1874. N°. 13. Donderdag 29 Januari. 613te jaargang. BINIS1ENLANDSCHE BERICHTEN. v ia COESSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag «n Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels h 1,- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 c. GOES, 28 Januari 1874. Gisteren verspreidden wij het volgende bulletin «Een telegram van den luitenant-generaal van Swieten, gedagteekend Atchin 24 Januari en in den namiddag van den 26en te Penang aangeboden, luidt: de Kraton is ons. Door eene omvattende beweging, gisteren en heden gedaan, is de Kraton geheel berend en de gemeenschap met het omgelegen land afgesneden. De sterkte was toen niet meer houdbaar. Terwijl de beweging om het oosten van den Kraton heden werd voortgezet, is die sterkte door eenige compagniën van het 14e batailjon aan de westzijde aangevallen en verlaten gevonden. Het terrein is van dien aard, dat een aanval de vive force zeker zoude zijn afgeslagen en dat zonder deze ge lukkige manoeuvre de versterking niet had kunnen worden geforceerd. Nu de vijand zijne gemeenschap verloren had, was de uitslag be slissend. Hoewel het verlies zeer gering is, is het cijfer echter nog niet met zekerheid bekend. Koning en vaderland zij gelukgewenscht met deze overwinning l» Het komt ons voor, dat dit telegram wel wat lijdt aan gebrek aan duidelijkheid. Be grijpen wij het echter wel, dan is door de be zetting van den Kraton nog een tijdlang tegen stand geboden, doch heeft zij, niettegenstaande de insluiting, gelegenheid gevonden om te ont komen toen de positie niet meer houdbaar was. Verlangend worden nadere berichten tegemoet gezien. Nauwelijks had de telegraaf Maandag na middag het heuglijk bericht uit Atehiu te Rot terdam overgebracht, of er volgde bij de burgerij eene algemeene betooning van geestdrift. Met eene ongeloofelijke snelheid was het groote nieuws door de stad verspreid. Nog terwijl men bezig was met op het Raadhuis, de Groote Beurs, het Postkantoor en andere openbare gebouwen de vaderlandsche driekleur uit te steken, hadden een groot aantal ingezetenen, als wedijverende in de uitdrukking van het vaderlandsch gevoel, reeds in allerijl de vlaggen uitgehangen. De blijde mare der inneming van den Kraton" werd langs de straten letterlijk uitgegalmd. De menigte drong opeen rondom de personen, die de bulletins van het nieuws verspreidden. Tegen den avond nam de drukte nog toe, vooral in de omstreken van het Raad huis. Er waren oogenblikken dat men, door den dichten volksdrom heen, het gebouw nau welijks kon bereiken. Daar en niet minder langs de Korte Hoogstraat, Hoofdsteeg, Goud- sche- en Weste Wagenstraten, alsook in ge woonlijk minder bezochte gedeelten der stad werden van alle kanten kleine vuurwerken, later hier en daar gekleurde vuren ontstoken, terwijl men op onderscheidene plaatsen allerlei groepen, onder het zingen van vaderlandsche liederen, met vaandels zag rondloopen. Het was een drukte, een gejoel, een levendigheid, met één woordeen ware geïmproviseerde feestavond. Naar wij vernemen, is namens de Sociëteit Amicitia alhier aan generaal Van Swieten een felicitatie-telegram overgeseind. NR. Ct.) Uit Hellevoetsluis schrijft men van 27 Januari 1874: Gisteren avond omstreeks 6 uur werd alhier het bericht verspreid van het nemen van den Kraton. Groote opgewondenheid heerschte op het vernemen van die tijding allerwege in deze plaats. Reeds vroeg in den morgen wapperde heden van vele woningen en schepen de driekleur. Overal zag men groepen, die het heuglijk nieuws bespraken, terwijl de jeugd, gewapend met on telbare vlaggen, onder het zingen van vader landsche liederen het fort doortrok. Wel een bewijs, dat het hart der Hellevoeters warm klopt voor Vaderland en Koning! Ook te Middelburg is de blijde tijding van de overwinning niet zonder vreugdebetoon gebleven. Van de provinciale- en de gemeente gebouwen, benevens van de woning van vele particulieren was de vlag uitgestoken. De bur gemeester richtte namens de gemeente een tele gram aan Z. M. den Koning om Z. M. geluk te wenschen en ontving daarvoor een hartelijke dankbetuiging. Wij vernemen, dat de centrale commis sie voor eene algemeene feestviering binnen deze gemeente op 12 Mei aanstaande, zich in de vorige week heeft geconstitueerd en dat benoemd zijn tot voorzitter: de heer Z. D. van der Bilt La Motthe, tot secretaris: jhr. Al. J. de Alarees van Swinderen, en tot pen ningmeester de heer B. Fabery de Jonge. Alvorens bijdragen intezamelen zal door de commissie een plan van feestviering met be grooting van kosten ontworpen en daaraan publiciteit gegeven worden. Men schrijft uit Bath aaD de N. R. Ct.: Was hier vroeger drukte en levendigheid, zoowel door het garnizoen als door de scheep vaart, thans, nu de gemeente als fort is op geheven en de kantoren van in- en uitgaande rechten van hier naar Hansweert zijn verplaatst, is alle beweging door een plattelands stilte ver vangen. Overal ziet men verandering; vesten en wallen zijn voor het grootste deel geslecht en gedempt; de militaire gebouwen worden het een na het ander afgebroken, ja zelfs heeft het zoogenaamde »Engelsche huis" (de woning van den beheerder der Engelsche polders) een vrij groot en fraai gebouw, in de algemeene opruiming gedeeld, 't Is licht te begrijpen, dat zulk een omkeer voor een gemeente zonder eenige bijzonder financieele middelen, groote bezwaren met zich brengt. Velen is het intusschen een raadsel, hoe van een gemeente, zoo gunstig gelegen aan de Schelde en in de onmiddelijke nabijheid van Belgie, zoo weinig partij wordt getrokken. Tot leden der commissie voor de grens scheiding te Rilland zijn gekozen, de heeren C. van der Werf, C. Zandee, Js. van Hoepen, J. de Jager, A. Bruijnzeel, A. Oele en J. Elenbaas. Z. M. heeft, tot beloouiDg van hun schit terend gedrag bij de krijgsverrichtingen op 25 Dec. 1873, bij gelegenheid der tegenwoor dige espeditie in Atchin, benoemd tot ridder 4e kl. van de Militaire Willemsorde: den adjudant-onderofficier-vaandeldrager E. C. O. von Bredow; den sergeant-majoor J. Bach en den Amboineeschen sergeant L. Latoema-ina. De Minister van Koloniën brengt ter kennis dat, met den In Sept. dezes jaars zes jongelingen zullen worden bestemd, om volgens het daaromtrent vastgestelde reglement, onder het oppertoezicht van den heer dr. G. J. Mulder, te worden opgeleid tot milit. apoth. voor den dienst in de overzeesche be zittingen, en wel vijf voor den dienst in Oost- Indië en één voor den dienst in West-Indië; en dat zij, die daarvoor verlangen in aanmerking te komen, op Maandag den 18 Mei 1874, des voormiddags te acht uren, ten huize van den voormelden oud-hoogleeraar te .Bennekom zullen worden toegelaten tot het afleggen van een vergelijkend examen. De St.-Ct. van gis teren bevat de verdere voorwaarden. De Minister van Binnenlandsche Zaken brengt ter kennis, dat, in de week van 18 tot 24 Januari jl. aan Aziatische cholera zijn overleden, in Zuidholland te Gouda 3 per sonenin Utrecht: te [jUtrecht 7 personen; totaal in het Rijk 10 personen. In de Ned. Industrieel leest men Er gaat een gerucht, dat tot de oprichting van een afzonderlijk departement van Water staat en Openbare Werken zou zijn besloten, terwijl dat van Marine met het departement van Koloniën zou samensmelten. Het nieuwe departement zou zijn zetel vinden in het daar toe te restaureeren gebouw, waarin vroeger het departement van Koloniën was gevestigd en thans de bureaux der Rijkstelegraphie zijn geplaatst. Naar het verder heet, zou voor het toekomstig hoofd van het nieuw depar tement de keus staan tusscheu de heeren mr. Hubrecht, secretaris-generaal bij het Ministerie van Binnenl. Zaken en jhr. Klerck, adviseur voor den aanleg der Staatsspoorwegen en chef der elfde afdeeling van het Departement van Binnenl. Zaken (spoorwegen)." Het adres, inhoudende een protest tegen het doen verrijzen van Thorbecke's standbeeld binnen 's Hage is aan den Gemeenteraad dier stad ingediend. Het werd onderteekend door bijna 900 aanzienlijke" en niet-aanzienlijke ingezetenen. Volgens de Amst. Ct. is door het co mité voor het kindergeschenk aan den Koning in het arrondissement Leeuwarden aan het centraal comité voorgesteld, om by loting uit elk arrondissement zes scholen te doen aan wijzen, die het recht zouden hebben één leer ling (voor de helft jongens en meisjes) aan te wijzen, om bij de overhandiging van het geschenk tegenwoordig te zijn, opdat gezegd zou kunnen worden, dat het cadeau ook door de Nederlandsche jeugd uit geheel het land werd aangeboden. Voorstellers wenschten voor ieder kind zekere som, bijv. ƒ10, te zien be paald, welke som niet zou mogen geweigerd worden. Het reizen naar de hoofdstad des Rijks zou moeten geschieden onder geleide van onderwijzers, die de kinderen op centraalpun- ten aan een algemeen geleider in verdere ex peditie zouden overgeven. Verder ligt het in de bedoeling der voorstellers om Amsterdams burgerij uit te noodigen tot het huisvesten van de kinderen één in elk gezin, dat zich daartoe zou aanbieden. Ten einde de kas van het centraal comité niet te zeer te drukken, zou verder een beroep moeten gedaan wor den op de welwillendheid van de directiën der openbare middelen van transport, om voor de ze gelegenheid de kinderen gratis te vervoeren. Tot heden heeft A. Z. op zijne aanvrage, in de Haagsche Nieuwsbode139 brieven ont vangen van kinderen, die op 12 Mei jarig en nog geen 14 jaren geworden zijn. Onder dezen zijn er 11, die den naam van Willem dragen, 64 jongens en 44 meisjes met verschillende namen. Is de redactie van genoemd blad goed ingelicht, dan ontvangen die kinderen een aan denken voor dien dag; men spreekt van een prachtige plaat, vervaardigd te Groningen bij de firma Scholtens en Zoonbijzonder geschikt voor het zilveren kroningsfeest. In een vergadering, te Winterswijk in Gelderland gehouden naar aanleiding der Bur-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 1