BUITENLAND.
GEMENGDE BERICHTEN.
wijzenHet hoofdbestuur heeft tevens een j
afdruk vau dit adres aan den Minister van
Justitie aangeboden, en diens medewerking
daartoe ingeroepen.
Door den Officier van Justitie te Rotter
dam is de aandacht gevestigd op een jongen
Duitscher, zich genoemd hebbende Bernhard
Schülz of Schölz. Hij wordt verdacht van een
aldaaf in de afgeloopen week gepleegde be-
driegelijke oplichting, waardoor hij zich o. a.
van papieren heeft meester gemaakt. Hij
schijnt verschillende namen op te geven, en
zich aan het postkantoor ook brieven, gea
dresseerd aan Ditrich, te hebben doen af
geven.
Bij ingezonden stuk in de N. Rott. Ct.
verklaart de heer dr. 'A. Kuypcr, róet betrek
king tot het aan genoemd blad medegedeelde,
dat hij, in zijn Zondag jl. tot de Hervormde
Gemeente te Amsterdam gerichte toespraak,
noch gezegd, noch bedoeld heeft, voornemens
te zijn om »als godsdienstonderwijzer of leider
eener catechetenschocl op te treden."
Door den heer P. J. R. Laan, vroeger
predikant te Maassluis, is aan den Minister
van Justitie een adres gericht ter zake van
den toestand van krankzinnigheid, welke aan
adressant wordt toegekend. Hij legt daarbij
een attest over van de dokters Schaeffer en
Bercliem, geneesheeren aan krankzinnigenge
stichten, waarbij verklaard wordt dat de heer
Laan in staat is in de maatschappij terug te
keiren en in het bezit te treden van al zijne
burger- en burgerschapsrechten.
Omtrent het geschil over het gebruik der
begraafplaats te Strijp, bij Eindhoven, meldt
de N. R. Ct., dat te dezer zake, door een ne
gental inwoners van Strijp, een adres gericht
is aan den Minister van Binnenlaudsche Za-
keD, waarin zij, met opgave der feiten waar
over zij zich beklagen, te kennen geven, dat
het hun gebleken is, dat de begraafplaats, gren
zende aan de R. O. kerk, met bet zich daarop
bevindende klokkenbuis, ten name van de bur
gerlijke gemeente staat ingeschreven op het
kadaster, den legger en den inventaris der ge
meente.
Ten slotte verzoeken, de adressanten, dat de
Minister aan den beslaanden, volgens hen on-
houdbaren toestand, een einde make en hen in
hun rechten handhave. Dagbl
De 328te openbare Tentoonstelling van kunst
werken van levende meesters, dit jaar te Am
sterdam te houden, zal worden geopend op
Maandag 7 September en gesloten op Maan
dag 5 October. De kunstwerken moeten be
zorgd worden van Maandag 10 Aug. tot uiters-
lijk Maandag 24 Aug. aan het locaal der voor-,
malige Koninklijke Academie van Beeldende
Kunsten. (TA)
Het wekt verwondering, dat in den jon-
sten tijd zoovele paardenkoopers uit Pruisen
zich in Limburg vertoond hebben, om paar
den te koopen en ze tot verbazend hooge prij
zen aankochten. Daar de zwarten bij uitstek
betaald werden, zoo wordt er bier en daar
van skrieg" gemompeld. (Maasb.)
Door de machinefabriek van de heeren
Gebrs. Stork fy Co. te Hengelo zijn gedurende
de laatste 3 a 4 maanden ruim 50 waggons,
allen met p. m. 10000 kilo machineriën be
laden, naar Italië verzonden.
Door eene dienstbode te Kampen is een
zeldzaam voorbeeld van trouw en eerlijkheid
gegeven. Bij het overlijden der dame, die zij
gedurende meer dan dertig jaren diende en ver
pleegde, overhandigde zij den executeuren eene
som van /'550, die zij van het huishoudgeld
had opgespaard. Het dep. der Maatseh. tot
Nut v. 't Alg. heeft haar een zilveren medaille
en 25 vereerd.
Volgens een uit Cairo te Londen ont
vangen tijding heeft dr. Beke, de Engelsche
reiziger, van de Golf van Ahabah bericht ge
zonden dat hij den echten berg Sinaï heeft
ontdekt, een dagreis ten noord-oosten van Ahaba.
Die berg wordt door de Arabieren Jebel el
Nur, of Berg des Lichts genoemd. De hoogte
is 5000 voet. Op de kruin vond Beke de over
blijfselen van geofferde dieren en lagen eenige
Sinaïsche inacriptiën, waarvan hij afschrift
aam. (Dagbl.)
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
Beroepen te Krabbendijke ds. K. W. Hulstijn, pred.
te Vreeswijk.
Bedankt voor het beroep naar Wemeldinge doords.
J. A. Gravestein, pred. aan de Bilt.
Men wil dat er plan bestaat om te trachten dr.
Kuyper als ouderling der hervormde gemeente te Am
sterdam te doen kiezenj om hem op die wijze toch
niet geheel ,voor de kerk verloren" te doen gaan.
D.)
Te Sloten (Friesland), heeft zich voor de hulponder
wijzersbetrekking 475 salaris en ƒ25 gratificatie na
een jaar verblijij weder slechts'één sollicitant aange
meld, 50 jaar oud en jong als hulponderwijzer werk
zaam. Bij de vorige oproeping op 400 had zich ook
één sollicitant aangegeven, 36 jaar oud, sedert 6 jaar
niet als onderwijzer werkzaam en lichaamsgebreken
hebbende.
De lieer Rouher, eerste minister van Frank-
UK onder Napoleon 111 en diens vertrouwdste
vriend, heeft een brief aan een der dagbladen
geschreven tot verdediging van het goed recht
der Bonapartisten. De gewezen vice-keizer ver
klaart daarin, dat Mac Mghons zevenjarig
bestuur als president der republiek thans vooi;
Frankrijk het eenig redmiddel is. In antwoord
op dien brief heeft markies de Franclieu, een
der leiders van de h gitimistisehe partij hem
het volgende geschreven Mijnheer, gij zegt
in een brief, die door alle dagbladen is over
genomen >>»op het geschikte oogenblik zal
de strijd slechts loopen over twee regeerings-
vormen de republiek en het keizerrijk."" Het
spijt, mij u te moeten zeggen, dat gij in eene
schromelijke dwaling vervalt. De republiek en
het keizerrijk zijn niet twee verschillende za
ken beide zijn onder verschillenden vorm
de uitdrukking geweest der revolutie. Beide
zijn en blijven de vernielende kracht, die reeds
drie maal mijn land ten verderve is geweest.
Kunt gij loochenen, dat het keizerrjjk in 1814,
in 1815 en in 1870, nadat al onze nationale
krachten uitgeput waren, ons machteloos aan
den vreemdeling heeft overgeleverd Gij be
schouwt u dan als gedoemd uw helsch werk
te voltooien Neen, mijnheer, op het geschikte
oogenblik zult gij van de revolutie en van het
keizerrijk slechts ééne en dezelfde zaak maken,
en tegenover u vinden wien den koning,
dit oude levensbeginsel, altoos even machtig,
met onveranderlijke vastheid tusschen beide
komende om Frankrijk te reddenals alles
verloren schijnt."
Te Parijs heeft zich een comité gevormd
met den hertog van Padua aan het hoofd, en
dat zich belast tegen den 16 Maart aanstaande,
de dag waarop de zoon van Napoleon 111 meer
derjarig wordt, een tocht van voorstanders der
bouapartistische partij naar Chisleburst te or-
ganiseeren. Volgens eene door dat comité uit
gevaardigde circulaire zal de ontworpen tocht
de beteekenis hebben van »een bewijs van dank
baarheid voor het verledene, en van vertrouwen
op de toekomst, doch geenszins van een bewijs
van ongeduldig verlangen van het oogenblik."
Naar men zegt, bevat het fi*ruïsfsche hof-
archief zeer belangrijke en gewichtige stukken
aangaande den horlogemaker Naundorff Lo-
dewijk X Vil) wiens erven thans te Parijs
tegen den graaf van Chambora in rechten zijn
opgetreden. Dientengevolge wordt verzekerd,
dat hun advokaat, Jules Favre, bij bet prui-
sisehe hof pogingen zal aanwenden, om mede-
deeling van die stukken te erlangen volgens
sommigen heeft hij dit reeds gedaan. Daar
Jules Favre evenwel, na de rol voor drie jaren
door hem tegen Pruisen gespeeld, dit aanzoek
moeielijk zelf en rechtstreeks doen kan zal
deze uiterst kiesche en teedere zaak vermoe
delijk wel aan een tusschenpersoon worden op
gedragen. De uitslag van het rechtsgeding
moet grootendeels van het spreken of zwijgen
van het pruisische hof afhangen.
Twee ledtn van den Duitschen rijksdag
hebbende volgendemotie voorgesteld: «Over
wegende dat Ëlzas-liotharingeii, krachtens
het vredestractaat van Mei 1871, bij het Duifsehe
Keizerrijk werd ingelijfd zonder dat de bevolking
is geraadpleegd geworden, gelieve de rijksdag
te besluiten tot het raadplegen van de bevolking
van Elzas-LothaiiDgen over deze inlijving."
Naar men uit Konstantinopel met zekerheid
verneemt zal de door ons vermelde ongenade,
waarin de grootvizier gevallen is, na door den
minister van oorlog overwonnen te zijn gewor
den, volstrekt geene verandering brengen in
TurKije's binnenlandsche en buitenlandsehe
politiek. Sadyk-pacha, minister van financiën,
wordt door het optreden van een nieuwen groot
vizier niet belemmerd in het vervullen van de
taak te Weenen, Parijs en Londen, waarmede
hij thans bezig is oin het crediet van den
Ottomanischen Citaat op te beuren.
Men vertelt van eene Amsterdarasche dame, die in
de laatste en voor velen nog steeds voortdurende finan-
ciëele crisis haar man, die erg verlegen was om 500
gulden, die som oamiddelijk in bankbiljetten aanbood.
De man kon maar niet begrijpen, van waar zijn gade,
die hij toch waarlijk niet te veel gaf voor haar toilet,
niets van haarzelve had en ook nooit iets voor hem
geheim hield, .eensklaps zulk een aanzienlijk sommetje
voor den dag haalde. Vandaar zijn nieuwsgierige vraag;
Hoe komt gij aan dat geld?
Wel mijn vriend, zeide zij, herinnert gij u niet zeker
heeren souper, dat gij zeven jaar geleden bij Bussink
hebtgehad, toen gij s avonds zoo vroolijk, al te vroolijk
zelfs, te huis kwaarat. Ik vond toen uw hoed, uwe
handschoenen, uwe schoenen en ook een pakje bank
biljetten op den grond. Ik raapte alles op en legde liet,
waar het behoorde te liggen, doch de bankbiljetten
verborg ik in mijn kast. Toen ik den volgenden dag
zag, dat gij u zoozeer schaamdet, dat gij niet eens naar
de bankbiljetten durfdet vragen, ook 'dewijl ik juist
niet zeer vriendelijk keek, heb ik liet geld maar gehou
den, vermoedende, dat het te eeniger tijd nog wel te pas
zou komen.
De man gaf zijn vrouw een zoen, noemde haar een
engel en stak de bankbiljetten in den zak en kon als
een echt koopman niet nalaten te zeggen:
Hoe jammer, kind, dVt gij ze niet op rente hebt gezet,
dun had ik nu minstens 7W gehad.
Of niets hernam de vrouw, die wist dat haar man
»dik in de Oost-Hongaren zat.#
De man wreef zijn neus. Hij was geslagen.
Men heeft te Parijs een vreesefijk familie-drama
ontdekt. Een stadsbeambte, zekere heer Corona, vrij
bemiddeld en wonende met zijne vrouw en dochter,
had verlof gekregen, dat hij bij zijne familie te Lyon zou
doorbrengen, naar hij zeide. Sedert dien dag had mén
hem dan ook niet meer gezien, toen de portier onlangs
door een nasen reuk, die uit de vertrekken van den heer
Corona kwam, ongerust begon te worden en den huis
heer en de politie waarschuwde. Op bevel vau deze
werd de deur opengemaakt en nu vond men den heer
Corona dood op een stoel zitten met eeu revolver in
de hand, mevrouw en jufrouw Corona doodgeschoten
op den grond liggen.
De lijken, die reeds in vergevorden staat van ont
binding waren (het drama moet bijna eene maand gele
den zijn voorgevallen) zijn begraven. Niemand kan
gissen wat de oorzaak van dezen driedubbelea moord
is geweest.
Een beproefd middel om de ratten te verdrijven
bestaat in de aanwending van boutazijn, dien men in
de gaten giet, en waarmede men alle piaatsen bestrijkt,
die door de ratten bezocht worden, waardoor zij zich
zullen verwijderen, omdat zij de lucht van den hout-
azijn niet kunnen verdragen.
Ingezonden.
Toen door ons in n°. 130 van de Goessche Ct.
des vorigen jaars was aangetoond, hoe door de. Mid
del burgsche Maatschappij van Stoomvaart eea middel
is uitgedacht en te werk gesteld om niet meer, of
althans zoo min mogelijk, hare booten aan den Wol-
faartsdijkschen steiger te doen aanleggen, schepten wij
al spoedig moed, dat aan dit ongerief weldra - een
einde zou gemaakt worden, bij het vernemen, dat,
op. een tweetal te dier zake ingediende adressen, door
Provinciale Staten van Zeeland den 7 November be
sloten was, die adressen in handen van Gedeputeerde
Staten te stellen, ten einde al het mogelijke aan ie
wenden, opdat aan de ontstane bezwaren zou worden
te gemoet gekomen. Sinds dien tijd verkeerden wij
in gespannen verwachting op eène gunstige veran
dering; doch reeds meer dan drie maanden zijn ver-
loopen, en nog steeds duurt de toestand voort, dat
het aanleggen dier booten aan pe nelden steiger fei
telijk onmogelijk is gemaakt; ja, dit ongerief is zelf»
toegenomen, nu ook de Spoorbootmaatschappij het er
almede is op gaan'toeleggen, om dit aanleggen aldaar
zooveel mogelijk te ontwijken. Op de Middelburgsche
booten toch wordt het belangrijk verhoogde tarief,
met betrekking tot Wolfaartsdijk, nog steeds voort
durend toegepast, en in het oog vallend is de om
standigheid, dat die Maatschappij, op hare maande-
lijksche lijstjes van afvaart, thans, blijkbaar met een
doel, de gewone opgaven der tariefsprijzen geheel heeft
weggelaten; terwijl men op de Spoorboot de reizigers,
die aan den Wolfaartsdijkschen steiger wenschen af
te stappen, nagenoeg met dwangmiddelen noodzaakt
tot het verlaten der boot aan den nieuw aangelegden
steiger van het Catsche veer, waarvan onderscheidene
voorbeelden zijn aan te wijzen. Geheel westelijk Zuid-
Beveland wordt nu, dus voortgaande, beroofd van de
gunstige reisgelegenheid, waarvan het sedert' 1848
heeft kunnen prohteeren, en ziet zich thaus als ver
wezen naar bet Catscbe veer, tot een aanmerkelijk
bezwaar, om daar gebruik te maken van eeuen steiger,
waaraan volstrekt geene behoefte bestond, en waarmede
de Provinciale lasten niet weinig bezwaard zijn. Op
het eenmaal genomen besluit, om aan het Catsche
veer almede eenen steiger te plaatsen, en alzoo in
de Zandkreek de twee bestaande en noodige steigers,
op zoo korten afstand van elkander, nog met een
derden te vermeerderen, willen wij, als eene afgedane
zaak, wel niet meer terugkomen, ofschoon wij blijven
oordeelen, dat met twee steigers aldaar voor vol
doende communicatie-middelenin het belang van
N. en Z. Beveland, was gezorgd; maar wij mogen
toch niet onderstellen, dat men met het aanbrengen