1874. N°. 11. Zaterdag 24 Januari. 61ste jaargang. NATIONALE MILITIE. BINNENLANPSCHE BERICHTEN. «OESSCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vbijdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. COlltAM. Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels èt/1,-- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 c. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES ma ken bekend: dat het REGISTER van INSCHRIJVING voor de NATIONALE MILITIE over 1873, voor de lichting van 1874 van heden tot 31 Januari e. k. ter secretarie der gemeente, voor een ieder ter inzage is nedergeiegdalsmede dat gedurende dien tijd tegen register en lijst bezwaren kunnen worden ingebracht bij den heer Commissaris des Konings in dit gewest, door tusschenkomst van den burgemeester dezer ge meente, zulks op ongezegeld papier en door de noo- dige bewijsstukken gestaafd. Goes, den 22 Januari 1874. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. GOES, 23 Januari 1874. Per telegraaf. Regeeringstelegram den 18 van Penang, den 21 van Batavia. Na den 13 jl. is niets belangrijks voorgevallen dan een vijandelijke aanval op onze hoofdstel ling. De vijand drong op een nog niet ge heel verschanst punt door met den klewang en doodde 6 personen, terwijl 11 zwaar gewond werden. De vijand werd teruggedreven, 44 dooden achterlatende. Door het vuren uit den kraton werden 1 man gedood en 8 gewond. Wegens de hardnekkigheid van den vijand was men verplicht de hoofdstelling goed verde digbaar te maken om met vertrouwen daar buiten te kunnen opereeren. Daarbij noopte de regen om de verblijfplaats der onzen goed bewoonbaar te. houden. Hiertoe en ook tot opdoening van terreinkennis, diende het sta ken der vijandelijkheden, want de kraton was door ondoordringbaar gewas aan het oog ont trokken. Om den val van den kraton te verze keren moet hij berend worden. Daartoe is de tweede helft der reserve-brigade uit Padang ontboden. De bevolking was, meer dan de sultan (die geen gezag heeft), tot voortzetting van den oorlog geneigd. (Dit telegram is ditmaal door ons niet bij bulletin bekend gemaakt, aangezien ons blad heden uitkwam). Uit de achtereenvolgens bij het depar tement van Koloniën uit Oost-Indië ontvan gen Regeerings-telegrammen blijkt, dat gedu rende de tweede expeditie tegen Atckin zijn gewond geworden de volgende hoofd- en andere officieren Bij de verkenning op 25 of 26 December tot onderzoek hoe de Kraton kou worden aange vallen, en de zeer ernstige gevechten bij de groote versterkte kampong, de kolonel-com mandant der tweede brigade Wiggers van Ker- chem (licht, aan het been), de luitenant Kroes- sen ernstig, en de eerste luitenants von Massow, Eichholtz, van den Blijk, Schweys en de officier van gezondheid Hardenbergh, allen licht. Bij het zeer ernstige gevecht tot opsporing der voor den Kraton gelegen vlakte, op 26 December, de majoor von Lithde kapitein Nix en de luitenants Hirschman, Wilken en Koot, allen licht. Bij de inneming der moskee (Missigit) op 6 Januari de kolonel de Boy van Zuydewijn, die, van de reserve-brigade te Padang opge roepen, in de plaats van den gewonden kolo nel Wiggers van Kerchem, als commandant der tweede brigade was opgetreden, licht, aan de kuit; de kapts. der inf, von Mauntz, Visser, van Lier-, de luitenant der infanterie Popelier (van het 14e bat.) en de luits. der infanterie Meuleman, Hulstkamp (laatsgen. gedetacheerd) en Hemmes; de kapt. der artili. Schneither en de officier van gezondh. de Wilde, allen licht; en de luit. der infant. C'omfurius, ernstig. Bij het voortgaande versterken der Moskee (Missigit) de kapitein der infanterie Soetens, de luitenant der infanterie, gedetacheerd bij de genie, Booms en de luitenant der artillerie Broese van Groenou, allen licht. Voorts is nog gebleken, dat bij de affaire tegen Pedir verwond werd de adelborst Schui- lenburg. Tot besteller aan het postkantoor al hier is aangesteld J. F. Rijkaard. Men leest in het Vaderland van 20 No vember 1873:- „De Directie van het Nationaal Tooneel te 's Gravenhage heeft haren geabonneerden en het verdere publiek een dienst bewezen door het Zweedsch Dames-Quartet te engageeren, dat gisteren avond een uitvoering gat. Was de verwachting omtrent die uitvoering al gunstig, ook door den lot, aan het Quartet te Rotterdam toegezwaaid, de kennismaking hier ter stede heeft stellig een ieder veel ge noegen verschaft. De dames Tony Boutesette, Anna Karlsohn (le sopranen), Ingeborg Löfgren (2e sopraan), Inga Ekström (alt) en Bertha Erixon (contra-alt), élèves van het Stoekhol- mer Conservatorium, hebben allen goede, fris- sche stemmenzij zingen de verschillende nommers van het programma zonder eenige begeleiding, kristalzuiver met uitmuntende scha keering en op recht ongekunstelde wijze. Het publiek vertoonde zich zeer ingenomen met deze vijf eenvoudige en bevallige zangeressen, die bij bet tweede gedeelte van het programma verschenen in haar nationale kleederdracht. Elk nommer werd daverend toegejuicht, en, na iedere afdeeling teruggeroepen, bisseerden de dames het laatste quartet. Wij houden ons overtuigd, dat het Zweedsch Dames-Quartet zoowel aan muziekkenners als leeken voldaan heeft, en dat de tweede en laat ste uitvoering in de voorstellingen in den Hollandschen Schouwburg op a. s. 'Vrijdag door een groot aantal belangstellenden zal wor den bijgewoond." De N. Middelb. Ct. verneemt, dat zeer spoedig een paar groote koopvaardijschepen uit Rotterdam te Middelburg worden ver wacht, die daar zullen geladen worden en naar Indië vertrekken, en dat weldra ook groote sche pen uit Indië zullen arriveeren en er hunne lading, voor Holland bestemd, zullen lossen. Uit Neuzen wordt van 20 Januari ge meld: De brand aan boord van het stoom schip Killarny heeft zich tot heden avond nief verder uitgebreid; het gedeelte achter de ma chinekamer is alsnog bewaard gebleven, doch van daar tot aan de voorsteven" is het schip geheel uitgebrand. Van de lading uit het ach tergedeelte tracht men bij laag water, nog zooveel mogelijk te redden. Te Rotterdam is thans een vereeniging gevormd tot den verkoop van petroleum onder den naam de Petroleumbron. Deze vereeniging zendt door de gansche stad hare knechts met jukken, emmers en maten. Een aantal win keliers in petroleum zijn voornemens gezamen lijk tegen deze dreigende concurrentie op te treden en door zeer groote inkoopen den pe troleum nog goedkooper af te zetten dan de Petroleumbron. Aangaande de gevallen van cholera, die zich laatstelijk te Utrecht hebben voorgedaan, deelt het Ütr. D. de volgende bijzonderheden mede: »De gezinnen van deze drie slachtoffers drin ken allen het slechte water uit de Vecht. De vóór eenige dagen aan cholera overleden vrouw woonde naast het huis, waarin de man, wiens vrouw in het poortje Nooit Gedacht overleden is, zijn intrek genomen heeft. »De onderadjudantsvrouw, die in de vorige week in de kazerne aan cholera overleden is, kocht melk van een melkventer, die in de Kroé- selaan woont tusschen de woningen van de drie personen aan cholera overleden en waar ook de besmettelijke pomp staat." In de deze week te Utrecht gehouden vergadering van den Nederlandschen Weerbaar- heidsbond is bepaald, dat de Weerbaarheidsbond onder ernstige opwekking van alle leden, om het nationaal geschenk krachtig te ondersteu nen, aan Z. M. op den dag van 12 Mei een bescheiden bewijs van belangstelling zal aan bieden. Het bericht, betreffende het voorgevallene met een onlangs te Delden plotseling overleden meisje, is voor een groot deel bezijden de waar heid. De zaak is eenvoudig deze: Vóór eenige weken overleed daar zeer plotseling een meisje, na te zijn bevallen van een levenloos kind, welke laatste omstandigheid even goed aan den geneesheer als aan de ouders bekend was. Ten gevolge van vermoeden van vergiftiging, had in bijzijn van de heeren kantonrechter en bur gemeester een lijkopening plaats. Gezegd ver moeden heeft zich echter niet bevestigd. Van wegstoppen van het kindvergiftiging door rattenkruit en wegvoeren van een jongeling naar Almelo is nooit sprake geweest. De hoofd-ingenieur van den waterstaat in Overijsel zal, volgens het Vaderland, eerst daags zijn eervol ontslag aanvragen. Belang rijke proraotiën ziet men bij den waterstaat te gemoet. Te Harderwijk meldde zich Zaterdag avond een persoon aan, die vóór ongeveer drie jaar met het stoomschip Willem III naar Indië vertrok. Bij het verbranden van de boot is hij, na aankomst in Engeland, gedeserteerd. Na daar drie jaren doorgebracht te hebben is hij weer te Harderwijk aangekomen, de wijl hij, zoo het schijnt, in Engeland geen middel van bestaan had. Thans heeft hij zich vrij willig aangemeld en is Maandag morgen 11. naar Arnhem getransporteerd. Door de tegenwoordigheid van geest van den stationschef te Elburg is de trein n° 3, die den 19' Januari om 9,20 uit Utrecht naar Kampen vertrokken was aan een groot ongeluk ontkomen. Een ijzeren -band name lijk van het houten rad van een bagagewagen was losgegaan en in het wiel zelf ingedrongen zoodat een déraillement onvermijdelijk was. De trein (een sneltrein) spoorde het station Elburg voorbijde stationschef zag echter dat er iets haperde en maakte met zijn handen zooveel beweging, dat de machinist begreep te moeten stoppen. Eerst tien minuten verder was de trein tot staan te brengen, en niet dan nadat twee wagens reeds ontspoord waren. Niemand heeft echter letsel bekomen; met den schrik en eenige uren oponthoud zijn allen vrijgekomen. De Arnli. Ct. merkt op, dat, naar den maatstaf van hetgeen in de residentie voor 's Konings aanstaand jubilé werd bijgedragen, de opbrengst der inzameling door het geheele .Land ongeveer het cijfer van 375,000 zou moeten bereiken. Uit Assen wordt gemeld, dat het uitge ven van heidegronden in erfpacht in de ge heele provincie Drente, meer en meer toe neemt, waardoor vele arbeiders^ die vroeger

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1874 | | pagina 1