1874. N°. 75. Zaterdag 27 Juni. 613te jaargang.
PERSONEELE BELASTING.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag. Woensdag
en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nummers 5 e. met bijblad 10 c.
COURMT.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels 1,—
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald 20 c.
De BURGEMEESTER van GOES brengt bij deze
ter kennis van een ieder, wien het aangaat, dat het
primitief voljaars-kohier no. 1 van het PERSONEEL
voor deze gemeente, over het dienstjaar 1874—1875,
op heden ter invordering is gesteld in handen van
den ontvanger dier belasting binnen deze gemeente.
Goes, den 26 Juni 1874.
De Burgemeester voornoemd.
M. P. BLAAUBEEN.
GOES, den 26 Juni 1874.
Het 28e Nederl. landhuishoudkundig Congres is
gisteren en eergisteren te Zierikzee gehouden. Wij zul
len geene beschrijving geven van den feestdos der stad
'tis als overal elders bij dergelijke gelegenheden: vlag
gen, groen en opschriiten en nog eens vlaggen, groen
en opschriften; heeren met strikjes en oranje; muziek,
een opgewonden menigte, een optocht, illuminatie en
vuurwerkeen flink terrein met tafeltjes, stoelen, die
uitnoodigen tot gezellig samenzijn, groenende dijken
en heerlijke laantjes rondom het terrein, een zeer aan
gename toon en geest.
Wij gaan de vermakelijkheden stilzwijgend voorbij
om ons te bepalen tot het zakelijke: tot het Congres.
Dinsdag avond werd het geopend. In de te voren
gehouden vergadering van de Zeeuwsche Maatschappij
van Landbouw werden tot keurmeesters bjj de ten
toonstelling benoemd
Voor de paarden, de heeren J. C. Kegelaar uit Hulst;
C. A. Blindenbach uit Cortgene; B. G. Friderichs uit
Oud-Vosaemeer.
Voor het rundvee, de heerenP. J. Vermast uit Scher-
penisse; J. G. Van der Linde uit Colijnsplaat; J. Van
Lamme uit Wolfaartsdijk.
Voor de schapen en varkens, de heeren A. Harthoorn
uit Waarde; C. L. Kloet uit Zierikzee; J. Leijs uit Waarde.
Voor de werktuigen, de heerenB. De Keijzer, uit
Cortgene; W. Wol/erl uit Neuzen; P. Fransen uit Grijps-
kerke.
In de groote zaal van het raadhuis heette de bur
gemeester van Zierikzee 's avonds 7 uren de Congres
leden hartelijk welkom, en werd dezen de eerewijn
aangeboden, waarop de Voorzitter van het Congres,
mr. J. Moolenburgh, met eene dankbetuiging antwoordde.
Vervolgens werden de afdeelingen gevormd.
Tot Voorzitter der eerste afdeeling werd benoemd
de heer J. M. Kakebeeke; tot Voorzitter der tweede:
baron Sloet tot Oldhuis.
Den volgenden morgen had eene vergadering der
afdeelingen plaats. Wij bepalen ons bij de opsomming
van het daar verhandelde, tot het voor de landbouwers
in onze omgeving meest gewichtige en dan verdient
punt 1 zeker ook wel de eerste plaats.
De vraag was:
1. Wat kan in het belang der Meekrapteelt worden
gedaan, ten einde het hooid te bieden aan de dreigende
concurrentie der kunst-alizarine?
Indien de Meekrapteelt moet worden ingekrompen
of opgegeven, welke handelsgewassen zou men dan het
voordeeligst in de plaats der Meekrap kunnen verbouwen?
Zou daarvoor in de eerste plaats niet in aanmerking
kunnen komen de Suikerbiet? En zouden de Meestoven
dan niet kunnen worden ingericht tot fabrieken ter
bereiding van Stroop?
De eerste spreker was de heer G. J. Van den Bosch
Uit Wilhelminadorp.
Hij behandelde de quaestie van het al of niet te
niet doen van de meekrapcultuur en sprak als zijne
opinie uit, dut het verkeerd zou zijn de meekrapcul
tuur te staken. Intusschen raadde spreker aan die
cultuur eenigszins in te krimpen. Hij bazeerde zijne
Opinie op tal van mededeelingen, door hem ontvangen
Uit verschillende streken, waar de Alizarine gebruikt
wordt en waaruit het blijkt, dat deze nog lang niet de
eenig gewenschte kleurstof is. Spreker schrijft dan
ook de lage prijzen voor het grootste gedeelte aan de
tijdsomstandigheden toe, als: katoen- en geldcrisis,
en veel minder aan de concurrentie der Garancineen
Alizarine onderling. Volgens berichten uit Avignon
kan en moet de cultuur door gepaste middelen ver
beterd worden. Hij verwacht veel van de hulp der
mannen van de wetenschap en van de Garancine-fabri-
kanten, die er zich op moeten gaan toeleggen om prepa
raten uit meekrap te maken alsExtrait de Garance etc.
Dr. Schoor sprak als zijn gevoelen uit, dat de Garan-
cine best kan blijven concurreeren met de Alizarine,
maar dan moeten de fabrikanten door de landbouwers
gesteund worden. Zoo vermeent hij, dat men nog te
weinig gebruik maakt van kunstmest, welke die be-
standdeelen aan den grond toevoegt die er aan ontbre
ken om het verfgehaite van den wortel te vermeerde
ren. Hij wijst op proeven in de nabijheid van Zierik
zee genomen met verschillende mestsoorten en die het
bewijs hebben geleverd, dat reeds goede resultaten van
kunstmest zijn verkregen.
De heer B. G. Van der Have is tegen vermindering
van de meekrapcultuur op grond van de tegenwoordige
inrichting van wisselbouw, meestoven etc.
De heer W. A. Ochtman deed belangrijke mededee
lingen van roodververs, door hem over de zaak onder
houden. De indruk dien hij daarvan kreeg, is, dat de con
currentie van Alizarine artiflcielle niet zoo dreigend is,
als in vele couranten en tijdschriften overdreven wordt
voorgesteld. Volgens verschillende, zeer zaakkundige
roodververs, missen de kleuren met Alizarine artifl
cielle verkregen, die diepte en helderheid van nuance,
welke de stoffen bezitten, met Garancine geverfd. Hij
verwacht veel van eene verbeterde cultuur.
De heer Van den Bosch verdedigde nader zijne stel
ling tot inkrimping van de meekrapteelt en wees er
vooral op, dat de Alizarine-bereiding nog geheel in hare
wording is en de wetenschap daaraan nog veel kan
verbeteren, is de concurrentie op 't oogenblik nog niet
zoo groot, verbeterde bereiding der Alizarine kan er
een serieuse concurrent van maken.
Dr. Schoor wijst er op, dat tot lieden nog geen abso
lute waardebepaling bestaat van het verfgehaite der
meekrap en dat 3jarige meekrap vooi den Garancine-
l'abrikant van veel slechter gehalte is dan 2jarige.
De heer B. G. Van der Havt zegt, dat 3jarige echter
qua opbrengst, dus financieel, voor den landbouwer
voordeeliger is.
De heer W. A. Ochtman zegt, dat dit een denkbeeldig
voordeel is en approuveert het gesprokene daaromtrent
door Dr. Schoor. Door het teelen van 3jarigen wortel
bevordert men de ontwikkeling van de houtvezel, echter
ten nadeele van het verfgehaite. Hij wijst echter nog op
een punt, en dat is de bereiding der Meekrap in de stoven.
Hij zou tal van voorbeelden kunnen noemen van in
richtingen waar de wortel, in plaats van doelmatig be
reid, letterlijk mishandeld wordt.
De heer Olivier beaamt het gesprokene door den
heer Ochtman. In de bereiding kan nog veel verbeterd
worden. Het zon z. i. zeer doelmatig zijn het dro
gingsvermogen belangrijk uit te breiden, waardoor
vermeden wordt, dat de groene meede gernimen tijd
achtereen aan allerlei schadelijke invloeden is bloot
gesteld in de zoogenaamde koude stoof. Door grooter
drogingsvermogen verkrijgt men zeer spoedig Kacijn,
die onmiddelijk aan de markt kan gebracht worden
en waardoor tevens verschillende houders er van be
vrijd worden om te zijn speculant malgré soi.
Met algemeene stemmen werd eindelijk aangenomen
de navolgende conclusie:
De 1ste afdeeling van het Congres spreekt als haar ge-
voelen uit, dat het niet wenschelijk is de cultuur der
„meekrapplant af te schaffen, vermits men van oordeel is,
dat de lage prijzen minder het gevolg zijn van de con-
fCurrentie der Alizarine artiflcielle, dan wel van verschil-
ulende tijdsomstandigheden daarbuiten gelegen.
Ook punt 3: Hoe kan de Lucerneldaver het best van gras
en onkruid bevrijd worden? lokte ampele bespreking uit.
Onwillekeurig, gelijk hieronder blijken zal, knoopte zich
daaraan vast punt 11: Welke waarde moet men hechten
aan de Gaskalk als meststof?
De heer v.d. Have was van meening, dat een dunne
stand van het gewas het opkomen van onkruid bevor
derde. Als eerste middel raadde hij dus aau: dichte
bezaaiing, waardoor een dunne stand van ;tgewas en bij
gevolg onkruid voorkomen werd. Spreker deed vervol
gens mededeeling van eene proef, twee jaar geleden ge
nomen door overmesting met compost en 10 gaskalk,
waardoor minder onkruid onstond. De gaskalk bevor
dert den groei van den wortel der Lucerne en belemmert
daardoor tevens den groei van het onkruid-
De heer Giljam achtte compost wel goed, maar naar
zijne meening werd de Lucerne te veel aan zich zelf
overgelaten. Zij moet ook goed gewied worden.
De heer v. d- Have merkt op, dat het niet de quaestie
is van veel of weinig wieden; men moet het opkomen
van gras voorkomen en dat kan men door de aanwending
van gaskalk.
De heer Hoogenboom betreurt het, dat niet meer land
bouwers hunne ervaring op dit punt mededeelen. Hij
heeit opgemerkt, dat, waar men de Lucerne zwaar egt een
goed resultaat wordt verkregen, vooral als er eerst goed
gemest is.
De heer v. d. Have dingt op het eggen niets af; doch
als men egt is men zeer afhankelijk van het alsdan vol
gende weder. Middelen om het gras te weren komen hem
doelmatiger voor.
De heer Lucker De Bruijne zegt eene proeve genomen
te hebben met zwaar eggen en goed wieden na de eerste
snede en toen de tweede snede veel beter te hebben
bevonden. Ook hij is dus voor eggen.
De heer Hoogenboom vraagt of de gaskalk, als zij zoo
goed is om het gras tegen te gaan, ook niet tegelijk
nadeelig op de Lucerne werkt? Men kan te ver gaan.
De heer Hartog geeft als zijne meening te kennen,
dat gaskalk een uitmuntend middel is, maar men moet
haar eerst eenigen tijd, met aarde vermengd, laten liggen
Dan wordt zij een coed mestmiddel, bevordert den groei
der Lucerne en belemmert daardoor den groei van het
gras, zooals de heer v. d. Have reeds zeide.
De heeris tegen gaskalk. Bevordert deze
den groei der Lucerne, dan bevordert zij ook dien van
het gras en men haalt het paard van Troje binnen.
De heer Hartog zegt, dat, als er 12 sprekers zijn over
gaskalk er 6 voor en 6 tegen zijn. Hij verwacht dan
ook geen resultaat van deze bespreking. Maar bij de
askalk hangt alles er van af: hoe ze is en hoe 'men
aar gebruikt.
Versch aangewend is zij bepaald nadeelig, omdat er
vele plantenvergiften in zijn, maar als men de kalk eerst
eenigen tijd aan zich zelve overlaat, dan hebben er
scheikundige werkingen plaats. De schadelijke stoffen
verliezen dan hun gift. De toegang van lucht is daarbij
noodig, want daardoor wordt het proces bevorderd. Men
zij dus niet zuinig op arbeidsloonen om de kalk dik
wijls om te zetten.
Ook moet men bij de aanwending van gaskalk op
het verschil van grond letten; zoo zal men op stijve
koude gronden er beter resultaat mede hebben dan'op
andere. Er moet ook op de qualiteit van de kalk gelet
worden. Als zij lang in de bakken gestaan heeft is zij
minder goed. Overigens meent hij, dat, alles daarbij
in aanmerking nemende wat hij gezegd heeft, de aan
wending van gaskalk op kleigrond is aantebevelen, doch
op zandgronden minder.
De heer Cremer uit Driel is mede van meening, dat
askalk niet onvoorbereid moet gebruikt worden. Hij
eeft op zekere plaats gezien dat gaskalk, onvoorbereid
op een grasveld gestort, het gras verbrandde. Later viel
er regen en tioen was het gras op die zelfde plek veel
weliger dan in den omtrek en werd het met meer graagte
door het vee genuttigd. Hieruit blijkt dus dat de plotse
linge werking nadeelig is; er moet iets voorafgaan, dat
die plotselinge werking voorkomt en dit zal wel in de
voor-of toebereiding van de kalk moeten gezocht wor
den. Dat dan hare werking heilzaam is blijkt uit deu
lateren weligen groei van het door spreker bedoelde
grasveld.
Nog enkele andere sprekers gaven korte opmerkingen
ten beste, welke in hoofdzaak op hetzelfde neder kwamen.
De vermenging der beide punten van het programma
was oorzaak, dat noch omtrent de vraag over de Lucerne,
noch omtrent die der gaskalk eene practische oplossing
werd verkregen.
Omtrent een paar andere punten op het Congres be
handeld, hopen wij in ons volgend no. nog eenige mede
deelingen te doen.
Bij gelegenheid van de tentoonstelling
der Zeeuwsche maatschappij van Landbouw
te Zierikzee, zijn de volgende werktuigen be
kroond: verbeterd grasmaaiwerktuig, wed. J.
C, Massee Sp Zoon te Goes, le prijs f 100
idem, Voorbeijtel ty Co. te Bergen op Zoom,
2e prijs 50booischudder, denzeifden f 25;
paardenhark, wed. J. C. Massee Sp Zoonte
Goes ƒ15; zaai werktuig, dezelfde met een
zilveren medaille, uitgeloofd door den voorzit
ter van het 28e landhuishoudkundig congres.
Voor eene verzameling van landbouwwerk
tuigen, uitmuntende door voltalligheid en bouw
klaarheid, Voorbeijtel 8p Co. le prijs/100; idem
wed. J. C. Massee <Sp Zoon, 2e prijs f 50.
Bniten het programma werden nog bekroond
de Koninklijke stoomfabriek van zinkwerktui-
gen te Arnhem met een zilveren medaille voor
een partij voorwerpen, voorkomende op den
catalogus ouder no. 200249A. Anker Wz.
te Zierikzee met een bronzen medaille voor
een partij ijzerwerk (259—273); E. Van den
Bosch te Goes, met een zilveren medaille voor
een partij zaden, wortels en zaaigraan (274-279)
W. Elenbaas te St. Annaland met een zilve
ren medaille voor een Amerikaanschen ploeg.
In de algemeene vergadering van het land
bouw-congres te Zierikzeeis bepaalddat het
volgende congres zal gehouden worden te Scho-
terland.
De algemeene vergadering der maatschappij
van landbouw en veeteelt in Zeeland zal in
1875 teKruiningen worden gehouden, bij welke
gelegenheid verschillende proeven met werktui
gen zullen worden genomen.
In de Nieuwe Zwolsche Courant, een orgaan
van de anti-revolutionaire partij komt in haar
nummer van 13 Juni een artikel ten gunste
van den leerplicht voor. De schrijver geeft
blijk den waren toestand van het schoolbezoek
zeer goed te kennen en dringt aan op een eer
lijken strijd, wat blijken kan uit de volgende
zinsneden