1874. N°. 83. Donderdag 16 Juli. 61' jaargang. AANWERVING W SCHEPELINGEN VOOR DE ZEEMACHT. MIDDELBAAR ONDERWIJS. betrekkelijk de stralen euz. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. ri i «OESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. VERORDENING De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES doen le weten, dat door den raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 24 Juni jl. eenige wijzigingen zijn gebracht in de verordening- betrekkelijk de straten, stegen, gangen, markten, plei nen, wallen, wegen en waterleidin- dingen in de gemeente Goes, en dat die verordening thans luidt als volgt Art. 1. Alle bewoners van huizen en ge bruikers van pakhuizen, stallen, tuinen of erven, en, ingeval die niet zijn verhuurd, de eigenaars daarvan, moeten de straat, alsmede de riolen en goten vóór en langs gemelde huizen, gebouwen of erven ten minste eenmaal 's weeks reinigen of doen reinigen, te weten in straten en stegen ter halver breedte, aan markten of pleinen ter breedte van minstens vier el en van panden op hoeken van straten en stegen gelegen, aan alle zijden, waar die aan den publieken weg uit komen en zoover die strekken. De modder moet uit de goten worden geschept. Art. -2. Zij zullen ten minste driemaal in het jaar en wel in de laatste hellt der maan den Mei, Juli en September, de straat invoege als voren doen uitwieden. Art. 3. Bij gladheid, tengevolge van ijzel, sneeuw of vorat, zal een ieder na gedane ken nisgeving van den Burgemeester de straat vóór en ter zijde van zijne woning en andere bij hem in gebruik zijnde panden of erven met zand, kolen-aseh, turfmolm of zaagsel strooien. Art. 4. Bij vriezend weder is het verbo den de straten te schrobben of daarop water uit te storten. Art. 5. Niemand zal de sneeuw van zijne daken, goten of andere verhevenheid op den publieken weg nederwerpen of doen nederwer- penbij het wegvegen der sneeuw voor de wo ningen of panden, mogen geene hoopen of hoog ten op de straat worden daargesteld. Art. 6. Een dag na kennisgeving van den Burgemeester zal de sneeuw, op de stoepen en straten aanwezig, door de eigenaars of bewoners der huizen moeten zijn weggeruimd. Art. 7. Eeije afzonderlijke opneming der stra- tén, stegen en goten, zal eenmaal in de week door de politie-beambten geschieden en wel des Zaterdags namiddags, in de maanden April, Mei, Ju.ni, Juli, Augustus en September na zeven, in de overige maanden na drie uren. Art. 8. Hét puin mag zonder bijzondere ver gunning van den Burgemeester nergens anders nedergeworpen worden, dan op de daarvoor be stemde en door bordjes aangewezen plaatsen en steeds geleidelijk tegen het achterliggende puin worden gestort. Art. 9. Niemand zal eenig vee slachten op de publieke straten, of bloed en ingewand van dieren, vuilnis van pensen, grom van visch, krengen of dergelijke door de goten langs de straten vegen. Art. 10. De boomstammen en de mest uit de bijzondere mestputten worden niet dan in bijzondere gevallen, en alsdhn niet dan met toe stemming van den Burgemeester, door de be bouwde kom dezer gemeente vervoerd. Art. 11. Niemand zal eenige bouwstoffen, puin of mest, zonder toestemming van den Bur gemeester, na zons-ondergang, op de straten, in de stegen of op andere openbare plaatsen in de gemeente laten liggen. Art. 12t Niemand zal op openbare straten, stegen, markten, pleinen en wallen, zeilen, linnen, laken of andere goederen hangen aan leuningen van stoepen, bruggen, boomen, palen of andere werken of op lijuen, aan boomen vastgemaakt, noch aldaar kleedingstukken ol andere goederen bleeken of uitspreiden. Het ophangen en uitkloppen van tapijten is alleenlijk geoorloofd op de door den Burgemeester aangewezene of in 't vervolg aantewijzen plaatsen. Art. 13. Het dekken of bespringen van paarden en ander vee op de openbare plaat sen dezer gemeente is verboden. De eigenaars der dieren zijn wegens de over treding van dit verbod boétschuldig. Art. 14. Het is verboden buiten de stoepen of goten vóór de huizen, koop- of winkelwa ren op de openbare straten en stegen uit te stallen of kapblokken te plaatsen zonder ver lof van den Burgemeester, in dat geval tegen betaling van de bij raadsbesluit van den 1 Juli 1853 bepaalde belasting. Art. 15. Geene uithangborden of andere uitstekende voorwerpen, tot welk einde ook, mogen, zonder bijzondere vergunning van den Burgemeester, meer voorwaarts worden uitge stoken, dan de rand van de stoep. Art. 16. Het is verboden op de openbare plaatsen of op, of aan den openbaren weg in deze gemeente eenige straatschenderij te plegen. Door straatschenderij wordt verstaan: a. liet werpen met sneeuwballen, steenen, vuil nis of dergelijke. b. het bespuiten van personen of goederen met water of andere vloeistoffen. c. het blazen of schieten met erwten of andere voorwerpen op personen of dieren. d. het spelen op trappen of stoepen van open bare gebouwen of woonhuizen. e. het scheltrekken of zoogenaamd beldeur spelen. het noodeloos kloppen of slaan op deuren, luiken, vensters of ramen. g. het beschrijven, besmeren, bekrassen of be vuilen van gebouwen, muren of heiningen. li. het achter op rijtuigen klimmen of zich daaraan vastklemmen en hangen. i. het losmaken of aan stukken snijden dei- kabels of touwen, waarmede de schepen aan den kant der kaai of der haven zijn vastgemaakt. h. het kwellen of mishandelen van dieren. Art. 17. Het is verboden met kaarten of dobbelsteenen te spelen op of aan den open baren weg. Art. 18. Niemand zal bekendmakingen van welken aard ook, anders mogen aanplakken of doen aanplakken dan op eigen panden en op de verschillende borden, tot dat einde van wege de gemeente geplaatst. Art. 19. Op de borden der gemeente mo gen door niemand aanplakkingen worden ge daan dan door de daartoe aangestelde beamb ten; de door dezen aargeplakte bekendmakingen mogen niet worden afgescheurd of onleesbaar gemaakt. Slot volgt.) BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter openbare keniis, dat Zijne Excellentie de Minister van Marine zich voorstelt weldra de stoom- kanonneerboot ,Euer", liggende te Amsterdam, on der bevel van den luitenant ter zee le klasse C. BIJ- LEVELD een tocht te ,ater. doen, o. a. ook op de Zeeuwsche stroomen, en dat het aanwezig zijn van dien bodem zal dienstbsar worden gemaakt tot aan werving van jeugdige sciepelingen. Burgemeester en Wetlouders wijzen op deze gun stige gelegenheid om bij Zijner Majesteits zeemacht te worden aangenomen, net mededeeling, dat een. offi cier van gezondheid, op de „Ever" geplaatst, dè kna pen, die zich aanmelder, geneeskundig zal onderzoe ken, en dat, bij geachiki bevinding, hunne aanneming door tusschenkomst van den kommandant onmiddel lijk kan plaats hebben, met toekenning eener premie, die voor de jongens /SO,en voor de lichtmatrozen 40,bedraagt, terwijl voor lichtmatrozen den aan brenger ƒ16 wordt te goed gedaan. Goes, den 13 Juli 1874. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken bekend, dat, naar aanleiding der gehouden examens op de Hoogere Burgerschool alhier zijn be vorderd van de voorbereidings- tot de le klasse: A. A. Van der Feltz. G. J. Besseling. D. H. Van der Hoek. H. A. Fait. B. 3. Janssen. J. Van der Hoek. A. D. Timans. A. H. Overman. Th. Lorentz. W. Del Baere. van de 1ste tot de 2de klasse I. D. Fransen Van de Putte. J. A. Do'obelaere. H. S. Wiener. B. A. Giltay. J. J. Cappon. W. S. De Laat de Kanter. L. J. W. Overtveld. L. Del Baere. en voorwaardelijk W. Van Kalmthout. F. J. Clement. J. Steketee. J. Van Damme. W. M. Geill. van de 2de tot de 3de klasse H. J. G. Hartman. C. Mieras. P. C. Vroegop. D. Van der Hoek. L. G. Krol Van der Hoek. P. Van Dalen. J. H. De Laat de Kanter. J. H. Bartelse. M. J. De Jongh. j. J. Den Bouwmeester. Van de 3de tot' M. W. Hildernisse. G. F. W. Geill. 1 en voorwaardelijk: J. Ossewaarde. G. Krol Van der Hoek. A. E. Stokmans. de 4de klasse: P. D. Buijze. en voorwaardelijk: A. M. Kakebeeke. IC. B. M. Van Citters. J. De Lint. van de 4de tot de 5de klasse: J. C. J. Massee. Leerlingen voor enkele vakken. Van de 1ste tot de 2de klasse: M. Zandee. Van de 2de tot de 3de klasse: M. Zandee. Van de éde tot de 5de klasse: C. H. G. Hartman. S. Dekker. M. Noordijke. F. Van Campen. C. D. D. Van den Busscke. Goes, den 15 Juli 1874. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN, De Secretaris a. i., C. RISSEEUW. GOES, den 15 Juli 1874. Dinsdag avond te 6 uren precies werd hét Zèndingsféest geopend door ds. Fliegenthart alhier. Men weet, dat Boedes de Zendingsfeesten en „mooi weder'' eenigszihs' vereenzelvigd heeft, en 't zal wel daar vandaan komen, dat de eerste spreker ook nu weder al spoedig over een gewenschte zon op dit feest ging spreken en daarom bad, niettegenstaande (dit voegde spreker er niet bij) het aardrijk smacht naar regen en het watergebrek, althans in deze streken, dreigend begint te worden. Hij riep de niet zeer talrijke aanwezigen op het aangename, lommerrijke terrein het „welkom" toe en noodigde hen uit, zich voor het feest van den volgenden dag in de rechte stemming te brengen en te biddèn om mooi weder. De heer Wïersma van 's-Bosch beklom daarna het< geïmproviseerde spreekgestoelte en deelde mede, dathjj 's morgens op zijn Christelijken scheurkalender had aan getroffen de woorden: „door de goedgunstigheid des genen, die in den braambosch woont; komen dè ze geningen". Hij achtte die woorden zefer toepasselijk op dit feest; 't was immers of; men hier ook in een braambosch wasOnder dien tekst bad hjj de ge schiedkundige herinnering gevonden, dat op den 14 Juli 1566 de eerste Hagepreek te Hoorn was gehouden, bij welke gelegenheid duizenden by duizenden aan de lippen van een eenvoudig handwerksman hingen. Dén vorigen avond had spreker in de plaats zijher inwoning, 's-Hettogeuhosoh, veel meer menschen gezien dun thans op de weide. Die menschen lagen bij bon- COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 c. per regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8regels a/1,— Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald 20 c.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 1