Een Woorthuis en Erf,
Een Woonhuis en Tuin,
Een Woonhuis en Erf,
Een Woonhuis en Erf,
Een Woonhuis en Erf,
Een Woonhuis en Erf,
Een W oonhuis
BUITENLAND.
Eerste bezoek van Prins WILLEM IV in Zeeland.
BURGERLIJKE STAND GOES,
OPENBARE VERKOOPINC,
op Woensdag den 20 Mei 1874,
heeft op dien morgen eene deputatie namens den
Koning van Wurtemberg onzen Koning met
Diens 25jarig regeeringsjubilé geluk gewenscht.
BENOEMINGEN en BESLUITEN.
Jl. Vrijdag is benoemd tot dijkgraaf van den Mai-
repolder (binnenpolder) de heer J. Wabeke, in plaats
van A Blok Az. Jr., overleden, en tot plaatsvervan
gend dijkgr. C. Blok Johszn.
Voorts zijn de volgende voordrachten opgemaakt j
voor de betrekking van dijkgraaf: voor den llrabben-
dijke-polder: de heeren C. C. Welleman, die moest af
treden, D. Blok en A nth. J~>e Kokvoor den Maags-
Solder: de heeren C. C. Welleman, die moest aftre-
en, Jacs. Butijn en J. Blok; voor den Oostpolder: de
heeren J. Wabeke, die moest altreden, D. Blok en
J. Van Liere.
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWlJiS.
Te Krabbendijke is beroepen ds. J. H. C. Wagener,
pred. te Maria-Hoorebeeke, in België.
De buitenlandsche bladen, bijna "zonder
uitzondering, bevatten artikelen, over ons pas
gevierd kroningsfeest, en gewagen met meer
of minder lof van de zegeningen, die ons Va
derland door en onder de regeering van II illern
111 genoten heeft en nog geniet. Wij hebben
geene ruimte om zelfs een beknopt overzicht
der verschillende artikelen te geven, wjj
zouden anders genoegzame punten uit die arti
kelen kunnen aangrijpen tot eene beschouwing,
hoe hoog Nederland nog elders staat aange
schreven, en hoe min de voorvallen en ge
beurtenissen hier te lande, daar buiten bekend
zijn. De Kölnische Zeitung eindigt haar artikel zeer
naïf met deze woorden: Wijdie betere
buren zijn, dan waarvoor men ons houdt, felici-
teeren van harte."
De president der republiek van WrarikriJTc
is, bij gelegenheid van het 25jarig jubilé, door
onzen Koning benoemd lot ridder-grootkruis
der orde van de eikenkroon.
Ingezonden Stukken.
Goes, den 13 Mei 1874.
Aan de Redactie van de Goesche Courant.
Mijn Heer de li.
Naardien gij in Uw blad altijd der waarheid
hulde wilt doen, verzoek ik u in uw eerstvolgend
uittegeven no., het volgende te willen plaatsen.
Ofschoon de feestcommissie te Goes, zoowel voor
de kroning als tot den optocht zich goed heeft
gekweten, zoomede tot het inzamelen der daarvoor
benoodigde gelden, is het te bejammeren, voor zooveel
den optocht betreft, daarop eene aanmerking te
moeten maken.
De Triomf- óf Zegewagen, waarop ten toon gesteld
waren, de wapenschilden der 12 Provinciën, was
voorzien van vier paarden, daartoe expresselij'k
uit Middelburg ontboden, en de vóórrijdende
Triomfwagen, bespannen met twee paarden, mede
uit Middelburg ontboden, was voorzien van een
te dier stede wonenden Koetsier, wiens plunje
alles behalve fatsoenlijk was. Daargelaten, dat hij
om zijn hals eene bouffante, misschien wel voor
de groote koude, had omgeslagen, kon hij toch
voorzien zijn geweest van een beter paar laarzen,
want die hij aanhad, waren zoo slecht, dat het in
'toog liep. Hoe valt dit nu te rijmen Waren
er in Goes geen huurkoetsiers of knechts voor
handen, die in een beter tenue, althans voor dien
dag, voor den dag konden komen, enmocht
men dan voor den eerstgenoemden Triomfwagen
nog een onderstel bij een huurkoetsier in Goes
leenen? Of is het in Goes zóó gesteld, dat men
alles in den vreemde zoekt, en den burger, die
voor'eene festiviteit wel iets over heeft, en bovendien
zijne schatting en lasten moet betalen, voorbij
gaat
Gij zult verplichten die zich noemt
Geen huur-koetsier.
De inzender van bovenstaand artikel zegt, dat
wij de waarheid willen huldigen.
En 't is daarom, dat wij erkennen moeten, dat
werkelijk die weinig feestelijk geeostumeerde koet
sier bij den optocht heeft dienst gedaan. Echter
heeft hij niet gevoerd den triomfwagen, maar den
wagen waarin de leden der feestcommissie gezeten
waren.
Intusschen plaatsen wij het artikel alleen om-
■dat wij willen opkomen tegen de bewering, dat
„alles in den vreemde" zou gezocht zijn. Integen
deel heeft de commissie zooveel mogelijk alles in
Goes genomen. Maar daar alle geschikte wagens
in Goes verhuurd of in gebruik gegeven waren
(voor een groot gedeelte bij den optocht zelf)
zoo had de commisie, naar wij van bevoegde zijde
vernemen, den bedoelden wagen uit Middelburg
moeten laten komen. Overigens valt het zeker
heel gemakkelijk om aanmerking te maken, maar
wie den omvang der bezigheden van eene derge
lijke commissie kent; zal moeten toestemmen, dat
deze commissie inzonderheid zich hoogst loffelijk,
en .zooveel mogelijk in 't belang der Goesche bur
gerij, van hare taak heeft gekweten. (Red.)
IQ Mei.
Werd aan Prins Willem. IV, gedurende het grootste
gedeelte van zijn leven, door de Regenten van eenige
Nederlandsche 'gewesten het bezit zijner vaderlijke erve
betwist, en Hij verstoken gehouden van eene waardig
heid, waartoe hij zoo bekwaam ais gerechtigd was,
het waren de Zeeuwen, die in 1747 het eerst den
toon aanhieveh, om de vroegere verongelijking te ver
goeden, op v\ eiken volksdrang de Prins tot Stadhouder
over al de Vereenigde gewesten verheven en ver
volgens tot eenen trap van aanzien en gezag opgevoerd
werd, welken geen zijner Voorvaderen beieikt had.
Was Yeere ten jare 1747 de eerste stad in het
Zeeuwsche gewest, welke Prins Willem IV tot
Stadhouder verkoos, en daardoor den grond legde,
dat deze waardigheid, niet alleen in Zeeland, maar
weldra ook in Holland, Utrecht en Overijsél, aan
dien Vorst werd opgedragen, zij genoot dan ook
de eer, dat deze Prins binnen hare muren het eerst
den Zeeuwschen grond betrad. Uit Leeuwarden,
waar Z. Hoogheid, als Erfstadhouder van Friesland,
gewoonlijk zijn verblijf hield, eerst naar Holland
gereisd zijnde, ter aanvaarding van de aanzienlijkste
eerambten over dat gewest, kwam de verlangde
Vorst in den morgen van den 19 Mei 1747
met het Prinselijk jacht te Veere aan, waar hij
met groote plechtigheid en onder luide vreugde-
betoo ring werd ontvangen. Niet minder luisterrijk
was des avonds de intrede te Middelburg waar Z.
Hoogheid den volgenden dag op plechtstatige wijze
als Stadhouder, Kapitein- en Admiraal-Generaal
van Zeeland werd beëedigd en gehuldigd. Na op
Zondag den 21 in de Nieuwe kerk aldaar de gods
dienstoefening te hebben bijgewoond, onder het
gehoor van ds. Jacobus Willemsen, die bij deze
gelegenheid eene treffende leerrede uitsprak over
Zach. 9 vers 16, besteedde de Vorst de volgende
dagen van zijn verblijf op 'Walcheren tot het be
zoeken van Vlissingen, Veere, Westkapelle en Dom
burg, deZuidwateringen hetkasteel van Eammekens,
daarbij voornamelijk het oog vestigende op de ver
dedigingspunten van het eiland, hetwelk met een
gewelddadigen inval der Franschen bedreigd werd.
Na aldus op alles orde gesteld te hebben, vertrok
Z. Hoogheid den 30 Mei van Middelburg, over
Veere naar Goes. Ook daar verbeidde den beminden
Vorst eene hartelijke ontvangst, waarna hij zich,
nog dienzelfden avond naar Nisse begaf om
aldaar bij den Ambachtsheer te overnachten.
Op de beide volgende dagen de noodige schikkingen
gemaakt'hebbende, om Zuid-Beveland vooreenen
vijandelijken inval te dekken, ging de Prins in
den avond van den 1 Juni te Wemeldinge scheep,
en landde den volgenden morgen te Zierikzee, waar
hij mede met vreugde werd ingehaald en tot Zondag
den 4 Juni Verbleef, op welken dag de Vorst zich
in de Groote kerk aldaar, onder de prediking van
ds. Johan Wijnand Cansius, over Ps. 75 vers
24, liet vinden. In den namiddag van Zijpe
afgevaren, ten einde zich naar 's-Hage te begeven,
hadden de Zeeuwen, ten jare 1751, nog eenmaal
het genoegen, hunne hulde te kunnen bewijzen
aan eenen Vorst, die onder lief en leed steeds eene
onbegrensde liefde voor het Vaderland heeft doen
blijken.
W. v. d. B.
284e STAATS-LOTERIJ. 5 e kl.
Prijzen van 100 en daarboven.
12de lijst. No. 13776 en 17877 ieder ƒ1000; no. 959
en 12717 ieder /400; no. 213S, 4066, 6939 en 19698
ieder ƒ200; no. 2906, 5928, 11313, 11658, 12134, 12699,
14039, 15869, 17054 en 18237, ieder J100.
van 14 tot en met 18 Mei 1874.
Geboren den 14, Jacoba Lambertina Wil-
helmina, d. v. Martinus Gesitius Lambert Van
Loghem en Sara Geertruida De Bruyn; den
15, Maarten, z. v. Marinus De Jonge en Fran-
cina De Vrieze; den 17, Hendrika Chris
tina, d. v. Carel Johan Endert en Anna Doro
thea II ilhelmina Eggers.
Overleden: den 15, Johanna Fan Koeveringe,
oud 80 j. eerst wed. Van Jacobus Den Boer,
daarna van Johannes Lambertus Van Hove;
den 16, Carolina Marie Maurice Melly, 78 j.
gehuwd met Marinus De Jonge Melly.
CORRESPONDENTIE.
Tal van ingezonden artikelen wachten op plaats
ruimte. Zij zullen successievelijk worden opgenomen.
Redactie.
ADVERTEINTIfiN.
Voorspoedig bevallen van een ZOON,
A. E. SEEUWEN—Nortier.
's-Gravenhage, 13 Mei 1874.
Heden overleed .mijne hartelijk geliefde
echtgenoote CAROLINA MARIA MAURITSIA
MELLYWomrat, in den ouderdom van
78 jaren en vijf maanden.
Goes, 16 Mei 1874.
M. de JONGE MELLY.
Eenige en algemeene kennisgeving.
Voor de vele blijken van deelneming
bij het overlijden van onzen lieven WILLEM
KAREL CHRISTIAANbetuigen wij onzen
hartelijken dank.
Wolf aartsdijk, F. HAGE.
18 Mei 1874. E. J. HAGESciiilham.
De ondergeteekende betuigt zijnen dank
voor de belangstelling in zijn 75n jaardag, zoo
van zijne buren als van de Lange Vos- en
Papegaaistraat-vereeniging en van vele vrienden,
op 8 Mei 11. ontvangen.
Goes, 18 Mei 1874.
P. van DALEN.
De ondergeteekende brengt openlijk zij
nen hartelijken dank aan mejuffrouw ANNA#de
RONDE voor de betoonde hulp en liefderijke
behandeling van haar ondervonden tijdens de
bevalling zijner vrouw.
Goes, 18 Mei 1874.
J. A. J. FREEZE.
De ondergeteekende betuigt den meest
oprechten dank voor de talrijke bewijzen van
deelneming, dezer dagen ontvangen, bij gele
genheid van het gunstbewijs, hem op den 12
dezer door Z. M. den Koning geschonken.
Graaf van LIJNDEN,
's Konings Commissaris in Zeeland.
DE COMMISSIE voor de viering
ran het Kroningsfeest alhier betuigt
aan allenhetzij in deze gemeente of elders
woonachtig, die haar op welke wijze ook, bij
de organisatie of uitvoering van genoemd feest,
medewerking verleend hebbenharen welge-
meenden dank.
De commissie voornoemd
Z. D. van der BILT LA MOTTHE, Voorzitter.
M. J. de MAREES van SWINDEREN, Secretaris.
des avonds te 6 uren, te Goes,
in het koffiehuis bij den heer
J. J. Hartman, ten overstaan
van den Notaris J. M. PI
LAAR van de volgende
vaste GJ-oecleren te
Goes
le perceel.
in de 's-Heer Hendrikskinderenstraat, wijk D
no. 99,
bewoond geweest door den heer J. W. de Jongh.
2 e perceel.
groot 347 Centiaren.
Deze perceelen zullen zoo afzonderlijk, als ge
combineerd, geveild worden.
'3 e perceel.
mede in de 's-Heer Hendrikskinderenstraat
wijk D no. 56,
laatst bewoond geweest door J. W. de Groot.
4e perceel.
aldaar, wijk D no. 80,
bewoond door mej. wed. A. de Jongh Pz.
5 e perceel.
aldaar, wijk D no. 63.
6e perceel.
aldaar, wijk D no. 64.
7e perceel.
aldaar, wijk D no. 65.
De perceelen 5, 6 en 7 zullen zoo afzonder»
lijk, als gecombineerd, geveild worden.
8e perceel.
in de Sint-Jacobstraat, wijk B no. 44.
Alles nagelaten door den heer J. W. de
JONGH.
Informatiën zijn te bekomen ten kantore van
voornoemden Notaris PILAAR