«Toen de wet op den arbeid der fabriokskin- deren in de Tweede Kamer behandeld weid, «en van het vele schoolverzuim onder anderen «ook sprake kwam; toen men aanwees, hoe «vooral op 't platteland nog jeugdige kinderen «door de ouders gebruikt worden bij den veld- arbeid; toen sprak de heer Vader zulks tegen »en verklaarde, dat dit in Zeeland zoo erg niet «was als wel werd voorgewend «Wij gelooven dat de afgevaardigde uit «Zeeland door verpletterende berichten, naar waarheid gegeven, zal uit het veld geslagen worden. Waarlijk dwaas is het, wanneer con- «servatieve staatslieden, die zelfs tot de Chris- «telijk-historische beginselen overhellen, enkel «en alleen om een liberaal ministerie en libe- rale afgevaardigden te bestrijden, iets durven ontkennen, wat volkomen waarheid is." Wij nemen van deze zinsneden nota, om te doen ziendat we niet alleen staan in ons ge voelen, dat de heer Vader het deerlijk mis had, toen hij zeide dat het eene groote uitzondering ■was, wanneer van kinderen voor veldarbeid gebruik werd gemaakt." Wij meenen in ons voorlaatste nommer, daar toe in staat gesteld door het ingesteld onder zoek van mr. C. J. Pickê«die verpletterende berichten, naar waarheid gegeven" te hebben. Wij achten het tevens opmerkelijk, dat, wat wij van den heer Vader aanmerkten als gebrek aan kennis omtrent den waren toestand, zelfs in zijne onmiddelijke omgeving, door de Nieuwe Zwolschewordt aangezien als een «durven ont kennen, wat volkomen waarheid is, enkel en alleen om een liberaal ministerie en liberale afgevaardigden te bestrijden." Wie weet of de N. Zwolsche Ct. het wel zoo ver mis heeft? De minister van Binnenlandsche Zaken heeft van de Commissarissen des Konings eene lijst verzocht van de niet-geëxamineerde vee artsen in de provincie, die op den SOsten April jl. een patent als veearts bezaten, zoo mogelijk met afzonderlijke aanduiding van hen, die zoodanig patent sedert 1 September 1864 hebben bezeten. In de bekende kerkhofquaestie te Strijp is door den Minister van Binnenlandsche Zaken eene beslissing genomen. Het gemeentebestuur van Strijp is aangeschreven, de lijken van Protes tanten op de begraafplaats ter begraving toe te lateD. Daardoor is dus een einde gemaakt aan de aanmatigende willekeur vau de geestelijkheid te Strijp, die zich eene algemeene begraafplaats, eigendom van de burgerlijke gemeente, had toegeëigend en de niet-Katholieken dwong hunne dooden te begraven op een kerkhof, voor overledenen aan besmettelijke ziekten bestemd. De miliciens der lichting van 1873, bij het regiment vesting-art. nog in dienst, zullen 14 Juli met onbepaald verlof huiswaarts gaan. Het stoomschip W. A. Scholten is eergis teren vroegtijdig van New-York te Ylissingen gearriveerd, na eene reis van 12£ dag. Door den Senaat van de Utrechtsche Hoogeschool zal een adres aan de Tweede Ka mer worden gezonden, naar aanleiding der aan- hamrice wetsontwerpen op het hooger onder wijs0 (Dagbl.) Het Vad. verneemt, dat voor de oprich ting van een Museum voor Nederlandsche ge schiedenis en kunst aangekocht is een huis op de Prinsengracht te 's-Gravenhage. De correspondent der Penang Gazette schrijft onder dagteekening van den lsten Mei, nit Atchin o. a. het volgende: Tusschen den datum van mijn laatsten brief en den 11 der vorige maand, is er niets gebeurd dat veran dering bracht in den toestand der Nederlan ders te Atchin. Op bovengenoemden datum echter werden zij verrast door een aanval der Atehineezen op verschillende puntende Kra ton, het kamp en de booten in de rivier wer den tegelijkertijd en door een groote macht aangevallen, maar binnen twee uren was de aanval overal met groote verliezen afgeslagen, terwijl de Nederlanders weinig of geen verlies hadden. Er kan geen twijfel aan bestaan, of de forten, door de Nederlanders opgericht zijn bestand tegen eiken aanval der Atehineezen, daar zij goed gebouwd en meer dan voldoende gewapend zijn met kanonnen en mortieren 't is een vergeefsch pogen der Atehineezen om hen hierin aan te tasten, maar de Nederlan ders hebben den naderenden vrede te vroeg be zongen en buiten hunnen vijand gerekend. In denzelfden morgen van den bewusten dag kwa men de Javasche couranten in het kamp aan, en daarin was een stuk van generaal Van Swieten opgeqomen, waarin gezegd wordt, «dat elke dag nieuwe bewijzen van de zijde der in boorlingen gaf, dat wij den vrede naderen"; de couranten, die dit welkome nieuws bevat ten, kwamen te 9 uren aau en te 11 uur 30 wordt een algemeene aanval gedaan door hen, «die blijken geven dat wij den vrede na deren." Deze aanval werd beschouwd als een laatste poging der Atehineezen, en men koes terde de verwachting dat het mislukken goede gevolgen zou hebben en het volk, den oorlog moede, zijne zaak verloren zou achten, maar tot dusverre is vau dergelijke gevolgen nog niets gebleken. Het Algemeen Dagblad van Nederlandsch- Indië, in zijn mail-overzicht sprekende van gen.maj. Verspijck, maakt de volgende hoogst merkwaardige opmerking: «Zijn naam is in den laatsten tijd de dek mantel geworden, waarachter zich bij een groot gedeelte van het offieierskorps ontevredenheid en intrige verbergen. Men juicht den gene raal Verspijck toe, gelijk in de schouwburgen acteurs en actrices worden toegejuicht door eene claque; eu dit kan voor een hooggeplaatst of ficier niet aangenaam zijn. Ook kan het hem op den duur niet onbekend blijven, dat de hulde, welke hem gebracht wordt, slechts de vorm is, waaronder de claqueurs naar de ver vulling van eigen wenschen streven." Te Antwerpen heeft Zaterdag een zware brand gewoedwaardoor een suikerraffinaderij een prooi der vlammen is geworden. In drie jaren tijds werden daar nu reeds vier zulke établissementen tot asch verteerd. -- Dat in den laatsten tijd in den veehan del belangrijke zaken gedreven zijn, kan o. a. blijken uit het feit, dat de heer S. P., vee houder te Beukelsdijk (onder Overschie), aan een Belgisch handelaar, sedert primo Decem ber 11., van zijne stallen heeft verkocht 338 stuks vette ossen voor eene gezamenlijke waarde van 108,500v waarvan de laatste 130 stuks in één koop teg'én j 325 per stuk. N. R. Ct. Een naïef staaltje van de belangloosheid, welke aan de publieke opinie in Engelsch-Indië ten aanzien van den oorlog met Atchin ten grondslag ligt, !zegt de N. R. Ct., vindt men in de Friend of India. Zou, nu Groot Brittanie met Ashanti heeft afgerekend, vraagt dit blad het Ministerie niet zijne bemiddeling moeten aanbieden aan de Nederlanders en de Atehineezen, die beiden met ons bevriend zijn Wij zouden nu den eenen of anderen dag het resultaat moeten hooren van mr. Denisons vraag aan den onder-secretaris van Staat voor buiten- landsche aangelegenheden, of eenige diplomatieke correspondentie gevoerd wordt of onderhande lingen aangeknoopt zijn tusschen het Hof van St James en den Haag met betrekking tot Atchin, en of pogingen zijn aangewend om de vrijheid van handel te verzekeren tusschen Atchin en de EDgelsche bezittingen? KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS. Sedert de laatste opgave in deze Courant zijn nog bij den Thesaurier der afdeeling Zuid-beveland ten behoeve van het Ned. Bijbelgenootschap ontvangen de gecollecteerde gelden: te •s-Gravenpolder f2.50; te Ovczand f 1.37; te Driewegen 1.80*1»', en te Weraeldinge f 4.20. Het houwen derGeuzenkcrkte Órtelle heeft gekost 'f 10,210.10'/,. De Christelijk gereformeerde Kerk in Nederland heeft tot be strijding dier kosten bijgedragen, door collecten en bijzondere giften, een som van f 9507.58. Blijkens bet verslag van den staat der spaarbank van het Ned. Ond Genootschap over liet_boekjaar 1873 bedroeg de deel neming op I Januari 1873 f 427,957.48. Geplaatst werden voor 374 deelnemingen f 7'5,209.681/„, terugbetaald op 182 deel nemingen f 44,922.20'/,; de deelneming is alzoo vermeerderd met f 27,287.48; het bedrag der deelneming was alzoo ulto. December 1873 f 455,244.96. Het netto bedrag der rente was f 22,347.19, verminderd met f 59.11, voor uitgetreden deelneming, zoodat aan rente voor de blijvende deelnemers bijgeschreven kan worden f 22,288.08. Het Schoolblad van 9 dezer bevat het volgende bericht uit ANTWERPENNadat de middelbare school voor meisjes alhier met veel inspanning tot stand gebracht, zich in toenemenden bloei en belangstelling mocht ver heugen, heeft thans de permanente commissie uit den provincialen raad te dezer stede, waarin de clericalen de meerderheid hebben, hare goedkeuring aan de pos ten geweigerd op de begrooting onzer stad ten behoeve dezer stedelijke inrichting geplaatst, en verlangt hare sluiting reed's met 1 Juni dezes jaars. Genoemde commissie is vooral tegen deze school ingenomen, door de toevoeging eener voorbereidings klasse, waardoor ze aan 't toezicht der geestelijkheid onttrokken werd, en door verlichte leeken geleid, de pensionaten der dames de la doctrine chrétienne etl soeura de Marie, grooten afbreuk doet. Het is wel ze ker, dat onze gemeenteraad, als waardige voorstan lei- van gepasten vooruitgang, zal weigeren aan 't ven - gen dier permanente commissie te voldoen, en I - zal de regeering moeten beslissen of aan dien gedanuu onbeschaamden eisch al dan niet gevolg moet gegeven worden. Bij weigering tot voortzetting zoude het hier nog erger zijn dan te Goes, waar meisjes op de mid- delb. school voor jongens, zonder dat er daardoor de minste wanordelijkheden hadden plaats gevonden, even min als elders, waren toegelaten geworden en desniet tegenstaande toch later door den gemeenteraad gedwon gen werden, die inrichting te verlaten. Waarschijnlijk juicht die raad de handeling der Engelsche gravin Den- cock toe, die haren bibliothecaris ontsloeg, omdat hij de vermetelheid had gehad, boeken van mannelijke en vrouwelijke schrijvers onder elkander in zijn boeken kast te plaatsen. l)eze gewaande onzedelijke daad, kostte toch den inan zijne betrekking. OPENBARE VERGADERING VAN BEN HA Al) der G K M E E Hl T B3 GO ES, op WOENSDAG- den 24 JUNI 1874, des avonds te zeven uren. Voorzitter: de heer mr. M. P. Blaaubeen. Tegenwoordig: twaalf leden en de Secretaris. Afwezig, met kennisgeving, de heer C. L. De Meu- lemeester. I. De Notulen der vergadering van den 16 Juni jl. worden gelezen en goedgekeurd. II. Worden ter tafel gebracht de volgende inge komen stukken: a. Het jaarverslag der gemeente Haarlem, dat in de boekerij zal geplaatst worden. b. Bericht van de commissie van toezicht op de inrichtingen voor middelbaar onderwijs, van de dagen en uren, waarop de overgangs-examens aan de Hoo- gere Burgerschool zullen plaats hebben, tot welks bijwoning de Voorzitter de leden dringend uitnoodigt. c. Verzoek van mr. M. J. De Witt Hamer, om ontslag tegen 1 September, als leeraar aan de inrich tingen voor middelbaar onderwijs, met advies der commissie om dit op de meest eervolle wijze te verleenen, welke beide stukken aan den heer Inspec teur zullen worden gezonden, om bericht. d. Eenige Staatsbladen, die bij de overige gevoegd zullen worden. III. De Voorzitter brengt in herinnering, dat van den heer J. D. Van den Berge een verzoek is ingekomen om ontslag als leeraar aan de Burgeravondschool, hetwelk, met het advies van de commissie, aan den inspecteur is gezonden, ter voldoening aau art. 29 der wet op het middelbaar onderwijs, en deelt mede, dat nog geen bericht van dien heer is ontvangen; dat gemelde leeraar echter ontslag verzoekt tegen 1 Juli en waarschijnlijk vóór dien dag geene raadsver gadering meer zal gehouden worden, dat het niet denkbaar is, dat de inspecteur bedenkingen zal hebben, gelijk die ook niet door de commissie geopperd zijn, of bij burg. en weth. bestaan. Om al die redenen stelt hij, nameus burg. en weth., voor, het gevraagde ontslag te verleenen, onder voor behoud van het advies van den inspecteur, zulks met ingang van 1 Juli a. s. De heer mr. Van Hoek zegt, dat hij zich niet met dit voorstel kan vereenigen. Spr. vindt het ge waagd, ontslag te verleenen, behoudens de goedkeuring van den inspecteur. De heer Fransen Van de Putte merkt op, dat het voorstel niet luidt „behoudens goedkeuring" maar „behoudens het advies," dus behoudens, dat er geen bezwaar bij den inspecteur zal zijn. De heer mr. Van Hoek erkent dit, maar acht de handeling toch in strijd met de wet, en onbeleefd tegenover den inspecteur. De Voorzitter zegt, dat het verzoek, ingevolge art. 29 der wet, reeds voor eenige dagen aan den inspec teur is gezonden, dat door die inzending aan het voorschrift der wet is voldaan en hij er niets onbe leefds in vindt, dat de raad het verlangde ontslag verleene, behoudens het advies van den inspecteur. De heer mr. Del Baere vermeent, dat de raad in dezen diligent is, omdat het advies gevraagd werd. De raad beeft deii inspecteur willen hooren, maar hij schijnt niet gehoord te willen worden, anders zou hij antwoord gestuurd hebben. Naar Spr. oordeel handelt de raad niet in strijd met de wet, door het voorstel van burg. en weth. aan te nemen. De heer Jbr. De Marees van Sioinderen daarentegen is van gevoelen, dat, waar de wet wil dat de inspec teur zal gehoord worden op de aanvragen der leeraars om ontslag, de raad het ontslag niet mag verleenen, zonder advies van den inspecteur. Bovendien het is nog maar acht dagen geleden, dat de stukken aan den heer inspecteur zijn gezonden. De Voorzitter herinnert de geschiedenis van art. 29 der wet en toont aan, dat het gemeentebestuur aan de wet voldaan heeft, zoodat ten dien opzichte geen manke kan worden aangewreven. De heer dr. Callenfels verklaart het eens te zijn met mr. Del Baere en den Voorzitter. De heer Fransen Van de Putte zegt te moeten opkomen tegen de bewering, alsof met de aanneming van het voorstel onwettelijk zou gehandeld worden. Er is en wordt voldaan aan de wet. Het verzoek van Van den Berge is ingekomen; de commissie van toezicht heeft geadviseerd geen bezwaar tegen de inwilliging te hebben; deze bestaan ook niet bij

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 2