BINNENLANDSCHE BERICHTEN. Feuilleton. HET TOONEEL. dwingt, in hunne behoeften te kunnen voorzien, is zeker, en daarbij komt, dat, wanneer het opkomend vrouwelijk geslacht behoorlijk van kundigheden voorzien is, het ook vrijmoedig de maatschappij zal intreden en des noods om vele betrekkin gen met de jongelui van de sterkere kunne wed ijveren; en het is niet twijfelachtig, dikwijls zullen zij die verkrijgen. nDe vrouw heeft dan ook recht op elke bediening, waarvoor zij geschikt is. Er zijn ambten, die uitsluitend door mannen die nen tb worden vervuld, maar er zijn er ook, die evengoed door vrouwen als door mannen kunnen worden waargenomen, waarvoor vrouwen zelfs be ter geschikt zijn, en daaronder zouden we willen rangschikken diewaarvoor handigheid en een scherp oog vereischten zijn. We noemen slechts betrekkingen als aan de bank, aan de spoorweg en telegraafbureaux. Er zijn er meer te noemen. En daarom moeten de meisjes in de gelegenheid gesteld worden, door goed middelbaar onderwijs, zich ook die kundigheden eigen te maken, die haar in ongehuwden staat een bestaan kunnen verschaffen en in gehuwden staat tot een sieraad van hun gezin en hunne omgeving kunnen maken. Daarom is het een dringende plicht van regeering en besturen om het middelbaar onderwijs van meisjes beter te behartigen, en het vrouwelijk gedeelte van het menschelijk geslacht tot zijn recht te doen komen. Men telle overigens de quaestie niet licht. De rechtvaardigheid er nog buiten gelaten, is het toch een bedenkelijk verschijnsel, dat het getal der on getrouwde vrouwen in verschillende landen steeds grooter wordt. toen in 1864 in Pruisen de volkstelling plaats had, bedroeg het getal der ongetrouwde vrouwen boven de 16 jaar 1.827.441 en we beamen ten volle, wat een staathuishoudkundige eenige jaren geleden neerschreef: de vrouwen, die zonder be scherming zijn, zullen de regeering in het vervolg zwaarder zorgen kosten, dan eenig ander sociaal vraagstuk." GOES, 2 Februari 1874. PER TELEGRAAF. Blijkens een bij het departement van ko loniën ontvangen telegram van den luite nant-generaal Van Swieten, gedagteekend 28 Januari en te Penang in den morgen van gis teren aangeboden, hebben sedert den 24 dezer geene vijandelijkheden meer plaats gehad. Alles deed gelooven, dat, na de volkomen overwin ning, die behaald is, de strijd geëindigd en de onderwerping der 25 en 26 Moekims nabij kan geacht worden. Panglima Polim (hoofd der 22 Moekims, die volgens vroegere berichten den oorlog leidde) en de Sultan (zoo laatstgenoem de althans niet, gelijk gezegd werd, aan de cholera was overleden) schenen den strijd te willen voortzetten, maar zullen dat niet kunnen, omdat zij van alle bondgenooten der Noordelijke en Westelijke staten verlaten zijn. De cholera eischte op nieuw groote offers, vooral onder de laatstaangekomen troepen van Padang. In drie dagen tijds 83. Zoo even (telegrafeert de opperbevelhebber ten slotte) wordt bericht, dat Panglima Polim ook door de cholera is aangetast. Uit Penang, van den 30n Januari, heeft Reuter een telegram gezonden, dat oorspron kelijk luidt: «ex premier Ministre Atchin constate manière positive que traitée 1857 entre Hollande Atchin est fabrication." Het Dagbl. vertaalt dit aldus: »De vroegere eerste Minister van Atchin verklaart op stellige wijs, dat een tractaat, op den grondslag van dat van 1857, tusschen de Nederlandsche en Atchineesche Regeeringen in bewerking is." In de N. R. Ct. vindt men de volgende vertaling De gewezen eerste Minister van Atchin ver klaart ten stelligste, dat het tractaat van 1857 tusschen Nederland en Atchin een valsch stuk fabricationis." Hoewel het telegram aan duidelijkheid veel te wenschen overlaat, kunnen we ons toch met de laatste vertaling het best vereenigen. Men schrijft uit 's Gravenhage van 30 Januari. Aan het Bezuidenhout, voor de woning van den heer Fransen van de Putte, Minister van Koloniën, prijkt dezen avond een schitterende gas-verlichting, ter eere van de overwinning door het koloniale leger te Atchin behaald. De gas-ballons en het gekroonde naamcijfer van Z. M. den Koning, die bij Koninklijke verjaardagen vóór het Ministerie van Koloniën worden ontstoken, zijn voor deze illuminatie in gebruik genomen. De soiree Vrijdag avond door den Mi nister van Koloniën gegeven, bij gelegegenheid der overwinning op Atchin, was zeer luisterrijk. Een groot aantal genoodigden bewoog zich in de schitterend verlichte en keurig met bloe men versierde zaal, die uitzicht geeft op den tuin, in het fond waarvan een verlicht cbas- sinet- was aangebracht, voorstellende het beeld van den vrede, omringd door do namen van den opperbevelhebber en de kommandanten van land- en zeemacht bij de expeditie. De partij werd bijgewoond door den Prins van Oranje, de Ministers, Gezanten, leden van den Staatsraad en der Staten-Generaal, door leden der hofhouding, militaire autoriteiten, hoofdambtenaren bij de departementen van Koloniën en Marine, andere hooge Staatsamb tenaren, den Commissaris des Kónings en tal van aanzienlijken. Het feest duurde tot lang na middernacht en werd opgeluisterd door muziek en dans. Naar men wil, zou de Minister van Kolo niën voornemens zijn, het dubbel tractement, dat hij tijdens de interimaire waarneming der functie van Minister van Marine geniet, af te staan ten behoeve der niet-zieke en niet- gewonde krijgslieden in Atchin. De Minister van Financiën brengt ter kennis van de belanghebbenden dat in het jaar 1874 kunnen worden aangesteld 14 surnumerairs der dir. bel., in- en uitg. rechten en acc.; dat in één der laatste maanden van het jaar 1874, op nader vast te stellen plaats en dagen, zal worden afgenomen het vergelijkend examen, vermeld in art. 1 van het Kon. besluit van den 19n April 185p, no. 76 (Verz. no. 38), gew. bij dat van 14 Febr. 1864, no. 18 (Verz. no. 27)dat de verzoekschriften om toelating tot dat examen, vóór of uiterlijk op den 30n. September 1874 bij het Dep. van Financiën moeten zijn ingekomen, voorzien van de ver- eischte stukken, die met de bijzonderheden om trent het exzamen in de St.-Ct. voorkomen. Het Centraal-Comité voor het kinder geschenk aan den Koning heeft aan de Comités bericht, dat de groote meerderheid van dezen tegen het houden eetoer algemeene vergadering is, en verder dat de heer W. Oostmeijer, hoofd onderwijzer aan de school voor Christelijk onderwijs op de Botermarkt te Amsterdam, zijn plaats als vice-voorzitter van het Centraal- Comité weder heeft ingenomen; een stap tot toenadering, die ook elders verdient nagevolgd te worden. Prof. T. Strackè heeft een ontwerp voor het geschenk in klei geboetseerd, waarbij hij de Tij d het denkbeeld van 'tfeest is in den grond een begrip van T ij d heeft voorgesteld door een uurwerk, dat door vier zwevende geniën gedragen wordt. Om niet in conventioneele vormen te vallen, heeft hij de kast er van bolvormig gemaakt; de wij zerplaat wordt op de voorzijde aangebracht, aan de achterzijde een inscriptie. Op beide halfronden kunnen dan nog bandelieren en heraldische figuren aangebracht worden, waar door de strekking van 't geheel nader wordt toegelicht. »Deze vorm wordt gekroond met de Muze der geschiedenis, die 't feit der 25-jarige Re geering zal op teekenen." Men meldt uit Middelburg, dat de Zeeuw- ache hoofdcommissie voor het Koningsgeschenk reeds een zilveren ornament met Zeeuwsehe emblemata besteld heeft. Vóór de aanbieding zal het in 'de verschillende gemeenten ten toongesteld worden. Nu het burgemeesters-comité het geschenk van goud en zilver heeft laten varen, zal men met twee voorstellen op den voorgrond treden. Het eerste is: biedt Z. M. den Koning een paleis aan. Het tweede: laat het Nationaal geschenk aan Z. M. een landgoed zijn. Een lid van den Amsterdamschen Gemeen teraad, de heer Van Nierop, zeide in de jong ste zitting van dien RaadAmsterdam geve tot het paleis een half milioen en de Natie het overige." Asser Ct.) Men meldt uit Axel: Naar men verneemt zou tengevolge van het besluit, dat de commissie tot aanbieding van een Zeeuwsch geschenk aan den Koning, zich bij de commissie, die dat geschenk nationaal wil gemaakt zien, niet heeft aangesloten, door eenige personen bij Zijne Majesteit pogingen worden aangewend, zulk op zich zelf staand geschenk door Hoogstdeszelven doen weigeren. Te Vlissingen heeft het bericht der aan staande vestiging van het huis Z-jylen en Decker te Middelburg eene zeer verklaarbare teleur stelling verwekt, die nog is toegenomen door de zekerheid, dat het eerste verwacht wordende schip van die firma niet te Vlissingen, maar te Veere de sluis zal inkomen. Fransche paardenkoopers reizen tegen woordig weder het platteland der provincie Utrecht af, om bij de landlieden tegen goede prijzen paarden aan te koopen. Niet zelden geven zij zelfs tot 800 per stuk. De aan gekochte paarden worden onmiddelijk naar het buitenland vervoerd, De 72jarige v. d. H. van Sappemeer is van de hem te laste gelegde misdaad van moord op zijn dochter wegens onvoldoende bewijzen vrijgesproken. Op verschillende landen om de gemeente Utrecht, waar in den afgeloopen zomer aard appelen gebouwd zijn en bij de rooiing eenige ouder den grond zijn gebleven, vertoonen zich thans aardappelplanten zoo hoog boven den grond, alsof het Meimaand was. KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS. Ds: Maximiliaan Lots, van 18521856 pred. te Elle- woutsdijk, en sedert te Pijnacker, heeft thans de be roeping aangenomen naar'Schelluinen. Ds. Isaak Montague, van 1864—1866 pred. te Kat- tendijke, en sedert 1870 te 's Graveland, heeft bedankt voor het beroep naar Schoonhoven. Kerkvoogden en Notabelen der Herv. gem. te Axel hebben in hunne vergadering van 23 Jan. jl. besloten tot het verhoogen van het Predikants-tracte- ment met ƒ250, zoodat zulks hu gebracht is op 1950. Bij de Chr. Geref. gemeente van Krabbendijke- Rillana is de beroeping aangenomen door ds. J. de Koning, pred. bij die gemeente aan de Lier (Z. Holl.) Ds. P. Bartstra, pred. -bij de Herv. gemeente te Klundert, onlangs te Harlingen -beroepen, heeft van daar een briefkaart ontvangen van dezen inhoud: „Gekondoleera met het beroep van Harlingen. Blijft waar je bent, hier lame boel. Komt onder de plak in de tromp. Allen dome dweepers. Hier duur te leven." De onderteekening werd gemist; terwijl met ,in de tromp", hoogstvermoedelijk werd gezinspeeld op den ouderling der gemeente, dhr. S. Tromp Az. De Kerkeraad der Hervormde gemeente te Hoo- geveen, overtuigd, dat verdere beroepen in de gegevene omstandigheden vruchteloos moeten zijn, heeft besloten vooreerst geen beroep weer te doen, zoo het Classicaal Bestuur daartoe vrijheid verleent. Had de heer W. Swart, thans rustend onderwijzer, bij het laatste jaar-examen aan de Oefenschool alhier, met een kort en ernstig woord afscheid genomen van de aan die inrichting geplaatste kweekelingen, en tevens zijne betrekking tot die Inrichting, waaraan hij een tal van jaren met lust en ijver een deel zijner krachten gewijd hadgeëindigd verklaardhet was ons goed te vernemendat liem dezer dagen door ge noemde kweekelingen, als blijk van hulde en dankbaar heid aan hun waardigen leeraar, een passend geschenk werd aangeboden». Moge den geachten man, in en door dat huldeblijk, nog lang een levenstaak herinnerd worden, die hem lief was en waaraan hij zeker niet zonder nut zoo langen tijd heeft gewerkt 1 Hoe vaak ook bestreden, blijft Lessings stelling waar, dat aan het tooneel eene plaats toekomt, naast kerlc en school. Geen wonder, dat menigeen in deze woorden eene beleediging vond voor de kerk en eene geringschat ting van de school, geen wonder dat menigeen gerech tigd meende te zijn, van „vergoding" d. i. „te hooge waardeering" van het tooneel te spreken. Immers, nooit vertoonde zich de strijd vóór en tegen het tooneel le vendiger dan in de tweede helft onzer eeuw en in dien tijd was het zóó zeer gedaald, dat het vaak eene plaats verdiende naast goochelspel en koorddansers- vertooningen. Maar geheel iets anders is de taak, die aan het too neel past, dan voor een oogenblik een glimlach of een traan aftepersen of aan een publiek dat ver langt zich te verstrooien de gelegenheid te geven, zich gedurende eenige uren den tijd te verdrijven. Neen, het tooneel heeft grooter, edeler taak en waar de kerk ket geestelijk welzijn der getrouwe kudde zoekt te bevorderen en zich ten taak stelt de menschen zedelijk beter te maken, de school geen ander doel kan hebben, dan aan de jeugd de gelegenheid ter ont wikkeling te bieden en die mate van kennis optedoen, die onmisbaar is voor de maatschappij, daar bedoelt het tooneel of moet althans bedoelen de vorming van den smaak niet alleen, maar de opvoeding des gevoels. Ziedaar dus die trits kerk, school, tooneel als de op voeders der maatschappij, niet elkander bestrijdende, maar elkander steunende, elkander aanvullende, mits ze inderdaad beantwoorden aan de eischen, die men terecht aan elk van de drie stellen kan en mag. Waar de kerk de school en het tooneel bestrijdt, be antwoordt zij niet aan hare roeping. Waar de school de kerk bespottelijk maakt en het tooneel dood zwijgt, kan zij hoogstens gedeeltelijk aan hare roeping beantwoorden. Waar het tooneel, afgescheiden van de bijzondere eischen der kunst, niet voortbouwt op de grondslagen eener goede kerk-en school-opvoeding, daar beantwoordt het niet aan zijne roeping. We willen voorloopig van die bijzondere eischen der kunst zwijgen; maar eerst de vraag trachten te beantwoorden wat dan toch wel de roeping van het

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 2