1874. N°. 30. Dinsdag 10 Maart. 61,te jaargang. BEKENDMAKINGEN van liet Gemeente-Bestuur. INLIJVING VAN MILICIENS. ONTHEFFING VAN DIENST. ZEE-MILITIE. VAN DE ZON- EN FEESTDAGEN. Belastbare Opbrengst dei' Gebouwde Eigendommen. Vertrek dep brievenmail naar Oost-fadie. B l N N EN LAND SCH E BERICHTEN. i,rrm- -T -gif - - GOESSGHE COURAKT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met' bijblad 10 c. Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst, k Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels h1,- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 e. De BURGEMEESTER der GEMEENTE GOES brengt ter kennis van de Lotelingen voor de Nationale Militie, dat, indien zij mochten verlangen bij voorkeur bij een of ander korps van het leger te worden ingelijfd, zij zich daartoe ter secretarie der gemeente kunnen aan melden vóór den 31 dezer maand. De Burgemeester brengt echter tevens onder het oog. dat, hoewel op het te kennen gegeven verlangen zal worden gelet, nogtans alleen aan de vrijwilligers en de miliciens die zich voor den dienst ter zee hebben aangeboden, reeds nu eenig min of meer bepaald uit zicht op de inwilliging daarvan kan worden gegeven. Goes, den 7 Maart 1874. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES herinneren bij deze, dat aan de geestelijken en be dienaren van den godsdienst bij de erkende kerkge nootschappen en aan de studenten in de godgeleerd heid, die daartoe aan erkende inrichtingen van onderwijs worden opgeleid, op hunne aanvrage, telkens voor éen jaar ontheffing van den werkelijkeu dienst bij de nat. militie wordt verleend, en dat ae voormelde aanvrage om ontheffing van den werkelijken dienst door hem, die als dienstplichtige is aangewezen en, ten gevolge van zijn getrokken nommer, bij de militie moet worden ingelijfd, of die daarbij reeds ingelijfd is, jaarlijks tussclien den 20 Maart en den 1 April met het be wijsstuk, moet worden ingediend bij den burgemeester der gemeente, binnen welke hij voor de militie is inge schreven. Goes, den 7 Maart 1874. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris,'* HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES noodigen de lotelingen Voor de Nationale Militie dezer gemeente voor de lichting 1874, die dienstplichtige num mers getrokken hebben en welke mochten verlangen bij de ZEE-MILITIE te dienen, uit, zich daartoe vóór den eersten April eerstkomende ter gemeente-secretarie aantegeven, alwaar door hen de verlangde inlichtin gen kunnen verkregen worden. Goes, den 7 Maart 1874. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. VIERING BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES herinneren bij deze aan de bepalingen der wet van den 1 Maart 1815 (Staatsblad no. 21), hoofdzakelijk inhoudende ,dat op Zon- en Feestdagen geene beroeps-bezigheden .mogen verricht worden, welke den godsdienst zouden „kunnen storen, en geen openbare arbeid zal mogen .plaats hebben, dan ingeval van noodzakelijkheid, met „schriftelijke toestemming der gemeente-besturen; „dat, met uitzondering van geringe eetwaren, geene .koopwaren hoegenaamd op de markten, straten ot open- „bare plaatsen zullen mogen worden uitgestald of .verkochten dat kooplieden en winkeliers hnnne waren .niet mogen uitstallen, of met open deuren verkoopen; „dat gedurende den tijd voor den openbaren godsdienst .bestemd, de deuren der herbergen en andere plaatsen, .alwaar drank verkocht wordt, binnen den besloten „kring der gebouwen liggende, gesloten moeten zijn, „en dat gedurende dien tijd geenerhande spelen mogen .plaats hebben; „dat geene openbare vermakelijkheden op die dagen „zullen gedoogd worden; blijvende het evenwel aan ,de gemeente-besturen- vrijgelaten, hieromtrent eene „uitzondering toetestaan, mits niet dan na het vol- „koraen eindigen van alle godsdienst-oefeningen; „en dat de overtredingen tegen deze bepalingen zul- „len gestraft worden met eene geldboete van niet hooger „dan ƒ25,of ingeval van onvermogen, met eene .gevancrenisstraf van niet langer dan 'drie dagente ver- „dubbelen, ingeval van herhaalde overtredingen en „daarenboven verbeurdverklaring der te koop gelegde „of uitgestalde goederen en het sluiten voor eene maand „van herbergen of andere publieke plaatsen/ Aan den commissaris van politie is gelast, op de uitvoering der vorenstaande verordening te letten, tegen de overtreders proces-verbaal op te maken eii in Tiet algemeen zorg te dragen, dat alle hinderlijke bewegin gen en geruentmakingen, vooral in de nabijheid der gebouwen tot den openbaren eeredienst bestemd, worden voorkomen en belet. Goes, den 7 Maart 1874. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. De BURGEMEESTER der GEMEENTE GOES brengt, ten gevolge eener missive van den Minister van Fi nanciën, ad. 25 Februari 1874 no. 59, medegedeeld bij Provinciaal blad van Zeeland no. 29, in herinnering de volgende artikelen der wet van 22 Juli 1873 (Stbl. no. 116). Art.. 9 2e lid. Zij (de Commissie, belast met de her ziening der belastbare opbrensst van de Gebouwde Eigendommen) is bevoegd aan liem, die in gemeld tijdvak ten opzichte van een gebouw eene overeen komst van jaarhuur heeft gesloten, inlichting te vragen omtrent de over elk der jaren 18681872 bedongen huurprijzen en de bijzonderheden daartoe betrekkelijk, bedoeld iD art. 3 dézer wet. Tot dat einde doet zij aan diens woning door een gemachtigde een daartoe strekkend, door ons vasttestellen formulier van ver klaring of biljet uitreiken. Art. 10. Die de overeenkomst, bedoeld in het vorig artikel, heeft aangegaan is, indien ten zijnen huize een biljet, als in het vorig artikel vermeld, is uitgereikt, verplicht dat biljet nauwkeurig en volledig in te vullen en vervolgens te onderteekenen. Art. 11. De biljetten worden door den gemachtigde der Commissie, minstens acht dagen na de uitreiking, tegen schriftelijk bewijs opgehaald. Indien het biljet niet, of, naar liet oordeel van den gemachtigde, niet nanwkeurig of volledig is ingevuld, zal deze den per soon, tot de invulling verplicht, daarop opmerkzaam maken en liem daarin, op diens verzoek, behulpzaam zijn. Verklaart die persoon niet te kunnen schrijven, dan geschiedt de invulling van het biljet op zijn verzoek en met vermelding der redenen kosteloos, door den gemachtigde, die de verklaring na voorlezing, in diens naam teekent, in tegenwoordigheid en met mede onder- teekening van een derden persoon. Art. 12. De Commissie kan aan hem, die verzuimd of geweigerd heeit de opgaaf te doen, in de twee voor gaande artikelen bedoeld, of die er eene heeft gedaan, waarvan zij de juistheid betwijfelt, door een deur waarder der directe belastingen kosteloos eene uitnoo- diging doen beteekenen om na verloop van minstens acht dagen binnen de gemeente, ter plaatse en op den dag en 'het uur, in de uitnóodiging aangewezen, voor haar te verschijnen, ten einde de op het biljet ge stelde vragen alsnog te beantwoorden of dienaangaande de noodige ophelderingen te geven. Art. 13. Indien de voor de Commissie geroepene niet verschijnt of weigert te antwoorden, wordt daar van door de Commissie proces-verbaal opgemaakt. Op ,dit proces-verbaal is art. 437 van het Wetboek van Strafvordering van toepassing. Art. 14. Het niet verschijnen of het weigeren, in het voorgaande artikel vermeld, wordt gestraft met eene geldboete van minstens ƒ1.en hoogstens 80. tenzij redenen van verhindering worden aangevoerd, die door den rechter als wettig en aannemelijk worden erkend. Art. 15. Tot het bepalen der belastbare opbrengst, het onderzoek der hierna genoemde, bezwaren in liet verrichten van herschatting volgens de artt. 20 en 24, hebben de leden der Commissie dagelijks, de zon- en algemeen erkende Christelijke ieestdagen uitgezonderd, van des voormiddags 8 uur tot zonsondergang toegang tot de gebouwde eigèndommen. Indien hun die toegang geweigerd of belet wordt, roepen zij de tusschenkomst in van den Burgemeester of van dén Kantonrechter, op wiens bevel de toegang ondanks den gebruiker van hei gebouw, verschaft wordt. Van die tusschenkomst en de redenen die daartoe geleid hebben, wordt door de leden der Commissie, die het onderzoek „verrichten, binnen tweemaal 24 uren proces-verbaal opgemaakt, dat door den Burgemeester of Kantonrechter mede onderteekend, den gebruiker van het gebouw in afschrift wordt medegedeeld. Art. 16. De Commissie bepaalt de belastbare op brengst der Gebouwde Eigendommen, in hare controle gelegen, .bedoeld in art. i dezer wet, nadat die door twee of meer harer leden zijn opgenomen. Voort3 deelt de Burgemeester mede, dat gemelde herziening niet veiordend is, om meer opbrengst uit de grondbelasting aan de schatkist te verzekeren, maar om, door eene gelijkmatige schatting over het geheele Rijk, het tegenwoordig belastingbedrag, wat de ge bouwde eigendommen aangaat, billijker te verdeelen. Goes, den 7 Maart 1874. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. POSTERIJEN. Via MARSEILLE, 12 Maart, per trein van 5,58 des avonds. Via TRIEST, 17 Maart, per trein van 9,52 's morgens. GOES, 9 Maart 1874. Zaterdag jl. ontvingen wij het volgende te legram Een regeeringstelegrara, aangeboden te Bui tenzorg den 6 Maart ten 7.50 voormiddag, en te 's-Hage ontvangen 7 Maart ten 9.57, bevat bet volgende: De politieke toestand was onveranderd ge bleven. De omtrek van de legerplaats en van den Kraton was rustig. De van de West naar Atcbin opgekomen hulptroepen waren naar hunne woonplaatsen teruggekeerd; alleen was nog e6n klein getal van Pedir en Merdoe (oos telijk van Atcbin) gebleven. Wat zij uitvoer den was onbekend. Op den passar nabjj het kamp vermeerderde de aanvoer van koopwaren. Aan de vestiging in den Kraton werd krach tig gewerkt. Den achttienden Februari wa- reD drie oorlogschepen naar de staatjes op de west-, noord- en noordoostkust gezonden met proclamatiën en stukken ter voorbereiding van de regeling hunner toekomstige verhouding tot Nederland. Markt. TWEEDE KAMER. Zaterdag werden de algemeene beraadslagin gen over de vestingwet voortgezet. De Minister van Oorlog zette de defensie plannen uitvoerig uitéén. De werken aan de Wester-Schelde achtte hijtar verdediging onzer neutraliteit, óók noodig. Zijn betoog strekte om aan te toonen, dat het aangeboden wetsontwerp de krachten der natie, wat de levende strijdkrachten betreft, niet te boven gaat. Aan een voorstel tot regeling dier levende strijdkrachten wordt volgens den Minister ijve- rig gewerkt. Ter tegemoetkoming aan de ernstige bezwa ren, door onderscheidene sprekers tegen de ar tikelen 57 aangevoerd, heeft de regeering die artikelen ingetrokken, zich voorbehoudende daarvan later het onderwerp te maken eener afzonderlijke voordracht. De Minister van Marine (ad interim) ging daarop de geschiedenis der wettelijke regeling van het defensiewezen na. Hij gaf zooveel licht, als tot juiste beoordeeling van dit wetsontwerp noodig was. De slotsom, waartoe de Minister kwam, was, dat wij onze kusten goed kunnen verdedigen maar dat ook hij alles te verdedigen een on bereikbaar denkbeeld acht. Hij verzekerde voorts, dat ook de marine haren plicht zal doen. Nadat nog de heer Bredius de wet krachtig had verdedigd, en als zijn oordeel te ken nen gegeven, dat deze moet worden aangeno men, ten einde tot vastheid in het défensie- stelsel te geraken, en nog verscheidene andere leden nader het woord hadden gevoerd, werden de algemeene beraadslagingen gesloten. r*ei* telegraaf! In de zitting van heden is door den minister van Koloniën eene missive gezonden ten geleide van een telegram van Van Swieten tot dankbetuiging aan de Kamer voor hare uitdrukking van dank aan leger en vloot, onlangs gevoteerd. Daarna zijn de discussiën hervat over de ves ting wet, en wel over art. 1 met zijne onder-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 1