1874. N°. 12. Dinsdag 27 Januari. 61Me jaargang. op Dinsdag den 27 Januari 1874, Vertrek der brievenmaal naar Oosl-Indie. MEISJESSCHOLEN. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. PER TELEGRAAF. De Kraton is, met zeer ge ring verlies onzerzijds, ge nomen. GOESSCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 c. OPENBARE VERGADERING van den It A D der K M K K IV T K GOES, des avonds te 71 uren. punten van behandeling: I. Mededeelingen ingekomen stukken. II. Afstand van de Oosterschans, Schansdijk en een gedeelte der Brakke Vest in erfpacht, tot afgra ving en demping, na voorafgaande onttrekking aan de openbare dienst, met daaromtrent'inge komen stukken en voorstel van Burg. en VVeth. POSTERIJEN. Via30 Januari. Een van beiden is zeker: het opschrift boven dit artikel lokt nienigen lezer of schrikt anderen bepaald af. Bij de groote belangstelling, die men in onzen tijd in het onderwijs toont, is het voor velen genoeg het woord school te hooren, om het oor te spitsen. Maar juist dat er zooveel over gesproken wordt, maakt dat anderen zeg gen: wij willen wel eens van wat anders hoo ren. Toch durven wij beide categoriën van lezers uitnoodigen eenige aandacht ook aan dit onderwerp te schenken, vooral omdat daarover, naar ons oordeel, niet genoeg gedacht wordt. Men bespreekt de zaak van het lager onder wijs in het algemeen en vergeet daarbij de be langen van het zoogenaamde zwakkere geslacht niet, doch liefst'alleen in verband met de be- hoefte, die ook dit deel van het menschdom aan verstandelijke ontwikkeling heeft. Reeds dikwijls is het ons voorgekomen, dat de in ons oog loffelijke ijver voor de uitbreiding van on derwijs aan meisjes gepaard ging met een bepaald voorbijzien van dat alles, wat oudtijds op de meis jesschool hoofdzaak was. Wij zullen niet beweren dat het model-scholen warenwaar de naai en breikunst, plus zoovele andere handwerken, schier allen tijd vereisehten en onderwezen wer den met eene zorg en deftigheid, als of in de wereld der vrouw leven en zaligheid alleen daar door konden verkregen worden. Maar welk een verschil met het verleden. Als onze grootmoe ders eens konden oprijzen en ze werden in eene meisjesschool van onzen tijd binnen geleid, ze zouden meenen verdoold te zijn. En als ze eenige uren daar vertoefden, waarschijnlijk wel eenigs- zins spijtig, dat zij niet in de gelegenheid waren om zooveel te leeren, ze zouden toch wel eens na geëindigden schooltijd vragen kunnen, of mis schien de wereld zoo omgekeerd wasdat de vrouwelijke handwerken nu op de jongensscholen ouderwezen werdenomdat er bij de meisjes geen sprake van was? Wat ze wel zeggen zouden, als ze hoorden, dat op de meisjesschool alhier twee uren in de week, zegge twee uren, besteed worden aan het mededeelen van die kundigheden, die de vrouw, ook in het belang van het andere geslacht, toch ook moet bezitten. Doch 't is waar, zij zouden zich niet kunnen verplaatsen in de toestanden en eischen van het tegenwoordige, en men zal ons tegemoet voeren: hoeveel er nog ontbreken moge, het onderwijs op de meisjesscholen heeft, even als het onder wijs in het algemeen, een hoogen trap bereikt en het mag gezegd worden, dat ook voor dit deel van het menschelijk geslacht veel beter dan vroeger wordt gezorgd. Wij schromen niet daartegen de stelling te schrijven, dat elk onderwijs, hetzij uitgebreid lager of middelbaar, waarbij het onderwijs in alles wat de vrouw even noodzakelijk weten moet, óf achterlijk blijft óf veronachtzaamd wordt, niet beantwoordt aan de behoeften van het vrou welijk geslacht. Laat ons dat een weinig nader toelichten. Wij stellen op den voorgrond, dat wij ons ten volle vereenigen met hen, die eene veelzijdige ontwikkeling, die het meest mogelijke onderwijs voor ,de vrouw wenschen. Wij gelooven, op grond der dagelijksche erva ring, niet aan die onbepaalde bestemming der vrouw tot huisvrouw en moeder. Maar laat ons aannemen, dat alle vrouwen huishoudsters en moeders worden, dan zou juist daarom voor haar de ruimste verstandelijke ontwikkeling noodig zijn. Voor de huishoudster is het misschien, naar veler schatting, voldoende als zij verstaat wat in keuken of kelder geleerd kan worden, maar knappe moeders worden niet door kook- of inmaakkunst gevormd. Wat men wel eens smadelijk emancipatie heet, is voor de moeder, die volgende geslachten vormen moet, een onmis baar vereischte. Maar vooral voor die vrouwen, welke niet tot hare bestemming komen (volgens sommigen altijd) en alleen door het leven moe ten gaan, voor die is het wenschelijk, dat zij door onderwijs in staat gesteld worden dien weg niet in diepe of vernederende afhankelijk heid te moeten bewandelen. Daarom staat bij ons vast, dat aan de vrouw gelegenheid moet gegeven worden om dat alles te leeren wat haar, naar bijzonderen aanleg of behoefte, die nen kan om zichzelve te helpen. Wij stellen dat voorop, opdat niemand ons verdenken zou, dat wij tegenstanders zijn van middelbaar onderwijs, in het algemeen van zeer veelzijdig onderwijs voor meisjes en 't is ons plan, nader het nut en de behoefte daarvan breeder aan te wijzen. Maar evenzeer zijn wij ook over tuigd, dat onderwijs voor de vrouw vooral ook omvatten moet, de opleiding tot die werkzaam heden, welke van de vrouw alleen kunnen worden gevorderd, en die evenzeer haar later den weg kunnen banen om in eigen onderhoud te voorzien. Gelijk er bezigheden, werkzaamheden zijn, die uitsluitend aan mannen kunnen en moeten opgelegd worden, zoo zijn er zeer veledie alleen voor rekening ktuinen komen van de vrouw. Onverschillig of zij alleen voor zich te zorgen heeft of aan het hoofd van een huisgezin komt, zij moet daarvoor opgeleid worden en het onderwijs dat haar gegeven wordt, dient op den voorgrond te stellen, dat zij eene roeping heeft, die van de onze in meer dan één opzicht verschilt. Wij vereenigen ons daarom volstrekt niet met hen, die het vrouwelijk geslacht de meest mo gelijke gelegenheid willen geven, om zich kunde op allerlei gebied eigen te maken, maar dit ten koste van het onderwijs in de wetenschappen en kunsten, waarvoor de vrouw in de eerste plaats vatbaarheid heeft. Bij het middelbaar onderwijs voor meisjes wordt dit, onzes inziens, te veel 'op den achter grond geplaatst en bij het uitgebreid lager on derwijs, ten minste in Goes, schijnt men ook langzamerhand al meer uit het oog te verliezen, dat het vrouwelijk onderwijs, nevens het andere, hoofdzaak is en blijft. Slechts twee uren in eene gansche week wor den hier bestemd tot het aanleeren van hand werken van nut en smaak, handwerken die wel zeker eene vaardigheid vereischen, zooals die alleen door aanhoudende oefening kan verkre gen worden. Het gevolg daarvan is, dat meisjes, die later examen wenschen te' doen in vrouwe lijke handwerken eene nadere opleiding moeten zoeken buiten de school, wat èn kostbaar is èn slechts gebrekkig kan zijn, omdat de schooluren en schoolstudiën geen tijd daarvoor laten. Het gevolg daarvan is, dat meisjes over veler lei wetenschap kunnen medespreken, maar door vele minder onderwezenen overschaduwd wor den in de eenvoudigste zaken van het vrouwe lijk bedrijf. Het ergste gevolg daarvan is, dat de school niet voorziet in de behoefte, waarvoor zij inge richt werd dat de meisjes niet, zooals men wil, tot vrouwen en huismoeders worden opgeleid, dat zij niet in staat gesteld worden om met vrouwelijk bedrijf later, zoo dit noodig is, zich onafhankelijk te maken. Laat ons aannemen, dat zij, in plaats van vrouwelijke handwerken, zoovele andere dingen leeren, die haar in het vervolg eene carrière kunnen openen, dan is en blijft het nog onna tuurlijk, dat lij niet evenzeer geoefend zijn in het werk, dat zij kennen moeten, zij het ook slechts om daarover goed te kunnen oordeelen. Eene meisjesschool, waar van de 30 uren slechts 2 voor vrouwelijke handwerken bestemd worden, is naar ons bescheiden oordeel, niet wat zij zijnmoet. Daardoor wordt de ontevredenheid met het onderwijs gevoed en de kosten van dit belang rijk verzwaard, omdat men nu buiten de school zoeken moet, wat daar diende gevonden te worden. En dat bezwaar weegt dubbel, omdat men niet eens middelbaar onderwijs voor zijne doch ters verkrijgen kan. Ware dit het geval, wij zouden dezelfde bedenkingen laten gelden met het oog op de behoeften van het vrouwelijk geslacht; maar ten minste daarvoor eenige Ver goeding hebben. Nu mist men beiden en het opkomend geslacht is het slachtoffer daarvan. Daarom, wij zagen gaarne nog eens, zonder bezwaar voor de gemeente, zooals bij het vroe gere plan hier eene middelbare {school voor meisjes geopend, mits dan ook voor meisjes in gericht; eene school waar de bestemming dei- vrouw op den voorgrond staat. Maar kan dit vooreerst niet, wij willen thans in geene appreciatie van de redenen treden dan moge het onderwijs in de tegenwoordige school ten minste dit billijk verwijt zoeken te ontgaan, dat het noch in het een noch inj het ander aan den eisch voldoet. «gaa GOES, 26 Januari 1874. Men leest in het Vaderland dd. 23 Januari: Er is ons gebleken dat vrij algemeen door het jongste telegrafische bericht van den luit.-gen. Van Swieten de indruk is verkregen als zonde uit de mededeeliug dat de kraton, om zijn val zeker te maken, moet worden berend, moeten worden afgeleid, dat die sterkte nn op eenmaal zal worden bestormd. Voor den oningewijde, en ook ter wegne ming van eene niet juiste opvatting, laten wij hier volgen wat wij omtrent den aanval van vestingen, aangaande het hier geldende punt, in het op last van het Ministerie van Oorlog uitgegeven Handboek der Artillerie vinden op- geteekend j

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 1