ff. Aanbevelingen van de plaatselijke schoolcommis
sie en de gezondheidscommissie voor de periodieke
aftreding, waarop voorkomen, ter vervanging van de
heeren L. Posthumus, dr. T. Callenfels en mr. J.
G. de Witt Hamer: L. Posthumus met J. J. Ramondt;
dr. G. T. Callenfels met dr. J. L. Goemans en mr.
J. G. de Witt Hamer met mr. J. A. van Hoek.
GEMENGDE BERICHTEN.
Ellewoutsdijksche strubbelingen.
t. De notulen der vergadering van den 13 No
vember jl. worden gelezen en goedgekeurd.
II. De Voorzitter doet de volgende mededeelingen
die allen, zooveel noodig met goedkiuring, voor no
tificatie worden aangenomen:
dat burg. en weth. even als in vorige jaren- 'de
onderscheidene instellingen van weldadigheid weder
hebben uitgenoodigd een lid van haar bestuur te
committeeren, ten einde de commissie te vormen, die
op Nieuwjaarsdag eene uitdeeiing doet van eetwaren
en brandstoffen, ter vervanging van het vroegere
bedelen op dien dag, en dat de heer J. A. A. Fran
sen van de Putto het voorzitterschap dier commissie
heeft aanvaard, terwijl aan haar is toegevoegd voor
het voeren der administratie en comptabiliteit de
heer C. Riaseeuw, griffier ter Secretarie.
dat aan Jan VYolfert de Groot op zijn verzoek is
verleend een eervol ontslag als onderbrandineester
bij de brandweer en in diens plaats is benoemd de
heer Cornelis Eliza Massee, die op jl. Zaterdag als
zoodanig is beëedigd.
dat van Ged. Staten is ontvangen de opgave van
het aandeel der gemeente in de kwade posten dei-
grondbelasting, dienst 1870 en personele belasting,
1870/71, bedragende voor de grondbelasting/93.105
eu voor de personele belasting, wat de opcenten be
treft 201.42' en wat het uitgekeerde 4/5 gedeelte
aangaat 644.56'; alzoo te zamen 939.09®; ter
wijl daarvoor slechts 310, o p de begrooting voor
1873 voorkomt, alzoo een te kort van 629.095
dat dit hooge bedrag, volgens welwillend dooi
den heer rijksontvanger verstrekte inlichtingen, is
veroorzaakt door de vele verhuizingen in de gemeente,
doch slechts schijnbaar zulk een enorme uitgave
vordert, daar het bedrag, door het weder betrekken
en aanslaan der verlaten woniugen op de kohieren
wordt teruggevondeu
dat intusschen een te kort op de betrokken posten
der begrooting bestaat, tot dekking waarvan burg.
en weth. weldra een voorstel zullen doen.
III. Als ingekomen stukken worden ter tafel gebracht:
a. Afwijzende beschikking op het adres om toe
passing te vragen van art. 36 der wet op het lager
onderwijs voor deze gemeente;
b. Terugzending der goedgekeurde rekening van in-
komsten en uitgaven der gemeente over 1873;
e. Goedkeuring van het raadsbesluit tot afstand van
een brandgang in de 's Heer Hendrikskinderenstraat
aan B. Remijuse;
d. Terugzending der goedgekeurde suppletoire ko
hieren van den hoofdelijken omslag én der belasting
op de houden;
e. Bericht der commissie van toezicht op de scholen
voor middelbaar onderwijs, dat het huishoudelijk regle
ment is aangevuld met een strafartikel, inhoudende,
dat de leerling, die zich aan verregaande verstoring
der orde, brutaliteit ten aanzien van een zijner leeraars
of aan eenig ander ergerlijk vergrijp schuldig maakt,
door den directeur, in overleg met de leeraren, voor
hoogstens acht dagen de bijwoning van al de lessen
kan worden ontzegd;
Toezending van diezelfde commissie van een ge-
wyzigden rooster der lesuren op de burgeravondschool
ten gevolge der benoeming van den heer Goedbloed
tot tweeden leeraar in het teekenen
h. Verklaring van den heer P. Goedbloed, dat hij
met de gestelde voorwaarden de benoeming tot twee
den leeraar in bet teekenen aan de burgeravondschool
aanneemt.
i. Bericht van den heer L. Heijboer, dat hij zijne
betrekking als hulponderwijzer zal aanvaarden medio
Jauuari 1874, of zooveel vroeger als ziju tegenwoor
dige patroon een opvolger heeft geëngageerd.
Allen voor notificatie aangenomen.
IV. Nog is ingekomen eene missive van heeren
gedeputeerde staten, houdende goedkeuring der ver-
hoogiug van de jaarwedde van den hoofdonderwijzer
aan de weezen- en armenschool. Hierbij wordt ge
lezen een bericht van gezegden hoofdonderwijzer, hou
dende dankbetuiging voor die verhooging, maar te
vens de hoop uitdrukkende, dat het hem niet ten
kwade zal geduid worden, als hij, voor het tegen
woordige tevreden met de toegestane vergoeding voor
het geinis van vrije woning, door den stijgenden huur
prijs latei gedrongen mocht worden, aan den raad zijne
belangen voor te dragen.
De Voorzitter zegt, het aan den raad overtelaten,
of de brief voor kennisgeving zal worden aangenomen.
De heer mr. Del Baere merkt opdat de heer
van de Berge de vei hooging zijner jaarwedde aan
neemt, maar dan ook de voorwaarden, waaronder
die verhooging is vastgeteld, moet accepteeren. An
ders kan de raad verwachten, dat telkens een ver
zoek. wordt gedaan om verhooging der toelage voor
het gemis van vrije woning. De missive van den
heer van den Berge beschouwt spr. voor niets an
ders dan een prsepareeren op dergelijk verzoek.
De heer mr. de Witt Earner gelooft, dat de raad,
toen hij de voorwaarden stelde, dat de onderwijzer
niet meer mocht vragen om verhooging der toelage
voor gemis van vrije woning, verder is gegaan, dan
hij mocht gaan. De wet op het lager ouderwijs wil,
j dat de onderwijzer zal genieten vrije woning, of bij
gemis daarvan eene toelage voor vergoeding van dat
gemis. Toen de raad de jaarwedde van den hoofd
onderwijzer der weezen- en armenschool verhoogde is
hij uitgegaan van het denkbeeld, dat er iets onre
delijks in gelegen was, dat, terwijl de andere hoofd
onderwijzers 1060,jaarwedde hebben, de hoofd
onderwijzer der weezen- en armenschool slechts/960,
genoot. Nu kan spr. wel begrijpen, dat van den
Berge, denkende op eene eventueële verhooging der
huurprijzen, aan den raad verzoekt, dat deze het hem
niet kwalijk zal nemen, als hij later zijne belangen
voordraagt. Als spr. wel heeft gehoord, dan neemt
van den Berge ook de voorwaarde aan, en heeft
zijne missive geeue andere bedoeling, dan een be
roep te doen op den lateren gemeenteraad, als de
huurprijzen der buizen weder gestegen zijn.
De heer mr. Del Baere voert nog aan, dat van
den Berge, zonder te vragen, 100,aan jaarwedde
meer krijgt en dat hij 150,vergoeding voor het
gemis van vrije woning geniet. Hij heeft dus eigen
lijk' 250,vergoeding gekregen. Nu gelooft spr.
niet, dat de huurprijzen zoo zullen stijgen, althans
vooreerst niet, dat de hoofdonderwijzer voor 250,
geene woning zal kunnen huren.
Op voorstel van den Voorzitter wordt de missive
van den heer van den Berge eenvoudig aangenomen
voor kennisgeving.
V. AIsdu is aan de orde de benoeming der leden
van de commissie van classificatie der minvermogende
schoolkinderen.
De heeren mr. de YVitt Hamer en mr. van Hoek
worden uitgenoodigd als stemopnemers te fungeeren.
Achtereenvolgens worden herbenoemd de heeren
J. A. A. Fransen van de Putte, uit het dagelijksch
bestuur, eu jhr. de Marees van Swinderen uit den
raad, beiden met 7 stemmen, (1 briefje in blanco),
B. M. den Boer uit het burgerlijk armbestuur, I.
VVessel uit de diaconie der Ned. herv. gemeente, J.
F. J. Knitel uit. het Roorasch Katholijk armbestuur
en F. S. A. Knitel uit de commissie tot de cecor.o-
misclie spijsuitdeeling, allin' met algemeene stemmen.
VI. Voor regentes van het Gasthuis worden uit
gebracht op mevr. de wed. E. van Maenen Metgier
7 stemmen en op Mevr. de wed. A. P. LiebertJan
sen 1 stem, zoodat eerstgenoemde is benoemd.
VII. Tot lid van het burg. armbestuur wordt de
eerst aanbevolene D. Hildernisse benoemd met 6 stem
men, terwijl 2 stemmen werden uitgebracht op den
heer J. A. Stokmans.
De Voorzitter bedankt de stemopnemers voor hunne
'adsistentie en schorst de vergadering voor een kwartier.
{Wordt vervolgd.)
Ongeveer 3'/a mijl van Santa Barbara, in den hof van
een oud Spaansch slot, bevindt zich thans een der won
deren van Californie, n. 1. de grootste wijnstok der
wereld. De stam van dien wijnstok is, na 48 jaar
geleden, geplant. Die enkele wijnstok geeft 100 a 120
centenaars druiven per jaar, en trossen van 1 a 3 kilo
het stuk zijn geene zeldzaamheid. De wijnstok bevindt
zich op een berg, die nog nooit gemest geworden is.
Volgens eene officiëleopgave hielden zich verleden
jaar in de Engelsche hoofdstad niet minder dan 1683
dieven op, van welke allen de politie het portret be
zat.
Verleden jaar zijn in de Vereenigde Staten van
N. Amerika niet minder dan 941,992 tonnen aan spoor
weg-rails gemaakt Dat oude ijzer vertegenwoordigt
een gedeelte van de honderden mfllioenen guldens,
die uit de zakken der Nederlandsche kapitalisten over
het* land der Yankees zijn gestort.
De olijven-oogst schijnt dit jaar zeer mislukt te
zijn, zoodat het te verwachten is, dat de prijs der
zoete olie belangrijk zal stijgen.
Onder de verschillende soorten van assurantiën
is er eene, welke alleen te New-York bestaat, n 1.
de verzekering tegen regen. Iemand denkt, b. v. Za
terdag eene goede zaak te doen, waartoe l'raai weêr
onmisbaar is. Alsdan laat hij zich eenige dagen te
voren voor 1 dollar verzekeren. Begint het dien Za
terdag, dan krijgt hij de premie, eenige malen ver
dubbeld, terug. Blijft het droog, dau is hij ze kwijt.
Men zegt, dat de maatschappij schitterende zaken doet.
Een vacante school in de gemeente St. Jappbi
Parochie wordt thans, wegens gebrek aan onderwijzers
personeel, waargenomen door den secretaris der plaat
selijke schoolcommissie. Deze, thans logementhouder,
is in het bezit der gevorderde acte, maar heeft voor
een paar jaren als hulponderwijzer bedankt.
De correctioneele rechtbank te Kortrijk heeft een
bakker veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf,
eene boete van 660 franken en verlies zijner burger
rechten gedurende vijfjaren, omdat bij koper-sulphaat
in zijn brood heeft gemengd.
In een Belgisch blad leest men de volgende klacht.
„Bij koninklijk besluit van 19 November, bekomt M.
Carnaey, koetsier van een gevangenwagen, een pensioen
van 1182 francs en bij besluit van denzelfden dag
wordt aan M. Lammens, onderwijzer te Ordingen
(Limburg), een pensioen toegekend van 282 jrancs,
ongeveer 77 centimen per dagl O gelukkig België 1
Eldorado van Europa land van vrijheid en be
schaving, waar de afgesloofde volksonderwijzers
77 centimen daags ontvangen I I"
Men deelt aan de H. N. het volgende als histo
risch mede:
Izaak de Jong, de voornaamste der ontslagen ver
dachten in de zaak van den dubbelen moord te 's Hage
verlaat tegenwoordig reeds des ochtends zeer vroeg
zijn woning. Dezer dagen was hij des morgens te 64
uur op de wandeling en zag een paar klapwakers op
hun post na 't volbrengen van hun loop op een trot
toir uitrusten. „Zoo luije rekels," voegde de Jong hen
toe, „zit jullie daar zoo op je gemak? Doet liever je
plicht; had gemaakt dat je in December aan de Bogt
en van de week in de Pooten waart geweest, dan had
mevr. van der Kouwen niet vermoord en bij den hor
logemaker van Aaken was niet ingebroken geworden."
I ngezonden.
Niet zonder genoegen was het, dat ik in dit
blad van 27 November jl. een artikel las van een
onbekende uit deze gemeente, die trouwens blijk
baar tot de heerscbende partij alhier behoort. Het
artikel werd geschreven naar aanleiding van een
bericht, geplaatst in deze courant van 22 No
vember jl. betreffende de jongste verkiezing van
notabelen alhier, en behelst niets anders dan eene
reeks van rechtstreeksche en bedekte aantijgingen
tegen de hier bestaande oppositie, welke echter
ten eenenmale uit de lucht gegrepen en onjuist
zijn. Zoo mij dan ook ooit de wezenlijke onmacht
dier heerscliende partij gebleken is, dan is het
thans nu zij tot dergelijke middelen om zich
staande te houden, de toevlucht moet nemen. Wel
was het bericht van 22 November jl., ofschoon
mij niet onbekend, niet van mijne hand, en zou
ik mij de daarop geleverde repliek dus in dit
opzicht niet behoeven aan te trekken maar nu
de onbekende schrijver dier repliek goedgevonden
heeft, hierin mijn persoon op een dergelijke wijze
aan te tasten als hij gedaan heeft, en vooral nu hij
aan het eind van zijn artikel ook nog eene poging
waagt, om de diaconie alhier eene smet aan te
wrijven, gevoel ik mij wel verplicht openlijk tegen
een en ander op te komen, ten einde het publiek,
dat hierin belang mocht stellen, gelegenheid te
geven een billijk oordeel te vellen.
De schrijver, die men bedenke dit wel een
grooten afkeer heeft van de «gewoonte om zich
van lage woorden te bedienen," begint met den
inzender van het' bestreden bericht, en met hem
de geheele «ultra-moderne of anders de revolutio
naire partij alhier" een paar «grove onwaarheden"
toe te dichten. Komaan, dat is geen onaardig
begin, en belooft iets goeds. Zien wij echter even
welke zijn die onwaarheden? Er schijnt gezegd,
dat het «vrij beheer" hier indertijd uit eenig
godsdienstig beginsel is ingevoerd. Hiertegen nu
teekent schrijver met naïve onbeschaamdheid pro
test aan. Welnu, ik geloof dat hij daarin volko
men gelijk heeft. Met hem ben ik overtuigd, dat
het alles behalve godsdienstige beginsels waren,
waardoor .hier de nieuwe regeling is tot stand
gekomen. Neen het was «uit een geheel vrij be
ginsel," zegt schrijver. Wederom toegestemd. De
zucht om geheel vrij te zijnr en te kunneir doen
wat men wilde, was ongetwijfeld de voornaamste
drijfveer om zich aan elk hooger toezicht te ont
trekken. De vraag is echter: is werkelijk gezegd
of ontkend, wat schrijver beweert. Ik lees hierom
trent in het bestreden bericht letterlijk het vol
gende: «Hier was dit (de invoering van vrij beheer)
evenwel niet, zooals bijna overal elders, het gevolg
van het drijven eener orthodoxe partij, maar van
eigenaardige plaatselijke toestanden." Nu vraag ik
aan ieder die Hollandsch verstaat, wat er van deze
«grove onwaarheid" overblijft.
Niet beter- is het gesteld met de tweede «grove
onwaarheid," waaraan de oppositie zich zou hebben
schuldig gemaakt. Zij zou n. 1. ten onrechte be
weerd hebben, dat haar doel van den aanvang zou
ziju geweest, zich hij het «algemeen college vau
toezicht" aan te sluiten. «Met zekerheid beweert
schrijver kan gezegd worden, dat niemand daar
aan tot op heden gedacht heeft." Hoe men nu bij
mogelijkheid met zekerheid kan zeggen, wat iemand
denkt of niet denktverklaar ik niet-te begrijpen.
De heerschende partij is hier wel eens «almachtig"
genoemd, maar haar ook alwetendheid toe te ken-
neh, is toch wel wat heel kras. Evenmin weet ik
te rijmen, wat schrijver in hetzelfde verhand zegt,
dat aansluiting aan het college alleen gewenscht
wordt «door dien éénen ultra-opposant om alzoo
priesterheerschappij te voeren." Vooreerst zijn deze
uitdrukkingen in strijd met zijn bekenden afkeer
van «'lage woorden," en ten tweede hoe kan het
zich willen stellen onder toezicht geschieden met
het doel om priester- of welk soort ook van heer
schappij te voeren? Dat men zich onttrekt aan
toezicht met het doel om heerschappij te voeren,
is duidelijk, maar het tegenovergestelde is mij
de schrjjver vergeve het mij tot nu toe niet
recht helder. Maar dit daargelaten, dat de oppo
sitie hier werkelijk van den beginne af het boven
genoemde doel gehad heeft, kan o. a. hieruit
blijken, dat zij zich indertijd, toen de vraag over
het al of niet toetreden tot het algemeen college
aan de gemeente gedaan werd, van mede-stemming
heeft onthouden, en wel omdat zij toen met vele
deskundigen van oordeel was, dat dié vraag niet
te pas kwam, en men zich aan het A. C. moest
aansluiten. Wel heeft toen, ook destijds «dank zij
den aangewenden invloed," de overgroote meerder
heid der gemeente zich voor «vrij beheer" ver
klaard, maar van lieverlede zijn velen door erva
ring wijs geworden, en zien thans duidelijk in,
dat toezicht ook hier dringend noodzakelijk is.
Daarom brachten dezen dan ook nu bij de laatste
verkiezing van notabelen hunne stemmen uit op