1874. N'J. 80. Donderdag 9 Juli. 613te jaargang.
BRANDWEER.
Verordening, regelende de
loting en jaarlijksche aanwijzing der
manschappen tot bediening van de
brandspuiten in de gemeente Goes.
Vertrek der brievenmail naarOost-Indië:
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
GOESCHE
(GIIIIAYf.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
Gewone ad verten tiën worden a 10 c. per regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 18 regels a1,~
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald 20 c.
I^JT Bij dit no. behoort een
bij voegsel.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van GOES doen te weten, dat door den raad
dier gemeente in zijne vergadering van den
16 Juni 1874 is vastgesteld de volgende
Art. 1. Elk jaar, in de eerste helft der maand
September, zullen de mannelijke ingezetenen,
welke op den eersten Januari hun 308 levens
jaar zijn ingetredenzonder onderscheid of zij
vermeenen mochten al of niet tot de vrijgestelden
of uitgestotenen te behooren, door de zorg van
het dagelijkseh bestuur voor den dienst bij de
brandweer worden ingeschreven.
Art. 2. Gelijke inschrijving zal plaats hebben van
de mannelijke ingezetenen, die sedert de inschrij
ving van het vorige jaar in de gemeente zijn
komen wonen, en hun 30e levensjaar volbracht,
doch hun 45« nog niet bereikt zullen hebben.
Deze worden ingeschreven in het register van
het jaar, waartoe zij behooren.
Art. 3. Aan het hoofd van het inschrijvings
register voor het loopende jaar worden gebracht
de vrijwilligers, zoowel die reeds in dienst zijn,
als die zich daartoe voor het eerst hebben aan
gegeven.
Art. 4. De inschrijvingsregisters worden ge
durende de laatste helft van September ter lezing
gelegd, waarvan, zoo bij publicatie, als bij af
zonderlijke kennisgeving, aan de belanghebben
den mededeeling geschiedt. Tegelijkertijd worden
zij met opgaaf van plaats, dag en uur tot de
loting opgeroepen.
Art. 5. Zij, die beweren dat hun leeftijd niet
overeenkomt met dien op de inschrijvingsregisters
vermeld, zijn verplicht gedurende de ter visie
ligging van het inschrijvingsregister daarvan be
wijs overtebrengen.
Bij gebreke daarvan wordt de inschrijving
voor geldig gehouden en gehandhaafd.
Art. 6. In de eerste helft der maand October,
op den tijd, ten minste acht dagen te voren door
burgemeester en wethouders openlijk daartoe
aantekondigenzal er over de ingeschrevenen
eene loting gehouden worden tot aanwijzing van
hunne plaats op het register van inlijving.
Art. 7. Alvorens tot de loting overtegaan,
zal de burgemeester aan de tegenwoordig zijnde
belanghebbenden afvragen, of er personen zijn,
die nog op het register zouden behooren gebracht
of daarvan weggelaten te worden, waaraan als
dan, zoo mogelijk, dadelijk zal worden voldaan.
Art. 8. De burgemeester zal vervolgens de
belanghebbenden herinneren, dat zij, die verlan
gen den dienst niet in persoon waartenemen,
een plaatsvervanger kunnen stellen of hunnen
dienst afkoopen en dat de bewijzen, tot het be
komen van vrijstelling, binnen acht dagen ter
secretarie der gemeente moeten worden ingediend.
Art. 9. Het getal ingeschrevenen van het
loopende jaar nauwkeurig opgenomen zijnde,
WQi'dt een gelijk getal genommerde biljetten
genomen en van die nommers zoo vele der eerst
op elkander volgende afgehouden als er vrij
willigers zijn.
De overige nummers worden in een koker of
ring gerold en in een glazen bus of molen ge
worpen en ondereengemengd.
Art. 10. Nadat de ingeschrevenen van het
loopende jaar hebben geloot, zal eene naloting
worden gehouden over hen, die in de registers
van vroegere jaren zijn ingeschreven, welke zullen
loten uit de nummers van het jaar hunner in
schrijving met de letters a en b. teneinde hunne
plaats tusschen de dienstplichtigen van het jaar,
waartoe zij behooren, te erlangen.
Art. 11. De belanghebbenden trekken in per
soon hun nummer en geven op of, en zoo ja,
welke reden van vrijstelling zij vermeenen te
hebben, hetgeen op de inschrijvingsregisters wordt
aangeteekend.
Voor de afwezigen wordt door den burge
meester geloot.
Deze kunnen hunne redenen van vrijstelling
binnen acht dagen daarna nog opgeven of doen
opgeven, ter gemeentesecretarie.
De na dien tijd ingediende reclames worden
voor het eerstvolgende jaar niet meer aangenomen.
Art. 12. In het register wordt opgeteekend
het trekkingsnummer van den geloothebbende,
en nadat alle ingeschrevenen op deze wijze een
nummer hebben bekomen, wordt het register door
burgemeester en wethouders geteekend.
Art. 13. Tot het staven der vrijstelling, be
paald in art. 36 litt. h. van het reglement op
het brandwezen in deze gemeente, wordt ver-
eischt een certificaat, door den geneesheer of
heelmeester der gemeente afgegeven.
Art. 14. De beoordeeling der reden van vrij
stelling geschiedt door eene commissie van vijf
leden, waarvan de burgemeester lid en voorzitter is.
De overige leden bestaan uit twee raadsleden
door den burgemeester, en twee leden uit de
branddirectie, door deze aantewijzen.
Art. 15. Deze commissie houdt daartoe eene
vergadering in de tweede helft der maand Oc
tober en teekent hare uitspraak in de daarvoor
bestemde kolom van het register op. Zij sluit
en teekent het register en zendt het terstond aan
burgemeester en wethouders.
Art. 16. Burgemeester en wethouders geven
van die uitspraak binnen 8 dagen aan de recla
manten schriftelijk kennis.
Art. 17. Zij, die in de uitspraak der com
missie niet berusten, kunnen zich binnen acht
dagen in beroep begeven bij den raad, die in
de laatste helft der maand November uitspraak
doet, na, zoo noodig, het advies van deskun
digen te hebben ingewonnen.
Art. 18. Daarna worden de dienstplichtigen
op het register van inlijving overgebracht, en
wel: eerst de vrijwilligers, daarna de lotelingen
van het loopende jaar, vervolgens die van het
vorige en zoo voortgaande tot de oudsten toe,
allen naar hun getrokken lotingsnummer.
Art. 19. Aan de 380 eerstgeplaatste dienst
plichtigen wordt daarvan kennis gegeven, met
bepaling van dag en uur, voor den 15 Decem
ber, waarop de afkoop moet bewezen of plaats
vervanging toegelaten zijn.
Art. 20. Het bewijs van afkoop bestaat in
eene verklaring van den gemeente-ontvanger,
dat de bepaalde som ten zijnen kantore is gestort.
Plaatsvervanging wordt toegelaten op vertoon
van schriftelijke overeenkomst.
Art. 21. Tot plaatsvervanger worden geene
anderen toegelaten dan die, overeenkomstig art. 4
der verordening regelende de persoonlijke dien
sten der ingezetenen, den vereischten leeftijd be
zitten en, volgens overteleggen certificaat van een
geneesheer, gezond en sterk van gestel zijn.
Art. 22. Indien de plaatsvervanger binnen
het jaar van de indienststelling de gemeente
metterwoon verlaat, of zonder wettige redenen
bij brand of oefening tweemaal achtereen ont
breekt, zal hij (behalve de op hem toegepaste
straf) worden ontslagen en den gesubstitueerde
worden aangezegd, binnen eene maand eenen
anderen plaatsvervanger aantebieden of den dienst
verder in persoon waartenemen.
Art. 23. Boven het hiervoren bepaalde getal
van 380 manschappen zullen nog 80 daarna-
volgende worden aangewezenom uit hen de
in den loop des jaars ontstane vacatures te
vervullen.
Art. 24. De lijst, alzoo opgemaakt zijnde,
wordt gezonden aan de directie van de brand
weer, om de indeeling te doen.
Art. 25. Jaarlijks zullen, op den 31 Decem
ber, zij, wier diensttijd verstreken is, volgens
art. 1 worden ontslagen.
Zij, die door lichaamsgebreken of om eenige
andere reden in de termen van vrijstelling zijn
gekomen, worden, nadat de bewijzen daarvan
door de commissie bedoeld in art. 14 zijn on
derzocht en in orde bevonden, dadelijk door
burgemeester en wethouders ontheven van den
dienst.
Art. 26. Deze personen, alsmede diegenen
welke vertrokken of overleden zijn, of om eene
of andere wettige reden niet meer tot de man
schappen der brandweer behooren, worden ver
vangen op de wijze, in deze verordening bepaald.
Art. 27. Bijaldien uit de loting van eenig
jaar geen voldoend aantal manschappen tot aan
vulling mocht kunnen gevonden worden, zullen
de tekortkomenden uit de reserve van het vorig
jaar volgens art. 23 worden opgeroepen, te be
ginnen met de jongsten.
Art 28. Deze verordening treedt in werking
1 September 18 74.
De verordening van den 17 Maart 1869 wordt
alsdan ingetrokken.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde
Staten van Zeeland in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 6 Juli 1874.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
POSTERIJEN.
De sluiting der mail naar Padang en Bata
via, te verzenden per stoomschip Prins van
Oranjegeschiedt den 10 Juli, ten 9,15 des
morgens.
GOES, den 8 Juli 1874.
Per telegraaf. Bij de herstemming
te Amersfoort zijn 2459 geldige stemmen uit
gebracht. Gekozen Van Goltstein met 1283 st.
Van Asch van Wijck had 1176 stemmen.
Z. K. H. de Prins van Oranje is gis
teren namiddag ten kwart vóór vijf uren, aan
een groot levensgevaar ontkomen.
Het paard van de tilbury, die door Z. K. H. zei
ven bestuurd werdstruikelde in vollen draf
op den hoek van den Vijverberg en het Voor
hout tegen een steen en vieltengevolge
waarvan de Prins over den kop van het paard
mede op de straatsteenen werd geslingerd.
Nog vóór dat de lakkei, die zich mede in
het rijtuigje bevond, het verschrikt oprijzend
paard had kunnen aangrijpen, werd dit'door
den Prins zeiven gedaan, die onmiddelijk was
opgestaan en gelukkig geen zware kwetsuren
schijnt te hebben bekomen.
De stoet schoolkinderen, aan welke
morgen (Donderdag) door het comité tot we-