COURANT. 1874. N°. 26. Zaterdag 28 Februari. 613te jaargang. Vertrek dei' brievenmail naar Oost-Indië. BSftiftSE^LANDSCHE BERICHTEN. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. POSTERIJEN. Via TRIEST, 3 Maart, per trein van 9,52 's morgens. Via BRINDISI, 5 Maart, per trein van 5,58 des avonds. GOES, den 27 Februari 1874. TWEEDE KAMER. In de zittingen van Dinsdag, Woensdagen Don derdag, werden de beraadslagingen voortgezet over het wetsontwerp tot regeling van liet muntwe zen. De beer Bredius was voor verandering van standaard, doch indien niet het beginsel wordt aangenomen tot aansluiting bij de Latijnsche Unie, zou hij tegen het wetsontwerp stemmen. Ook de heeren Lambrechts en Haffmans wilden die aansluitingterwijl de heeren 's Jacob en Blom voor het ontwerp waren, gelijk het ligt. Om aansluiting met Engeland te verkrij gen was da heer Blussé voor de voorgestelde waardeverhouding tusschen het goud en het zilver. De heeren Van Houten en Kappeijne bestreden het wetsontwerp, en de laatste was zeer tegen verbreking der munt-eenheid met Indië. De beer De Bruijn Kops verdedigde het ontwerp en wilde de invoering van het twaalfgulden-stuk. In de zitting van gisteren heeft de Mi nister van Financiën de wet breedvoerig en krachtig verdedigd. Hij verdedigde de staats commissie tegen beschuldigingen van partij digheid; hij betoogde de noodzakelijkheid van het ontwerp, rechtvaardigde nader de beide groote argumenten, welke ten voordeele van het ontwerp pleitten, nl. de voortdurende de preciatie en de aanhoudende dobbering van het zilver, ook in verband met de toenemende productie daarvan, waardoor meerdere daling was te verwachten. De Minister stelde in het licht, hoe onze zilveren munt eene kunstma tige waarde heeft,.die de waarde van de grond stof overtreft, en achtte verandering hoe eerder hoe beter wenschelijk. Hij stond daarna uitvoerig stil bij het be zwaar, dat vooral bij den heer Kappeyne zoo zeer had gewogen dat de muntéénheid met Indië zou verbroken worden. Indien het wets ontwerp op zich zelf deugdelijk was, kon dit argument, naar de meening des Ministers, niet zwaar wegen. De Minister van Koloniën voerde daarna het woord. Ook hij drong op beslissing aan. De Re geering is voor Indië volkomen vrij. De gou den standaard is voor Indië volstrekt niet on mogelijk. Ma de beslissing hier, zal spoedig een tijdelijke, daarna definitieve voorziening in Indië volgen. Niets kon echter den heer Kappeyne belet ten om de volgende motie voor te stellen, (waarover heden zou gediscussieerd worden) »De Kamer, gehoord de verklaring van den Minister van Koloniën, dat de Regeering eer- »lang een voorstel tot herziening van het In- »disch muntwezen zal aanbieden en wenschende »de indieuing van dit voorstel af te wachten, stelt de beraadslaging van dit wetsontwerp onbepaald uit." De heer Nierstrasz vroeg daarop verlof om op een nader te bepalen dag en als 's Lands belang het niet verbiedt, tot den Minister van Koloniën de vraag te richten: waarom het De partement van Marine zoolang onder interimair beheer blijft? De Voorzitter stelde voor het gevraagde ver lof te verleenen. Op verzoek van den Minister van Koloniën werd bepaald, dat deze interpellatie zou plaats hebben heden na de pauze en vóór de rege ling der werkzaamheden. Per telegraaf. Door den Minister van Koloniën is heden de motie-Kappeijne tot uitstel der muntwet bestreden. De Minister heeft gisteren niet onvoorwaardelijk eene regeling van het Indisch muntwezen toegezegd, maar alleen na aanneming van de aanhangige wet. De Minister van Financiën heeft mede de motie bestreden, waarvan de aanneming gelijk staat met de verwerping der wet; terwijl de onzeker heid voor den handel blijft voortduren. Na langdurige discussie is de motie-Kappeijne (nog eenigszins in redactie gewijzigd) verworpen met 43 tegen 29 stemmen, zoodat de discussie over de wet doorgaat. Daarna heeft de heer Nierstrasz de regee ring geïnterpelleerd over het langdurig interim bij het Departement van Marine, en gevraagd of spoedig een definitief Minister optreden zal? De Minister van Justitie heeft het interim verdedigd met het oog op de gemeenschappe lijke belangen, welke gedurende den oorlog met Atchin tusschen beide Departementen tel kens bestaan. De Minister van Koloniën bezigde het zelfde argument, doch daaruit volgt niet dat het interim zou voortduren zoolang de oor log met Atchin duurt. Na replieken van de heeren Nierstrasz en Van Zuijlen was de in terpellatie afgeloopen. De Kamer heeft besloten de vestingwet te behandelen na het enquête- voorstel over de koopvaardijvloot. Op den Staat van Nalatenschappen, af komstig van officieren, onderofficieren en ver dere manschappen behoord hebbende tot de landmacht in Nederlandsch Indiewelke ge durende het 2 kwartaal 1873 onder het beheer der Weeskamers te Batavia en te Soerabaija zijn gesteld, en die bij het Departement van Koloniën in Nederland, door de rechthebbenden behooren te worden opgevorderd, onder over legging van de noodige bewijzen van erfrecht, komt ook voor Joseph Van Tongerengeb. te Goes, overl. den 1 Febr. 1873 te Weltevreden als serg,met een bedrag van 17,96. Z. M. heeft bepaald, dat de lichting der militie van het jaar 1874 bedragen zal 11,000 man, waarvan 600 voor den dienst ter zee te bestemmen en dat de manschappen bij de verschillende corpsen in te lijven tot eerste oefening twaalf maanden onder de wapenen gehouden zullen worden. Het aandeel, door de provincie Zeeland te dragen in de lichting van 1874, is 490 man. Door den raad der gemeente Wemeldinge is ontslag verleend aan den heer A. Magnin, als secretaris en ontvanger dier gemeente en in zijne plaats met algemeene stemmen benoemd de heer A. C. De Blinde. In de vergadering te Wolfaartsdijk op 25 dezer, van directie en ingelanden van den polder Oud-Wolfaartsdijk, zijn tot candidaten als gezworen gestemd 1° Johannes Smallegange, 2e Machiel Alachielsen, 3° Leendert Valkier Jz. Te Middelburg is jl. Maandag met volle lading uit Indië gearriveerd het fregratscbip Susanna Johanna, gezagvoerder G. De Vries groot 660 lastenom daar te lossen. Thans liggen zes zeeschepen aan de loskade. Uit Retranchement (Zeeland) wordt me degedeeld, dat door een ingezeten aldaar den 19 11. aan HH. MM. KoniDg Willem 111 én Leopold 11 versche grasboter verzonden is, af komstig uit den ten vorigen jare bedijkten Wil- lein-Leopold-polder. Zondag is op het kantoor van Van Gend en Loos, te Rotterdam, een kistje vermist met goud (denkelijk specie). Een besteller is in arrest genomen, maar na een verhoor te heb ben ondergaan, weder ontslagen. Thans is in arrest genomen een vroeger bij Yan Gend en Loos in dieust zijnd beambte, op wien men vermoeden heeft. HaarlCt.) Volgens te Deventer ontvangen berichten, is de invoer van vee uit Nederland in Pruisen verboden, wegens de in Friesland heerschende longziekte. Onder de personen, die zich bij den op tocht te Amsterdam op 12 Mei aanst. zullen aansluiten, zijn velen die zich daartoe belang rijke kosten getroosten. Wij hoorden van cos- tumeu die ƒ200, ƒ300, ja ƒ1000 en meer vorderen. Een der kostbaarste zal zijn die van een Javaanschen Prins, wiens kris en versier selen, uit goud bewerkt, met edelgesteenten zullen prijken. Voorts worden bijzonder prach tig de gewaden der Prinsen van Oranje en Graven van Nassau, van onze admiralen, bijv. van De Ruyter, en van andere voorname personen uit den bloeitijd onzer Republiek. (Amst. Ct.) Dinsdag nacht is het sigaren-depot van de heeren Weinthal 8f Co., te Amsterdam geheel uitgebrand. Vijf brandspuiten en een stoomspuit hebben tot in den vroegen morgen gewerkt. Door de feestcommissie voor 12 Mei a. s. te Lichtenvoorde is besloten, om als huldeblijk voor Z. M. den Koning op de marktplaats aldaar een standbeeld van Willem III op te richten, en wel op een voetstuk, bestaande uit een reusachtigen keisteen ter grootte van vijf kubieke meters en volgens taxatie ter zwaarte van 20,000 kilo. Vóór ongeveer 50 jaar werd deze steen opgedolven, maar door de destijds onvoldoende vervoermiddelen en slechte wegen kon men hem niet van zijn plaats brengen. DCt.) Men meldt aan de N. R. Ct. uit Zierik- zee van 23 Februari: In de afgeloopen week is een, naar men zegt, belangrijke diefstal ontdekt van koffie, afkomstig van de lading van het schip Henriette, kapt. Schuchard, van Batavia naar Rotterdam en alhier ter reede om gelicht te worden. Heden zijn eenige verdachte personen, die als sjouwerlieden op dien bodem gewerkt hebben, aangehouden en in voorloopig arrest gesteld; ook moet een per soon gevat zijn, die verdacht wordt de heler bij dezen diefstal te zijn. Door de maréchaussee van Sittard zijn te Maastricht gevankelijk binnengebracht twee Pruisen, die hun annexatielust aan eenige ko peren gewichten bot vierden en thans gele genheid hebben te overpeinzen, dat men in Nederland niet van annexatie is gediend. (N. Bred. Ct.) Vóór eenige dagen had te Nieuwediep een treurig ongeval plaats. De commandant van Z. M. instr. brik Ternate, Vort Leschen, nog niet geheel hersteld van een beenbreuk tengevolge van een val in het dok, gleed, bij het afgaan van de trap naar de long- room uit, met het noodlottig gevolg dat hij beide beenen brak. Men deelt aan het U. D. mede, dat voor den bouw van den Willemstoren te Dil lenburg den 19nFebruari bij de bouwcommis sie aldaar van vorstelijke hand ontvangen ia de som van 4000 thaler. Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst. V Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8regels !,-■ Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 c.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 1