GEMENGDE BERICHTEN.
Eene bladzijde uit de geschiedenis dee
expeditie van Sir S. Baker naar
Midden-Afrika.
BURGERLIJKE STAND GOES,
Aan de Köln. Zeitung wordt omtrent het ge-
beurde met den afgezetten pastoor Jeanguenat,
te Bonfol, in den Herner Jurahet volgende
gemeldEenige dagen geleden verscheen hij i
aan het hoofd van ongeveer honderd man, allen
met knuppels en bijlen gewapend, en liep met
ben overal rond, onder het uitroepen van alllerlei
bedreigingen tegen de liberalen. Daar de twee
gendarmes geen kans zagen om hem te midden zij
ner verdedigers gevangen te nemen, gingen zij op
den wegnaar het Fransche grensdorp Réchésy,
waar Jeanguenat verblijf hield, in een hinder
laag liggen. Na lang wachten zagen zij hem
aankomen, te paard en vergezeld van slechts
tweepersonen. Zoodra hij genaderd was, grepen
de gendarmes zijn paard bij den teugel, terwijl
een hunner tevens een bevel tot gevangenneming
vertoonde en eischte dat hij zou medegaan. In
plaats daarvan gaf Jeanguenat hem een slag op
het hoofd dat de man nederviel, terwijl een
der beide dorpelingen het paard door een slag
met de zweep liet steigeren, zoodat de andere
gendarme insgelijks onder den voit geraakte,
waarna alle drie in vollen draf over de Fran-
sche grenzen holden. Wegens de mogelijk
heid van meer dergelijke ongeregeldheden is
uit Bern eene versterking gendarmerie naar
den Jura gezonden.
Voor het Hof van Assises te Antwerpen
is een aanvang gemaakt met het proces tegen
de chefs van de Antwerpsche succursale der
Banque de l' Union, beschuldigd van valschheid
in geschrifte ten nadeele van genoemde Bank.
Na eene instructie van 16 maanden zijn Gus-
tave De Kerckhove, Gerard August Penters, ge
naamd Penter, en Leopold Friedrich Dolge naar
de openbare terechtzitting verwezen.
De akte van beschuldiging beslaat 285 pagina's
drukshet arrest van verwijzing telt 46 blad
zijden. Daarin worden den beschuldigden 168
geldverduisteringen, vervalschingen in de boe
ken en valschheden in geschriften der Bank
en in handelspapieren ten laste gelegd. De
expertise heeft aan het licht gebracht, dat de
beschuldigden de Bank tot een bedrag van
25.096.351,64 frank benadeeld hebben, behou
dens 197.228,94 frank, die nog uit den boedel
gered zijn.
Uit Spanje zijn tegenstrijdige berichten,
gelijk trouwens in den laatsten tijd doorgaans
plaats had. De Parijsche legitimistische bladen
deelen het volgende telegram uit Bayonne
van jongstl. Maandag, mede: »In een officiëel
telegram uit net koninklijk hoofdkwartier wordt
bericht, dat Karei VII bij decreet van 16
April zijn gouvernement geconstitueerd heeft.
Het departement van oorlog is opgedragen
aan maarschalk Elio; minister van buiten-
landsche aangelegenheden i3 admiraal Vinalet
de portefeuilles van binnenlandsche zaken en
van financiën zijn toevertrouwd aan graaf Del
Rual. Er is een groote veldslag ophanden. De
Carlisten zijn vol hoop en geestdrift." Daar
tegenover staan de volgende berichten, die uit
Madrid zijn ontvangen. Den 18 April is de
algemeene staf van Saballs bij Yich gevangen
genomen en deze aanvoerder zelf met andere
Carlisten-hoofden over de grenzen getrokken.
De Carlisten ontruimen Santurce en Portugalete,
die door de flotille der regeering beschoten
worden, en vervoeren hunne aldaar vereenigde
gekwetsten naar Amorrio. In Bilbao is men
begonnen de paarden te slachten. Saballs en
Tristany zjjn naar Perpignan gegaan om met
Don Alfonso te beraadslagen.
Z. M. de Koning heeft het beschermheerschap der
handboog-societeit St. Sebüstiaan te Maastricht aange
nomen. Deze sociëteit, de oudste van' Maastricht, be
staat reeds sedert het jaar 1408.
Te Scheemda heeft een 32jarig paard nog een
veulen geworpen.
Te 's-Hage is eene vrouw op haar kamer dood
gevonden. Zij had kort te voren haar dochter die in
de nabijheid woonde, nog een bezoek gebracht.
Volgens eene advertentie, voorkomende in de N.
Rott. Ct. van 21 dezer, worden op eene groote boer
derij in Ipsilanti (staat Michigan, N.-Amerika) gevraagd
Boerenknechts en Boerenmeiden. De vrouwen zullen
verdienen 5 a 6 gulden in de week, met kost en in
woning, en de mannen 50 gulden per maand met kost
en inwoning, of 70 gulden per maand zonder de kost.
De kosten van den overtocht zijn voor eigen rekening.
Te Ooststellingwerf heeft men iets bijzonders:
nl. eene profetes, die in haar land geëerd is. Deze
moderne Velleda is eene kaartlegster, die eene trouw
lustige 35jarige binnen eene week een man voorspelde.
En binnen eene week is er tot verbazing van heel
Ooststellingwerf inderdaad een man gekomen. Waar
zegster en manbekorende vrijster zijn even te vreden.
Zekere pachter in de nabijheid van Sainpuits,
heeft een gelukkige vondst gedaan. Onder liet werk
stiet hij met de spade op een voorwerp, dat een an
tieke steenen vaas bleek te zijn, die 1500 bronzen
muntstukken en medailhs bevatte, ter zwaarte te za-
men van 5 kilo. Die goed geconserveerde stukken
dragen de beeltenissen van verschillende Romeinsche
Keizers, vooral Gallianus, Aurelianus en Dioclelianus.
Te Amsterdam is dezer dagen een medaillon met
miniatuur-portret verkocht voor den merkwaardigen*
prijs van ƒ1500.
Ook de vrouw van den vrijboer, in de kolonie
Willemsoord, wiens woning een paar dagen geleden
afbrandde, is aan de gevolgen der daarbij bekomen
wonden overleden.
De Flensb. Nordd. Zeit. bevat het volgende curi-
euse bericht: Een Deensche dame, die de gave bezit
lieden van de jicht te genezen, is voor eenige dagen
met een aanbeveling van den Duitschen gezant te Kop-
penhage naar Berlijn vertrokken om aan Vun Bismarck
de gezondheid terug te geven. Zij zou echter aan
hare hulp de voorwaarde vastknoopen, dat Noord-Slees-
wijk aan Denemarken afgestaan wierd.
De zeven van Harderwijk gedeserteerde, maar bij
Zwolle weder gearresteerde militairen, hadden uit
de provoost weten te ontsnappen door uit een dik
ken muur zooveel steenen te breken, dat zij er door
konden kruipen. Hoewel het nog klaar dag was, werd
het niet opgemerkt, dat zij bedaard nog eenige zaken
in de stad afdeden en vervolgens de poort uitgingen,
die naar Elburg leidt.
In Louisiana (N. Amerika) hebben overstroomingen
Elaats gehad van zeer ernstigen aard. Er werden 25,000
unders katoen, 100,000 b. koorn en 500,000 b. suiker
vernield, waardoor de oogst van een 25tal gemeenten
volkomen verloren ging. Al de gemeenten van Louisi
ana hebben door deze ramp aanzienlijke schade ge
leden. 25,000 personen zijn er door geruineerd. Velen
hebben gebrek aan voedsel, daar de oogst van het jaar
getijde vernield is.
Het Congres heeft reeds maatregelen genomen om
in den eersten nood van de slachtoffers te voorzien.
In de wijk Belleville te Parijs was een bende
dieven, die in een huis was ingebroken, niet weinig
verbaasd een partij gildebroeders aldaar met hetzelfde
doel aan het werk te vinden. Dat men elkaar uit
maakte voor wat men werkelijk was, is natuurlijk, even
zeer als dat de eigenaar van het huis door die liomoeo-
pathische geneeswijze zijn eigendom behield. Men moet
dieven met dieven vangen.
In de Purmerender Ct. van Dinsdag kwamen niet
minder dan 12 advertentiën van 25jarige, 1 van 35jarige,
5 van 40jarige, 1 van 50jarige en 1 van 55jarige echt-
vereeniging, allenuit Hollandsch noorderkwartier, voor.
In de te Chicago verschijnende Illinois-Staatszeitung
kwam vóór eenigen tijd de volgende curieuse adver
tentie voor:
Belooning en Waarschuwing.
Mijne vrouw, Barbara Nikschen, geboren Röslern, is
weggeloopen of mij ontstolen. Wie haar mij terugbrengt,
sla ik het hoofd in. Daar ik mijne eigen schuldei: niet
betaal, is het zeer waarschijnlijk dat ik ook de hare
niet zal betalen. Louis Nikschen.
Bij het afbreken van een huis te Oosterland op
Wieringen zijn onder den grond gemetselde kelders
gevonden, gevuld met menschenbeendereu.
"Wij hebben in ons blad reeds meermalen den
naam van den zoo even genoemden reiziger ver
meld; wij willen zijn tocht en het voornaamste
dat hem daarbij wedervoer, eenigszins omstandiger
verhalen.
In vorige nommers hebben wij een en ander
medegedeeld over Livingstone en zijn edel streven
de onderdrukking van den slavenhandel, die alleen
door menschenroof kan in stand gehouden worden.
Livingstone ging, volgens het oordeel van velen,
te langzaam; de resultaten van zijn reizen lagen
te veel in 'tverre verschiet; en onder die velen
behoorde Baker. Zooals bekend is, is Baker een
Engelschman. Als ingenieur was hij, betrekkelijk
nog jong, in dienst van de Ottomaniscke Porte,
werkzaam in het noorden, van Turkije voor de
exploitatie van spoorwegen. Op een tocht in Hon
garije en Turkije ondernomen, leerde hij in die
dagen een jonge dochter kennen, zoo wij meenen
van aanzienlijken huize. Hij werd tot haar aan
getrokken door haar schoonheid en haar energie.
Zij werden door het huwelijk vereenigd en zijn
sedert niet meer gescheiden geweest. Zij heeft hem
op al zijne, dikwijls roekelooze romantische tochten
vergezeld.
Toen de beide betrekkelijk kleine lijnen in 't noor
den van Turkije klaar waren, begaf Baker zich, in
dienst van 't Engelsch gouvernement, naar Ceylon.
Daar bereikten hem dagbladen, die met vervoering
spraken over de wonderbare tochten van Livingstone
en anderen in Midden-Afrika, en plotseling ont
waakte bij hem de lust, ook daarheen te gaan,
den wandelstaf optenemen en door te dringen tot
het hart. Er was éen bezwaar waarvoor hij terug
deinsde, nl. zijn jonge schoone vrouw met zich
te nemen. De vermoeienissen zouden te zwaar
voor haar zijn, en als hij eens kwam te vallen
wat lot stond haar te wachtenHij sprak er rond
en eerlijk met haar over, doch zij antwoordde met
de woorden van Ruth: waar gij zult heengaan, zal
ik heengaanwaar gij zult verblijven, zal ik ver
blijven; waar gij zult sterven, zal ik sterven en
ik zal daar begraven worden. Zoo vertrokken zij
uit Ceylon en kwamen in Egypte aan, van waaruit hij,
in tegenoverstelling van Livingstone, die van het
oosten uitging, naar het hartje van Afrika trok.
Wij zullen ons niet lang ophouden bij de vele
gebeurtenissen op zijne ontdekkingstochten. Toen
hij den eersten keer bij Gondokro kwam, passeerde
zijn boot die van juffrouw Tinne. Groeten werden
gewisseld en hartelijk vaarwel werd gezegd. Het
was de laatste groet, dien de Hollandsche reizigster
met een Europeaan uit haar stand zou wisselen.
Zij trok de woestijn van Sahara in, waar zij door
verraad den dood vond. Baker en zijn vrouw met
eene menigte volgelingen trokken naar het zuiden,
waar hij het meer Victoria Nyansa ontdekte. Dat
zijn schoone jonge vrouw alom attentie trok, ligt
in den aard der zaak. In Europa zou dit het ge
val zijn geweest, hoe veel meer in landen met
een pikzwart of donkerbruine bevolking. Een ne
gerkoning o. a. gaf nog al onverholen zijn bewon
dering voor haar te kennen. Toen hij eens een
bezoek bracht in de tent van Baker, was hij op
het punt om heen te gaan, doch bleef hij zich op
zijn stoel heen en weder bewegen en had kenne
lijk wat op zijn hart. Baker bemerkte dit en vroeg
wat het was. «Of Baker maar éene vrouw had",
klonk de vraag. Op het toestemmend antwoord
gaf zijn zwarte majesteit te kennen, dat dit toch
zeer weinig, te weinig was. Hij had er 300. Maar
toch, ofschoon het getal niet te vergelijken was,
zou een ruilingBaker haalde een zesloo-
pigen revolver uit zijn zak en pointeerde dien op
den zwarten krullebol, die plotseling op zijn lange
beenen stond en in een ommezientje was verdwenen.
Baker was op zijn eersten tocht nog niet ver
gekomen, of hij ontdekte dat er een samenzwèring
was onder zijn volgers. Goede raad was duur. De
eenigste op wie hij zich kon vertrouwen, was zijn
vrouw en dit vertrouwen was ze ten volle waard.
Hij had vernomen dat den volgenden morgen tegen
het opgaan van de zon, zijn tent zou worden over
vallen, hij vermoord, zijn bezittingen geplunderd
zouden worden. Een deel van den nacht besteedde
Baker en zijn vrouw om zich zoo stil mogelijk in
de tent te barricadeeren. Al de geweren en andere
wapens werden voor den dag gehaald, van de kis
ten batterijen gemaakt en zoo waren zij behoorlijk
verschanst. De jonge vrouw legde zich ter ruste
om krachten op te zamelen voor den volgenden
dag. Zij toch had zich aansprakelijk gesteld voor
het weder laden van elk geweer dat afgeschoten
zou zijn. Een uur vóór zonsopgang werd er eenige
beweging merkbaar in het kamp. Behoedzame
schreden naderden de tent;«het zeildoek werd voor
zichtig opgetild en de glinsterende oogen van een
Arabier werden zichtbaar. Doch Baker had toe
geluisterd; een schot werd gehoord. Oogenblik-
kelijk daarop volgde een kreet en de eerste van
de saamgezworenen was gevallen en daarmede be
wezen, dat de samenzwering ontdekt was. Baker
sloeg een deel van zijn tent open en zag een troep
van zijn geleide uiteen stuiven, doch zich ook
weder verzamelen en op de tent afkomen. Eenige
gelukkige schoten uit een zestal dubbelloops-ge
weren boezemden eenig respect in. Mevrouw Baker
had het druk met laden en de buksen aan haar
man toeteschuiven. Er werd teruggeschoten, doch
gelukkig zonder effect. Baker had dan ook van
achter zijne barricade tegenover dien dichten hoop
aanranders beter kans. Storm durfden zij niet wa
gen; de vrede werd aangeboden en aangenomen
op conditie, dat de hoofdaanlegger van het complot
zou worden uitgeleverd. Dit gebeurdeBaker ver
vloekte hem, zei hem zijn dood aan, en zond hem
weg. Het toeval wilde, dat, toen men verder trok,
het lijk van den schuldige op weg werd gevonden.
(Wordt vervolgd.)
I
VERKOOPINGEN VERPACHTINGEN.
latum.
plaats.
Voorwerpen.
Information.
27 April Heinkenszand, Meubilair,
mr. v. Dishoeck.
28
Biervliet,
Beestiaal etc.,
mr. Brevet.
29
Schoondijke,
Beestiaal etc.,
mr. Brevet.
29
Wisseukerke,
Hofstede en twee
arbeid, woningen,
v. d. Moer.
29
Kruiningen,
,Verp. Weiland,
Rembges,
1 Mei.
Yzendijke,
Beestiaal etc.,
mr. Brevet.
4
Yzendijke,
Beestiaal etc.,
mr. Brevet.
6
Weuieldinge,
Verpachting hofstede,
Paardekooper en
v. d. Bussche.
6
Goes,
Meubilair,
Pilaar.
9
Rotterdam,
Land,
Achterberg.
9
Goes,
Verk. en Verp.
Landerijen.
v. d,. Bussche en
Itakebeeke.
18
Goes,
Hofsteden,
irr. Liebcrt.
1
Wolfaartsdijk, Hofstede,
Paardekooper en
v. d, Bussche.
3 Juni
Goes,
Ambachtsbeerlijke
rechten etc.,
Pilaar.
van 22 tot en met 24 April 1874.
Ondertrouwd: den 23, Matthijs Van Gorp,
25 j. jm. met Anna Maria De Witte21 j.jd;
Pieter Beige, 23 j.jm. met Cornelia De Jonge,
25 j. jd.; Josias Dronkers, 52 wedr. van
Jacomina Steijns, met Johanna Van Meurs, 43
j. jd.Wouter De Leeuw, 48 j. wedr. van
Laurina Jacoba Glerum met Adriana Van den
Berge, 32 j. jd,; den 24, Cornelis Schrijver,
24 j. jm. met Johanna De Dreu, 22 j. jd.