1874. N°. 78. Zaterdag 4 Juli. 61" jaargang. GOËSCHË De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Veijdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 c. per regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8regels a/1,— Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald 20 c. OPENBARE VERGADERING van den BAAU der 12 JÜ 12 K K T JB KOKS, op Maandag den 6 Juli 1874, des avonds te 7 uren. Goes, den 3 Juli 1874. De Secretaris, HARTMA N. punten van behandeling: I. Mededeelingen, ingekomen stukken. II. Verzoek van Mr. M. J. De Witt Hamer, om ontslag als leeraar aan de inrichtingen voor middelbaar onderwijs. III. Verzoek van mej. C. S. Van Assendelft om eervol ontslag als hulponderwijzeres aan de school voor gewoon- en meer uitgebreid lager onderwijs voor meisjes. IV. Voorstel der financieele commissie omtrent de heffing van den Hooi'delijken omslag. BlUiiMENLANDSCHE BERSCHTEN. GOES, den 8 Juli 1874. De Minister van Oorlog heeft, naar aan leiding van 's Konings besluit van 24 Juni, bepaald1°. dat recrnten, die zich voor den militairen dienst in Ned. Indië verbinden, naar verkiezing een engagement, voor den tijd van zes of van vier jaren kunnen aangaan, reke nende van en met den dag van inscheping naar Indië en 2°. dat het maximum van het handgeld, dat bij dusdanig engagement aan iederen recruut (onverschillig van welken land aard) kan worden uitbetaaldzal bedragen ƒ300, wanneer de verbintenis voor zes, en ƒ200 indien zij voor vier jaren wordt aange gaan. Het vermelde wijzigt niet het bepaalde bij art. 9 der wet betrekkelijk de nationale militie, volgens welk artikel elk, die voor de militie is ingeschreven, en ieder, die daarbij is ingelijfd, tot een militair engagement van minder dan zes jaren niet kan worden toe gelaten. Ten slotte zij opgemerkt, dat aan ieder ingelijfde bij de militie te land, die, op den voet van het bepaalde bij het besluit van 29 Juli 1873, no. 39, voor den tijd van minstens twee jaren (gerekend van den dag der ont scheping in Neerl. Indië) worden gedetacheerd, eene gratificatie van ƒ200 kan worden uit betaald. De Haagsche correspondent van de Midd. Ct. bevestigt het gerucht, dat er op de col lectieve aanvraag der Ministers om ontslag nog geen antwoord van Z. M. den Koning is ontvangen. Het Vaderland daarentegen ver neemt uit goede bron, dat Z. M. heeft geant woord, dat het verzoek in onverweging wordt genomen. De liberale Kiesvereeniging Vooruitgang te Amersfoort heeft besloten, bij de herstem ming mr. W. baron Van Goltstein candidaat te stellen voor de Tweede Kamer. Gisteren avond werd in den tuin der Sociëteit van Ongenuchten Vrij, daartoe, zoo als het programma vermeldde gunstig" afge staan een concert gegeven ter benifice van den heer M. Edzard Grefe, waarschijnlijk wel als een blijk van dankbaarheid voor het vele goede, door dien heer voor en bij de feest viering van 12 Mei jl. verricht. Velen waren dan ook opgekomen om die dankbaarheid te toonen, en wie er geweest zijn, hebben zich daarover ruimschoots verheugd. Hét programma was met zorg samengesteld en de uitvoering was zeer goed, bijna onverbeterlijk te noemen. Wij vonden het eene goede gedachte de Feestcantate hier nogmaals ten gehoore te bren gen, omdat menigeen op 12 Mei niet in de gelegenheid was haar te hooren, en voor wie ze hoorde, van den indruk door het mingunstige weer veel verloren ging. Al was nu het orkest minder bezet, omdat de hulp der vrienden van Zele gemist werd, toch kwamen al de partijen goed uit en, zoowel het breede Largo: »Op, Neerlandsch volk! dat klink' een lied!" als het opwekkend Maestoso der unissons, klonk schoon, en verwierf een daverend applaus van de aanwezigen. Moesten wij eene opmerking maken, het zou deze zijn dat bij het Largo van het 8e couplet der cantatede muziek nog te veel domineerde wij hadden den zang nog meer willen hooren, zonder dat de stemmen daarom meer forto klonken. Dan het is slechts eene opmerking, geene aanmerking. Wij hebben de Feestcantate het eerstgenoemd, omdat wij dit voor het hoofdnommer van den avond hielden, doch wij haasten ons er bij te voe gen, dat wij niet weten, aan welk stuk de voor keur te geven. De Kampgroet en het Te wapen, beiden van den benifieiant, zijn forsch gespierde stukken, terwijl de zoete melodie van het Abend- lied bewees, dat de heer Grefe ook andere snaren weet te doen trillen dan die van het opgewekt vaderlandsch of krijgsgevoel. De zangkoren stonden den directeur waardig ter zijde; werden de solo's in die Heimath van Kreutzer gevoelvol en waardig voorgedragen, met genoegen hernieuwden wij de oude kennis van Die Kapelle"de staccato's en de piano's in dit stuk waren zeer goed. Had de Cor- neliusmarsch van Mendelsohn bij den aanvang van het concert reeds doen hooren, dat de Harmonie zich de lessen van den heer Grefe ten nutte maakt, de uitvoering der Fantasie Martha van Flotow bevestigde dit ten volle. Dit laatste nommer moest dan ook op het her haald en onafgebroken applaus der hoorders worden gebisseerd. Het Neerlandsch Volkslied van Willems handhaafde zijn ouden roem en was ook nu aan goede handen toevertrouwd. Vooral de begeleiding der instrumenten van het tusschencouplet was schoonmisschien nog wel beter dan op 12 Mei. Doch genoeg: de heer Grefe heeft ons een aangenamen avond verschaft en daardoor vernieuwde aanspraak op onze erkentelijkheid verworven. Wij wen- schen onze gemeente geluk met de aanwinst op muzikaal gebied, die zij door de komst van den heer Grefe verworven heeft. Eene opgewekte danspartij besloot dezen wer kelijk genotvollen avond, die zeker bij velen den wensch heeft doen ontstaan, om in den loop van den zomer meermalen van dergelijke concerten te mogen genieten; te meer, nu onze Harmonie eene hoogte heeft bereikt, dat zij ge rust met andere muziekgezelschappen kan wed ijveren. Onze stadgenooten zullen zich zeker met genoegen herinneren de kennismaking met het muziekgezelschap uit Zele, dat zooveel bijgedragen heeft tot opluistering van onze feesten op 12 Mei 11. De Maatschappij van Symphonie en Fanfaren van Zele heeft zich toen zoo uitnemend gekweten, dat wij bijna naijverig werden op die fabrieksplaats in het naburig België, waar de kunst met zooveel liefde en succes beoefend wordt. Zij telt 12000 zielen en kan menige grooter gemeente van ons land ten voorbeeld strekken en zij bewijst in ieder geval, dat ook kleinere en enkel van nijverheid levende gemeenten zichzelven en anderen groot genot kunnen verschaffen, als maar opgewektheid en samenwerking worden gevonden. Men zal zich herinneren, dat bij gelegenheid van het verblijf der Zeienaars in ons midden, het eerelidmaat schap der genoemde Maatschappij werd aangeboden aan de heeren Z. D. Van der Bilt La Motlhe ën Edzard Grefe. Tevens werd aan dezen en anderen onzer stad genooten de uitnoodiging gericht, om een muzikaal feest (festival) te komen bijwonen, dat in het einde der vorige maand te Zele zou worden gegeven. De heusch- heid der uitnoodiging en in zekere mate de plicht der erkentelijkheid drongen beide genoemde heeren, om met anderen zich derwaarts te begeven en met ge noegen vernemen wij, dat zij hunnen tocht met groote voldoening hebben volbracht. Gastvrij en met inge nomenheid ontvangen door de gsheele burgerij, gaf reeds de eerste dag van hun verblijf eene gelegenheid tot aangename kennismaking, waarbij het hun bijzon der treffen moest, dat de Zeienaars met zoo genoeglijke herinnering van hun verblijf te Goes spraken en de aangenaamste indrukken daarvan bij hunne medebur gers hadden verwekt. Zondag 28 Juni, de eigenlijke feestdag, bulderde reeds vroeg in den morgen het geschut om het feest aantekondigen. In den middag kwamen niet minder dan 40 muziekgezelschappen uit onderscheidene plaat sen aan en werden in optocht henen geleid naar de vier estrades, die op onderscheidene punten der ge meente waren opgericht. Eene onafzienbare menigte bewoog zich door de straten en beijverde zich nu eens hier, dan weer daar van de muziek te genieten, die waarlijk schoon lieeten mocht en voor den kunstzin en den vlijt onzer naburen getuigde. Een zeer gevarieerd programma gaf elk gelegenheid om te hooren, wat hem meest aangenaam was en mochten ook de krachten der gezelschappen verschillen, ze werden door allen met evenveel opgewektheid en ijver aangewend. In den loop van het feest werd ook door onze aan wezige stadgenooten aan den president, den secretaris en den directeur van de Maatschappij voornoemd het eere- lidmaatsehap aangeboden van ons harmoniegezelschap, dat met veel ingenomenheid door hen werd aanvaard. Maandag werd aan onze stadgenooten een afscheids diner aangeboden. Tal van toasten werden daar uitge bracht, waarbij opnieuw van den broederlijken zin onzer naburen bleek, terwijl het wel als een bewijs van te waardeeren ingenomenheid gelden mag, dat aaar door den president der Maatschappij ook een toast uitge bracht werd op .onzen burgemeester, mrM. P. Blaaubeen waarvan dezen onverwijld per telegram werd kennis gegeven. Wat aan het feest bijzonderen luister bijzette was vooral de groote eenstemmigheid en de uitmuntende orde die daarbij heerscliten. Niettegenstaande zoovele dui zenden in opgeruimde stemming vereenigd waren, werd de goede toon geen oogenblik gestoord. De Katholieke Belg, een weekblad van Dendermonde, had vruchteloos gepoogd het feest te verijdelen door schrik aautejagen, als zouden er vreeselijke tooneelen te wachten zijn door den strijd der staatkundige par tijen. Misschien had eene zekere partij het wel gewensclit, dat de rust ware gestoord. Maar haar toeleg, zoo die bestond, mislukte geheel. Overal was vroolijkheid zon der ongebondenheid, en van twist, om welke reden ook, was geen sprake. De verguisde liberalen, die gezegd werden het feest georganiseerd te hebben, kregen de kroon op het hoofd en de vrienden, die misschien ge hoopt hadden in troebel water te visschen, werden diep beschaamd. In een woord: het was een voorbeeldig feest, dat met recht een volksfeest heeten mocht en zeker om meer dan eene reden als welgeslaagd kan beschouwd wor den. En strekte het ook om den band tussehen de be woners van Zuid en Noord nauwer toe te halen, wij mérken er weder in op, hoe weldadig de kunst werkt, die de hartstochten bedwingt, de harten vereenigt en door veredelend genot een vriendelijk licht over het leven verspreidt. Uit Bath schrijft men: Oyer het alge meen beloven de veldvruchten een ruimen oogst alleen de erwten hebben door de vorst veel bloesem verloren en zjjn ook niet vrij van worm. Aardappelen staan buitengewoon mooi, de vroege leveren een ruim beschot. Suiker penen en mangelwortels, voor de 2de maal gezaaid, doen nog niet veel goeds verwachten. In de tuinen ziet het er nog niets zomerach- tig uit. Vroege snij- en slaboonen zullen er weinig of niet zijn. Jl. Dinsdag heeft de Kamer van koop handel en fabrieken te Middelburg besloten, aan den gemeenteraad hare zienswijze mede te deelen over 't wenschelijke tot inwilliging van het bij genoemde vergadering aanhangig adres van de heeren Van Zeilen Decker. Dit adres strekt tot het bouwen van een droogdok in den Dam aldaar. Haarlems Nieuwsblad meldt dat, naar men verwacht, de in Frankrijk aanhangige zaak der familie De Bourbon tegen den Graaf De Chambordspoedig in cassatie zal worden behandeld.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 1