Bij deze gelegenheid werden de feestzangen, vervaardigd door E. Laurillardgezongen. In den namiddag van dien dag werd een optocht door en rond het dorp gehouden en volksspelen uitgevoerd, welke bestonden in mastklimmeD, zakloopen en koekhappen. De optocht begon des middags om 12 uur en bestond uit ruiters, wier paarden net en toepasselijk waren opgesierd, uit, mannen te voet, en uit de schoolkinderen, waarvan ep voorop gingen met vaandel en vlag, terwijl de overigen ieder een klein vlaggetje in de hand hielden. Op verschillende punten werd even stilge houden, om den kinderen gelegenheid te ge ven, een feestliedje te zingen uit het boekje, getiteld »Uit Rein Gemoed,door P. Louwerse. Voor het schoolgebouw, waar de op tocht begonnen was, teruggekeerd, werden de aanwezigen door den predikant verwelkomd. Nu had er eene keuring plaats der paar- den, die deel hadden genomen aan den op tocht. Aan de berijders van de twee netste, alsmede van de twee toepasselijkst versierde paarden, werd eene premie uitgereikt. Inmiddels kwam het gemeentebestuur, on der het gezang der kinderen, in de school. De Burgemeester reikte vervolgens aan ieder van hen een boekje uit, waarna de jeugd we der feestliederen^ zong, de kreten liet hooien van »Oranje boven", Leve de Koning," i>Leve ons gemeentebestuur," >Leve de burgemeester" en de predikant nogmaals een toepasselijk vers voordroeg Na afloop hiervan begonnen de volksspelen. Het ongunstige weder was oorzaak, dat de il luminatie 's avonds groótendeels mislukte, doch het vuurwerk, dat werd afgestoken, verschafte aan de aanwezigen veel genoegen. Tot slot werd een lijnlooper naar den toren gezonden, en de laatste met bengaalsch vuur verlicht. De teertonnen, welke in den gemeenteput ston den te branden, verlichtten de bootuen met een rossen gloed, dat een fraai gezicht opleverde. Tot laat in den nacht was oud en jong op de been, hoorde men het knallen van voet zoekers en het gejubel van feestvierenden. Geene ongeregeldheden hebben de feestvreugde, ook maar één oogenblik, verstoord. Nog vergat ik te melden, dat de eene poort tot opschrift had: 1849-1874. Uit liefde voorden V orst en voor liet Vaderland Bracht Borssele's jongelingschap deez' eerepoort (tot stand. En op de andere stond: Hulde aan Willem III, Vreest God en eert den Koning aan de voorzijde, en aan den achterkant: 1849 Be Koning leve1899. Men meldt ons uit Kats: •»De dagen van 12 en 13 Mei zijn voorde ingezetenen van Kats vreugdevol voorbijgegaan. Oud en jong hadden reeds lang naar die dagen verlangd, om uit liefde voor Koning en Vaderland feest te houden, en het mag gezegd worden, dat in de gemeente Kats in vollen zin is gefeest. Om 6 uur in den morgen van 12 Mei kon digde het klokgelui den feestdag aan en ver- scheidenen waren tevens druk in de weer om het dorpje met eerepoorten, bogen, vlaggen en wimpels een bevallig aanzien te doen krijgen. Des voormiddags 9 uur trad de onderwijzer J. Sturm Jz. met een groot gedeelte zijner leer lingen het kerkgebouw binnen om zijnen dorps- genooten het 25jarig bestuur van Nêerlands vorst bloot te leggen enz., en tusschen beiden zjjne leerlingen een gepast lied te laten zingen. Gevoelig en weltevreden verliet een iedir om streeks IO5 uur de kerk om weldra een optocht van commissieleden en ringrijders te paard, van gaaischieters, tobbetjerijders, mastklimmers en jubelende scholieren in oogeDschouw te nemen, die gelukkig en boven verwachting slaagde. Daarna nam het ringrijden en gaaischieten een aanvang; een uur later ook het mastkliramen. Na afloop der genoemde spelen begon het tob betjerijden. Hadden velen bij het mastklim- men smakelijk gelacben, bij het tobbetjerijden niet minder. Jammer maar, dat bet weder zoo ongunstig was en de voorgestelde verlichting des avonds niet kon doorgaan. De commissie besloot daarom die den vol genden dag, na afloop van 't schoolfeest, te doen plaats hebben. Dit feest bracht weder jong en oud in vroolijke stemming op de been. Een ieder zag gaarne en met welgevallen, hoe d kinderen gich vermaakten bij 't genot van koe en chocolade-melkbij het dingen om een van de 85 prijsjes door ringloopen, hoepeltjebollen, boogschieten en geblinddoekt slaan te verkrij gen en hoe zij zongen en dansten van pret. En hoewel de verlichting ook dien avond niet geheel gelukte, slaagde zij toch tot ieders ver wondering en voldoening, wijl velen te Kats nog nimmer zoo iets gezien hadden. Menig oogenblik en menige dag zal aanbreken, waarin met welgevallen door de Katschenaren aan de dagen van 12 en 13 Mei 1874, die zeer lange dagen maakten, zal gedacht worden." Het »Zeeuwsch geschenk" dat Z. M. den Koning aanst. Woensdag te 's-Hage zal wor den aangeboden bestaat uit eene pièce de mi lieu, geheel van zilver; het bovengedeelte vormt een zilveren schulp, waarop in goud is aange bracht het koninklijk wapen met de jaarcijfers 18491874, terwijl aan de beide zijden af beeldingen zijn gegraveerd van de haven van Ylissingen. Die schulp rust op het wapen van Zeeland in goud, waar om heen het randschrift »Luctor et Émergo"; op het voetstuk zijn mede verschillende emblema's gegraveerd, terwijl men aan de eene zijde met gouden letteren leest de woorden: »Aan Z. M. Koning Willem 111'' en aan de andere zijde »de Zeeuwen." Het stuk staat op eene sierlijke tafel met groen fluweel bekleed, torwijl een prachtig gebonden album de namen der ruim 15000 gevers bevat. De stoker, tevens machinist op den hout zaagmolen van den heer Alberts te Middelburg is eergisteren met de linkerhand in aanruking gekomen met eene der zagen, waardoor vier vingers geheel en de duim gedeeltelijk in eens werden afgezaagd. Wij ontvingen het volgende schrijven uit Ylissingen, van 15 Mei jl. Toen het bekend was, dat de Keizer aller Russen hier zou komen, dat het keizerlijk jaeht Livadia, benevens eenige Ned. Oorlogsschepen hier zouden arriveeren om Z. M. te ontvangenwas het een algemeen verlangen van een gedeelte van Vlissingens ingezetenen (ik zeg niet van de inboorlingen) die heeren behoorlijk te recipiëeren. Immers de eor- dialiteit, het joviale van de hh. officieren uitma kende de equipage van het Keiz. Russ. Korvet Almaz, lag ons nog zóo versch .in het geheugen, dat het niet anders kon, of het moest ons allen genoegen doen weder twee oorlogsvaartuigen van diezelfde natie in onze haven te zien. En dan onze eigene marine! Vlissingen, dat gebloeid heeft door de marine dat zooveel aan de marine heeft te danken dat den Hemel zou bidden weder enkele schepen in hare havens te zien, datzelfde Vlissingen, sedert een vijftiental jaren zoo gedrukt, moest juichen, weder de 'nieuwe haven als eene oorlogshaven te aanschouwen! Daar toch waren vereenigd het Russ. Keiz. jacht LivadiaZ. M. jacht de Vallcde ramschepen Buffel en Schorpioen, de monitors Kro kodil Tijger en Heiligerleevoorwaar, voor eene stad, die, zonder handel, bij den dag leeft, geen geringe gebeurtenis De Vereeniging Oefening en Genoegen stelde zich voor omgesteund door de burgerij geza- mentlijk eene partij te geven aan de hh. officieren, uitmakende de equipages, zoowel van de Russ. als van de Holl. schepen. Zij bood daartoe inteeke- nings-lijsten aan, ten le aan den burgemeester en het gemeentebestuur; ten 2e aan de leden van Oefening en Genoegenten 3® aan gegoede inge zetenen van Vlissingen, niet-leden van die vereeni ging. (Het feest zou natuurlijk toeganklijk zijn voor alle inteekenaren terwijl de sociëteit zelve een voor hare krachten belangrijke subsidie zou geven behalve de inteekening der leden.) De eerst ingezondene lijst ontving zij terug zon der eenig antwoord. Burgemeester en Wethouders en ik mag niet zeggen alle leden van den raad konden niets bijdragen ik geloof, zij waren nog gedrukt door de ƒ32000, het vorige jaar uitgegeven voor de feesten bij de opening van het kanaal (en dien druk schijnen de ingezetenen ook nog te gevoelen). Er werd nu niets geteekend; de be leefdheidsvorm werd niet eens in acht genomen vis-h-vis hh. commissarissen en toen dit resultaat aan de leden van Oefening en Genoegen in een algemeene vergadering werd bekend gemaakt, be greep ieder, dat daar, waar burgemeester en ge meenteraad niet voorgingen, alle verdere pogingen nutteloos zouden zijn. De raad had beslist niets te geven, waarvoor dan ook 12 Mei 1874 naderde van alle zijden des lands hoorde men van de voorbereidselen voor het feest. Vlissingen zweeg, men hoorde niets, men zag geen toebereidselen maken; enkele particuliere lijsten voor concerten enz., onder andere die van het muziek gezelschap uit Lier, circuleerden er werd schaars op geteekend, want bet kostte 0,50 per hoofd! De bewoners der Markt hadden deze keurig ver sierd; zeer zeldzaam vond men echter eenige toebe reidselen tot illuminatie. Op den 12 zag men dan ook niets dan hier en daar eene vlag, en hadden op de Kade de boomen niet in vollen bladerdos gestaan, ik verzeker u, men had geen groen gezien, zelfs geen bloem voor een vensterglas. Daar komt's avonds de Keizer De maatschappij tot Expl. van Spoorwegen heeft eene loods ter beschikking gesteld voor de bnt- vangst van den Keizerdie loods is netjes inge richt prachtige lichtkronen tapijten gordijnen keurige tribunes voor de genoodigdendat alles was in orde of de orde echter wel zoo geregeld was, geloof ik niet; men zou het ten minste moeten denken, wanneer men hoort dat een der h.h. com missarissen somtijds zelfs tegen dames dreigde met de «politie," omdat hier en daar op de tribune waar allen geinviteerd waren, plaatsen werden ge zegd gereserveerd te zijn! Zeker voor de vrindjes. De Keizer komt binnenalgemeene presentatie der autoriteitwaarop Z. M. zich aan boord be- geeftgevolgd door al die autoriteiten. In het programma was vermeld, dat HH. KK. HH. de Prin sen van Oranje en Prins Hendrik in de zaal zouden terugkomen; maar ja wel, het tapijt, dat voor den Keizer was gelegd werd, voordat onze Prinsen onze toekomstige Koning en de broeder des Konings, terug waren van het Keizerlijk jacht Der- jawa, opgenomen, zoodat toen HH. KK. HH. in de zaal terugkeerden, èn de looper buiten, die van de zaal tot het schijr lag èn het geheele tapijt reeds opgerold waren. HH. KK. HH. hebben, na den Keizer aan boord gebracht te hebben, geruimen tijd in de zaal ver toefd, ten einde het Keiz. jacht te zien vertrekken, zich daarna naar buiten begeven en zijn ongeveerd te 12'/a uren in de loods teruggekomen, alwaar zij nog nagenoeg twee uren gebleven zijn tenge volge van de omstandigheid van het opvaren op den berm van het Keiz. jacht. Doch zij moeten zeker hebben opgemerkt de weinige étiquette, die ten hunnen opzichte in de zaal is betracht gewor den. Wij hopen dat HH. KK. HH. deze fout echter niet zullen wijten aan alle ingezetenen van Vlis singen, waarvan het grootste gedeelte onschuldig niet alleenmaar zeer verontwaardigd is. En nu ten slotte het opvaren van het Keiz. jacht op den Oostberm. Waaraan is dit toe te schrijven? Niet aan de inrichting der haven. Zonder deskun dige te zijn, geloof ik, dat deze uitstekend is; ook niet aan den loods. De loodsen toch zijn genoeg be kend met het vaarwater en zeker met de haven, die alle loodsen hebben zien uitgraven. Maar wel is het gebeurde toe te schrijven aan misleiding van liet licht door de illuminatie der schepen en liet van die schepen afgestoken vuur werk, waardoor zij in den stikdonkeren nacht de havenlichten niet hebben kunnen onderscheiden, als mede door het gejuich van het volk, waardoor de commando's vermoedelijk niet konden gehoord wor den. Onrust over de bruikbaarheid van de haven behoeft dan ook niet te bestaan. De zaak is zoo eenvoudig mogelijk en in hooge mate verklaarbaar. Jl. Zaterdag is uit de Nieuwe haven te Vlissingen het lijk van een man opgehaald, die tot de bemanning van een der sleepbooten behoorde. Waarschijnlijk is de ougelukige door de duisternis in het water geloopen. Naar men verneemt, beloopt het bedrag der nationale inschrijving, dat Z. M. den Ko ning op 12 Mei te Amsterdam werd aangeboden, ongeveer 180,000. Het volgende schrijven is Dinsdag uit Rotterdam aan den Koning gezonden. «Geefacht! Zoo riep ik als sergeant in den jare 1828 te Soestdijk, toen ik de hooge eer genoot, van Uwer Majesteits eerste instructeur te zijn in de soldatenschool. En thans op dezen Nederlandschen feestdag is mijn hart zoozeer overstelpt van vreugde, dat geen woorden sterk genoeg zijn om haar te uiten. Geefachtroep ik iedereen toe, want onze dierbare Vorst viert een zeldzaam feest! Ja het Vincentius-huis te Rotterdam, waar ik thans als concierge Voon, heb ik reeds toe geroepen: Geefacht! want het meest be minde Vorstenpaar zal u de eer aandoen om langs u te passeeren! Geefacht, o Godroep ik tot den Allerhoogste, op ons weldadig Vorstelijk gezin! Zegen Het met Hoogstdeszelfs Huis, en doe Het eenmaal het gouden feest beleven. En tot U, Sire, richt mijn hart met den diepsteu eerbied slechts deze ééne bede: Geef. acht! op mijn nederige hulde en versmaad de hartelijkste heilwenschen niet van Uwer Majesteits eersten instructeur en trouwsten dienaar, V A. BROUK." Zaterdag morgen heeft Z. M. de Koning het korps diplomatique ten gehoore ontvangen. De gezanten van Oostenrijk, van Italië, van Duitschland, van Saksen hebben Z. M. eigen handige brieven van hun Souvereinen over handigd;' eveneens de Fransche gezant namens den President dqr Fransche Republiek. Ook

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 2