1874. N°. 31. Donderdag 12 Blaart. 613te jaargang.
B1NNENLANDSCHE BERICHTEN.
GOESSCHE «9b: COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avonduitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels 1,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20 c.
OPENBARE VERGADERING
van den
RAAD der O K KI JE K A T E fiOKS,
op Donderdag den 12 Maart 1874,
des avonds te 7l uren.
Goes, den 10 Maart 1874.
De Secretaris,
HARTMAN.
punten van betjandeling:
I. Mededeelingen, ingekomen stukken
II. Voorstel van burg. en weth. tot verlichting van
het Raadhuis op 12 Mei aanstaande, met rap
port der finaneieele commissie.
.III. Voorstel van idem, omtrent de voldoening der
huur van het ziekenlokaal over 1873 met idem.
IV. Aanvrage van kerkvoogden der hervormde ge
meente ora restitutie van herstellingskosten
met idem.
V. Verzoek van C. Mulder, wed. N. Duivewaardt,
om grond in erfpacht, met idem.
VI. Ontwerp verordening voor de commissie, be
doeld in art. 168 der Gemeentewet.
VII. Verzoek van P. De Jonge Pz om grond in
erfpacht, met voorstel van burg. en weth.
VIII. Aanvrage van P. Buitendijk, om verwisseling
van gebruik in erfpacht ten opzichte van
grond in het zoogenaamde Ganzenest.
IX. Verzoek van W. A. Van Oosten, om remissie
van aanslag in de belasting op de honden
over 1873, met rapport van den commissaris
van politie
X. Verzoek van O. L. C. Van den Brandt, om
eervol ontslag als hulponderwijzer.
GOES, 11 Maart 1874.
Te laat om in ons vorig no. optenemen,
ontvingen wij eergisteren de volgende tele
grammen
Een bg het departement van Koloniën ont
vangen telegram van Van Swieten, gedagteekend
5 dezer, hield de mededeeling in, dat er weinig
politiek nieuws was; dat de Imans van Lepong
en Loöng aan de westkust de soavereiniteit
van Nederland hadden erkend; dat het werk
aan den Kraton goed vorderde en dat het eene
solide en gezonde vestiging worden zal.
Een Reuter-telegram bericht het volgende
Penang, 9 Maart. Berichten uit Atchineesclie
bron verzekeren, dat de Atchineezen verschei
den forten in het binnenland geducht versterkt
hebben met kanonnen en materieel, die zy uit
den Kraton hebben meegevoerd. Men zegt, dat
de Atchineezen voornemens zijn om den strijd
voort te zetten, totdat de cholera' en andere
ziekten de krachten der Nederlanders zullen
hebben uitgeput. De Atchineezen zouden er
volstrekt niet aan denken zich over te geven.
Zg blijven nadrukkelyk volhouden, dat het trac-
taat van 1857 een zuiver verzinsel is, willen
een onderzoek uitlokken en houden het er voor,
dat Engeland in dezen te kwader trouw is.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
brengt ter kennis, dat in de week van 1 tot
7 Maart jl. aan aziatische cholera zijn over
leden te Utrecht drie personen.
Door den Minister van Oorlog is een wij-
ziging gebracht in de aanschrijving van 27 Ja
nuari 1862, betrekkelijk de afgifte van extrac
ten-stamboek en duplicaten-certificaat van goed
gedrag, en wel in dien zin, dat de bedoelde
beseheiden, met uitzondering van het bepaalde
in de dispositie van 30 Augustus 1824, voortaan
slechts mogen worden afgegeven op aanvrage
der burgemeesters van de gemeenten. Het uit
reiken van duplicaat-certificaten van goed ge
drag 'mag echter in geen geval zonder bepaalde
toestemming van den Minister geschieden.
TWEEDE KAMER.
In de zitting van gisteren is met 38
tegen 30 stemmen verworpen het voorstel van
den heer De Roo tot opheffing van Ter Neuzen,
Ellewoutsdyk. Artikel 1 is aangenomen met
65 tegen 3 stemmen. Goedgekeurd artikel 2. De
beraadslaging is begonnen over de amendemen
ten van de heeren De Roo en Stieltjes tot het
stellen van den termijn van uitvoering op acht
jaaren dat van den heer Van Zuylentot
jaarlijksche besteding van 4 niillioen tot na
de voltooiing der hoofdstellingen.
Per telegraaf! Het geheele eerste
gedeelte der zitting was gewijd aan de dis
cussie over art. 3 en de beide amendementen:
of om een tijd te bepalen tot voltooiing der
werken öf tot 't uittrekken van minsten 4
millioeu 'ajaars. De gevoelens waren zeer ver
deeld en de Minister van Oorlog bestreed beide
amendementen. Ook zonder dergelijke wette
lijke bepaling zal elke Regeering de wet uit
voeren en ook de vertegenwoordiging de gelden
toestaan.
De Minister gelooft zelfs, dat al de wer
ken binnen korter tijd dan acht jaren zullen
uitgevoerd worden. Daarna heeft de heer Mes-
scliert de beide amendementen gecombineerd in
ééne redactie. De heer Van ïuijlen verklaarde,
dat als het amendement Stieltjes en De Roo
mocht aangenomen worden, hij van het zijne
afziet. De slotsom was, dat het amendement
Messchert verworpen werd met 48 tegen 18
st.dat van Stieltjes en De Roo aangenomen
met 38 tegen 28 st. Daardoor verviel het amen
dement Van Zuylen.
Aan het einde der zitting is art. 4, behelzende
de vestingwerken, die worden opgeheven en ge
slecht, aangenomen en ten slotte de ge
heele vestingwet aangenomen met 60
tegen 6 stemmen.
Bij een resolutie over het plakzegel op
wissels door den Min. van financiën genomen,
wordt te kennen gegeven, «dat wanneer een
buitenlandsche wissel aan den achterkant voor
zien is van een plakzegel, waar overheen ge
schreven zijn de*woorden: gezegeld ter incas-
seering, en eene die woorden bekrachtigende
handteekening, en onder welk in diervoege
opgeplakt plakzegel een binnenlandsch endos
sement is geplaatst, noodwendig moet worden
aangenomen, dat het plakzegel niet op den
bij de wet bepaalden tijd is opgeplakt gewor
den, daar bet overdragen van den wissel by
het endossement uit den aard der zaak aan
de aanbieding ter incasseering moet zijn vooraf
gegaan, dat dienaangaapde in een zoodanig
geval de wet op het zegel is overtreden en
alzoo nevens het wegens den wissel verschul
digde, de in art 21 No. 2 der zegelwet be
dreigde boete moet worden gevorderd".
Aan de uitnoodiging door de commissie
voor de feestviering op 12 Mei tot de in deze
gemeente bestaande vereenigingen gericht, om
Dinsdagavond eene bijeenkomst in het koffie
huis «de 'Prins van Oranje" te houden, ten
einde de op 12 Mei te houden optocht te
bespreken, was door verschillende corporatiën
gevolg gegeven.
Uit de gevoerde besprekingen bleek, dat de
burgerij in hooge mate sympathie voor het
feest heeft, waarop dan ook door de*i eere
voorzitter der fe< st-commissie Mr. M. P. Blaau-
been, die op zyne gewone welsprekende wijze
de beteekenis van het feest schetste, als een
verblijdend verschynsel werd gewezen.
Een drietalvereenigingen, als de vereeniging
»Nut en Genoegen", deVereeniging voor Volks
vermaken" en de vereeniging >Leve de Vrijheid"
hebben uit hare kassen bijdragen voor den op
tocht toegezegd, terwijl niet minder dan 16
corporatiën den wenscb te kennen hebben gege
ven, aan den optocht deel te nemen. Mogen deze
voorbeelden door nog meerdere gevolgd worden.
Vrijdag namiddag passeerde te Vlissingen
het Engelsch koninklyk stoomschip Victoria
Sf A Ibert.
Aan boord bevonden zich de hertog van
Edinburg en gemalin, laatst komende van Ant
werpen en zich naar Londen begevende.
Volgens de St. Ct. telde de Nederlandsche
koopvaardijvloot op 31 Dec. 1872 1856 sche
pen, grootte in lasten 261,184; en op 31 Dec.
1873 1805 schepen, grootte in lasten 262,110.
Men deelt aan het D. mede
Heden (10 Maart) begeeft zich de directeur
van een der Russische spoorwegen die den
hertog en de hertogin van Edinburg met een
Russischen Keizerlyken trein van Petersburg
naar Brussel heeft gebracht, per extra-trein naar
Vlissingen, om den volgenden dag per extra-
trein van Vlissingen naar Keulen te vertrekken,
via BredaVenlo. Hg is belast om de haven
werken te Vlissingen, alsmede den spoorweg
Vlissingen—Venlo te bezichtigen.
Een en ander wordt in verband gebracht
met de voorgenomen reis van Z. M. den Keizer
aller Russen naar Engeland, welke verinoedelyk
in de eerste dagen van Mei zal plaats hebben.
Volgens den Haagschen correspondent van
de Rott. Ct. zou aan het Departement van Fi
nanciën order zijn gegeven, om tot één geheel
te verzamelen alle stukken tot de geschiedenis
van het muntwezen hier te lande behoorende,
hg meent van 1834 af tot op heden. Met
welk doel zulks geschiedt, wist de correspon
dent nog niet. Dagbl.
Met het oog op de groote belangstelling,
die tegenwoordig de coöperatieve vereenigingen
algemeen wekken, deelen wy mede, dat dezer
dagen door den Minister van Justitie, naar aan
leiding van een verzoek tot erkenning als rechts
persoon der coöperatieve crediet-vereeniging te
Amerongen, eene belangrijke beslissing is ge
nomen. De Minister verklaart namelyk, dat de
statuten dier vereeniging op dezelfde beginse
len steunen als de statuten van de coöperatieve
voorschot-vereeffiging en spaarbank te Goes,
indertijd op voordracht van zgn ambtsvoorgan
ger goedgekeurd, maar dat er niettemin bg
hem ge wichtige bedenkingen zgn gerezen tegen
sommige bepalingen, waarvan de inhoud naar
zijn oordeel niet is overeen te brengen met
den aard eener als rechtspersoon te erkennen
vereeniging.
Tot die bepalingen behooren:
1°. De hoofdelijke aansprakelykheid der leden;
2°. Het uitkeeren aan een uittredend lid van
een evenredig deel der zuivere bezitting van
de vereeniging;
j 3°. De jaarlgksche verdeeling onder de leden
van baten
4°. De uitsluiting van het crediet-verleenen
aan anderen dan de leden der vereeniging.
Volgens den Minister geeft de sub. 3 ge
noemde bepaling aan de vereeniging het karakter
van een maatschappy, waarbg het behalen van
winst op den voorgrond staat, en maakt de
bepaling, sub. 4 aangehaald, de vereeniging in
baar wezen gelijk aan die wederkeerige maat-
schappyen, op welke de voorschriften dér wet
van 22 April 1855, ook blgkens de wijziging
daarin gebracht bg de wet van 14 September
1866, niet toepasselyk kunnen worden geacht.