1873. N°. 151. Dinsdag 23 December. 603te jaargang. Uithoofde van het KERSTFEEST zal op aanst. Vrijdag geen no. dezer Courant worden uitge geven, zoodat gedurende deze weekna heden alleen in 't no. van a. s. Woensdag gelegen heid tot adverteeren bestaat. BEKENDMAKINGEN van h.et Gemeente-Bestuur. IJK. en HERIJK, der MATEN en GEWICHTEN. Aanneming van Schoolleeplingen. SLEE-COLLECTE. Vertrek der brievenmaal naar Oosl-Indie. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. GOESSCHE COERMT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Veijdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels h 1,— Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 c. OPENBARK VERGADERING VAN DEN RAAD der GEMEfilSTE BOES, op WOENSDAG den 24 DECEMBER 1873, des avonds ten 7 ure. ponten van behandeling: 1. Mededeelingen, ingekomen stukken. 2. Afstand van grond bij de Zonstoof. 3. Idem bij den Keizersdijk. 4. Overeenkomst met de firma Gebr. Harinck om trent den afstand van grond tot het leggen van een riool achter eenige woningen „Tus- schen 2 poorten." 5. Voorstel van burgemeester en wethouders, naar aanleiding van het denkbeeld van rar. J. G. de Witt Hamer, omtrent onbepaalde benoeming van hulponderwijzers. 1 6. Benoeming der leden en een voorzitter van de commissie voor het financiewezen. 7. Idem van leden der commissie voor het ont werpen der strafverordeningen. 8. Idem van twee leden van het burgerlijk arm bestuur. (Wegens urgentie.) 9. Idem van eene regentes over het weeshuis. (Idem.) 10. Idem van een lid der plaatselijke schoolcommissie. 11. Idem van twee leden der openbare gezondheids commissie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter openbars kennis, dat de jaarletter, zoo wel bij den IJK als bij den HERIJK, gedurende het jaar 1874 te bezigen, zal zijn de letter G, in deii gewonen drukvorm, schuins gesteld; bij den ijk der Weegwerktuigen, voor gewoon gebruik, de Koninklijke kroonvoor fijnere wegingen eene vijfstralige steren tevens, dat liet merk van het kantoor, waar de eerste stempeling heeft plaats gevonden voor Zierikzee, waar onder de gemeente Goes ressorteert, blijft bepaald op het cijfer 13. Goes, den 20 December 1873. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken bij deze bekend, dat de plaatselijke schoolcom missie, ter voldoening aan het bepaalde bij art. 6 dei- verordening, regelende het onderwijs in deze gemeente, vastgesteld door den gemeenteraad den 12 December 1859, tot het aannemen en toelaten van TjEERTjIIVGEIV op al de scholen voor hager Onderwijs, de llewaar,- JVaai- en Jtreischool, zitting houden zal ten raadhuize op Woensdag den 24 December a. s. des middags ten 12 ure, en iioodigen een ieder uit, om van die gelegen heid gebruik te maken tot het aangeven van de kin deren, die men na de vacantie verlangt op een der bedoelde scholen te zenden, aangezien dit, zonder de toelating der schoolcommissie, niet vermag te geschieden. Goes, den 20 December 1873. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken bekend, dat Diakenen der Hervormde Gemeente alhier het voornemen hebben, om op den tweeden Kerstdag, zijnde Vrijdag den 26 dezer, na het eindi gen der Godsdienstoefeningen, eene buitengewone of zoogenaamde Slee-Collecte te houden aan de hui zen der ingezetenen, ten behoeve van hunne bedeelden. Burgemeester en Wethouders vertrouwen, dat deze felegenheid gretig zal worden aangegrepen om ruime ijdragen uittereiken aan genoemd college, ten einde zijne taak te vergemakkelijken, waartoe de inzameling gunstig wordt aanbevolen. Goes, den 20 December 1873. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. 1 POSTERIJEN. Via TRIEST 23 Dee. Via BRINDISI 25 Dec. z GOES, den 22 December 1873. EERSTE KAMER. In de zitting van Zaterdag zijn ingekomen de door de Tweede Kamer laatstelijk aange nomen wetsontwerpen tot vaststelling der ver schillende hoofdstukken der Staatsbegrooting voor 1874, waaronder de eredietwet voor Marine. De Verslagen zijn gereed over de verschil lende kleinere wetsontwerpen. Deze wetsontwerpen zouden Maandag .behan deld worden. Per telegraaf- Aangenomen al de tegen heden aan de orde gestelde ontwerpen. Tegen woensdag elf are is aan de orde ge steld de beraadslaging over middelen en hoofd stukken een en zeven der staatsbegrooting 1874. {Het laatste gedeelte dezer telegram is eenigszins onduidelijk.) TWEEDE KAMER. Ofschoon we reeds in ons vorig nommer me dedeelden, dat c}e begrooting voor Koloniën met 46 tegen 17 stemmen was aangenomen, willen we toch met een enkel woord de Voornaamste punten uit de beraadslagingen daarover aanstippen. Het was te voorzien, dat de Atchineesche quaes- tie de spil zou zijn, waarom bijna ieder opposi tie-lid zou draaien, en de uitkomst heeft dit dan ook bewezen. De heer Nie/strasz trachtte den minister alsnog te nopen de oorzaken van den oorlog mede te deelen en beweerdedat de mi nister er prijs op gesteld had, aan het bewind te blijven niettegenstaande oneenigheid in den mi nisterraad"." De heer van Nispen gaf zijne bezorgdheid te kennen over de meerdere uitgaven, die de oorlog ten gevolge zal hebben, over het verminderen der middelen en wees op de overijling van handelingen, (blijkbaar in de niet-voorbereiding der expeditie), op de regeling der koffie-cultuur in de Preanger en op de vijandige houding, die de ministriëele pers aanneemt (naar zijne meening ten minste tegen den godsdienst. Al die punten van be zorgdheid doen spr. besluiten om zich van stem ming te onthouden. (Aan zulke volksvertegen woordigers heeft men nog wat De heer 's Jacob sprak over het toezicht der regeering op de drukpers in Ned-Indië en zêide, dat de feiten der laatste jaren het vermoeden wettigen, dat op dit punt een kwalijk voorzienende wetgeving bestaat. De heer Wint,gens gaf te kennen, dat het zijns inziens nuttiger zou zijn, wanneer de zitting niet zoo werd geabsorbeerd door het werk der begroo ting, dewijl dan het werk der wetgeving, waarin stilstand bestaat, vruchtdragender zou kunnen zijn. Aan het einde zijner uitvoerige rede noemde hij den oorlog een misslag, waarvoor hij alleen de fegeering en niet de volksvertegenwoordiging ver antwoordelijk stelde. De heer Haffmans betuigde zijn stem niet aan de begrooting te kunnen geven, dewijl de oorlog tegen Atchin nog niet gerechtvaardigd is en keurde de handelwijze van den heer van Nispen om niet te stemmen, af. De minister beantwoordde kortelijk de verschil lende sprekers. Hij verzekerde den heer Nierstrasz dat er over zijn aanblijven in 't kabinet volstrekt geen oneenigheid bestaan heeft in den ministerraad, zelfs geen merkbaar verschil van gevoelen. Verder betwistte hij hem, er prijs op gesteld te hebben, aanteblijvenalleen heeft de minister gezegd, dat hij zijn aftreden betreuren zou met het oog op den oorlog met Atchin, en hierover schaamde hij zich niet. Den heer van NispeWgai hij te kennen, dat, zoo diens financiëele bezorgdheid nu nog niet geweken is, hij er niets meer kan bijvoegen dan dit: toen de minister het Indische tarief verdedigde, wist hij even weinig van den oorlog met Atchin als de heer van Nispen zelf. Verder beweerde hij, dat de vermindering van het tarief geen invloed op inkomsten heeft gehad en op de meest stellige wijze ontkende de minister, dat hij eenigen invloed op de pers zou uitoefenen. Den heer 's Jacob antwoordde hij, dat, hoewel een groot vriend zijnde van vrijheid van drukpers, hij evenwel in 't algemeen het beter achtte, die zaken hun gang te laten gaan, want, dat maatregelen daar tegen genomen, de zaak meer bederven dan ver beteren. Wat het vragen naar de redenen van den oorlog betreft, de minister zeide, dat op pagn. 352 Bijblad, in de Eerste Kamer den 16 .Juni, de correspon dentie is medegedeeld van den Gouv.-Gen. met den Sultan van Atchin, en de redenen voor de oorlogsverklaring zijn bekend gemaakt. Voorts, dat het de plicht der regeering was om vreemde inmenging op Sumatra te keeren en te voorkomen, en dat de verantwoordelijkheid veel sterker geweest zou zijn, als het sluiten van vreemd bondgenootschap met Atchin gelukt was. Bij den considerans vroeg de heer de Bieberstein het woord en zeide Ik wenseh bij de beweeg redenen mijne stem te motiveeren. Ofschoon ik een politiek tegenstander ben van den minister, wenseh ik toch voor zijne begrooting te stemmen, wegens de energie door den minister aan den dag gelegd bij de voorbereiding van de tweede expeditie tegen Atchin. Mocht ooit het oogenblik aanbreken, dat een vijand, ons Vaderland attaqueerde, dan zou ik wen- sehen dat wij mannen aan het roer zullen zien zoo kloek als de minister Fransen van de Putte. In de zitting van Vrijdag werden Hoofdstuk X (onvoorziene uitgaven) en de wet op de middelen aangenomen met algemeene stemmed op ééne na, die van den heer van Zuylen. Daarna kwam in behandeling de eredietwet voor de marine. De heep Fabius stelde voor de ƒ50,000 voor een nieuw ramtorenschip in Indië bestemd, te doen vervallen, doch trok dit amendement later weder in, waarna dit wetsontwerp met algemeene stemmen werd aangenomen. Niets meer aan de orde zijnde, werd de verga dering tot nadere bijeenroeping gescheiden. Z. M. heeft bij besluit van den 17n dezer, met ingang van 18 Dec. 1873: lo. aan den heer L. G. Brocx, op het daartoe door hem gedaan verzoek een eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van Minister van Marine, met dankzegging voor de vele en langdurige door hem aan den lande bewezen diensten; 2o. het beheer van het Depart, van Marine, ad interim, opgedragen aan den heer I. D Fransen van, de Putte, Minister van Koloniën Z. M. heeft met ingang van 1 Januari 1874 aan C. de Fouwop zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Ellewouts- dijk en tot burgemeester dier gemeente benoemd H. A. Hagen te Borsselen. Voor de verkiezing in het hoofdkiesdis trict Breda wordt-aanbevolen van r. kath. zijde de heer H. A. des Amorie van der Hoeven en door de afdeeling Fijnaart van het anti- schoolwetverbond mr. G. Groen van Prinsterer, Van liberale zijde is de heer Guljé, gewezen lid der Kamer, candidaat gesteld. De kiesvereeniging Burgerplicht, te Ber gen op Zoom, heeft tot candidaat voor het lidmaatschap der Tweede Kamer (in de plaats van den heer Luuben) benoemd den heer N. D, H, Guljé. -

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1873 | | pagina 1