BUITENLAND.
Feuilleton.
HET TOONEEL.
BURGERLIJKE STAND GOES,
ADVEKTEIVriËN.
OPENBARE VERKOOPINCEN.
Op Woensdag den II Februari 1874
en zoo noodig den volgenden dag,
Jf| HUISMEUBELEN,
nieuwe WINKELGOEDEREN,
Op Vrijdag den 13 Februari 1874,
Steen en Pannen.
200,000 Steen, nieuwe Hout
waren in alle soort en diverse
Afbraak, mitsgaders
5000 Pannen.
De Nordd. Allg. Ztg. verzekert, dat de
Duitsclie Regeering er volstrekt niet aan denkt
zich te mengen in de inwendige huishouding
der naburige Staten en dat zij geenszins op
komt tegen de vrijheid van drukpers.
»De Duitsche diplomatie tracht met voorzich
tigheid en met vastberadenheid iedere kiem van
toekomstige geschillen te smoren.
De absolutistische macht van den Paus heeft
haar officiëele en officieuse pers in bijna alle
landen.
»In 't belang van den vrede moeten wij
wenschen en, zoo mogelijk zorg dragen, dat
de naburige landen niet worden de werktuigen
der geestelijkheid in de wereldlijke aangelegen
heden. Ons staan geen andere middelen ten
dienste dan vriendschappelijke raadgevingen.
»Geec middel van hoffelijke en vriend
schappelijke overreding mag worden verzuimd
om Frankrijk en België te steunen in hun
souvereine besluiten, welke hun vriendschap
pelijke betrekkingen met vreedzame natiën
moeten versterken.
Tengevolge der aanhoudende woelingen van
de Katholieke geestelijkheid heeft het Gou
vernement van Bern het verblijf in den
Jura ontzegd aan de van hun ambt vervallen
verklaarde priesters, met uitzondering van de
geestelijken, die hun plicht doen.
Omtrent den burgeroorlog in Spanje meldt
de lndépendance uit San Sebastian dat een
klein eskader in de monding der Nervio is
aangekomen om aan Bilbao bijstand te ver-
leenen en generaal Moriones te ondersteunen
de rivier was door torpedoos onveilig. Door
de carlisteu was de uitwisseling van 900 ge
vangenen aangeboden, die zij bij Portugalete
hadden gemaakt. Generaal Moriones had zijn
verzoek om ontslag ingetrokken, belangrijke
versterkingen ontvangen en zijne operatiën in
Biscaye begonnen. Volgens gerucht zou hij
er in geslaagd zijn Bilbao te ontzetten door
de Durango over te trekken,
Men weet dat de landdag van BrunswijU
een wet heeft gemaakt tot instelling van een
regentschap voor het geval dat de hertogelijke
troon vakant mocht worden. Tot regent zou
dan benoemd worden de groothertog van Ol
denburg, mits de Duitsche Keizer het goedkeure.
Volgens de Magdeb. Zeit. heeft de Bruns-
wijksche Regeering Willem 1 hierover doen
polsen en moet zijn antwoord niet toestem
mend zijn geweest, op grond dat de zaak
behoort tot de bevoegdheid van 's Rijks wet
gevende macht, met name van den bondsraad.
Waarschijnlijk zullen bij de behandeling van
dit vraagstuk ook rechtsquaestiën opgeworpen
worden waarover de rechtbanken zullen moe
ten uitspraak doen.
(Slot.)
Door wellse middelen is het nu mogelijk, de verbete
ring van ons tooneel in de hand te werken, te zorgen, dat
het tooneel inderdaad worde de leerschool des volks, d. i.
het opvoedingsgesticht der natie
Daartoe zijn ons tooneeldichters en tooneelspelers noo-
dig. Maar onze letterkunde is niet zoo arm of we heb
ben nog wel enkele, niet verouderde tooneelstukken,
waarmede in de eerste behoelte kan worden voorzien.
Een land, dat onder zijne letteikundigen namen
noemt alsSchimmel, Hofdijk, de Bull en van Lennep kan
niet gezegd worden volslagen gebrek te hebben aan too-
neelliteratuur. Maar op waardige wijze traden ook reeds
anderen in de voetstappen dier mannen en menig stuk
voldoet aan de eischen, die we ook in dezen veeleischen-
den tijd, aan het tooneel stellen.
Maar wat ons ontbreekt, het zijn tooneelspelers, die
door hun stand en hun ontwikkeling, door hun waarach-
tigen kunstenaars-aanleg en hun schoone opleiding en
vorming, den stand in eere brengen, die in treurig verval
is; vooral die de geestdrift opwekken voor ons tooneel,
den smaak verlevendigen voor dramatische kunst.
Mnarhoeveel aanleg menig tooneelspeler hebben mag,
dat we geen groot aantal goede tooneelspelers bezitten,
vindt zijn reden in de omstandigheid, dat zij. die zich aan
het tooneel wijdden, zich verbeeldden, dat er voor 't too
neel geen vorming of opleiding noodig was. Groote voor
beelden en veel studie, dat vormt den met aanleg begaaf
den tot kunstenaar.
Juist dat belette onze rederijkers, sedert 1844 zoo ijve
rig werkzaam en een tijd lang trotsch op den zelfgekozen
eeretitel .tooneelverbeteraars" in later tijd ook maar iets
▼oor het tooneel te doen. De weinigen toch,die de moeite
namen Lulofs en Bogaers te bestudeeren en Engelen Jel-
gerhuismel meer dan oppervlakkig prentjeskijken te ver
waardigen, waren niet instaat op den duur voort te wel
ken met personen, die letterlijk niets deden dan «hunne
rol leeren."
Maar juist, dat was ook oorzaak, dat onze tooneelspe
lers ons zelden bewonderenswaardige voorbeelden gaven.
Sedert tal van jaren was er geen sprake van opleiding
van tooneelspelers en waar men nu denken mocht aan too-
neelverbetering, daar behooit men in de eerste plaats té
denken aan eene tooneelschool, waar zij, die de natuur tot
kunstenaars stempelde, die opleiding konden ontvangen,
die dienen moest om hun de noodige hulpmiddelen te
verschaffen, ten einde eerst te leeren doordringen in den
geest des dichters, wier werken zij ten gehoore willen
brengen, en daarna die leiding te ontvangen welke hen
in staal stelt met oordeel de gaven van hun genie te
gebruiken.
Het is een oud vooroordeel, dat de tooneelspeler
feen opleiding noodig zou hebben. De executant, die
e geniale coinpositiën van een Bach of een Beethoven
uitvoert, heeft eerst den grooten meester moeten leeren
begrijpen en daarna moeten leeren, hoe hij het middel kan
worden hem door anderen te doen'begrijpen. Zoo heeft
de zanger, zoo heeft de schilder, zoo heeftde beeldhouwer
hoe geniaal hij ook zij, studie, lang en veel en ingespan
nen studie noodig, eer hij zelf scheppen er buiten ge
laten ook nog maar instaat is, den arbeid van anderen,
voor minder ingewijden genietelijk te maken.
Die allen hebben de stoffelijke hulpmiddelen hunner
kunst vobref in gereedheid zien brengen: De musicus
het instrument (waarop vaak reeds de toon gereed is zich
bij den vingerdruk des meesters te doen hooren) de schil
der de tint, die licht maar weinig wijziging behoeft om
de vereischte uitdrukkingtehebben, de beeldhouwer mar-
mer en beitel de tooneelspeler niets.
Acht men het daarom minder noodig, dat er groote
studie voorafga? Of is niet die eindeloos buigbare stem,
die oneindig aftewisselen gesticulatie en mimiek een
materiaal, dat zoo weinig zelf aanwijst, zoo geheel door
grond en gekend moet worden, zal het naar den wil des
kunstenaars uitdrukken, wat het genie wilde, dat het
uitdrukken zou?
Daarom is eene tooneelschool drir.gend noodzakelijk en
daartoe hebben eenige der edelste mannen des lands sinds
jaar en dag, geen tijd of moeite of geldelijke opofferingen
ontzien, om althans éene schrede nader te komen. Eene
eerste vrucht van hun ijverig pogen, was de stichting van
het Nederlandsch tooneelverbond, dat thans in tal van ge
meenten in ons vaderland, ook in Goes eenige leden telt.
Die vereeniging kan eerlang, mits zij gesteund worde,
lxaar doel bereikt zien. Bekendheid met den aard en de
waarde van het tooneel en den toestand van het tooneel
in ons land en daarbuiten, zoekt het te bewerken door
veispreiding van het Tijdschrift, dat de leden kosteloos
ontvangen.
Blijvenden, zedelijken invloed op de keuze van stukken
en de wijze van uitvoering heeft het reeds herhaaldelijk
uitgeoefend door persoonlijke bemoeiingen van het hoofd,
bestuur en enkele belangstellende leden, die doordrongen
waren van het gewicht der zaak.
Eindelijk zoekt het meer en meer de bereiking van
haar groote doel te naderen: de oprichting van eene too
neelschool, die inderdaad ons nationaal tooneel kan en
zal verbeteren en waartoe zij op kleine schaal is werk
zaam geweest door voorloopig beproefde opleiding van
tooneelspelers met eene belangrijke geldelijke bijdrage
te steunen.
De eeuw, waarin wij leven, eischt groote, veelomvat
tende ontwikkeling, maar vooral veelzijdige ontwikkeling;
geen ontwikkeling van het verstand alleen, ook die van
alle vermogens van den menschelijken geest. Bij alle
geleerdheid en kennis feischt men toch ook opleiding
voor, neen vorming door de kunst Maar de kunst is de
uitdrukking van alle kunsten en hij, die waarlijk Eesthe-
tisch ontwikkeld heet te'zijn, lieeft geleerd de uiting der
kunst te waardeeren en te verstaan, om het even of de
kunstenaar zijne gewaarwordingen in toonen weergaf of
die aanschouwelijk op het doek of in marmer uitdrukte,
of ze in bezielde taal overbracht tot de ziel zijner hoorders.
Tot heden is muziek nog de eenige kunst, die .algemeen
beoefend wordt, of althans heet algemeen -beoefend te
worden.
Moge naast de muziek eene tweede kunst in vor
ming en ontwikkeliug worden nagegaan, zij het ook
alleen aanschouwend, de kunst, die haar outer sticht op
het tooneel
Moge daarom menigeen zich opgewekt gevoelen de
aanslaande vergadering bijtewonen, waar eenige belang
stellenden de zaak van het tooneel, haar goed recht en
hare toekomst op eenvoudige wijze ter sprake willen
brengen!
Ingezonden.
De hoer'Jules Simon in Frankrijk heeft zich eene
schoone levenstaak opgelegd in de verspreiding van
beschaving en kennis ondev de mindere stauden. Als
hoogleeraar, dagbladschrijver en afgevaardigde ijverde
hij steeds voor de zaak van het onderwijs, en on-
langs verscheen eene brochure van zijne hand over
„kosteloos en verplicht schoolbezoek". Toen hij in
Sept. 1870 als Minister van openbaar ouderwijs op
trad, had hij zeker zijne planneu tot verwezenlijking
gebracht, hadden niet de noodlottige oorlog en na
dezen de treurigste reactie hem onoverkomelijke hin
derpalen in den weg gelegd. Na zijne aftreding heeft
hij niet gerust, blijkens de bovengenoemde brochure.
Na in het beeld van een eenvoudigen maar hoogst
welmeenenden man, den zegen van het onderwijs in
het licht te hebben gesteld, gaat hij voort met de
verklaring, dat verplicht onderwijs noodzakelijk is,
wijl het anders altijd slechts het deel van enkelen
blijft, en de groote menigte voortleeft in die onwe
tendheid, welke de bi on is van alle ondeugden. Wie
een statistiek opmaakt van misdaden, maakt ze op
van de onwetendheid. Ouders doen niet genoeg .met
huu kind te voeden en te kleeden, het kind heeft
onderwijs noodig, om zijne plichten en zijne rechten
te leeren kennen. Men zegt, dat verplicht onder
wijs ingrijpt in de rechten der ouders. Jules Simon
antwoordt, dat de conscriptie dat dan zeker niet min
der doet. Heeft de vader, zoo vraagt hij, recht over
léven en dood van ziju kind! Heeft bij zelfs het
recht om zijn kind op te sluiten? Neen! Waarom
dan wel, om de ontwikkeling van den geest te doo-
den? Zijn dan verstand, gemoed en wil minder waat-
dig, zijn zij minder heilig dan spieren en zenuwen?
Verplicht onderwijs staat op ééne lijn met verbods
bepalingen omtrent den arbeid van kinderen in de
fabrieken. Men moet voor de scholen doen, wat
men voor de werkplaatsen heeft gedaan, en verdee-
len het leven van het kind tusscheu arbeid en stu
die. Kosteloos dient het onderwijs te zijn, en wel
ten koste van den Staat, die voor de scholen en hare
hulpmiddelen zorg dient te dragen. Laat daar 60
mi hoen francs voor noodig zijn, zegt Jules Simon,
zijn die niet beter besteed dan 500 milliocn voor
het leger?
Wat de laatste opmerking betrefl, men mag die
ook in Nederland ter harte nemen. Het onderwijs,
dat door de Grondwet in bescherming wordt geno
men, diende eene zaak van het Lijk te zijn. Ge-
roeeute-toezicht is voldoende, maar de onkosten van
alle onderwijs, in zoo verre het bij de wet wordt
geëischt, moest de Staat op zich nemen. Zeer zeker
zou op menige plaats de ontevredenheid vrij wat
minder zijn dan nu, waar eene ongelijkmatige ver
deeling van lasten eene onbillijkheid in 't leven roept,
welke, jammer genoeg, maar al te veel schaduw op
de zaak der verlichting werpt.
VERKOOPINGEN VERPACHTINGEN.
datum. plaats. Voorwerpen. Information,
3 Febr. Goes, Wagens paarden nar. v. Dam.
4 Wolfaartsdijk, Bouwland, Pilaar.
4 Wolfaartsdijk, Boomen, Pilaar.
5 Heinkenszaud, Boefje, mr. v. Dishoeck.
6 Kapelle, Boomen, mr. v. Dam.
10 Goes, Woonhuis, Pilaar.
11 's lieer Arendsk. Inspan, mr. v. Dishoeck.
11 Goes, Meubelen Winkel
goederen. mr. v. Dain.
11 Bath, Afbraak, Kakebeeke.
12 Wolfaartsdijk, Bioodbakkerij, v. d. Bossche.
12 Ouilelaude, Boefje, Prnmers.
P2 Goes, Porelein elc., Pilaar mr.I.iébert.
13 Zuid-Kraaiert, Slecn en pannen, mr. v, Dam.
13 's Heerenhoek, Steen, lioul etc., mr. v. Dam.
19/20 Goes, Meubels etc., P.laarScmr.Liebert,
20 *s II. hendr. kind, Inspan, irjr. v, Dishoeck.
23 Schore, Herberg, Pilaar,
23 Ovezand, Inspan St ineub. mr. v. Dishoeck.
25 Camperland, Inspan, v. d. Moer.
25/26,' Ovezand, Inspan, mr. v. Dishoeck.
26 Goes, Inspan, Pilaar.
27 Wolfaartsdijk. Inspan, Paardckooper en
Kakebeeke.
4 Maart Kloetinge, Inspan, Paardckooper eu
v. d. lfus«che.
van 2 tct en met 4 Feb. 1874.
Geboren den 3, Adriaan, z. v. Bastiaan
Johannes Mulder en Cornelia Zuurveld.
Overleden: den 3, Anthony Molhoek, gehuwd
met Anna de Priester,
Heden overleed zacht en kalm mijn
geliefde echtgenoot ANTHONIE MOLHOEK, in
den ouderdom van 71 jaren, na een langdurig,
doch geduldig lijden.
Goes, 3 Februari 1874.
Wed. A. MOLHOEKde Priester.
Diegenen, welke iets te vorderen hebben
van den eerzanien ABRAHAM van NEUREN,
landbouwer te Driewegen, worden verzocht daar
van dadelijk opgaaf te doen aan hem of aan
den heer I. J. PAARDEKOOPER te Goes.
des voormiddags te 10 uren, in het logement
„de Prins van Oranje", ten verzoeke van den
heer Mr. J. G. GE WITT HAMER als Curator
in den gefailleerdeu boedel van J. P. MULLER
te Goes,' om contant geld,
jjxjj van eene groote partij
en eene aanzienlijke partij
als-. LAMPEN, eene groote partij ROOMKLEUR,
PORCELEIN, AARDEWERK, eene aanzienlijke
partij fijn GLASWERK en andere WINKEL-
GOEDEREN, DRANKEN in soort, KRUIDE
NIERS WAREN, WINKELGEREEDSCHAPPEN,
DOOZEN, BUSSEN, SCHALEN, GEWICHTEN
en verdere aanzienlijke ROEREN DE GOEDEREN.
des voormiddags te 9 uren, aan het veer van
den Zuid-Eraaiert, van eene aanzienlijke partij
En op dien zelfden dag, des middags te één uur
te 's Heerenhoek, van
Informatiën te bekomen bij Mr. P. J. A, VAN
DAM te Goes.