lige mishandeling, generlei ziekte of werkbeletsel van meer dan 20 dagen veroorzaakt hebbende, gepleegd onder verzachtende omstandigheden, daarvan vrijge sproken; de kosten ten laste van den staat. 2°. J. B., 34 jaar, arbeider, zoon van Jacobus, ge boren en wonende te Goes, schuldig verklaard aan Let loopen langs den spoorweg zonder dat hem zulks uit den aard zijner betrekking vrijstond en zonder de daartoe bij de wet vereischte toestemming te bezitten. Veroordeeld tot eene geldboete van een gulden, sub sidiair in eene gevangenisstraf van één dag en in de kosten van het rechtsgeding desnoods invorderbaar bij lijfsdwang. 3°. P. G., huisvrouw van J. H. K., 42 jaar, kroeg houdster, geboren te Biezelinge, wonende te Wemel- dinge, schuldig verklaard aan 1° hoon door het op eene openbare plaats aan iemand toevoegen van scheld woorden die eene aangeduide ondeugd behelzen, 2° moedwillige mishandeling en verwonding, geenerlei ziekte of beletsel om te werken van meer dan 20 dagen veroorzaakt hebbende. Veroordeeld tot eene cellulaire gevangenisstraf van vijftien dagen en twee geldboeten ieder van acht gulden, subsidiair in eene cellulaire gevangenisstraf van één dag voor iedere boete en in de kosten van dit rechtsgeding desnoods invor derbaar bij lijfsdwang. 4°. J. van H., zoon van Cornelis, 24 jaar, arbeider, geboren en wonende te Wi&senkerke; J. A. B., zoon van Hendrik, 21 jaar, arbeider, geboren en wonende te Wissenkerke, beklaagd van moedwillige mishandeling, geenerlei ziekte of werkbeletsel van meer dan 20 dagen veroorzaakt hebbende, gepleegd onder verzachtende omstandigheden. De eerste beklaagde veroordeeld tot twee geldboeten ieder van drie gulden, subsidiair in eene gevangenisstraf van één dag voor iedere boete en tot het betalen van de hellt der kosten van het rechtsge ding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang. Spreekt den tweeden beklaagde vrij, de kosten ten zijnen opzichte te dragen door den staat. 5°. P. B., wed. Jacobus Kindt, 48 jaar, winkelier ster, geboren en wonende te Graauw, beklaagd van laster. Veroordeeld tot eene cellulaire gevangenisstraf van vijftien dagen en in eene geldboete van vijfentwintig gulden, subsidiair in eene cellulaire gevangenisstraf van arie dagen en in de kosten van het rechtsgeding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang. 6°. J. J. d. W., zoon van Pieter, 23 jaar, boeren knecht, geboren te Ossenisse, wonende te Graauw, vroe ger te Hontenisse, beklaagd van mishandeling, daar van vrijgesproken, de kosten te dragen door den staat. 7°. C. V., huisvrouw van Constantinus de Wilde, 59 j., geboren en wonende te St. Jansteen, delaillante, beklaagd van hoon, daarvan vrijgesproken, de kosten te dragen door den staat. 8". P- de B., 23 jaar, koopman te Clinge, (Belgie) defaillant, beklaagd van moedwillige verbreking van afsluiting; daarvan vrijgesproken de kosten te dragen door den staat. lijst van openbare VERKOOPINGEN VERPACHTINGEN. datum. plaats. Voorwerpen. Information. 10 Nov. Heinkenszand, Boomen, mr. van Dishoeck. 10 Goes, Verfwaren etc., Deurw. de Jongh. 13 's HeerArendsk., Boomen, mr. van Dishoeck. 13 Goes, Hofstede en landen, Paardekooper en liakebeeke. 13 Oudelande Boomen, Prumcrs. 14 a Maassluis, Bouwmanswoning, mr. Recser. 14 Ovezand, Boomen, mr.van Dishoeck. 14 a Vlake, Palen Registratiek. 15 a Goes, Leerlooierij enz., Pilaar. 15 a Schore, Boomen kaphout, Rembges. 17 a •sGravenpolder, Hoefje, Land en Hnis, Pilaar. a Ovezand, Boomen, mr. vanDishoeck. a 's Hcerenhoek, Boomen, mr. vanDishoeck. 19 a Kattendijke, Boomen, Pilaar. 19 Baarland, Boomen, Paardekooper en v. d. Bussche. 20 a Heinkenszand, Boomen. mr. van Dishoeck. 21 Heinkenszand, Boomen, mr. v. Dishoeck. 22 a Ovezand, Boomen, mr.van Dishoeck. 22 a Goes, Woon- Pakhuis mr. Liebert. 22 a Krabbendijke, Boomen, Rembges. 24 a Goes, Boomen, Paardekooper en V d. Bussche. 24 Baarland, Boomen, Prumers. 26 a Kapelle, Boomen, Paardekooper en v. d. Bussche. 26 Kapelle, Boomen, Boomgaard )Paardekooper en en Bouwland. )v. d. Bussche. 26 a Kwadendamme, Bouwland mr. Liebert. 27 a Kwadendamme, Boomen mr. Liebert. 27 a Ellewoutsdijk, Boomen. mr. v. Dishoeck. 27 Krniningen, Boomen, Rembges. 28 a Driewegen. Boomen, Pilaar. 28 a Scbore, Boomen, mr. van Dam. 28 a Kapelle, Boomen etc. Paardekooper en v. d. Bussche. 1 Dec. 's HeerArendsk., Boomen, mr. v. Dishoeck. 3 a Colijnsplaat, Boomen, W. K. Mackay. 4 a Baarland. Boomen, Pilaar. OPENBARE VERGADERING van den RAAD der «1Ë11GESTE GOES, op WOENSDAG den 29 OCTOBER 1873, des voormiddags ten 101 ure. Vervolg Bij het onderdeel: onderhoud van het Manhuis vraagt de heer jhr. de Marees van Swinderen of deze post. met het oog op het gebruik dat van het manhuis gemaakt wordt, wel op de begrooting behoort Het manhuis toch wordt gratis door armen van alle ge zindten bewoond. Spr. acht het eene bedekte subsidie aan armbesturen. De Voorzitter antwoordt, dat het onderhoud altijd voor rekening van de gemeente blijft, omdat het man huis gemeentelijk eigendom is. Iets anders is het met het gebruik. Mocht de raad daaromtrent eene andere bepaling wenschen, dan zullen burg. en weth. gaarne een voorstel dienaangaande inwachten. De heer Fransen van de Putte verklaart, dat het hem genoegen doet, dat dit pui.t wordt gereleveerd. Hij acht het wenschelijk, dat van den raad een wenk uitga om burg. en weth. uittenoodigeu met de armbesturen in overleg te treden tot regeling van het gebruik van het manhuis. Spr. neemt als lid van het dagelijksch bestuur gaarne den wenk van den heer van Swinderen over, en zegt, dat burg. en weth. daarin aanleiding zullen vinden, om met de armbesturen van gedachten te wisselen over de opheffing vau het gratis gebruik dier inrichting. De post wordt goedgekeurd. Op litt. b, van dit art. heeft de commissie de vol gende opmerking. Ten aanzien van den post, die voor sas-, haven en kanaalwerken is uitgetrokken, schijnt de opmer king gegrond, dat ofschoon nog geene beslis sing genomen is, omtrent de wijze, waarop men zal trachten het vooruitkomen der slagstijlen van de schutsluis aan den mond der haven van Goes te herstellen het nuttig is, om het bedrag, dat benoodigd geacht wordt voor de meest goedkoope herstellingswijze en dat f 1900 zal beloopen, op de begrooting voor 1874 uit te trekken. In dit jaar zal toch waarschijnlijk reeds een aanvang met het werk worden gemaakt, terwijl men, zonder iets te anticipeeren, 1900, die uit de gewone in komsten gevonden kan worden, op de begrooting uittrekken kan, maar geene sommen van 11,500, 15,000, 19,000 of 22,500, die de verschillende andere wijzen van herstelling, door de heeren, die een onderzoek naar den toestand van het sas heb ben ingesteld, zouden kosten en die niet anders als door eene geldleening gevonden zouden kun nen worden, op het budget kan brengen. Het is op deze gronden, dat uwe commissie de eer heeft voor te stellen, den post, voorkomende onder hoofd stuk III, afdeeling I, artikel 1, littera b met 1900 te verhoogen en du's van f 2545 op ƒ4445 te brengen. Burg. en weth. antwoorden Wij juichen de opmerking der commissie ten op zichte van dezen post ten zeerste toe. Zij getuigt van een welbegrepen inzicht van de belangen der gemeente. Toch konden wij al dadelijk niet geheel met het verlangen der commissie medegaan. Zie hier wat de bouwmeester, wiens voorlichting wij ten deze hebben ingeroepen, ons rapporteert. „Ik zie er geen bezwaar in, om dadelijk: de 1900, voor het buitengewoon werk aan het Sas op de be grooting te brengen, doch wil alleen herinneren, dat van de uitkomst bij* het aanwenden van de eerste ƒ700 zal afhangen, of de overige ƒ1200 besteed zullen worden. Zoolang dit niet' zeker, is, kunnen zij misschien evengoed van de begrooting afblijven." Ons daarmede vereenigende, meenden wij, voorte- stellen aan den post voor Sas- Haven en Kanaal- werken eene som van ƒ700 toe te voegeu, tot ver ankering der slagstijlen aan een der hoofden van het Sas, en van het rapport omtrent de resultaten van dit werk te doen afhangen het besluit omtrent andere aan te wenden verbeteringen van het Sas. Later is het ons echter beter voorgekomen, ook met het oog op het rapport der deskundigen, al dade lijk de geheele som op de begrooting te brengen. Wij hebben alzoo de eer voortesteüen, dat dit on derdeel van het artikel met ƒ1900 worde verhoogd. Nadat zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming de som van 1900 aan dezen post is toegevoegd vraagt de heer den Boer het woord, en zegt, dat de smeden in de stad klagendat de smid te Wilhel- minadorp met het werk aan het Sas wordt belast. Deze toch is geen ingezeten der gemeente en draagt niets in de lastenwaarom worden hem dan de voordeelen gegund? De Voorzitter zegt, dat niet dan in zaken van drin genden spoed het smidswerk aan den smid te Wil- helminadorp wordt opgedragen. Bovendien zouden de smeden in de stad den afstand in rekening brengen, hetgeen meerdere kosten voor de gemeente zou ver oorzaken. Spr. begrijpt niethoe de smeden in de stad klagen kunnen, vooral daar het een klein bedrag geldt. In 1872 is aan den smid te Wilhelminadorp slechts 42,20 betaald. De heer den Boer bedankt voor de gegeven in lichtingen. Op litt. d. Onderhoud van riolen waterleidingen enz. rapporteert de commissie, dat er in een paar optellingen abuizen begaan zijn, zoodat het eind cijfer der uitgaven ƒ190 hooger berekend is, dan het inderdaad bedraagt. De eerste font wordt gevonden in hoofdstuk III, afdeeling I, artikel 1, (littera d) «riolen en waterleidingenwelke post staat uitgetrokken op 875 en als zijnde het to taal der sommen ƒ150, ƒ100, ƒ180, ƒ90, 80, 25 en 50, allen voor verschillende werkzaamhe- den en leverantiën uitgetrokken niet meer dan ƒ675 en dus 200 minder, dan abusievelijk is opgeteld, bedraagt. Burg. en weth. antwoorden hierop De opmerking der commissie omtrent de opstelling der verschillende onderdeelen van dezen post i9 juist, maar de uitgetrokken som in de begrootiug is toch goed. Bij het zetten der memorie is ter drukkerij ver zuimd een onderdeel op te nemen, dat op de copy voorkwam, te weten: „Schoonhouden van de vest 200." Bij het Cor- rigeeren der proef is dit mede over het hoofd ge zien. De som van ƒ875 in de begrooting moet dus gehandhaafd blijven en aan de memorie van toe lichting de bovenvermelde post worden toegevoegd. De heer mr. van Hoek wenscht juist ten aanzien van dezen post eenige inlichtingen en vraagt, of de som alleen strekt voor het wegruimen van het kroos of gerui, dan wel of daaruit ook kosten van baggeren worden gekweten De Voorzitter antwoordt, dat het baggeren tot de verplichting van den pachter der faecale stolfen be hoort en de som alleen dient om de vest schoon te houden van het gerui. l)e post wordt goedgekeurd. (Wordt vervolgd Vervolg proces Bazaine. De 3 November was weder geen gelukkige dag voor Bazainemaar evenmin voor kolonel Stoffel. Twee getuigen Rabasse en Mies, beide inspecteurs van politie legden verklaringen af, die vooral voor kolonel Stoffel zeer bezwarend waren, en oorzaak zijn geweest, dat de re- geeringscomn.issaris volmacht heeft geeischt, om een - gerechtelijk onderzoek in te stellen tegen den kolonel. Rabasse deelde mede, en Mies bevestigde dit, hoe de dépêches aan kolonel Stoffel te Reims gezonden werden, en dat de berichten eerst aan kolonel d'Abzac werden kenbaar gemaakt, die ze teruggaf met de verklaring, dat hij den inhoud reeds twee dagen te voren kende. Kolo nel d'Abzac verklaarde intusschen, dat hij zich niets van de dépêches herinnerde en hield, tot groote en hoorbare verwondering van het publiek, zijne verklaring staande toen Rabasse en Mies met d'Abzac werden geconfronteerd. De depêches, die bedoeld worden, zijn die van den 19 en den 20 Augustus 1870. In die van den 20 meldde Bazaine aan Mac-Ma- hon, »zijn marsch naar het noorden, als ik haar ondernemen kan wel te verstaan." De depê che van den vorigen dag was daarmede lijn recht in strijd omdat daarin niets twijfelach tigs voorkwam. De depêche van den 20, die het oprukken naar het noordoosten had kun nen beletten, heeft zijne bestemming niet be reikt. Kolonel Stoffel wordt nu beschuldigd van het onderscheppen der depêches. In raad kamer gehoord, voer hij hevig uit tegen het rapport en den rapporteur, zoo zelfs dat de hertog van Aumale proces-verbaal liet opma ken, wegens beleedigingen, den rapporteur, be last met de instructie, aangedaan. Regnier, die wegliep op het oogenblik dat hij als getuige zou gehoord worden, is nog niet teruggekeerd. Hij heeft Frankrijk verla ten uit niet ongegronde vrees in hech tenis genomen te worden, omdat hij, Fransch- man, Pruissisch spion geweest is. Die Régnier is de broeder van mevrouw Lebreton, eene der eeredaraes van keizerin Eu genia, en welke zich nog bij haar bevindt te Chislehurst. Deze omstandigheid strekt tot op heldering van de reizen door Régnier van Chis lehurst naar Metz en van Metz naar Chisle hurst gedaan, en dat hij werkelijk eene zen ding van Bazaine bij Eugenia te vervullen had, wordt door niemand bewijfeld. Maarschalk de Mac-Mahon zou als getuige in het proces-Bazaine moeten gehoord wor den, doeh daar hij thans hoofd van het staats bestuur is kan dit niet geschiedenaan dus- danigen persoon kan geene dagvaarding wor den gezonden, en derhalve heeft de hertog van Aumale, voorzitter der civiele rechtbank opge dragen den maarschalk te hooren op vijf vra gen. Dit gebeurde en deze vragen met de antwoorden van Mac-Mahon, door hem gegeven tot inlichting van den krijgsraad, zijn ter te rechtzitting voorgelezen geworden. De nationale vergadering van Frankrijk zou den 5 of 6 November te Versailles weder bijeen komen, en ofschoon ten gevolge van den brief van den graaf van Chambord de spanning ver dwenen is, waarmede men het eerste besluit der kamer verbeidde, nl. het antwoord op de vraag republiek of monarchie ziet men toch met belangstelling te gemoet wat heden of morgen daar gebeuren zal. Maarschalk Mac- Mahon behoort aan het hoofd van het staats bestuur te blijven dit is, haar het zeer juiste oordeel van velen, in de tegenwoordige om standigheden raadzaam doeh de partijen rusten niet, en ook het daartoe strekkende voorstel vindt bestrijders. De conservatieve fraktiën verlangen dat de maarschalk aan het bewind blij ve de republikeinen insgelijks, maar deze ver langen dat het te nemen besluit tevens inhoude een bevestigiug van den republikeinschen re-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1873 | | pagina 2