1874. N°. 53. 613te jaargang. VEEARTSENIJKUNDE DIENST EN POLITIE. BEKENDMAKINGEN MARKTDAG van Ii MEI 1874. JACHT en VISSCHERIJ. POLITIE MAATREGELEN VOOR DE FEESTVIERING VAN 12 MEI. Vertrek der brievenmail naar Oost-Indiër De aaustaande verkiezing voor de Provinciale Staten. MHSCIIL De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels il/1,-' Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald 20 c. DE GEDEPUTEERDE STATEN van ZEELAND, Overwegende, dat het gewoon mond- en klauwzeer onder het rundvee zich op onderscheidene stallen in het eiland Tholen heeft geopenbaard en dat alzoo, op grond van art. 26, in verband met art. 22, van het pro vinciaal reglement, betreffende den veeartsenijkundigen dienst en politie, wijziging behoort te worden gebracht in het besluit van den 18 December 1872 (Provinciaal blad no. 127); Gezien het ambtsbericht van den provincialen vee arts der 1ste klasse in dit gewest, van heden, no. 517 Besluiten: 1". In te trekken, voor zooveel het eiland Tholen betreft, de ontheffing, verleend in punt l letter a, van het ge noemde besluit van 18 December 1872 (Provinciaal blad no. 127); 2°. De Burgemeesters der gemeenten in het eiland Tholen opmerkzaam te maken op de bepalingen van art. 20 van het reglement, en de Burgemeesters der gemeenten, waar zich de genoemde ziekte openbaart, in het bijzonder aan te bevelen, om streng in acht te nemen het daarin vervatte voorschrift, dat de vereischte vergunning tot vervoer niet wordt verleend, indien zich, in den loop der voorafgegane drie maanden, een geval van besmettelijke ziekte heeft voorgedaan. Dit besluit zal in het Provinciaal blad geplaatst en, door de zorg van Burgemeester en Wethouders, in al de gemeenten der provincie worden afgekondigd en aangeplakt. Gedaan te Middelburg, den 24 April 1874. De Gedeputeerde Staten voornoemd, R. W. van LIJNDEN, Voorzitter. BUTEUX, Griffier. van het Gemeente-Bestuur. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter openbare kennis, dat zij besloten hebben, omdat op MUnstlag tien 13 Mei u. s. een Nationaal Feest zal gevierd worden, de gelegen heid tot het houden der W Bi Si HM AStSiF open- testellen op Muandag den 11 Mei bevorens, en noodigen de belanghebbenden uit, dien dag voor ge melde week als marktdag te beschouwen. Goes, den 1 April 1874. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden in deze gemeente, dat de blanco verzoek-biljetten, om akten en vergunning voor de JJlCBBF en Fltü- XiCII Bilt l.l, vermeld in art. 5 der wet van 13 Juni 1857, (Staatsblad no. 87) van heden af ter gemeente secretarie kosteloos verkrijgbaar zullen zijn en dat die verzoekschriften behoorlijk ingevuld en geteekend in den loop dezer maand moeten worden ingediend bij den burgemeester, ter opzending aan den heer commissa ris des konings in deze provincie. Goes, den 2 Mei 1874. Burgemeester en Wethonders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. De BURGEMEESTER der gemeente GOES, hoofd van de politie aldaar, brengt ter openbare kennis, dat door hem zijn vastgesteld de navolgende politie-maat- regelen voor den dag der feestviering op 12 Mei a. s.: a. de Groote markt en de daaraan belendende stra ten zullen niet mogen bereden worden van af des morgens 11 ure tot des namiddags half 4 ure, terwijl overigens den gelieelen dag in de bebouwde kom der gemeente niet anders mag gereden worden dan stap voets; b. het zal geoorloofd zijn, groot of klein vuurwerk aftesteken op de Groote Markt, de Vlasmarkt, de Bees tenmarkt en de Groote Kade, doch zulks niet voor des avonds half tien ure, zijnde het voorts verboden te schieten met Kanonnetjes, Snaphanen, Pistolen, Don derbussen en ander geweer; c. de vlaggen uit de huizen mogen gedurende den OB'TOCHT niet lager hangen dan vijf me ters boven de straten. De optocht welke door de feestcommissie is geor ganiseerd, zal 1en htilf twee ure aanvangen van den weg;tusschen Wilhelminadorp en Goes, en in laatst genoemde gemeente den volgenden weg nemen: de Groote Kadede opril naar de Markt, rond de Markt, de Lange Kerkstraat, Klokstraat, Ganzepoort- straat, Stations-Singel Wijngaardstraat, Vlasmarkt, Waterstraatje, Beestenmarkt, Nieuwstiaat,'s Heer Hen- drikskinderenstraat, Turfkade, Groote Kade, Sint Ja- cobstraat, Oude Vischmarkt, Langevosstraat, Klok straat, Langekerkstraat, naar de Groote Markt. Goes, den 2 Mei 1874. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. 1? OSTERIJEN Via MARSEILLE, 7 Mei 1874, per trein van 5,58 des avonds. n. In ons vorig artikel noemden wij het een ge lukkig verschijnsel, dat de verkiezing ditmaal in kalmte en zonder allerlei verdachtmaking zou ge schieden. En onmiddellijk daarna moesten wij er kennen, dat wij ons bedrogen hadden, immers in zooverre als de N. Goesche Courant ten zelfden tijde het bewijs leverde, dat het ras der agitateurs niet uitgestorven is. Gelukkig, dat wij hier te doen hebben met eene individuëele opinie en dat wij, met het oog op de geschiedenis der jongste tijden, mogen verwachten, dat dergelijke pogingen op het gezond verstand der kiezers zullen afstuiten. Wij treden dan ook in geene breeds bestrijding. Reeds werd het onware en onbillijke van enkele rede neeringen der N. Goesche door ons aangewezen slechts op een paar punten komen wij nog even hieronder terug. Wij hadden ons voorgenomen de onderscheidene candidaten te bespreken. Aan dat voornemen blij ven wij getrouw en zetten daarbij op den voorgrond, dat wij niet, als de N. Goesche, de voorstanders eener andere richting zullen verdacht maken, en allerminst als zij, alle voorstanders eener richting zullen veroordeelen, omdat enkelen hunner partij in ons oog hebben misdreven. De redeneering is al zeer zonderlingliberale ministeriën hebben kwaad gedaan, daarom kan een man van liberale beginselen geen lid van de Provinciale Staten zijn Wij vatten de logica niet en stellen er al aan stonds tegenoverdat wij onder de candidaten van de N. Goesche althans een paar opmerken, die wijonder andere omstandigheden niet aarzelen zouden onze stem te geven, al worden zij ook aan bevolen van de zijde der verdachtmakende factie en daardoor volgens de N. Goesche geacht het beginsel van verdachtmaking te zijn toegedaan. Doch wij hebben weder een nieuw bewijs, dat onze jongere zuster nog al gemakkelijk over be ginselen henen stapt en met personen speelt. Vroe ger beval 7,ij de verkiezing van den heer Dominicus aan. Nu deze van andere zijde aanbevolen is laat zij hem eenvoudig los en stelt andere can didaten, waarbij zij niet in aanmerking neemt, dat o. a. mr. Van Citters ook wel eens bij de door haar verworpen partij in aanmerking is gekomen. Wij zouden dan ook niet aarzelen jhr. mr. Van Citters ditmaal van onze zijde eandidaat te stellen, indien wij niet van de stelling uitgingen, dat de heer J. M. Kakebeeke in zekeren zin de verte genwoordiger van Westelijk Zuid-Beveland kan geacht worden, aangezien dit aftredend lid juist zijne landerijen in dat gedeelte van ons voormalig eiland heeft en als Ontvanger-Griffier van ver schillende polders in die streken uitnemend op de hoogte is van den toestand. Dit aannemende, dan komt het ons voor, dat het uitgestrekte Oostelijk gedeelte van Zuid-Beve land met meer recht op een vertegenwoordiger mag aandringen, en 't is daarom, dat wij bij de keuze tusschen de heeren Dominicus en Van Citters, ditmaal den heer Dominicus de voorkeur geven. Eigenlijk maakt de JV. Goesche zich al heel ge makkelijk van de zaak af, door twee aftredende leden eenvoudig weg te cijferen, omdat ze de libe rale beginselen voorstaan, en verder hare candidaten, zonder een enkel woord van aanbeveling, te stellen ten ware men het met haar eens zij, dat de klank der door haar genoemde namen, alle mogelijke aanbe veling in zich sluit. Gelukkig behoeven wij niet te schromen de candidaten die wij aanbevelen, wat breeder te be spreken en hebben wij, bij het aftreden van den waardigen en kundigen mr. Blaaübeen en het be danken van den heer J. P. Kakebeeke, over welk verlies de N. Goesche haar leedwezen betuigt, eenen troost, dat ons district nog mannen te over telt, wier bekwaamheid en geschiktheid aan den strengsten toets kunnen onderworpen worden. Wij denken hier allereerst aan mr. J. H. De Laat De Kanteraan den man, die reeds sedert vele jaren in vele en onderscheiden betrekkingen getoond heeft een helderen blik in onze belangen en een warm hart voor het welzijn onzer provincie te hebben. Ruim in de gelegenheid om met de be hoeften van ons district op stoffelijk en zedelijk ge bied hekend te worden, was hij altijd vol ijver om daarvoor te strijden. En zeker zullen er in ons district niet velen zijn, die het niet van nabij weten, dat hij altijd gereed is zijne vele talenten ten beste van onze stad en van ons gewest aan te wenden. Wij zien in hem niet alleen den rechts geleerde maar ook den ingewijde in gemeente administratie en polderzakenden nauwgezetten financier, die daarenboven met ruime ervaring oor- deelen kan, gelijk hij in meer dan éene commissie van zijnen practischen blik bewijs gaf. Wij weten geen waardiger plaatsvervanger van mr. Blaaübeen en zijne verkiezing zou eene aanwinst zijn in onze Provinciale Staten. Tevens kunnen wij als zeker zeggen, dat mr. De Kanter zich eene eventuëele keuze zal laten welgevallen. Voor de tweede vacature vereenigen wij ons vol komen met de candidatuur van den heer Dominicus. Al aanstonds keuren wij dit goed, omdat Sedert geruimen tjjd het Oostelijk deel van Zuid-Beveland volstrekt niet vertegenwoordigd is in de Staten. Zooals wij vroeger reeds zeiden, achten wij het even billijk als noodig, dat zooveel mogelijk alle deelen van een district hunne vertegenwoordigers hebben. En men behoeft in het Oosten niet naar geschikte personen te zoeken. De ijverige burgemeester van Kruiningen staaft dat oordeel ten volle, terwijl zijn langdurig verkeer te midden van ons landbouwend district, hem op de hoogte gesteld heeft om met kennis van zaken de provinciale belangen te be vorderen. Zulke eerlijke, onafhankelijke, wel toe geruste mannen als de heer Dominicus, kunnen ons groote verliezen ruim vergoeden, en wat meer zegt: zij geven ons den waarborg dat onze belangen veilig hun kunnen worden toevertrouwd. Van de beide aftredende leden, die zich weder verkiesbaar stellen, de heeren Fransen Van de Putte en J. M. Kakebeeke behoeven wij niet veel te zeggen. Wij gelooven niet, zooals de N. Goesche, maar weten met velen, dat zij als privaat personen heel goed zijn. Ja, wij weten nog meer. Zij waren lang genoeg in de Staten-vergadering werkzaam om over hunne verdiensten als zoodanig te oor- deelen, en wij durven ons gerust op alle weidenkenden beroepen, of er iets te zeggen valt op hunne be kwaamheid, hunnen ijver, hunne zelfstandigheid, hunne eerlijkheid, zooals die ons telkens zijn ge bleken. Niet alleen in Goes maar door het geheele district kent men hen en zijn hunne goede hoe danigheden gewaardeerd. Zij die in veelsoortige zaken zich bewegen, stellen den heer Van de Putte op prijs, zooals onze landbouwers de verdiensten van den heer Kakebeeke waard eeren. Om. welke reden zou men dan zulke beproefde voorstanders van onze provinciale aangelegenheden uit de Staten verwijderen Waarlijk, men moet wel door blinde partijwoede gedreven worden, als men zulke leden uit de Staten-vergadering verwijderen wil, alleen omdat zij geacht worden het liberale beginsel, of liever: niet het hebzuchtig beginsel der N. G. Ct te zijn toegedaan. Wij treden in geene vergelijkingen en onthou den ons van alle oordeel over andere candidate^

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 1