BUITENLAND.
WEEZENVEKZORGING.
Nisse. J. A. GEILL Jr.
scheiden gelegenheden en de zware vermoeie
nissen, gedurende vele dagen uitgestaan, be
sloten had hem ter zake niet te doen vervol
gen. Generaal Van Swieten herinnerde verder
de officieren aan Napoleon 1, die 's nachts
na een groot gevecht de ronde doende, even
eens een schildwacht slapende vond, doch den
man liet slapen, zijn geweer nam en op post
bleef staan tot de soldaat werd afgelost.
Laatsleden Zaterdag had te Vianen het
volgende voorval plaats. In het huis, bewoond
door J. H. C., was diens huisvrouw H. L.
's nachts te voren aan eene besmettelijke ziekte
overleden en daar het woonvertrek tevens tot
ziekenvertrek gediend had en de lijderes daarin
was overleden, achtte de burgemeester de toe
passing van art. 13 der wet tegen besmette
lijke ziekten noodig en gelastte, dat het lijk
des avonds te 6 uren naar het lijkenhuis op
de begraafplaats der R. K. gemeente zou wor
den overgebracht. Toen op het bepaalde uur
de ljjkwagen voor het sterfhuis gekomen was en
de dragers aldaar aanwezig waren, meende men
dat tegen dezen maatregel, in het belang der
bewoners te nemen, geen verzet zonde plaats
hebben, daar de man der overledene daarin
scheen te berustendoch al ras bleek het,
dat die meening onjuist was daar de vader,
daartoe aangespoord door zijne kinderen, het lijk
niet wilde laten volgen. Niettegenstaande de
politie daar ter plaatse aanwezig was, mocht
het haar niet gelukken, wegens het kracht
dadig verzet en den heftigen tegenstand, dien
zij bij de aldaar vergaderde volksmenigte ont
moette, tot het vervoer van het lijk over te
gaan. De burgemeester besloot daarop van de
toedracht der zaak den Officier van justitie bij
de arrondissements-rechtbank te Gorinchem
per telegram kennis te geven en verdere in-
Btructies af te wachten, waarvan het gevolg
was, dat de officier, vergezeld van twee rijks
veldwachters, zich van Gorinchem naar Vianen
begaf en de overbrenging van het lijk naar
het lijkenhuis des avonds te elf uren zonder
verderen tegenstand plaats vond. (N. R. Ct.)
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
Nisse, 13 April 1874. Zondag namiddag, 12 dezer,
nam dhr. J. Van 't Hooft, predikant alhier sedert 12
Januari 1873, afscheid van deze Gemeente met eene
leerrede over Openb. 3 vs. 3, vertrekkende naar Brui-
nisse.
Een talrijke schare woonde deze plechtigheid bij.
Opmerkelijk en wellicht zelfs bijna éenig in onze Va-
derlandsche kerk is het, dat zoodanige plechtigheid
in meer dan 75 jaren hier niet heelt plaats gehad.
Den 9 Sept. 1798 predikte Ds. J. B. Van den Berg, na
bijna 14 maanden dienst, afscheid van deze gemeente
als zijnde beroepen naar Egmond aan Zee. Zijn op
volger was H. Sckortinghuis, die van 18 Aug. 1799 tot
zijn dood op 30 Nov. 1801 dienst deed. Ds. D. A.
Buijt verbleef hier van 1 Aug. 1802 tot zijn overlijden
op 5 Februari 1855; terwijl eindelijk Ds. A. J. Barker
van 28 Oct. 1855 tot zijn overlijden top 26 Dec. 1871
in deze gemeente werkzaam was.
Sinds ons vorig bericht vernemen wij dat bij het
jongst te Middelburg gehouden examen nog akte heb
ben bekomen:
voor het Hoogduïtsch de heer J. De Visser, hulp
onderwijzer alhier;
voor de nuttige handwerken mej. A. J. Van der
Mandere te Kapelle en voor de fraaie handwerken
mej. W. M. F. Van Boven te Heinkenszand.
R eehtzalteii.
De Arromlissements-Rechtbank te Goes, heeft den 50 Maart
1871, de navolgende vonnissen uitgesproken, als:
1. J. D., zoon van Leunis, oud 21 jaar, geboren en wonende
le Neuzen, metselaar, aangeklaagd van mishandeling; daarvan vrij
gesproken, de kosten te dragen door den staal.
2. S. W., zoon van Jan Baptist, oud 40 jaar, geboren te Kem-
scke, wonende te Honlenisse, werkman, schuldig verklaard aan
hoon. Veroordeeld tot een geldboete van drie gulden, subsidiair
gevangenisstraf van een dag en in de kosten van het rechtsge
ding. desnoods te verhalen bij lijfsdwang.
3. R. R., zoon van Willem, oud 38 jaren geboren en wonende
te Zaamslag, werkman, schuldig verklaard aau bedelarij. Ver
oordeeld tot eene cellulaire gevangenisstraf van acht dagen en in
de kosten van het rechtsgeding, desnoods te verhalen bij lijfs
dwang.
4. V. D. B„ oud 32 jaar, arbeider, geboren en wonende te
Overslag, defaillant, schuldig verklaard aan diefstal op den open
baren weg zonder geweld of bedreiging, gepleegd, onder verzach
tende omstandigheden. Veroordeeld bij verstek tot een cellu
laire gevangenisstraf van vijftien dagen, en in de kosten van het
geding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang.
5. L. M., huisviouw van Charles Ludovicus Van Daele, arbeid
ster te St. Jaosteen, defaillante, schuldig verklaard aan het moed
willig toebrengen van een stoot, geen ziekte of werltbeletsel van
meer dan 20 dagen veroorzaakt hebbende, gepleegd onder ver
zachtende omstandigheden. Veroordeeld Lot een geldboete van
drie gulden, subsidiair in een gevangenisstraf van een dag en in
de kosten van het geding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang.
6. C. L. T., oud 14 jaar, zoon van Joseph, wonende te St.
Jansteen, defaillant, schuldig verklaard aan eenvondigen dierstal.
Vrijgesproken als gehandeld hebbende zonder oordeel des on
derscheids,
7. a L. A. d. V., dochter van Pieter, 16 jaar, zonder beroep,
gehoren en wonende te Neuzen.
b S. M. v. R.t dochter van Frederik Antonie, 15 jaar, dienst
meid, geboren en wonende te Neuzen.
c M. J. R., dochter van Relnier, 15 jaar, zonder beroep, ge
boren en wonende te Neuzen.
d S. M. S., dochter van Pieter, 14 jaar, arbeidster, geboren te
Vlissingen, wonende te Neuzen.
e M. d. B., dochter van Pieter, 14 jaar, zonder beroep, gebo
ren te Geertruidenbeig. wonende te Neuzen, beklaagd van een
voudige» diefstal, daarvan vrijgesproken, de vier laatste gedaag
den als gehandeld hebbende zonder oordeel des onderscbeidsen
wat de eerste beklaagde betreft, dat het haar bij dagvaarding ten
laste gelegde feit niet voldoende bewezen is; de kosten te dra
gen door den staat.
8. L. J. v. B., zoon van Jacobus, 26 jaar, opzichter bij bet
kroondomein, geboren en wonende te Hontenisse, schuldig ver
klaard aan bet zonder daartoe uitgetergd te zijn tegen iemand
uiten van scheldwoorden. Veroorleeld tot eene geldboete van
vijftig cent, subsidiair gevangenisstraf van een dag, en in de kosten
van bet rechtsgeding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang.
9. J. J. D. zoon van Jacobus Bernardus, 20 jaar, bakkcrslecr-
ling, geboren en wonende te Honlenisse, schuldig verklaard aau
het moedwillig toebrengen van slagen en stooten, geenerlei ziekte
of werkbeletscl van meer dan twintig dagen hebbende veroor
zaakt, gepleegd onder verzachtende omstandigheden. Veroordeeld
tot eene geldboete van acht gulden, subsidiair gevangenisstraf van
drie dagen, en in do kosten van het rechtsgeding, desnoods in
vorderbaar bij lijfsdwang.
10. F. M., zoon van Theodor, 30 jaar, landbouwerszoon, ge
boren en wonende te Stekene (België), thans gedetineerd in het
huis vat) Arrest te Goes, schuldig verklaard aan io. gewelddadige!)
en feitelijken wederstand jegens een bevelhebber en twee agenten
der gewapende macht in de uitoefening hunner functiën, gepleegd
door een persoon zonder wapenen, 2o. gewelddadigheid tegen een
agent der gewapende macht in de waarneming van zijn dienst
waardoor kwetsing is ontslaan, gepleegd onder verzachtende om
standigheden. Veioordeeld tot eene cellulaire gevangenisstraf van
een en twintig dagen, en ill de kosten van liet rechtsgeding, des
noods invorderbaar bij lijfsdwang.
11. F. J. v. li., 44 jaar, geboren en wonende te Zaamslag,
defaillante, schuldig verklaard aan laster, gepleegd onder verzach
tende omstandigheden Veroordeeld lot eene geldboete van vijf
en twintig gulden, subsidiair gevangenisstraf van zeven dagen en
in de kosten van het rechtsgeding, desnoods invorderbaar bij
lijfsdwang.
12. a C. d. K., 17 jaar, zwingelaarster.
b A. d. K., 14 jaar, zonder beroep.
c li. M. d. K., 12 jaar, zonder beroep, allen dochters van Jo
hannes Baptist, geboren en wonende te Koewacht, aangeklaagd
van eenvoudigen diefstal, daarvan vrijgesproken, de kosten te dra
gen door den staat.
13. B. O., 19 jaar, schippersknecht, wonende tc Nieuwe Pekela,
schuldig verklaard aan bet niet verschijnen als getuige Ier terecht
zitting. Veroordeeld tot eene geldboete van tien gulden, subsi
diair gevangenisstraf van drie dagen, en in de kosten dezer uit
spraak, die kosten desnoods invorderbaar bij lijfsdwang.
14. J. 0., 21 jaar, schippersknecht, wonende te Nieuwe Pe
kela, schuldig verklaard aan hel niet verschijnen als getuige ter
terechtzitting. Veroordeeld tot eene geldboete van tien gulden,
subsidiair gevangenisstraf van drie dagen, en in de kosten dezer
uitspraak, en die kosten desnoods invorderbaar bij lijfsdwang.
15. F. d. II., koopman, wonende le Wijnkel (Oost-Waan-
deren, België), defaillant, schuldig verklaard aan hoon. Veroor
deeld bij verstek tot eene geldboete van acht gulden, subsidiair
gevangenisstraf van drie dagen en in de kosten van het rechts
geding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang.
beweerd dat graaf Rampon, namens zestig le
den van het linker-centrum, den president der
republiek hunne diensten beeft aangeboden voor
het geval dat hij definitief de republiek zou
willen vestigen de heer Rampon zelf verklaart,
in een brief aan de Decentralisation, dat het
gerucht eea verzinsel is. 2°. Men wilde
doen gelooven dat de graaf Van C/iambord
te Versailles is of weldra komen zaldeze pre
tendent bevindt zich niet op Franseh grondge
bied en zal, gelijk ten stelligste verzekerd wordt,
daar niet verschijnen, thans nu de behandeling
der constitutionele wetsontwerpen ophanden
is. Inderdaad, zijn verblijf te Versailles, op
het oogenblik toen de meerderheid der natio
nale vergadering het bewijs gaf van een koning
schap Bourbon niets te willen weten, moet
hem niet aau moedigen een tweede proef te wagen.
Ingezonden.
In den Francais (het bekende officieuse regee-
rings-orgaan) wordt thans medegedeeld, dat
eerst nu bij den Minister van Frankrijk van
den Consul te Lydney het bericht ontvangen
is van de ontvluchting van Roehefort en andere
gedeporteerden in Nieuw-Caledonië. Een streng
onderzoek zal worden ingesteld naar deze zaak
en mocht het blijken dat de ontkomenen me
deplichtigen hebben gehad, dan zullen deze
terstond worden terecht gesteld. Dezelfde me-
dedeeling heeft de hertog De Eroglie eergis
teren aan de permanente commissie gedaan.
Zou het waar zijn dat, zooals de Patrie zegt,
de fransche consuls buiten Europa huiverig
zijn om telegrammen aan de regeering te zenden,
daar zjj maanden lang teruggave van hunne
voorschotten moeten wachten, en dus de consul
te Sydney om deze reden de ontvluchting niet
heeft gemeld?
Een telegram uit Melbourne van 10 April
meldt, dat Roehefort en de andere veroordeelden,
wien het gelukt is uit Nieuw-Caledonië te ont
snappen, den volgenden dag met de Californische
paketboot zouden vertrekken, om zich naar
Europa te begeven.
Met betrekking tot Paschal Grousset, een der
met Roche/ort ontvluchte gedeporteerden, is de
volgende bijzonderheid te melden. De heer
De Fourtou, minister van het openbaar onder
wijs, heeft zich bereid verklaard aan de Ver-
eeniging van letterkundigen" een subsidie van
12,000 fr. te geven, doch verlangde vooraf in
zage van de lijsten dergenen welke uit de kas der
Yereenigiug ondersteund worden. Hieraan werd
voldaan en nu eischte de minister dat de na
men van Felix Pyat, Paschal Grousset en Razoua
geschrapt zouden worden. Het bestuur van
het genootschap antwoordde, dat als algemeene
regel de veroordeelingen wegens politieke han
delingen niet ten gevolge hebben verlies van het
recht van onderstand uit de maatschappelijke
fondsen, en toen trok de minister zijn voorwaar
delijk genomen besluit in.
Twee geruchten, dezer dagen te Parijs ver
spreid en die nog al veel stof tot denken,
schrijven en spreken gaven, zijn, zoo als nu
blijkt, ten eenenmale ongegrond. 1°, Er was
Mijnheer de Redacteur!
In het hoofdartikel uwer courant van Zaterdag
11. wordt mededeeling gedaan van eene treurige
weezengeschiedenis die weer een afdoend bewijs
levert der hooge waarde, door mij onderscheidene
malen toegekend aan een toevluchtsoord voor onze
plattelandskinderen, wanneer zij als verlatene wee
zen worden achtergelaten.
In ditzelfde artikel wordt ook mijn naam ge
noemd en daarbij onverholen het denkbeeld uit
gesproken, als zou ik de taak, eenmaal vrijwillig
op mij genomenals strijder voor de gedrukte
menscheidmoedeloos hebben laten varen. Zou het
u sterk verwonderen, heer Redacteur I als ik openlijk
de bekentenis afleg, dat er in die uitdrukking groote
waarheid ligt opgesloten Gij weet, dat door mij
op hetzelfde aambeeld onophoudelijk is gehamerd,
zonder het beoogde doel te bereiken.
Gij weet, dat zich eene commissie heeft gevormd,
in het belang der plattelands weezen-verzorging
waarvan men mij den weidschen titel van advi
seur! heeft gelieven op te dragen, maar ook weet
gij, dat die omhaal van commissie en adviseur
tot geen ander resultaat geleid heeft, dan tot eenige
vertooning, en dat het schoone ontwerp, waarvan
men recht had de verwezenlijking te hopen, tot
heden nog bij het ontwerp is gebleven.
De adviseur heeft niets te adviseeren, omdat hem
geen advies gevraagd wordt, en de commissie van
hare zijde schijnt haar mandaat te begrijpen om
de zaak aan haar lot over te laten.
Is een en ander geene reden genoeg voor mij om
het hoofd moedeloos te laten hangen
Zeven jaren zijn er reeds henen gesneld, sedert
door mij de noodklok is gebengeld, en op de schan
delijke verwaarloozing is gewezen waaraan een
deel der menscheid, onze arme plattelandsweezen,
is onderworpenen die nog minder dan een dier
worden behandeld.
En ofschoon de bijvalsbetuigingen mij in legio
werden kenbaar gemaakt, is de toestand nog de
zelfde en wel met weinig of geene hoop op ver
betering. De philantropie wil overal verbetering
tot stand brengen, maar geene arme plattelands
weezen uit jammer en ellende opbeuren. Burger
lijke armbesturen willen wel hunne ongelukkige
bannelingen aan den minstbiedende uitbesteden
maar geen toevluchtsoord der liefde helpen stichten.
Yoor feesten en gewaande kwalen in de maat
schappij vloeit het geld als water en daar waar
de positieve hulp gevraagd wordtdaar is men
afkeerig om te helpen. Als de vreemdeling om
ondersteuning op geestelijk en stoffelijk gebied
vraagt, dan wordt niet geaarzeld de helpende hand
toe te steken; en voor de ellende die rondom ons
als een spook rondwaart, wordt oog en hart dicht
gesloten. O, het was zoo gemakkelijk, het harde
lot van een arm ouderloos kind te verzachten, het
was zoo gemakkelijk de hemeltergende behandeling
onzen weezen aangedaan, te verbeteren, als men voor
die zaak der liefde maar gevoel had. En zeg mij
nu openhartig, geachte redacteurkon ik onder
zulke omstandigheden het hoofd moedig ophouden,
en zou niet ieder het in den schoot laten zinken?
Ieder beaamtdat verbetering hoogst noodig is
maar niemand wil bulpe verleenen I Geloof mij,
als mij de draad in handen kon gegeven worden,
die tot het schoone edele doel leidt, om dien hoogst
belangrijken tak van armen verzorging, om aan mijn
lievelingsdenkbeeld, onze weezen uit bunnen ver
laten toestand op te heffen, uitvoering te geven,
dat ik gaarne mijne krachten en mijne vrijen tijd zou
opofferen, om ze voor hen dienstbaar te maken.
Onder de tegenwoordige omstandigheden kon
men niets meer van mij hopen of verwachten.
Der menschenliefde blijft een breed veld ter be
arbeiding geopend, de vrucht daarvan moge de
maatschappij inoogsten.
geneesheer.