COURANT.
1074. 11°. 68. Donderdag II Juni. 6Iste jaargang.
OPROEPING VAN VERLOFGANGERS.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, YVofnsdag
en Vrijdag avonduitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels k/1,—
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald 20 c.
De BURGEMEESTER van GOES,
gezien hebbende de circulaire van den heer Commis
saris des Komngs van den G Juni jl, A No. 2f>58/2, 3de
afdeeling, volgens welke, tengevolge van de door Z. M.
den Koning gegevene bevelen, de miliciens-verlofgangers
der lichting "van 1871, behoorende tot het 3de regement
infanterie, in den wapenhandel zullen geoefend worden;
geeft daarvan den belanghebbenden kennis en roept op:
CHR1STIAAN VAN IIOCRNJOHANNES BOU-
TENS en CIIRISTOFFEL SINKE, wier garnizoens
plaats is Middelburg,
om tegenwoordig te zijn bij hun korps op
Xaterday den Jnni aanstaande des
namiddags vóór -3 uren
zullende zij zich rechtstreeks derwaarts moeten begeven.
Wordende den verlofgangers indachtig gemaakt: dat
hij, die niet aan de oproeping voldoetals deserteur
wordt behandeld, en dat hij, die niet op den bestemden
tijd onder de wapenen komt of niet voortdurend aan
dé oefening deelneemt, of wel achterlijk blijft in het
aanleeren van den wapenhandel, zooveel langer onder
de wapenen zal gehouden worden als de commandant
noodig acht.
Goes, den 9 Juni 1874
De Burgemeester voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
Bim^Ea?LASMDSCHBERICHTEN.
GOES, den 10 Juni 1874.
TWEEDE KAMER.
Bij opening der zitting van gisteren heeft
de Minister van Koloniën medegedeeld, Maan
dag verzuimd te hebben te melden, dat de Gouv.-
Generaal de benoeming van kolonel Pel tot
bevelhebber heeft goedgekeurd. De instructie
van kolonel Pel was geheel in overeenstemming
met de politiek, door generaal Van Swieten ge>
volgd.
Hierna had de interpellatie van den heer
Gratama over de Indische spoorwegen plaats.
Op de viaag van den heer Gratama, of de
regeering nog gezind bleef voor concessieverlee-
ning aan particulierendan wel of spoedig een
wetsontwerp tot staatsaauleg was te wachten
antwoordde de Minister van Koloniën nog van
meening te zijn liever staatsspoorwegen dan
geene. De regeering zou nog in dit jaar een
wetsontwerp tot aanleg van spoorwegen op Java
indienen.
Vervolgens hield de heer Godefroi een inter
pellatie over het Noordzeekanaal. De Minister
heeft zijnerzijds den stand van zaken opgege
ven en de redenen medegedeeld, waarom hij nog
geen wetsontwerp tot voorziening heeft ingediend.
Hij liet doorschemeren, dat de zaak ten laatste
wel in handen der regeering zou moeten ko
men. De heer Godefroi was daarmede niet be
vredigd. Alles was volgens hem nog in 't on
zekere De interpellatie was hiermede afge-
loopen.
De Minister van Financiën brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat op 1 Sept.
e. k. en volgende dagen in het lokaal van
het Depart, van Financiën te 's-Gravenhage
een vergelijkend examen van hen, die tot sur
numerair der reg. en domeinen wenschen be
noemd te worden, zal plaats hebben.
Het aantal te benoemen surnumerairen wordt
bepaald op twaalf.
Zij, die tot het voormelde examen wenschen
te worden toegelaten, moeten vóór of uiterlijk
op den 15 Juli e. k. hun verzoekschrift in
dienen.
De Minister van Koloniën roept in de
Staatscourant belanghebbenden op, die genegen
en geschikt zijn te dingen naar de betrekking
van leeraar in de wis- en natuurkunde aan de
afdeeling »hoogere burgerschool" van het gym
nasium Willem 111 te Batavia. Voorwaarden
en vereischten worden nader in de Staatscourant
omschreven.
A olgens een schrijven uit den Haag in
de Zutpli. Ct. is een ontwerp tot regeling van
rechtspersoonlijkheid der Coöperatieve Veree-
nigingen bij het departement van Justitie in
bewerking.
De geschenken van de provincie Zeeland,
het Groothertogdom Luxemburg, de officieren
der schutterij en van de maatschappij Arti et
Amic.itiae zijn thans op het Loo aanwezig.
De drie eerstgeme'de prijkten op den Ko
ninklijken disch op 25 Mei 11. (11.)
In de verschillende garnizoenen des lands
zijn, ingevolge de bevelen van den Minister
van Oorlog, op drie achtereenvolgende appèls
bekend gemaakt de benoemingen van luit.-ge
neraal Van Swieten tot grootkruis en van ge
neraal-majoor Verspijr/c tot commandeur van
de Militaire Willemsorde, wegens hun gedrag-
bij de expeditie in Atchin.
Wij vernemen, dat, te beginnen met 1 Juli
e. k de jaarwedden der ambtenaren bij de
telegrafie met 25 pCt. zullen worden verhoogd.
(Hbl.)
Men verzoekt ons te willen mededee-
len, dat de beer G. J. Van den Bosch te
Wilhelminadorp den onlangs behaalden prijs ad
20.- voor den aanvoer van het grootste aan
tal paarden op de alhier gehouden markt en
tentoonstelling van paaiden ter beschikking
van de commissie heeft gelaten.
Een dergelijk besluit werd genomen door
den heer Oele Hz. te Kapelle, ten opzichte
van den door hem behaalden prijs ad 10.-
uitgeloofd voor inlaudsche paarden, oud 4 ja
ren en daarboven.
De Arnh. Ct. vraagt of het spoorweg
vervoer invloed gehad heeft op het cijfer der
paarden, in sommige provinciën des Rijks?
Die vraag moet volgens haar toestemmend
beantwoord worden, maar die invloed is het
meest te bespeuren op het getal huur- en vracht-
paarden. In zeven provinciën verminderde in
1869 het cijfer van het aantal paarden met
4000 stuks, maar hierbij houde men in het
oog, dat in genoemd jaar ook 8000 paarden
werden uitgevo rd. Later is het cijfer weer
vermeerderd, door sterker aanfok, het gevolg
van zeer hooge prijzen. Men kan het geheele
getal paarden in ons Rijk op ongeveer 250,000
stellen. Het getal ezels nam, na den aanleg
van de spoorwegen, toe, maar als de belas
ting op de paarden werd afgeschaft, zou vrij
zeker de hit meer in dienst worden genomen.
Opmerkelijk is het, dat Gelderland een derde
van al de ezels in Nederland heeft.
In weerwil van den grooten aftrek van run
deren uit ons land blijft onze veestapel no
minaal en al mogen de spoorwegen hun best
doen om de beste exemplaren naar den vreem
de over te brengen, de aanfok geschiedt op
zoo groote schaal, dat de stallen onuitputte
lijk schijnen. Het aantal runderen in ons
land mag men vrij op ly millioen schatten.
Het cijfer der schapen vermeerderde in som
mige provinciën en dat zal toenemen, naar
mate de heidegronden ontgonnen of aan de
boschteelt prijs gegeven worden. Tijdens het
woeden der longziekte nam het getal schapen toe.
Moeielijk is het, om een aannemelijk cijfer
op te geven van bet aantal varkens, in ons
land aanwezig Hun leven is van zoo kor
ten duur, dat er wel tweemaal 's jaars eene
telling behoorde plaats te hebben. In het
midden van den zomer en omstreeks Kerstmis
heeft het wel een verschil van 200,000 stuks.
In eerstgenoemd jaargetijde zou men het to
taal cijfer op ongeveer 600,000 kunnen stellen.
üit Arnhem wordt geschreven: De vele
voorzorgsmaatregelendie genomen zijn om
de verspreiding van den onlangs onder de
artillerie-paarden uitgebroken kwaden droes te
voorkomen, schijnen tot dusver met een goeden
uitslag bekroond te worden, daar hier in de
laatste zes dagen geen gevallen dezer besmet
telijke ziekte voorgekomen zijn.
De Regelings-commissie voor het Taai
en Letterkundig Congres, dat dit jaar te Lei
den zou plaats hebben, heeft thans bij adver
tentie in de Leidsche bladen bekend gemaakt,
dat ten gevolge van de geringe deelneming
zoowel uit Noord- als uit Zuid-Nederland, het
Congres dit jaar niet zal plaats hebben.
Eenige jaren geleden werden bij annonce
in de dagbladen de nabestaanden opgeroepen
van iemand, die in langen tijd niets van zich
had doen hooreu. Deze nabestaanden, althans
personen van denzelfden naam, bleken te zijn
leden van een arbeidersgezin, gevestigd in eeu
der dorpen van Zuid-Holland. Zij zeiven had
den niets van de annonce vernomen, maar
deze werd onder hunne aandacht gebracht door
een der groote grondeigenaars op het dorp.
Bij onderzoek bleek, dat de advertentie was
ingezonden door den broeder van de moeder
van het gezin, die buitenslands eenig vermogen
had verworven. Er verliepen weder eenige
jaren en inmiddels vestigden bedoelde personen
zich in Amsterdam, waar zij in zeer nederige
omstandigheden bleven verkeeren. Eergisteren
echter ontvingen zij het bericht, dat de bloed
verwant in Engeland was overleden en hun
niet, gelijk zij dachten, een klein vermogen,
maar eenige millioenen heeft nagelaten. (Hbl.)
De Pinang Gazette van 2 Mei zegt
De positie der Atehineezen is thans zoo ho
peloos, dat wij ter wille der humaniteit wen
schen, hen eene minnelijke schikking met de
Nederlanders te zien aangaan. Nu de Neder
landers de hoofdplaats in bezit genomen en
versterkt hebben en verscheidene kleine Sta
ten, onder anderen Pedir, zich hebben onder
worpen, is het voor de overige Atehineezen
eene onmogelijkheid geworden, eene Europee-
sche strijdmacht, welke ook, het hoofd te bie
den. Al kunnen zij, door eene soort van gue-
rilla-krijg, den strijd een onbepaalden tijd rek
ken en daarmede hun vijand kwellen, zij zou
den voor zich zeiven geen voordeel er bij vin
den en zich misschien ten slotte harder voor
waarden zien opleggen dan hun nu zijn aan
geboden. Op dit oogenblik hebben zij te doen
met een vijand, die bereid is om te onder
handelen maar met in hun verzet te vol
harden, zouden zij bij de Nederlanders wel
licht verbittering te weeg brengen en in een
toestand worden gebracht, waarin niets anders
zou overblijven dan de hardere voorwaarden
aan te nemen. De Atehineezen moeten trou
wens zeiven inzien dat zij, en wel binnen kort,
moeten toegeven en dat zij, hoe spoediger en
hoe bereidvaardiger zij het doen, zooveel te
meer kans hebben om zich de volledige ver
vulling te verzekeren van de beloften, die ge
neraal Van Swieten in zijne manifesten hoert
gedaan. In Europa en Amerika is aller aan
dacht op hen gevestigd. Door de edele wijze,
waarop zij voor hunne onafhankelijkheid heb
ben gestreden, hebben zij overal sympathie en
belangstelling verwekt, en vooral daarom is
het ten eenenmale ondenkbaar, dat de Neder
landers in de vervulling hunner beloften zou
den te kort komen. Met het oog op al deze
omstandigheden stemmen wij in met hetgeen
generaal Van Swieten in zijne proclamatie heeft