vaa lood, Andere zijn gevuld met glasscher
ven. Het looden omhulsel is dan zeer dun,
zoodat, wanneer de kogel in het vleeseh dringt
en daarna op een der gewrichten of beenderen
stuit, het omhulsel scheurt en de padie of de
glasscherven in de wond blyven steken. Daar
door ontstaan verzweringen, die de wond een
kwaadaardig karakter geven, vooral wanneer
de kogel diep is ingedrongen."
y Rijst, die nog in de aren is.
BENOEMINGEN en BESLUITEN,
De Minister van Oorlog heeft benoemdtot kapt.
Ie kl., (bij de inf.) den kapt. 2e kl. W. J. Von Leschen,
(bij de artillerie) de kapts. 2e kl. K.M. Verschoor en
M. J. Soutendam. Tot. kapitein 2e kl.-. de kapts. 3e
ki. 1'. M. Van der Meer Mohr en C. L. Van Pesch.
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
Bedankt voor Krabbendijke, door ds. K. W. Hulstijn te
Vreeswijk.
Te Kattend ij ke is den 11 Maart tot predikant be
roepen de heer A. Gelderman, candidaat tot de H. dienst.
Het Nederlandsch Zendelinggenootschap heeft van
een onbekende de aanzienlijke gift van vijjduizend
gulden ontvangen.
Naar aanleiding van het afstemmen van het amen
dement des heeren Moens, bij de behandeling onzer
begrootingswetten, om den post voor kweekscholen van
20 duizend tot 50 duizend gld. te verhoogen, zegt een
Engelsch tijdschrift: ,Nederland schijnt van plan te
zijn, zijne geschiedenis nog eens te doorleven van
het toppunt van roem tot de diepste diepten van nul
liteit te vervallen." Overigens worden ook daar
de pogingen van den heer Moens naar waarde geschat.
De Minister van Binnenlandsche Zaken brengt
ter kennis, dat de examens ter verkrijging van akten
van bekwaamheid voor het middelbaar onderwijs voor
het jaar 1874 afgenomen zullen worden in den loop
der 'maanden Mei en Juni aanst. Zij, die zoodanig exa
men wenschen af te leggen, worden verzocht zich vóór
15 April 1874 schriftelijk aan te melden aan het Dep.
van ftinnenl. Zaken, en daarbij nauwkeurig op te ge
ven tot welk examen zij toegelaten verlangen te worden.
Kunstnieaws.
Wij hoorden nog niet dikwijls van een concert, dat
algemeen zoo goed heeft voldaan als dat van Woensdag
avond den 11 dezer.
Het repertoire was niet groot, maar met smaak ge
kozen en als wij de verschillende stukken nagaan, moe
ten wij zeggen, dat de Directeur der Zangvereeniging
wel moet overtuigd zijn geweest van den goeden wil
der leden. Zijn verwachting is dan ook niet beschaamd.
Het eerste stuk Verleih uns Friedenvan Men
delssohn was, naar wij vernamen, een verrassing. Dit
nummer was gekozen ter aauvulling van een open
plaats, die de ongesteldheid eener verdienstelijke mu-
siciènne uit onze gemeente, in het repertoire veroor
zaakte. We kunnen niet ontkennen: we hadden liever
gewenscht, dat die verandering niet had behoeven plaats
te grijpen, het concert zou er niet minder op zijn
geworden. Gelukkig Verleih uns Frieden" voldeed al
gemeen en in zoover hadden wij vrede met die ver
andering.
De fluit is een instrument, dat op concerten niet
dikwijls wordt bespeeld. Een bepaalde reden is hier
voor, gelooven wij, niet op te geven. Misschien ligt
de reden in het ondankbare van het instrument. De
heer Grefe gaf door de gemakkelijkheid vau zijn spel
bewijzen, in zijn element te zijn. Er waren schoone
gedeelten in de Fantaisie. Toch gelooven wij, dot, is
voor een instrument eenvoudige muziek aantebevelen,
het voor de fluit is.
Het Séhicksalsliedvoldeed het minst. Misschien door
het moeielijke der muziek. De leden der vereeniging
?aven evenwel blijken de lastigste passages goed meester
e zijn.
En zoo komen wij aan het schoonste en beste ge
deelte van den avond, de compositie van Beethoven:
,Griekenlands worstelsti-ijd en verlossing.'
Het declamatorium werd ingeleid door eene ouverture
èi quatre mains. Het spel ging flink van de hand en
was een uitstekend begin, dat in goede harmonie was
met het vervolg. Ook de solo's en vooral het duet
werden keurig, ja meesterlijk uitgevoerd.
De voordrager van de „verbindende declamatie' toonde
zich een geoefend declamator. Is het kunst, om bij
het voordragen van goede poëzie de „garder sa tête et
de rendre son coeur', zeer moeielijk is dit, wanneer het
reciet wordt afgewisseld door wegslepende muziek als
de Turkenmarsch. Het applaudissement, dat na een
der beste gedeelten volgde, gaf getuigenis dat men de
verdienste der voordracht op prijs stelde.
Ook het koor had zeer gelukkige oogenblikken en
deed zien, dat, al zijn de krachten numeriek niet zoo
froot, goe.de wil en goede leiding heel wat zwarigheden
unnen overwinnen.
De heer Louwerse uit Middelburg, die muziek en
zang accompagneerde, had een zware taak op zich
genomen, waarvan hij zich goed heeft gekweten.
We eindigen met een woord van dank en hulde aan
den Directeur der Zangvereeniging, den heer Bromberger.
Voor zijn liefde tot de kunst en zijn toewijding aan
de Zangvereeniging zij hem nog dikwijls eene réussite
toegewenscht, als met dit concert is verkregen.
En nu, was er een talrijk publiek om genot te hebben
van het vele goede, dat deze avond ons gaf? Hoe
gaarne zouden we deze vraag met hartelijke overtuiging
bevestigend beantwoorden. Maar helaas, arme kunst
OPENBARE VERGADERING
van den
BAAD der «EMEESTE (JOBS,
op Donderdag den 12 Maart 1874,
des avonds te 74 uren,
d« heet rot, M. Blaaubeeu,
Tegenwoordig 9 leden en de secretaris. Afwezig
alien met kennisgeving de heeren G. H. Kakebeeke,
dr. C. A van RenterghemC. L de Meulemeester
en B. Quist.
I. De notulen der vergadering van den 26 Fe
bruari jl. worden gelezen en goedgekeurd.
II. De Voorzitter doet de volgende mededeelingen,
die allen, zooveel noodig met goedkeuring, voor no
tificatie worden aangenomen.
a. dat de verkoop der onbruikbare goederen uit
de magazijnen der gemeente op 4 Maart jl. heeft op
gebracht de som van 77,52
b. dat eenig snoeiling van de hand is gedaan aan
verschillende koopers tot een bedrag van 12,75;
c. dat de ontwerp gewijzigde verordening op het
bouwen enz., bereids aan de leden der commissie voor
het ontwerpen der strafverordeningen is toegezonden,
en dat als zy door deze is goedgekeurd ze zal ge
steld worden in handen der gezondheidscommissie,
om bericht en advies.
III. Als ingekomen stukken worden ter tafel ge
bracht
a. het jaarverslag der plaatselijke schoolcommissie
en dat der gemeente-geneeskundigeuwelke beide
stukken bij het jaarverslag der gemeente zullen op
genomen worden
b. eene aanvrage van het bestuur van het Gast
huis, betrekkelijk de vereffening van de administratie
over 1873, dat gerenvoieerd wordt aan burg. en wetli.;
c. een voorstel van het raadslid jhr. M. J. de
Marees van Swinderen tot oprichting eener school
van middelbaar onderwijs voor meisjes, dat mede aan
burg. en weth. wordt gerenvoieerd.
IV. Nog behoort onder de ingekomen stukken
een schrijven van de heeren J. Q, C. Peman Kake
beeke Az E. van den Bosch en J. M. Kakebeeke
namens de besturen der afdeelingen Kruiningen en
Heinkenszand van de maatschappij van landbouw,
verzoekende, dat den laatsten Dinsdag van April te
Goes eene markt zal gehouden worden voor paarden
en dat bij vernieuwing door de gemeente premiën
zullen worden uitgeloofd voor den aanvoer en ver
koop van paarden, zulks gedurende minstens de drie
eerstvolgende jaren.
De Voor litter zegtdat aan burg. en weth. is
medegedeelddat er wel wat haast was bij de be
slissing dezer zaak, waarom zij het verzoek nu reeds
ter tafel brengen en voorstellen dit in te willigen, door
ln. de verordening regelende het houden van vee
markten te wijzigenzoodanig dat sub d van art.
1 gelezen wordede laatste Dinsdag in April voor
Paarden en in art. 4-, 25 cent voor ieder ter markt
gebracht stuk hoornvee.
2o. gedurende drie achtereenvolgende jaren op de
begrooting uit te trekken eene som van honderd
gulden en die als maximum ter beschikking te stellen
van de genoemde uitvoerende commissie uit de af
delingsbesturen der maatschappij van landbouw.
Indien de raad dit voorstel in beginsel aanneemt,
dan zal het, voor het comptabel gedeelte naar de fin.
commissie gezonden worden om bericht en advies.
De heer mr. De Witt Hamer vraagt, of de com
missie voor de veemarkten op het verzoek gehoord is?
De Voorwitter antwoordt, dat die commissie sedert
1871 feitelijk niet meer bestaat. Bij de begrooting
der gemeente voor 1871 werd voorgesteld, dat, aan
gezien de proef der veemarkten scheen mislukt te
zijn, geene premiën meer te verleenen voor ter markt
gebracht vee. De raad heeft dit goedgekeurd en daar
door is de commissie feitelijk ontbonden.
Het voorstel van burg. en weth. wordt zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
V. Voorts deelt de Voorzitter mede, dat jl. Maandag
de conservator van 's rijks mu9euin alhier is geweest
en een onderzoek heeft ingesteld naar de schilderingen
in de raadzaal, en dat van dien heer thans is ingekomen
1°. een rapport, in hoofdzaak bevattende, dat de
schilderstukken hem voorkomen niet te zijn vau J.
de Wit, en dat zij alzoo niet de hooge waarde hebben,
welke aan de stukken van dien schilder worden toe
gekend. De conservator schat echter de waaide, in
den toestand, waarin zij nu zijn, te zamen op drie
a vier honderd gulden. De toestand vordert nood
zakelijk herstel, dewijl de verf zeer is gekraakt, en
van het doek loslaat en afbrokkelt. Om ze verder
voor de toekomst te bewaren, is noodig ze op nieuw
doek en nieuw raam te brengen, scheuren en gaten
te herstellen en bij te schilderen. Voor die bewer
king zouden zij 2 a 3 maanden te Amsterdam moeten
zijn. De onkosten worden berekend, met inbegrip van
die voor transport heen en weer, op 340.
2°. eene declaratie voor reis- en verblijfkosten ad f 25.
De Voorzitter stelt voor, het rapport te verzenden
aan burg. en weth. en voorts hen te machtigen tot
voldoening der declaratie uit den post voor onvoor
ziene uitgaven dienst 1874.
Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
VI. Aan de orde is het voorstel van burg. en weth.
tot verlichting van het middenstuk van het raadhuis
aan den avond van den 12 Mei a. swaarvan de
kosten geraamd worden op 235.
De fin commissie, in wier banden dit rapport is
gesteld, adviseert tot niet-aanneming. Zij is mt t het
dagelijksch bestuur vau oordeel, dat de 12 Mei een
nationale feestdag is, maar zij meent dat de inge
zetenen uit eigen beweging feest moeten vieren. Geeft
ieder ingezeten naar zijn vermogen om op 12 Mei
een algemeen feest tot stand te brengen, dan mag
de raad, volgens haar gevoelen, deze giften niet, door
het verleenen eener som uit de gemeentekas, verhoo
gen, dewijl de belastingschuldigen het bedrag der uit
gaven later zullen hebben optebrengeu. Verleenen
de ingezetenen hunne medewerking niet, of zijn hunne
bijdragen te gering voor een algemeen feest, dan ont
zegt de commissie den raad het recht, om met het
geld der gemeente een feest, waarvoor bij de inge
zetenen geene sympathie blijkt te bestaan, op te luis
teren. Eindelijk meent de commissie, dat de toestand
der gemeentelijke geldmiddelen verbiedt, om de uit
gaven te doen, vooral dewijl zoovele nuttige, ja nood
zakelijke uitgaven op uitvoering wachten.
Na de lezing van dit rapport zegt de Voorzitter,
dat het niet in de bedoeling van burg en weth. ligt,
om Je gronden van het rapport te bespreken, veel
minder om die te bestrijden. Meermalen zijn der
gelijke argumenten te berde gebracht. Burg. en weth.
hebben zich op een geheel ander standpunt geplaatst
dan de financiëele commissie, en wel, niet op dat der
utiliteit voor de gemeente, maar dat van medewerking
met de burgerij, en in de vaste overtuigi ng, dat de
burgerij nimmer den raad daarover hard zal vallen.
Het is daarom dat bnrg en weth. hun voorstel hand
haven, waarbij zij opmerken, dat, als de ingezetenen
op den 12 Mei hunne woningen verlichten, niemand van
hen, dit bet raadhuis kan doen en dat dit dus niet anders
kan verlicht worden dan uit de gemeente-kas.
De heer mr. Del Baere zegt, dat de toestand van ons
land tegenwoordig is, dat wij beheerscht woiden door
partijen en partijschappen. Doch hoe verdeeld de natie
moge zijn, alle partijen ziju het eens in gehechtheid aan
het huis van Oranje, in liefde tot het Koninklijk ge
slacht. Men heeft het meermalen kunnen lezen, hoe
sommige partijen, wanneer hair werd toegevoegd, dat
zij geen liefde voor Oranje hadden, die beschuldiging
verre van zich wierpen. En als nu de geheele natie een
feest viert, een feest van Oranje, dan zou de regeering
der gemeente eene zwarte stip laten Die zwarte stip
zou worden aangeduid door de donkere plek van het
raadhuis, te midden der algemeeue verlichting. Wel
verre dat het volk ons de uitgaven voor de verlichting
euvel zou duiden, zou bet den leden van deu raad kwalijk
uernen, als zij aan de algemeeue vreugde geen deel
namen, het is waar, dat de regeering te zorgen heeft
voor de belangen van het volk, maar die meent, dat de
regeering geen deel mag nemen in de vreugde van het
volk, heeft liet mis. Spr. zou het betreuren, als het
raadhuis op 12 Mei donker bleef. Men zegt wel het is
het geld der gemeente, dat daaraan besteed wórdt, maar
dit zegt niets, want de raad kan vrijelijk over dat geld
beschikken; dit zegt niets bij de openbaring der feest
vreugde, waartoe het dienen zal.
De heer mr. De Witt Hamer betuigt liet eens te zijn op
bijna alle punten met den vorigen spreker, en als het
noodig was, dat Goes een blijk moest geven, hoe zeer
het de zegeningen onder de regeering van Willem lil
genoten, waardeert, dan zou spreker dit zeer toejuichen.
Hij gelooft echter dat dit van de Goesseuaars moet
uitgaan. Zij zijn daartoe in de gelegenheid geweest en
als ze allen gehandeld hadden zooals de Voorzitter van
den raad, dan zou het blijk gegeven zijn. Maar het
schoone voorbeeld van den Voorzitter is slecbts in de
verste verte gevolgd. Er bestaat dus niet die sympa
thie voor dat algemeen en openbaar vreugdebetoon.
Spr. zou de uitgaven voor de verlichting van het
raadhuis nog billijken, als Z. M. zelf hier kwam,
maar waarvoor zal de raad de uitgaven van ƒ235 doen?
Voor eigen genoegen; want geheel Nederland zal op
12 Mei feestvieren, en er zullen dus geen of weinig
vreemdelingen op dien dag Goes bezoeken. De heer
Del Baere noemde, het niet verlichte raadhuis eene
zwarte stip; maar wanneer er meerdere Goesenaren zijn,
die in vereeniging met elkander het raadhuis willen
verlichten, dan zal de raad dit gewis toestaan en de
zwarte stip zal niet aanwezig zijn. Spr. vindt echter
voor zich geene vrijheid, om daartoe gelden uit de
gemeentekas te bestemmen en blijft bij zijn gevoelen
in het advies der fin. comm. nedergelegd.
De heer jhr. De Marees Van Swinderen verklaart
met genoegen den heer Del Baere gehoord te hebben,
maar toch bij zijn gevoelen te blijven dat geen
gelden voor de verlichting van het raadhuis mogen
bestemd worden. Waarde gemeenteraad nog constateer
de, dat de gemeente te zwaar gedrukt wordt door de
kosten van haar lager onderwijs; waar de heer Del Baere
zelf het voorstel deed, om eene subsidie aan te vragen,
daar acht Spr. het tegenstrijdig, om gelden voor het
feest uittegeven. Laat de raad liever het geld besteden
voor nuttige doeleinden, voor goed onderwijs, dan zal
hij een blijvende verlichting in het leven roepen, maar
niet voor de illuminatie van één avond.
De heer mr. Del Baere heriunert, dat de heer Hamer
een middel aan de hand geeft, om de zwarte stip te doen
verdwijnen, die het niet verlichte raadhuis in de alge
meeue verlichting van 12 Mei zou daarstellen, te weten;
dat eenige bewoners de handen zouden ineenslaan en
ten hunnen koste het raandhuis illumineeren. Dit
aclit Spr. een verkeerd begrip. Alle Goesenaren moe
ten medtdoen en hun aandeel drageu in de verlichting
van het raadhuis, dat hm huis is. Als alle Goesenaren