1874. N°. 63. Zaterdag 30 Mei. 613te jaargang.
De Regeering van een kwart eeuw.
in.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
I
üt ir-tï
mmm
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nominees 5 c. met bijblad 10 c.
BIJ DIT NOMMER BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
POSTERIJEN.
De DIRECTEUR van het Postkantoor te
Goes brengt ter kennis van het publiekdat
van 1 Juni e. k. af de laatste buslichting voor
de verzending der brieven per trein van 6,25
naar Roosendaalte 6 uren zal plaats hebben,
en dat aangeteekende brieven, voor deze expe
ditie bestemd, tot b3U uur aangenomen worden.
De Directeur voornoemd
VAN DER FELTZ.
Willem I legde, zooals wij zagen, in 1840 kroon
en schepter neder en droeg die over aan zijn op
volger. Hoe verstandig deze stap, op zich zelf be
schouwd, ook was, lag er toch een treurige beken
tenis in opgesloten. De tijdgeest wilde iets anders
dan de Vorst. De Koningen der aarde werden
niet meer met biddende oogen aangezienen al
heeft Stahl in Duitschland ook met al de kracht
en de energiedie hem eigen waren de stelling
ingang trachten te doen vinden, dat de Koningen de
plaatsvervangers zijn op aarde van het Opperwezen,
hij heeft de rechtmatige vraag niet kunnen ont
duiken: wanneer de Koningen zijn van God, van
wien is dan het volk
Willem I en het constitutionalisme gingen niet
samen; met Willem II was dit ook niet het geval,
en het staat te bezien, of deze Vorst er ooit toe
had kunnen gebracht worden, zijn volk een vrij
zinniger staatsregeling te geven, als de toestand
in het overige deel van Europa rustiger ware ge
weest. Doeh hem werd onverbiddelijk de keuze
voorgelegd tusschen een vreedzame verandering in
een vrijzinnigen geest, of de kans te hebben, dat
de gebeurtenissen den ernstigen loop kregen, dien
zij in andere landen van Europa hadden aangeno-
men. Machtige Vorsten van groote Rijken deden
concessiën en Willem II volgde dat voorbeeld.
Het is wel waar: de financieële toestand van Ne
derland was gunstiger, toen de natie zich in 1844
bereid had getoond het ontwerp van den Minister
van Justitie, Floris Adriaan Van Hall, wien tij
delijk het bestuur van het Departement van Fi
nanciën was opgedragen, nl. een leening tot een
bedrag van 127 millioen, nagenoeg vol te teekenen,
doch al was een, voor het raderwerk van den staat
voorname beweegkracht hersteld, daarmede was
nog niet aan al de eischen van den staat voldaan.
Dit gebeurde eerst in het, zoowel voor Nederland
als voor de meeste volken van Europa, eeuwig
gedenkwaardige jaar 1848toen de grondwet
werd herzien. Het is nog niet lang geleden, dat
de zegeningen van de herziene grondwet uitvoerig
zijn besproken. Wij kunnen volstaan met deze in
hoofdtrekken weêr te geven.
De kroon is erfelijk in de mannelijke en in dé
vrouwelijke linie van het Huis van Oranje. De
Koning heeft de uitvoerende macht en deelt de
wetgevende macht met de Staten-Generaal. Hij
heeft het opperbestuur over de land en zeemacht
en over de koloniën. Hij benoemt de Ministers,
die voor de daden der Regeering verantwoording
verschuldigd zijn aan de natie. De Staten-Generaal
vertegenwoordigen het geheele volk. Zij bestaan
i;it een Eerste en een Tweede Kamer. De leden
der Eerste Kamer, ten getale van negenendertig,
worden door de Provinciale Staten benoemd uit
de hoogstaangeslagenen in de directe belastingen.
Zij hebben zitting voor 9 jaar. De leden der Tweede
Kamer, voor welke de ouderdom van dertig jaren
een vereischte isworden rechtstreeks door de
burgers gekozen, welke meerderjarig zijn, en een
zekere som in de directe belastingen betalen. Dit
zijn de hoofddenkbeelden, de gronden van het pal
ladium der vrijheid van het Nederlandsche volk.
Luxemburg kreeg in 't zelfde jaar een nieuwe
Grondwet, waarbij het zijn afzonderlijke vertegen
woordiging, die het in 1841 had bekomen, behield.
Het was Willem II niet gegeven de gezegende
uitwerking van deze grootsohe hervorming te aan
schouwen; hij stierf den 17 Maart 1849 te Tilburg.
Bij een bezoek te Rotterdam aan de Marinewerf
had hij een val gedaan en het schijnt, dat vooral
tengevolge daarvan, de dood hem overviel.
De kroonprins was op dat oogenblik buitenslands.
Hij vertoefde in Engeland en van daar werd hij
opgeroepen om plaats te nemen op den troon. In
de Nieuwe kerk te Amsterdam had de eeds-afleg-
ging plaats, waarbij de 32jarige Vorst o. a. deze
indrukwekkende woorden sprak:
«Ik zweer aan het Nederlandsche Volk, dat ik
de Grondwet van het Rijk steeds zal onderhouden
en handhaven. Ik zweer, dat ik de onafhankelijk
heid en het grondgebied des rijks met al mijn
vermogen zal verdedigen en bewaren dat ik de
algemeene en bijzondere vrijheid en de rechten van
al mijne onderdanen zal beschermenen tot in
standhouding en bevordering van de algemeene en
bijzondere welvaart alle middelen zal aanwenden,
welke de wetten ter mijner beschikking stellen
zoo als een goed Koning schuldig is te doen."
Het is opgemerkt, dat, toen Willem II den eed
aflegde, hij dat deed in middeleeuwsch costuum.
Willem IÏI was onder zijn hermelijnen mantel ge
kleed als opperbevelhebber der zeemachtzooals
elk hem gezien heeft op de schilderijhangende
in de groote zaal van Artis in Amsterdam. Daar
ligt beteekenis in. Het oude was voorbijgegaan en
een nieuwe dag was aangebroken voor het Ne
derlandsche volk. De Koning toonde dit te begrijpen.
De Regeering van Willem III is rijk geweest
aan zegen, rijk aan vooruitgang. De polslag van
ons volksleven is krachtiger, gezonder geworden.
Op elk gebied is vooruitgang merkbaar. De handel
bloeit, de nijverheid komt langzamerhand die van
andere rijken op zijde. De grootste binnenlandsche
waterplas de Haarlemmermeeris na een arbeid
van 5 jaren, van 18481853, herschapen in vrucht
bare akkers. De staat heeft de zorg voor de ex
ploitatie van spoorwegen op zich genomen. In 1857
verving' een nieuwe wet op het lager onderwijs
die van 1806 en werd in 1863 gevolgd door een
wet op het middelbaar onderwijs. De kies-, ge
meente- en provinciale wet, het onmiddelijk gevolg
der Grondwet van '48, zijn voor altijd de welspre
kende getuigen voor de verdiensten van Thorbecke.
En dit alleen zou voldoende zijn om het doorzicht
van onzen Vorst te prijzen, die door de keuze van
Thorbecke bewees, dat hij meer verheven was boven
de inblazingen van den laster dan Willem I. Ho-
gendorp moest buiten het politieke leven gehouden
worden en er werd uitgestrooid dat hij Koning
der Koningen wilde zijn. Dit was voor Willem I
genoeg om Hogendorp voorbij te gaan, hoe zeer
hij hem persoonlijk ook genegen was. Van Thor
becke werd met hetzelfde doel uitgestrooiddat
hij de republiek wilde, doph ditmaal gelukten de
machinatiën van zekere partij niet, tot groot geluk
van ons volk. De toestand onzer geldmiddelen
wordt gunstiger en Nederland is bijna de eenige
staat, waar in de laatste 10 jaar de schuldenlast
niet grooter is geworden. Wij genieten in het bui
tenland een krediet, zooals geen anderen Staat ten
deel valt.
Geen Staat van den tweeden rang is erdie
zulke koloniën heeftwij doen alleen onder voor
Engeland en Rusland. Onze Koloniën worden hu
maner bestuurd dan ergens het geval is en in de
laatste maanden hebben wij getoond een eerbied
waardige macht te kunnen ontwikkelen en een mach
tig volk tot rede te kunnen brengen. Is dit alles
niet schoon en goed t
De Regeering van Willem III gedurende een
kwart eeuw is schooner, dan die van zijne onmid-
delijke voorgangers. Zij het ook, dat hij den om-
gewoelden grond gereed vond, hij wist met zorg
vele schoone vruchten van den akker te verkrij
gen. Toch doen zich donkere wolken aan den
gezichteinder van Nederland op. Mocht het Willem
III gegeven zijn te ziendat ook in 't vervolg
zijn volk een volk is van kalme, vreedzame revolutie.
C.
GOES^den 29 Mei 1874,
In de vergadering van ingelanden, gis
teren alhier gehouden, zijn de volgende voor
drachten voor de bestaande vacaturen in de
Directie der Breede Watering bewesten Yerseke
opgemaakt
In plaats van den overledenen gezworen F.
Ferdinandusse
1. Jan Vermet. 2. C. Caboort. 3. A. Zandee.
In plaats van den aftredenden Dijkgraaf
W. A. De Laat De Kanterdie verzocht had
niet meer in aanmerking te komen:
1. mr. B. V. Van der Bilt 2. mr." J. H. De
Laat De Kanter. 3. Jan Trimpe.
In plaats van den aftredenden gezworen M.
Stevense
1. M. Stevense. 2. P. Luteijn. 3. C. Valkier.
In plaats van den aftredenden gezworen P.
Dekker Jz.
1. P. Dekker Jz. 2. A. Lindenberg. 3. A.
De Broekert.
In plaats van den aftredenden gezworen A.
Dominicus Jz.
1. A. Dominicus Jz. 2. J. De Groene. 3.
K. Dominicus Fz.
Als vertegenwoordigers uit de Vergadering
van Ingelanden dezer Watering in den dijk
raad van den calamiteusen polder Willem Anna
zijn benoemd
Jan Trimpe en A. Nijssen Az.
In een correspondentie uit den Haag
aan de Arnh. Ct. komt o. a. voor:
Aan het Ministerie van Binnenl. Zaken
zijn ingekomen de opgaven betreffende de be
volking op 1 Januari 1874, waaruit blijkt, dat
de bevolking zoodanig is toegenomen, dat er
twee leden van de Tweede Kamer meer moe
ten komen. Het is geen schoone bepaling in
de kieswet, tengevolge waarvan de kiesdistric
ten om de vijf jaren moeten verknipt en sa
mengevoegd worden.
Z. M. de Koning heeft, bij gelegenheid
van Zijn Kroningsjubilé, ook een adres van
gelukwensching van de gezamenlijke Neder
landsche Bisschoppen ontvangen.
De feestelijkheden ter eere van Onzen
Vorst zijn te Hansweert aangevangen met een
optocht, daarna een roeiwedstrijd in het kanaal,
gevolgd door onderscheiden volksspelen. Het
feestterrein tusschen de beide sluizen was smaak
vol ingericht, zoomede het sociëteitsgebouw,
uit- en inwendig. Voor goede muziek was
gezorgd, en begunstigd door schoon weder wérd
deze genoegelijke dag met vuurwerk en een
soiree besloten.
Uit Bath schrijft men ons van 25 Mei 1874:
Heden was het yoor deze gemeente een feest
dag. Reeds in den vroegen morgen te 3 uren
werd oud en jong door muziek uit den slaap
gewekt om het Zilveren kroningsfeest van onzen
dierbaren koning, Willem III, te vieren en zag
men een uurtje later, dus te 4 uren 's morgens,
reeds uit meest alle woningen de driekleur
wapperen
En 't was dan ook geen wonder, dat men
bij den ingang van eene ruim 100 meters lange
laan van schoone opgaande boomen en vol
lampions daar tusschen, van verbazing opge
togen was over het prachtig gezicht dat Bath
opUverde, want in de richting dier laan lag de
voorstraat, voorzien van net, met groen be
werkte eerepoorten, waarvan eene ruim 20 me
ters lang, behangen met lampions, met de por
tretten van Koning en Koningin, met de wapens
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels 1,—
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald 20 c.