1874. N°. 86. Donderdag 23 Juli. 613te jaargang. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. HET ZENDINGSFEEST OP DE H0LLANDSCHE HOEVE. m «OESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. GOES, den 22 Juli 1874. Z. M., willende ter uitvoering van art. 1 der wet van 22 Pluviose, jaar VII, de ambte naren aanwijzen, bevoegd tot het houden van openbare verkoopingen van in beslag genomen vee of goederen, bedoeld in art. 87 der wet van 20 Juli 1870 (Stbl. no. 131), heeft bepaald, dat de burgemeesters, of die hen als zoodanig vervangen, bevoegd zijn tot het honden van openbare verkoopingen van in beslag genomen vee of goederen, bedoeld in art. 37 der wet van 20 Juli 1870 {Stbl. no. 131). Van goed ingelichte zijde meldt men uit 's-Hage aan de R. Ct. dat eergisteren de vol gende ministeriëele combinatie als zeker werd be schouwd Heemskerk, Binnenlandsche Zaken W. Van Goltstein, Buitenlandsche Zaken 's Ja cob, KoloniënVan der HeimFinanciën; Luy- ben, Justitie; Weitzel, Oorlog; Taalman Kip, Marine. Na eene langdurige droogte, die niet zon der invloed is gebleven op de veldvruchten in onzen omtrek, en waardoor vooral de boonen en erwten veel hebben geleden, viel gisteren namiddag hier een heerlijke regen, welke in den aanvang vergezeld ging van donder en een paar felle bliksemstralen, waardoor de kruin van een boom bij het terrein van het jongst gehouden Zendingsfeest afgerukt en de boom zelf geheel vaneen gespleten werd. Naar de N. M. Ct. verneemt worden hier te Goes pogingen aangewend tot het oprichten van een roomsch-catholieke bijzondere school. Het post- en telegraafkantoor te Kort- gene is vereenigd, onder beheer van den beer J. Vink als directeur. Zondag middag is een 15jarig knaapje van L. Van M. te Veere, zich ongekleed te water begeven hebbende met het doel om zich te baden, op eens in de diepte verdwenen. Zijn lijk is nog niet gevonden. De in de vorige week te Sluis gehouden veiling van Rijks gronden, waaronder de gron den van het Nederlandsch gedeelte van den onlangs ingedijkten Willem Leopold polder, heeft opgebracht 189,942. De commissie, die zich ten doel stelde voor den verminkten C. Vermeere, te 's-Gra- vesande, gelden in te zamelen, ten einde hem een onbezorgde toekomst te gemoet te doen gaan, is hierin volkomen geslaagd, daar zij het vereischte kapitaal bij elkander heeft gekregen. (N. M. Ct.) De militiens-verlofgangers der lichting van 1871, die in de vorige maand in werkelijken dienst zijn opgekomen, zijn weder in het genot van onbepaald verlof gesteld. De verlofgangers van 1872 zjjn tegen 12 Augustus voor den werkelijken dienst opgeroepen. De Coöperatieve Winkel- en ambacbts- standsvereeniging te Gouda is in het begin der vorige maand tijdelijk ook voor niet-leden opengesteld. Aanvankelijk mag men deze proeve als welgeslaagd beschouwen. Het ..debiet is, door de lagere prijzen der waren, aanmerkelijk, terwijl tevens het ledental deievveeeeniging steeds blijft toenemen. 1 si Uit Bommelerwaard wordt gemeld: De hooibouw is zoo goed als afgeloopen. Het ge was valt erg mee en laat zoowel in qualiteit als in quantiteit niets te wenschen over. Reeds zijn enkele partgen verkocht voor ƒ18 a 20 per duizend pond. De tarwe staat mede bui tengewoon zwaar te velde, evenals de rogge, die een rijken oogst voorspelt. De duivenboo- nen hebben door de felle droogte geleden, zoo ook de zoogenaamde Walchersehe erwten, waarvan de laatste bloesems zyn verdroogd. In sommige polders wordt het gebrek aan water zoodanig gevoeld, dat men begint po gingen aan te wenden, om het water; dat in gewone tijden door middel van stoomwerktui gen van binnen naar buiten wordt gemalen, thans van buiten naar binnen te krijgen door het openzetten der buitensluizen. Naar de Frov. N. Br. Ct. verneemt, zou generaal Verspijck Maandag avond uit Brussel aankomen en wordt hij binnen weinige dagen te 's-Bosch verwacht, om zijne ouders, die aldaar woonachtig zijn, te bezoeken, alvorens zich naar '3-Hage te begeven. Als een bewijs boe onze vlasbouwers zich beijveren dezen tak van nijverheid te bevorderen, dient dat gisteren door B. De Wit te Eikerzee reeds een paar monsters nieuw wit vlas aan de markt te Rotterdam vertoond zijn, waarvan de qualiteit en kleur zeer schoon waren. In Friesland zijn gedurende de maand Juni weder 106 gevallen van longziekte onder het rundvee voorgekomen, waaronder 5 sterf gevallen. Te Oosterwolde (in Drente) moet een ouderpaar, binnen den tijd van 24 uren, drie kindereu verloren hebben ten gevolge van het eten van onrijp ooft. Men meldt uit Deventer dat daar de eerste nieuwe rogge is binnengekomen. De opbrengst bedraagt ruim het dubbele van het vorige jaar, en de qualiteit is uitmuntend. De boekweit- oogst is in de omstreken tengevolge van dë langdurige droogte als geheel verloren te be schouwen. Het bericht van den sterrenkundige Hind, dat de komeet van Coggia morgen op klaar lichten dag zichtbaar zal wezen, wat ook door ons is medegedeeld, was, blijkens nadere expli catie, niet volledig. Er moest nog bij staan met een goeden telescoop. Het bewijs, dat de vrouw niet onge schikt is voor ernstige studie, blijkt weder uit het volgende: Aan de hoogeschool te Lon den is dezer dagen de eerste prijs voor rechts geleerdheid door eene vrouw behaald, dezelfde die voor twee jaren een eersten prijs behaalde voor staathuishoudkunde. De tweede prijs werd mede door eene vrouw behaald. IV. Te gelijk hield de heer J. C. K. NONHEBEL, predikant te Vlaardiogen, op spreekplaats no. 3 eene toespraak, teu onderwerp hebbende de Barmhartigheid. De voornaamste trekken uit deze toespraak laten wij hier volgen De spreker, ingeleid en voorgesteld door zijnen broeder, begon met te verklaren, dat deze dag een feestdag voor de Christelijke kerk was, omdat zoovele leden zich vereenigden. Maar tevens was het een dag van droefheid, omdat nog zoovele millioenen in nood verkeeren. Een dag als deze vervult het hart met blijdschap, maar is ook vreugde voor God, omdat Hij de barmhartigheid der gemeente ziet. De ontzettende nood van duizenden legt echter een dure verplichting aan Gods gemeente op, en wel, om „barmhartig te zijn gelijk uw Vader in den Hemel barmhartig is." Er is een aardsche en een hemelsche nood. De laatste is de ergste, docb de Vader in den Hemel is barm hartig en is genadig over den nood der ziel. Vraagt men, hoe groot de nood der ziel is? Sedert Adam gevallen is, leven wij voort op den weg der ellende. Van God vervreemd, gaan wij van erger tot erger en laden Zijnen heiligen toorn op ons. Wij worden medegesleept in den maalstroom der zonde, en ver zinken eindelijk in rampzaligheid. Op den weg daar heen zijn Joden, Moharaedanen, Heidenen en Chris tenen. Wij moeten hen trachten te behouden, anders laden wij Gods verbolgenheid op ons. De nood van 300 millioen menschen spreekt tot ons. Is dit niet ontzettend genoeg om ons aantesporen tot den zendings- arbeid? Er staat toch geschrevenWees barmhartig, gelijk uw Vader. Wil men dien nood wegnemen, dan moet men het verstand ontwikkelen, het oordeel scher pen. Er moet gewerkt worden. God heeft gidsen gegeven voor den weg ten Hemel. Hen te helpen en te ondersteunen is onze plicht. Wij moeten Gods woord verspreiden; wij moeten te velde trekken tegen eiken leugen. God heeft Zijne priesters op aarde ge geven om Zijn woord te verlevendigen, welnu, toone de gemeente, dat zij dit gelooft. Hij verkondigt het van zee tot zee, over de gansehe aarde, en toont daardoor Zijne barmhartigheid. Ooze getuigenis moet op die barmhartigheid gegrond zijn. Wij moeten ons betoonen, zonen Gods te zjjn. Ons leven moet daarvan het bewijs leveren. Maar vraagt men, tot welke hoogte of tot welke diepte die barmhartigheid moet gaan? Wij moeten barmhartig worden gelijk onze Vader in den Hemel barmhartig is. Onze barmhartigheid is be grepen in worden, groeien en ontwikkelen. Zoo als God wil, moeten wij worden. Wij weten, dat God de zondaars op aarde zoo lief had, dat hij Jezus gaf, In Jezus waren al de weldaden vereenigd, die uit Zijne liefde voortkwamen. Hij gaf dien Zoon zelfs in den dood. Na den dood van Jezus gaf Hij Zijn Heiligen Geest. Deze daalt neder tot het diepste aller diepten voor hen, die in zonde verzonken zijn. Maar nu ook moeten wij het beste aan den Heere geven. Wjj moeten ons zeiven geven en dat kunnen wij doen in de zendingzaak. Velen ondersteunen deze, maar dat is niet genoeg; wij moeten zelf gaan. Gods barm hartigheid strekt zich over de gansehe wereld, zelfs over Zijne vijanden uit. Hij neemt de ganscbe wereld in liefde aan. Daarom moeten wij volharden, ons geheele leven werken, totdat wij ingaan in de ruste daarboven. Ziedaar onze dure roeping. Wie in zonde verward en met Gods toorn beladen is, kampt te vergeefs. Maar wie God begeert, onder vindt Zijne barmhartigheid. In Jezus gaf Hij het nieuwe leven, terwijl Zijne liefde steeds toenam. Zijne ge nade en barmhartigheid zijn dan ook overvloedig. Welke zalige toekomst gaan wij tegemoet? Erfgenaam te zyn van God, roede-erfgenaam van Christus, en dat alles door Zijne barmhartigheid, geopenbaard in Zijnen Zoon. Daarom bezwoer de spreker: Wees barmhartig, gelijk uw Vader. En vraagt men, hoe men dat kan? Er doen zich allerlei hinderpalen op, waardoor onze wijsheid en kracht te kort schieten. Wij zijn te mach teloos, om tegen den stroom op te roeien. Maar alleen door Gods barmhartigheid kunnen wij het doel be reiken. Op aarde zullen wij als door een Hemel om geven zijn, in een nieuw Jeruzalem leven. Dit zal Gods brandpunt wezen. Wij zullen als koningen met den diadeem gekroond worden. Wat zou spreker blijde zijn, als hij al zijne hoor ders in den Hemel ontmoeten mocht, den dank ont vangende van hen, die ook door hem behouden werden als bij ze mocht aanbrengen als paarlen aan de 'kroon van God. God wil genade geven om niet. Hij geeft na de wedergeboorte eene blijvende genade, een rijkdom, niet omdat wij het waardig zijn, maar om Jezus wil. In Hem hebben wij een voorbeeld, wat barmhartig heid is. Door Zijn dood hebben wij de zaligheid verworven en die zaligheid kan ons deel worden als wij het gebed beoefenen. Het gebed is eene gave des Heiligen Geeates. Dat wij dan barmhartig zijn, gelijk de Vader. Spreker wilde wel, dat alle menschen tegenwoordig waren. Er zijn er velen, die barmhartig zijn in het aardsche, maar niet in het hemelsche. De nood spreekt uit duizenden monden. Op de menschheid rust de ver plichting om barmhartig te wezen. Dat dan allen in den naam van Jezus tot den Vader mogen gaan, is sprekers wensch. Dat allen de bede op de lippen en COllBAVr. Gewone advertentiën worden a 10 c. per regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8regels a/1,-- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald 20 c.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 1