ONS KRONINGSFEEST,
1874. N°. 57.
Donderdag 14 Mei. 61ste jaargang.
PROCLAMATIE
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Wof.nsdag
en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—Sregels 1,-'
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald 20 c.
des Konings aan zijne geliefde landgenooten
en onderdanen in Nederland en zijne over-
zeesche gewesten bij gelegenheid van het Jubel
feest.
Een hartelijk woord tot u op dezen heuge-
lijken dagVijf en twintig jaren geleden heb
ik de Legeeriug over het Nederlandsche volk
O
plechtig aanvaard.
Ik beloofde de vrijheden en rechten van al
mijne onderdanen te beschermen en hunne wel
vaart te bevorderen met alle middelen, die de
wetten ter mijner beschikking stellen.
Mijn ernstig streven is geweest, dat koninklijk
woord zooveel in mijne macht was, gestand
te doen. 's Lands vertegenwoordiging heeft mij
daarbij gesteund. Gij, geliefde landgenooten!
hebt mijne zorgen beloond door uwe gehecht
heid aan ordeuwe gehoorzaamheid aan de
wetuw noeste vlijtmaar vooral door uwe
onverflauwde liefde voor Mij en mijn Koninklijk
Huis. God heeft ons gemeenschappelijk werken
met rijken zegen gekroond. Is er een tijdperk
in de geschiedenis van ons vaderland, dat op
meer ontwikkeling, meer vooruitgang, grooter
vrijheid in elke richting, grooter welvaart en
bloei kan bogendan dat, waarop wij heden
terugzien
Op mijn vijf en twintig-jarig feest zie ik mij
aan het hoofd van een trouw en gelukkig volk,
en de hechte band, door onze geschiedenis ge
weven, die heden, zoo innig als ooit te voren,
mijn Huis en mijn Volk verbindt, boezemt al-
lerwege eerbied in.
Dat vervult mijn hart met diep gevoelde
erkentelijkheid.
De blijde tonen die alom in den lande zich
jubelend doen hooren, getuigeD, dat een zelfde
gevoel allen bezielt.
Ook uit onze eenstemmige vreugde spreekt
luide de eendracht, die onze macht maakt.
Gaan wij zoo, nauw vereenigd, op den tot
hiertoe gevolgden weg voort
Spannen wij, elk in zijn kring, onze krachten
in om de belangen van het Vaderlanddat
ons dierbaar is, te bevorderen, om het op de
plaats, die het te midden d r beschaafde volken
inneemt, met eere te handhaven.
Wat scheen de zon liefelijk Maandag mid
dag 11 Mei, toen de stad haar feestdos had
aangetrokken en de aankomst van het mu
ziekkorps uit Zele bij Gent de rij der festivi
teiten zou openen! Had men lang in angstige
spanning verkeerd omtrent het weder op 12
Mei, op 11 Mei had die spanning voor een
liefelijke hoop plaats gemaakt en de weerken
ners, zeker gedachtig aan het »na regen komt
zonneschijn," profeteerden smooi wêer"!
jNu'twas althans op 11 Mei goed weder
en'de opgewektheid, waarmede het Belgische
mvkziekkorps werd verwelkomd door de menigte,
wak een bewijs van den goeden zin, van de
feestelijke stemming onzer burgerij.
p 't perron van ons station waren eenige leden
deif Centrale Commissie en de Goesche ïlar-
Tmie, vóór het station de beide eerewachten
Schaard om de ontvangst zoo plechtig mo
ll ijk te doen zijn.
lOnze Harmonie hief de Brabanjjonne aan
onmiddelijk met het Nederlandsche Volks-
d werd beantwoord en de broedergroet tus
sen Nederland en Belgie was gewisseM.
De intocht had daarna plaats. De stoet werd
'eopend door de eerste afdeeling van de eere
vacht te paard, uit Wilhelminadorp, die ook den
\olgenden dag aan den optocht deel zou nemen.
Daarop volgden respectievelijkDe Goesche Har
monie, (Dir. de heer E. Grcfe, met de Bel
gische vlag voorop, Een open rijtuig met het
centrale comité. De Maatschappij van Zele. Een
open rijtuig met twee commissarissen van orde.
2e Afd. der Eerew. van Wilhelminadorp, terwijl
de stoet gesloten werd door deeerewacht te paard
uit's-Gravenpolder, ondercommando van den bur
gemeester dier gemeente C.P. Lenshoek Van Zivake.
Men nam den weg langs den Buitensingel door
de Ganzepoortsiaat, Klokstraat, Lange Kerk
straat rond de Groote Marktdoor de korte
Kerkstraat, over het Kerkhof naar de Sociëteit
»van Ongenucliten vrij», waar de leden der
Maatschappij werden ontvangen door de feest
commissie die hun den eerewijn aanbood, terwijl
het dagelijksch bestuur der gemèente door zijne
tegenwoordigheid blijk gaf van zijne ingeno
menheid met de komst van het korps.
In het lokaal der sociëteit richtte de voor
zitter der centrale commissie het woord tot het
Belgische korps en heette het hartelijk welkom
op Zeeuwschen bodem.
Na de beteekenis van het feest uitééngezet
te hebben, sloeg spreker een blik op de vriend
schappelijke verstandhouding, die tusschen Bel
gië en Nederland bestaat. Hij drukte den
wensch uit, dat die betrekking onveranderd
mocht blijven, en meende, dat er reden be
staat om te gelooven, dat die wensch vervuld
worden zal. De banden, die tusschen België
en Nederland bestaan; de verwantschap van
taal, die hare macht wel zal doen gelden,
zoolang de taal «gantsch het volk» blijft; de
geschiedenis, die ons leert, dat Noord- en Zuid-
Nederland altijd vereenigd pat gestaan hebben,
waar het gold de vrijheid te verdedigen, en
die slechts ééne periode behelst, waarin de
beide volken van elkander vervreemd waren,
maar waarvan wij, wanneer zij ter sprake komt,
met Jacob Van Lennep getuigen:
Oude veeten zijn vergeten,
En gedempt de bron van twist,"
dit alles geeft ons een waarborg, dat België
en Nederland ten allen tijde broederlijk ver
eenigd zullen blijven.
Met een »leve België!besloot de voorzit
ter zijne toespraak.
De president van het korps, de heer Geerinck,
nam vervolgens het woord en zeide ongeveer
het volgende
Mijne Ileeren!
Toen wij uwe uitnoodiging ontvingen, en besloten
deze te zullen beantwoordenwisten wij weldat
wij hier niet als vreemdelingen zouden aangemerkt
worden.
De geschiedenis leert ons immers dat, in den eeuwen
langen strijd voor vrijheid en beschaving, Noord en
Zuid, Zeeland en Vlaanderen, in lief en leed zijn ver
bonden geweest.
Doch het zóo Warm, het zóo broederlijk onthaal,
dat wij hier genieten, treft, ontroert ons diep.
Des te meer, omdat wij bij het deelen uwer vreugde,
uwer opgetogenheid, volkomen in staat zijn, dezelve
in hare geheelheid te beseffen.
Gij viert het 25jarig jubilé van uwen vorst, omdat
gij uwen vorst bemint, omdat gij met fierheid van
hem getuigen kunt, dat hij waardig zijner voorvade
ren is, dat hij voor het welzijn van zijn volk leeft!
Wij ook, wij beminnen onzen vorst, wij ook heb
ben het 25jarig jubilé van onzen eersten koning ge
vierd, en, bij die gelegenheid met verblijden gezien
dat Noord-Nederlandsche bezoekers de Hollandsche
driekleur in de straten der Belgische hoofdstad op de
borst droegen!
'1 hans komen wij de Belgische driekleur op Hol-
landschen bodem vertoonen, en met Jacob Van Lennep
uitroepen:
„Oude veeten zijn vergeten 1*
Immers mijne heeren, de driekleur, het zij uit het
Zuiden, het zij uit het Noorden, staat in innig ver
bond met den Leeuw, die, eeuwenlang onsterfeiijken
roem over de beide deelen van Nederland heeft'ver
spreid
Was onze scheiding dan ook pijnlijk, een vertoog
als dit, is in staat om er de bitterheid van te ver
zachten; want, wat is eene staatsgrens waarover wij
elkander de hand kunnen reiken, waarover wij elkan
der den broederkus kunnen brengen; wat heeft eene
bestuurlijke afbakening te beduiden, wanneer wij de
overtuiging hebben dat wij, vereend door dezelfde Ne
derlandsche taal, op het gebied van kunsten en we
tenschappen tot den zelfden Nederlandschen stam be
lmoren wanneer wij zien dat onze uitstekendste man-
men, uit Noord en Zuid, sinds meer dan 30 jaren op
de Nederlandsche taalcongressen ons het voorbeeld ge
ven van verstandelijke éénheid in het betrachten on
zer duurste belangen, van oprechte verknochtheid aan
onze respectieve vorsten?
Ontvangt in dien gemoede, mijne lieerenonzen
hartelijken dank voor het prachtig onthaal dat gij
ons hebt voorbereid; voor de heerlijke gelegenheid
welke gij ons hebt aangeboden, hier, in het gastvrije
Zeeland, te midden uwer nationale feestelijkheden, de
hand onzer Zeeuwsche broeders te mogen drukken
De secretaris van dat muziekgezelschap, de
heer Clcmence Idedankte den voorzitter
voor zijne vriendelijke woorden. Ook spreker
hoopte, dat de broederbanden tusschen België
en Nederland hecht mochten blijven. Op wel
sprekende wijze toonde hij aan, dat een wil
lekeurig op de landkaart getrokken grenslijn
den aard der volkeren niet ontaarden kan
dat twee volken, zoo innig verwant als Bel
gen en Nederlanders, als broeders samen zjjn,
en dat zij als 't ware als landgenooten met
elkander feestvieren. Spreker bracht ten slotte
hulde aan Goes, dat blijken gaf, de bekende
Zeeuwsche hospitaliteit te willen betrachten.
De leden van het korps werden vervolgens
door de feest-eom missie door de stad geleid en
naar hun logement' gebracht.
Vergezellen wij hen op hunne wandeling, ten
einde den feesttooi der stad te beschrijven!
En dan merken wij in de eerste plaats op
de Langevosstraat, getnel afgezet met masthoo
rnen en guirlandeswaaraan vlaggetjes van
allerlei aard, van vele bekende natiën en van
onze provinciën. De versiering dier straat,
die van een éendrachtszin der bewoners ge
tuigde als slechts zelden wordt aangetroffen,
leverde een bekoorlijken aanblik open verrassend
was het, als men uit die straat het nauwe pape
gaaistraatje intrad, dat in eene overdekte laan
van groen en bloemen was herschapen en waar
tallooze portretten van Z. M. den Koning tus
schen vlaggen en bloemen den aanschouwer in
het oog vielen.
Aan den uitgang van dit straatje was een
smaakvolle trofée opgericht, waarop bovenaan
het wapen van Goes en iets lager een bord
geplaatst was met de woorden
Hulde aan Z. M. den Koning en
II. M. de Koningin,
Uit dit straatje op de Groote Markt komende
trof in de eerste plaats de versiering van het
Stadhuis de aaudacht, waarop wij later, bij
het vermelden der illuminatie, terugkomen.
Op de markt zelve was eene groote houten
estrade opgericht, waaraan de Nederlandsche,
Wurtemburgsche en Belgische kleuren wap
perden, terwijl het marktplein door de bewoners
van de markt geheel omzet was met eene
doorloopende guirlande van gekleurde ballons
en nette palen, op welke de navolgende op
schriften de voornaamste punten uit de 25ja-
rige regeering van onzen Vorst en de gelegen
heden, waarbij zijn trouw en liefde voor zijn volk
overtuigend bleken, aanduidden.
Afdamming van het Sloe; Afschaffing Accijns
brandstoffenAfschaffing Gemeente Accijnsen
Brug over den MoerdijkWatersnood Maas en
Waal Provinciale wet Gemeentewet Rotter<-
damsche waterweg; Brand Enschedé; Haven
werken te Vlissingen; Kanaal door Ziiid-Beve
land Droogmaking HaarlemmermeerA/koop
baarheid- der tienden A f schaffing slavernij in
West-IndiëAfschaffing van het zegel op - druk
werken en Watersnood Bommelerwaard.
Van daar kwam men aan den Opril, der
markt en aan den ingang der Koningstraat,
waar de versieringen der Kade-buurten begon
nen. Al spoedig trof het oog een smaakvolle
tent; waarvan het dak door eene aanzienlijke
hoeveelheid gekleurde ballons zou gevormd
worden. Bovenop was de Goesche vlag geplaatst.
Aan de drie zijden las men:
Den Vredevorst ter eer
Oranje leve!
1849 1874.'
Verder ontwaarde men eene smaakvolle