrus roept ons toe: indien gij de gaven ontvangen hebt, wees dan uitdeelers daarvan. Er zijn tijden geweest, dat niemand dan de pre dikanten mochten arbeiden aan de uitbreiding van het Evangelie. Men moest het eens gedaan hebben, om in hunne taak te treden, welk een kreet zou er op gegaan ziju! En uu, het blijkt, dat ieder deu wenk aan Petrus wil ter harte nemen en werken met de gaven hem geschonken. Despreker wil daatoin nog een kort woord voeren over die verschillende gaven en de aanwending daarvan. Deze toch worden door velen angstvallig begraven, door weinigen tot het rechte einde gebruikt, door sommigen op de goede plaats aangewend. Er zijn menschen, van wie het nimmer blijkt, dat zij iets ontvangen hebben, om dit aan anderen mede te deelen. De liefde van Christus woont niet in hun hart. Indien de levende Christus woning heeft ge maakt in ons gemoed, is het niet mogelijk in zijne nabijheid te zijn, zonder vruchten te dragen. Spre ker wenschte wel, dat men nadacht over de woorden van Petrus, om uitdeelers te zijn der menigvuldige gaven van Christus. Ieder zou dan werken met de hem toevertrouwde talenten. Er zijn er, die dit juist in een verkeerden zin doen; die altijd genegen zijn te aroeiden, maar niet beseffen, welke gaven zij de hunne mogen noemen, of die huune gaven onge bruikt laten. Ieder moet blijven in den hem aan gewezen kring. Men moet niet willen treden in den werkkring van den Evangelieprediker, maar in het huisgezin, iu eigen kring arbeiden. Er zyu er zoo- veien, die meenen anderen ten leidsman en voor ganger te kunnen zijn, maar wien het ontbreekt aan zelfkennis, aan kennis van Christus, aan de ware nederigheid. Zij willen schitteren in het openbaar, maar als men den toestand van hun eigen gezin nagaat, bedroeft men zich. In plaats van in den vreemde den blik te slaan, moesten zij liever deu- keu aan eigen huisgezin eu kring,en zij zouden over tuigd worden, dat er genoeg te arbeiden valt bui ten de openbare prediking. De Heer beeft gezegd: Predikt het Evangelie, beginnende van Jeruzalem; ieder Christen passé dit toepredikt het Evangelie, beginnende met uw eigen huis. Wie zijn eigen huis niet voorziet, is erger dan een ongeloovige, handelt slechter dan de hovenier, die in den tuin van ande ren gaat wieden, maar zijne eigene vruchten laat verstikken onder het onkruid. Zij missen een ding: zij woekeren niet met de. gaven die zij hebben ont vangen. Indien gij, zoo riep spr. uit, liefde hebt voor zondaren, hebt dan in de eerste plaats liefde voor uwe kinderen. Het huisgezin is de plaatse des gebedsals men daar ^ijne plichten goed vervult, zal men niet zoo spoedig den blik naar builen slaan. Als men onbevooroordeeld in ons vaderland rond ziet, wat al ellende is daar nog. Eu dan gevoelt men zich genoopt, om allereerst aan de inwendige zending te arbeiden, om hen te behouden, die God ons als landgenooten gegeven heeft. Hoevele gedoopte heidenen zien wij nog rondom ons. Zij moeten ge bracht worden tot het licht der waarheid. Er kan ontzaggelijk veel gedaan worden. Ontwaakt dan, sprak de redenaar, uit den slaapHoe vaak is het kleine groot geworden, als het maar op de rechte wijze behandeld werd. Daar moet ook op dit gebied eeu recht gebruik van de gaven gemaakt worden. Elke poging om licht te brengeu, zij gezegend, maar alle dingen moeten eerlijk en met orde geschieden. Dan zal men het groote voorrecht genieten, om gedrenkt te worden uit de volheid van Christus. Het moge daarom ieder op het harte wegen, om te werken met de krachten, ons geschonken, om uit deelers te zijn van de menigerlei gaven Gods. Ieder gebruike die gaven, maar misbruike ze niet. Hij on- d rzoeke zich zeiven en late zich beschijnen door het licht der waarheid. Dan zal de overste der we reld geen overwinning behalen, maar integendeel het woord van Christus in vervulling treden: lk heb de wereld overwonnen. (Slot in ons volgend no.) BENOEMINGEN en BESLUITEN, Bij Koninklijk besluit van 14 Juli 1874, no. 10, zijn met ingang van 1 Augustus e. k. benoemd tot Dijkgraaf: Van het waterschap Krabbendijke C. C. Welleman van den polder Maags C. C. Wellemanvan den polder Nieuwlande P. Nieuwenhuysevan den polder Nieuwe Kraaijei t A. Remijn; van den polder Adriaan P. Verburg; in het bestuur van den polder Wilhelmina, Zuid-Bevé land, G. J. Van den Bosch en tot gezworen Maters; van den polder Oost Krabbendijke J. Wabeke; van den polder Noord KraaijertP. B. Remijn; van den polder Reigersbergsche P. Bruijnzeel Jz.van den polder Mo len, Zuid-Beveland, C. Van Hoorn; van den polder Ankervere J. Vermet; van den polder Onrust G. Leen- dertse; van den polder Stads J. W. Vader; van den E older Nieuwe Olzende M. Van Slee; van den polder eendert Abraham J. De Looff; van den polder Nieuw Noord-Beveland J. H. Bijbau; van den polder Oud Noord-Beveland J. De Regt en tot gezworen N. Tazelaar; van den polder Anna Friso M. Mareusse; van den polder Sophia (Noord Beveland) L. Van Leeuwen; in het bestuur van het waterschap Baarland P. Van Winger, en tot ge zworen J. Traas; van den polder 's-HeerArendskerke J. Fransen Van de Putte; van den polder Westkerke J. Van Strien; van den polder Westerland J. Tolhoelc; van den polder Oost Nieuwland D. Goetheer; van den polder Zuid-Krsaijert J. Slabbelcaomvan den polder I Willem (Noord-Beveland) J. Mareusse Abrz.; van den i polder Soelekerke Van Oeveren; van den polder Heer Jansz J. Mareusse Mz.; tot gezworenen van het water schap Breede watering bewesten Yerseke A. Domini- cus Jacz., P. Dekker Jz. en M. Stevense. KERKELIJKE ZAKEN ONDERWlJfc~ Bedankt voor het beroep naar Krabbendijke door ds. J. H. F. Ganyel, préd. te Hoenderloo. Van 13 tot 16 Juli heeft te Middelburg het exa men plaats gehad voor de Rijks Kweekschool voor onderwijzers te 's-Bosch. De 21 sollicitanten die het best voldeden zullen aan den Minister ter benoeming worden voorgedragen. In Frankrijk is weder een ministeriëele crisis, of liever eene oplossing van het kabi net. Eerst verzocht de heer Magneminister van Financiën zijn ontslag, en zijn voorbeeld werd gevolgd door De Fourtou, minister van Binnenlandsche Zaken, terwijl ook Caiüaux minister van openbare werken, het kabinet ver laat. Der Bonapartistische partij wordt daar door een gevoelige nederlaag toegebracht. Zij verliest hare vertegenwoordigers in de regee- riug. Vooral De Fourtou had zich ten nadruk- kehjkste verklaard tegen het instellen eener rechtsvervolging ter zake van de Bonapartisti- sche woelingen en dit heeft zijn val veroor zaakt. De toestand in Spanje verbetert niet. Een decreet is verschenen, waarbijlo. geheel Spanje in staat van beleg verklaard wordt; 2o. machtiging wordt verleend tot het in be slag nemen van de bezittingen van personen die tot Carlistische benden behooreu of het Carlismus dienen; 3o. gelast wordt, van de inkomsten van genoemde bezittingen af te ne men 100,000 pesetas, ter schadevergoeding aan de familie van eiken gefusilleerden hoofoffi- cier. Er zijn 5000 familiën van door de Car- listen gefusilleerde officieren en 25,000 fami liën van door de Carlisten gefusilleerde solda ten. De overdracht van Carlistisch eigendom, gedaan na de afkondiging van dit decreet, is nietig verklaard. Voorts wordt in het decreet gelast de ontbinding van alle maatschappijen, genootschappen en vereenigingen, welke zon der vergunning bestaan en verboden het rne- dedeelen van andere berichten betreffende den Carlistischen opstand dan die, welke door de Gaceta worden openbaar gemaakt. Vervolgens houdt het decreet in de bepaling, dat een re serve van 80 bataljons en een buitengewone reserve van 125000 man georganiseerd zullen worden. Tot inlijving bij deze korpsen zijn aan gewezen allen, die op 30 Augustus aanst. den ouderdom van 23 jaren bereikt hebben. Ein delijk wordt bij het decreet aan eiken dienst plichtige de bevoegdheid gegeven zich voor 1250 pesetas vrij te koopen. De Impercial doet opmerken, dat de burger oorlog, welke het ongelukkige Spanje thans teistert, niet is een slrijd van dynastieke be langen, maar wel een gevecht van bet Euro- peesche ultramontanismus tegen de hedendaag- sche beschaving. Ook genoemd blad verklaart de innige overtuiging te hebben, dat de Fran- sche regeering geenerlei maatregel neemt om op haar grondgebied de Carlistische kuiperijen tegen te gaan, en dat uit de laatst ontvangen mededeelingen ten duidelijkste gebleken is, dat op de Fransche grenzen de royalisten volko- mene vrijheid van handelen hebben. De Nordd. Allg. Zeitung meldt, dat de Pruititche regeering heeft besloten tot de strengste handhaving van het policietoezicht ten aanzien van de ïVereeniging der katho lieken" en dat de minister vau justitie last heeft gegeven, ten scherpste te keer te gaan de gisting welke de ultramontanen, met name door middel van de drukpers, onderhouden; de regeering is nl. van oordeel, dat onwettige handelingen en zware misdaden daaraan haren oorsprong te danken hebben. Onder de brieven van gelnkwensehing, welke Bismarck ontvangen heeft, is een van maar schalk De Mac Malton, president der Fransche republiek, en nu vraagt de Köln. Zeit. Of dit bewijs van hoffelijkheid van den kant van den vertegenwoordiger van het gezag in Frankrijk zal kunnen verzachten den indruk, die in Duitsch- land is te weeg gebracht door een artikel in een half officieel Fransch ultramontaansch blad, waarin verbazing wordt aan den dag gelegd over de verontwaardiging door den te Kissin gen gepleegden moordaanslag opgewekt. Te Berlijn heeft Zaterdag avond ingevolge eene opdracht per telegraaf uit Kissingen, eene

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 2