1873. N°. 147. Zaterdag 13 December. 603te jaargang. Nabetrachting ra it Indische Begrooting. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. «OESSCHE COURANT. JDe uitgave dezer Courant geschiedt Maandag. Woensdag en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels è/1,- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 c. Wij hebben beloofd terug te zullen komen op de Indische begrooting, speciaal om iets over het Mahomedanisme te zeggen. Hebben ook de leden der Kamer zich geroepen gevoeld over die kwaal der Javaansche maatschappij iets te zeggen Wat een armoede van denkbeelden is er bloot gelegd in 's landsvergaderzaal bij de behandeling van de Indische begrooting. Telkens als er een nieuwe spreker optrad wiens welsprekendheid een goeden klank heeft in den lande, zetten wij er ons toe om met aandacht den gedachtengang te volgen, en telkens waren wij teleurgesteld. En toch was er niet altijd gebrek aan leven, 't Ontbrak dik wijls zelfs niet aan heftigheid. Verraad uwe beginselen, riep de een den Minister toe; als ge ons niets anders voor te stellen hebt, ruim dan uw plaats, riep een ander; vergeefsche moeite, riep een derde; ge zijt een speculant, sprak een vierde; gij zijt niet op de hoogte, meende een vijfde; gij zet 's lands heil en dat der koloniën tevens op het spelopperde een zesde. Beide partijen wilden wel voor een oogenblik al haar vijandschap vergeten om in zoete eenstem migheid liederen te zingen waarvan wij den inhoud vermeldden. Het is bekend dat het evenwel zoo kwaad niet gemeend was. We weten toch allen dat de In dische begrooting met een zeer kleine wijziging is aangenomen. Maar waarvoor dan al dat tijds- verspillen, die vloed van woorden, die zonder be- teekenis was en die tot niets leidde Is het on derwerp wellicht uitgeput? We antwoorden, we hebben slechts de eerste schrede op den weg ter verbetering van de Indische toestanden gedaan; er zal dus zeker nog wel iets te zeggen vallen over wat er vervolgens is te doen. De Minister had beloofd de heerendiensten af te schaffen en tijdelijk wil hij die nu vermeerderen ziedaar het thema van de redevoeringen over het aanstellen van mindere hoofden tot bevordering van de veiligheid. De pikol koffie een gulden in prijs te verhoo- gen is te veel, riep de heer Aveel te weinig, riep de heer Ben ziedaar het thema van de discussiën over de koffie. En het onderwijs ja er was wel ver betering noodig, maar slechts één lid bracht eenig denkbeeld daartoe in het midden en daarmede liep het af. En toch meenen wij dat de totkomst van de Inlandsche bevolking van het laatste punt voor geen gering deel afhangt. Het bevreemdt ons daarom te meerdat de zaak van het onderwijs niet meer sympathie in de kamer heeft ontmoet omdat alle partijen op dat gebied elkander de hand hadden kunnen reiken. De christelijk-nationale richting moet in Mahom- medanisme slechts een valschen godsdienst, een be zoeking en een ergernis zien. De liberale richting, die staatkunde en godsdienst wil gescheiden zien, moet reeds daarom het Mahomedanisme trachten te keeren, omdat die beide beginselen daarin ver- eenigd zijn, en het fataliteitsgeloof, dat de Koran predikt de dood is voor alle ontwikkelingen beide partijen hadden elkander kunnen ontmoeten op een terrein waarop in onzen tijd zooveel leven en beweging is: de maatschappelijke toestand van de vrouw. We wenschten deze punten met een paar woorden nader te bespreken. Zoo als bekend is zijn in de 13e eeuw de Hindoes uit het vaste land van Azië, en wel uit Voor-Indië overgekomen en hebben zij onder de eilanders de eerste beschavende elementen gebracht; zij hebben bén bekend gemaakt met den akkerbouw en de rijstcultuur dagteekent van die dagen. hebben de Maleiers van een zwervend leven weten af te brengen en te bewegen zich te vestigen en te leven van hetgeen de akker hun opbracht. De eerste schrede tot een blijvend maat- schappelijken toestand was gedaan. Er ontstonden langzamerhand staten, die in 't vervolg een tijdperk hebben gekend van bui tengewonen. bloei, en de Javanen hebben getoond niet alleen dankbare discipels te zijn, maar (en hierop wenschen wij vooral de aandacht te vesti gen) ook vatbaar voor zelfstandige ontwikkeling. Bouwkunst, beeldhouwkunst en poezie werden met vrucht en geestdrift beoefend. Dit duurde voort tot iu de vijftiende of zes tiende eeuw, en de grootsche ruïnen, die hier en daar op Java worden gevondën, benevens oude ge dichten, zijn de bewijzen hoe de schoonste en lief lijkste vruchten van den menschelijken geest ver nietigd en bedorven werden onder den onvrucht- baren en doodenden adem Van den Islam. Arabieren kwamen van Malacca over Sumatra naar Java en predikten in plaats van Bouddha en Siwa, den eeuwigen god Allah, en al predikende wierpen zij de inlandsche vorsten door geweld of intrigue van den troon en namen dien zelf in. En het was uit met geestesbeschavingpoezie en beeldhouwkunst; en bidden en vasten, wasschin- gen en het verstandeloos opzeggen van verzen uit den Koran trad daarvoor in de plaats. De zedelijkheid werd in den hartader aangetast; het huiselijk leven, waarvan de Javaan langzamerhand idéé had gekregen, werd vernietigd, daar, volgens den Koran, de vrouw van weinig of geen betee- kenis is, en voor de trouwe volgelingen van Ma homed een voetveeg, een slavin. Evenveel verachting als de Islam heeft voor de vrouw, even zooveel veraohting heeft hij voor de christenen, in zijn oog een onrein soort dieren. En dit is geen ijdele vertooning. Het Engelsch gouvernement in Voor-Indie heeft daarvan de vree- selijke bewijzen gehad tijdens den opstand der Sipoys (de inlandsche infanterie van het Engelsch-Oost- Ind. leger); het Fransche gouvernement evenzeer bij eiken opstand in Algerië; en ook wij hebben daaruit menig bloedig wapenfeit te verklaren, ter wijl de oorlog met Atchin de wrange vrucht van hetzelfde verschijnsel is. Zonderling! heeft het niet den schijn of de ker kelijke richting in onze vertegenwoordiging het noo- bele principe van den Apostel Paulus vergeten heeft, van hem, die even liefdevol als menschkun- dig, de vrouw, afgesloten als zij tot nog toe was, plaatste te midden der maatschappij en met haar een machtig en beschavend element! Zonderling! is het niet of het liberalisme zijn schoone roeping vergeet, die zich toch ook over de vrouw uitstrektOf zou de Javaansche vrouw alleen nuttig zijn om rijst te stampen en water te dragen? Zonderlingherhalen wewij hebben reeds zoo veel ondervinding van den onuitbluschbaren haat, dien de Mahomedaansche priester het christendom en de Europesche beschaving toedraagt; zou het geen tijd worden zijn invloed te fnuiken en de Javaansche bevolking tot ons opteheffen uit haar onwetendheid en onbeschaafdheid, en nauwlettend acht te geven op den zedelijken en intellectueelen toestand van 14 millioen zielen, en komt het on derwijs hiervoor niet allereei-st in aanmerking? Een half millioen gulden, wal wil dat zeggen voor zulk een bevolking Wij juichen het toe, dat er voor de veiligheid wordt gezorgd, dat de arbeid minder slecht betaald wordt. Maar moet er alleen gelet worden op het stoffelijke De Javaan heeft toch ook hoofd en hart! Breek met het denk beeld beschaving, öf pas het zooveel mogelijk op alle creaturen toe. Ook in dat opzicht zijn men- schen en menschen gelijk. Buitendien den geest te verhelderen en te ontwikkelen; krachtige en gezonde denkbeelden verspreiden, is dat niet ruim baan maken voor geestelijken, zedelijken en stof- felijken vooruitgang tevens? De reizigers in Afrika bewerendat Algerië geen bloeiende kolonie zal worden vóór en aleer de Arabieren met hun Koran zijn teruggedrongen in de woestijnde Amerikanen beweren dat er geen vrede is te houden met de Roodhuiden en dat uitroeiing het eenigste middel is om Europe sche beschaving te doen zegevieren. We vragen, is het niet meer den mensch waardig een half be schaafd volk te ontwikkelen en het aldus de groote zegeningen van humaniteit en beschaving mede te doen genieten? Evangelieprediking kan daartoe een middel zijn maar gaat te langzaamde vruchten van goed on derwijs zijn te plukken in een paar tientallen van jaren. We kunnen ons voorstellen, dat in tropische gewesten het Mahomedanisme zich staande houdt tegenover den christelijken godsdienstmaar dat het zich zou staande houden tegenover goed on derwijs schijnt ons toe onmogelijk te zijn. Het is den Minister gevraagd waaarom hij niet meer doortastende hervormingen voorsteldemaar van wie is dit te vorderen die niet zeker is ze te kunnen invoeren? Van onze Ministeriën met hun kort leven zijn moeielijk groote dingen te wachten we wenden dus onze oogen naar de vertegenwoordiging. Maar, helaas zij spreekt en spreekt druk bij de behan deling van betrekkelijk weinig beduidende zaken en zwijgt bij de behandeling van groote ernstige belangen. We vragen, zijn het Nederlandsehe volk en zijne koloniën daar mede gediend GOES, den 12 December 1873. TWEEDE KAMER. De Tweede Kamer heeft in hare zitting van gisteren de begrooting van Marine verworpen met 37 tegen 30 stemmen. Bij de beraadslagingen over dit hoofst. der staatsbegrooting besprak de heer Fabius den onvoldoenden staat der zeemacht en trachtte hij aan te toonen dat Nederland een actieve ma rine met flinke zeelieden noodig heeft. Ook de heer Nierstrasz sprak in dien geest; ter wijl de heer Gratama den minister in diens stelsel steunde, en van meening was dat hij heeft uitgevoerd, wat voor onze krachten uit voerbaar was. Verder voerden nog het woord de heeren Rutgers van Rozenburg en Bredius, die beiden aantoonden, dat de kreet; »de marine is in verval" niet zoo geheel en al ten onrechte is geuit. De minister verdedigde zijne begrooting en gaf te kennen, dat een active marine van hem niet is te verwachten in dien zin, dat zij als een stelsel zou worden aangenomen. Hi] durfde geene begrooting voordragen, die door den aanbouw van nieuwe schepen en ver meerdering van personeel, eenige millioenen zou stjjgen, en meende rekening te moeten houden met onze finauciëele krachten. Van het stelsel, dat hij heeft aangenomen en door de kamer 5 jaren lang is goedgekeurd, ver klaarde bij niet te zullen afwijken. De heer Jnsinger beweerde, dat de minister met meer geld dan aan één zijner voorgangers was toegestaan, minder heeft tot stand gebracht. De heer Stieltjes bracht den minister den ge nadeslag toe. De heer Nierstrasz had beweerd, dat het gemis eener toereikende zeemacht van invloed was geweest op de gebeurtenissen te Atchin. Dit laatste werd door den heer Stiel tjes verder geëxploiteerd. Hij stelde den mi nister als 't ware verantwoordelijk voor 't mis lukken der expeditie en verklaarde hem schul dig aan verkeerde zuinigheid. Sprekers wilden alzoo een groote vloot, die 't land ontzettende sommen zou kosten, in plaats van 't stelsel van den minister, die een voldoende zeemacht ter verdediging onzer kusten en onzer Overzeesche bezittingen wil. De uitslag is bekend. Bij de stemming ver klaarden zich voorde heeren Moens, v. Kerk wijk, Rombach, Gratama, de Jong, Brouwer Sandberg, Bergsma, Bredius, Dam, Zylker, Mackay, Blom, v. Eek, Cremers, Wybenga, Kops, Blussé, v. Harinxma, Idzerda, Hingst, v. Akerlaken, Ren ting, Viruly, Smidt, 's -Jacob, Kappeine, v. Hou ten en de Voorzitter. Tegen de heerenKerens, v. Kugk, Heyden- rijck, Insintfery v. Loon, Gevers Degnoot, GqcU-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1873 | | pagina 1