KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS. BESTEDINGEN. Beroepen te Waarder ds. J. Kromsigt te Cortgene. te Bieselinge de heer W. F. Blüggelcand. bij het prov. kerkbestuur van Utrecht; te Kattendijke de heer P. Th. Wieland, cand. bij het prov. kerkbestuur van Friesland. Op het zestal te Harmeien komt o. a. voor ds. W. Vliegenthart, pred. te Goes. Bij de Christel, geref. gemeenten van Hellevoet- sluis en Tholen is beroepen ds. A. Brouwer, pred. te Krabbendijke-Rilland. Ds. II. Renting, pred. bij de chr. geref. gemeente te Colijnsplaat heeft het beroep naar Bodegraven aan genomen. Kerkvoogden en notabelen der herv. gemeente teKloe- tinge hebben besloten de predikantstoelage met 200 jaarlijks te vermeerderen, in te gaan met 1 Jan. e. k. Ook te Cortgene is de persoonlijke toelage van den predikant jaarlijks met 100 verhoogd. Voor de evangelisatie op Z.- en N.-Beveland is bij de vereeniging tot bevordering der christelijke belangen aldaar, dezer dagen een bedrag ontvangen van ƒ509,625, door onderscheidene welwillende gevers verstrekt. Yerseke, 1 November 1873. UI. Donderdag had ons dorp een feestelijk aanzien. Reeds vroeg wapperde uit veler woning de driekleur, en waren de uitgang der oude school, benevens de straat, die naar de nieuwe school voert, en het schoolplein met groen en eere poorten versierd. Alles getuigde, dat ieder met de feestelijkheid instemde, en dat allen in de vreugde deelden van de schooljeugd. Ieder, groot en klein, vertelde met blijdschap, dat de nieuwe school zou worden ingewijd, en wist „o, zoo veel te vertellen van de prachtige nieuwe school." Om 10 ure 's morgens, werden de schoolkinderen door het Gemeentebestuur en den Schoolopzienei afgehaald. Ha tot afscheid aan de oude school een lied te heb ben gezongen, begaven zij zich in optocht naar de nieuwe. Daar gekomen, heette de Burgemeester allen welkom, droeg vervolgens de school aan de onder wijzers op, en beval de aanwezige ouders dringend aan, om hunne kinderen een goed gebruik van de school te doen maken. Verder werden er nog toespraken gehouden door den heer Schoolopziener, den hoofd- en den hulpon derwijzer, waarna een der leerlingen optrad, die in versmaat zijnen dank, ook namens zijne medeleer lingen, betuigde. Al deze toespraken werden afgewisseld, door het zingen van toepasselijke liedjes, onder leiding van den hulponderwijzer. Daarna werden de leerlingen onthaald op koek en chocolade en begaven ze zich naar een carousel waar zij zich uitmuntend vermaakten. Ook voor de woning van den Hoofdonderwijzer was, door eeaige oudleerlingen van hemeene eerepoort aangebracht met toepasselijke inscriptie. Gedurende den dag hoorde men hier en daar schieten, en 's avonds prijkte het schoolplein met verlichting a giorno. Alle eer moet èn ontwerper èn aannemer gegeven worden, dat het gebouw met de meeste van dien aard kan wedijveren. Maar niet het minst eere aan 't Hoofd onzer ge meente, die getoond heeft een waar voorstander van 't onderwijs te zijn, en aan allen die tot dezen blijden dag hebben bijgedragen. Het kerkbestuur te Piershil heeft zich bij het ver gelijkend examen voor de betrekking op 22 Oct. ji, aldaar ontfermd over de 24 sollicitanten, die van de 44 waren opgekomen, door hun logies te verschaffen, en tijdens het examen broodjes met koffie aantebieden, als waar mede het gemeentebestuur vermeende zich niet te moe ten inlaten, daar «de heeren in hun eigen, belang kwa men.* In het Limburgsche zijn verscheidene gemeenten, waar men liever duizenden besteedt voor torens dan honderden voor het onderwijs. In Nederweert heeft de burgerlijke gemeente zelfs een gebouw opgericht voor eene bijzondere school van geestelijke zusters. Aan alles wordt eene mouw gepast, maar de belangen van het openbaar onderwijs worden daar nog groo- tendeels «erpast. Zoo vroeg vóór eenigen tijd het ge meentebestuur van Heeritter een hulponderwijzer voor 200 gulden, en zocht te gelijkertijd plaatsing voor eenige duizende guldens gemeente-kapitaal, en de vertrek kende hulponderwijzer, die elders zijn bestaan aan zienlijk kon verbeteren, werd destijds door den bur gemeester schriftelijk uitgescholden voor «een hon gerlijder:" Den 31 Oct. hadden aan het lokaal van hetProvineiaal Gouvernement te Middelburg bij enkele inschrijving de volgende aanbestedingen plaatslo. van het driejarig onderhoud van het gebouw der Rijks Hoogere Bur gerschool aldaarminste inschrijver de heer C. L. Van üorge voor 320 per jaar; 2o. van het veranderen der sleephellingen dienende tot het ophalen der ijzeren deuren, het leveren van materialen tot lichten dier deuren en tot bouwen van eene bergplaats voor materieel, alles in het Kanaal van Zuid-Beveland en zulks in vier perceelen van aanbesteding. Minste in schrijvers: voor het le. perceel de heer J. Kraaijeveld te Kruiningen, voor 5100; voor het 2e. perceel de Wed. 3. C. Massée en Zoon te Goes, voor f 1365 voor het 3e en 4e perceel de heer J. Kraaijeveld te Kruiningen, voor 3895 en 1756. Rechtzaken. Bij vonnis van den Kantonrechter te Goes in dato 1 Nov. 1873, zijn veroordeeld: 1°. D. K„ arbeider te Krabbendijke, wegens diefstal van veldvruchten, in eene gevangenisstraf van zes 2°. Q. M., arbeider aldaar, terzelfder zake tot gelijke gtjraf, 3°.' L. G., J. W-, J. PF. en M. W., zonder beroep te Kruiningen, terzelfder zake, ieder tot gelijke straf. Solidair inde kosten. 4°. J. W-, F. V. en C. K, arbeiders te Wemeldinge, wegéns het plukken van vruchten en op de plaats zelve opeten, ieder in eene geldboete van 50 cent, subsidiair éen dag gevangenisstraf en solidair in de kosten. 5o. W. K., boerenknecht te Kapelle, terzelfder zake {ot,gelijke straf. LIJST VAN OPENBARE VERKOOPINGEN VERPACHTINGEN. datum. plaats. Voorwerpen. Informaticn. 5 Nov. 's Hecrenlioek, Doornen, mr. van Dishoeck 5 EUewoutsdijk, Woonhuis, Prumers. 6 Baarland, Verpacht. Land Prumers. 7 Krahhendijke, Boomen, Kakebeeke. 10 tleinkenszand, Boomen, mr. van Dishoeck. 10 Goes, Verfwaren etc., Deurvv. de Jongh. 13 's HeerArendsk., Boomen, mr. van Dishoeck. 13 Goes, Hofstede en landen, Paardekooper en Kakebeeke. 13 Oudelande, Boomen, Prumers. 14 Maassluis, Bouwmanswoning, mr. Reeser. 14 Ovezand, Boomen, mr.van Dishoeck. 14 VlakePalen Registratiek. 15 Goes, Leerlooierij enz., Pilaar. 15 Schorc, Boomen kaphout, Rembges. 17 •sGravenpolder, Hoefje, Land en Huis, Pilaar. Ovezand, Boomen, mr.van Dishoeck. 's Heerenhoek, Boomen, mr. van Dishoeck. 19 Kattendijke, Boomen, Pilaar. 20 Heinkenszand, Boomen. mr. van Dishoeck. 21 Heinkenszand, Boomen, mr. v. Dishoeck. 22 Ovezand, Boomen, mr. van Dishoeck. 22 Goes, Woon- Pakhuis, mr. Liehert, 26 Kwadendamme, Bonwi'and mr. Liebert. 27 Kwadendamme, Boomen, mr. Liebert. 27 1 EUewoutsdijk, Boomen. mr. v. Dishoeck. 3 Dec. Colijnsplaat, Boomen, W. K. Mackay. OPENBARK VERGADERING VAN DEN BAAD der 0EMEKA1TE GOES, op WOENSDAG den 29 OCTOBER 1873, des voormiddags ten 10£ ure. Fervolg. Ten aanzien van de jaarwedde van den brugwach ter, tevens binnen-havenmeester, verklaart de com missie in haar rapport: In de raadsvergadering van 28 Augustus jl. werd door een lid van den gemeenteraad de bezoldiging van den binnenhavenmeester en brugwachter ter sprake gebracht en het gevoelen geuit, dat diens traetement te gering is. Deze meening wordt vol mondig door uwe commissie beaamd. Zij is van oordeel, dat, waar de sasknecht f 350, plus vrije woning als belooning geniet, het, met het oog op de aan beide betrekkingen verbonden werkzaamheden, niet aangaat, den brugwachter, tevens binnenha venmeester slechts f 200 (benevens vrije woning) bezoldiging te geven. Bovendien moet men niet uit het oog verliezendat ook laatstgenoemde betrekking zeer gebonden is, zoodat het voeten in de aard zou hebbenom een beroep te vinden dat er bij uitgeoefend kan wordenhet eenige dat de tegenwoordige ftffalaris dan ook buiten zijne betrekking verricht, omdat hij anders niet in zijn levensonderhoud schijnt te kunnen voorzien is, dat hij des nachts uit visschen gaat. Het is uwe com missie bekend, dat de persoon, die thans de be trekking van brugwachter bekleedt, eenig pensioen geniet, maar dit mag haar inziens, bij de bepaling der jaarwedde niet in aanmerking komen. Pensioen wordt gegeven voor vroeger gepresteerdedoch reeds betaalde diensten; de jaarwedde wordt uit gekeerd voor diensten, die nog niet vergolden zijn en moet geëvenredigd zijn aan het werk, dat aan de betrekking, waarvoor zij verleend wordt, ver bonden is. Om aan deze laatste voorwaarde te voldoen zou de bezoldiging van den brugwachter op minstens, f 300 gebracht moeten worden, terwijl de billijk heid wanneer men het ten minste onbillijk acht, indien de gemeente hare ambtenaren men ver geve ons de minder sierlijke uitdrukking niet over dezelfde kam scheert ook ten gunste dezer verhooging pleit, indien men in aanmerking neemt, dat de sasknecht eene jaarlijksche bezoldiging van f 350 (benevens vrije woning) trekt; de agenten van politie na de jongste regeling hunner jaar wedden f450 (buiten vrije bovenkleeding) genieten. Naar het oordeel uwer commissie is dus ver hooging van dezen post met f 100 wenschelijk. Burg. en weth geven daarop het volgende antwoord Met de opmerking ,en het advies der financieele commissie omtrent de jaarwedde van den brugwach ter en den binnenhavenmeester kunnen wij ons niet vereenigen. Over de wijze, waarop de tegenwoordige titularis zijne betrekking uitoefent, willen wij niet spreken (ofschoon deze maar al te veel stof tot ontevreden heid geeft) omdat wij ons standpunt, meermalen ken baar gemaakt, handhaver, en slechts het werk, geens zins den persoon, willen beloonen. Dat standpunt behoudende, kunnen de betrekkingen van brugwach ter en sasknecht den toets van vergelijking niet door staan De laatste (de betrekking van sasknecht) vordert van hem, die ze bekleedt, het verduren van tallooze moeijelijkheden, blootgesteld aan alle weer en wind, bij de opene zee, zoo des daags als des nachts, ter wijl de eerste alleen het openen der brug bij dag vereischt. Ook mag niet vergeten worden, dat nau welijks een derde gedeelte van de schepen, die het sas binnenkomen, de brug passeert. Eindelijk zij op gemerkt, dat de betrekking van brugwachter kan waar genomen worden door iemand, die nog een beroep uitoefent, b. v. dat van kleermaker of schoenmaker. Overal is bij de benoeming van brugwachter daarop gelet, en het moge waar zijn, dat de tegenwoordige brugwachter geen ander beroep heeft, men heeft, als aequivaient daarvoor, gezien op het pensioen, dat hij geniet. Moest de gemeente elk beambte eene jaar wedde geven, voldoende om in zijne behoeften te voorzien, dan zouden de uitgaven enorm moeten ver meerderen. Dit mag en kan (wij herhalen het) de grondslag der bezoldiging niet zijn; wel het werk dat gevorderd wordt. Past men dit toe op den brug wachter, dan ontvaDgt hij p. m. ƒ1 voor elk schip dat de brug passeert. Immers door het sas zijn in 1872 binnengekomen 667 schepen, waarvan, zooals wij aanvoerden, slechts V3 ligplaats in 'de kade er langt. Eene jaarwedde van 200 komt ons dus vol doende voor. De Voorzitter voegt hierbij, dat de brugwachter vroeger slechts ƒ150 genoot, en dat de jaarwedde later naar hij meentmet de infunctietreding van dezen titularis, is gebracht op ƒ200. De heer den Boer zegt het volkomen eens te zijn met burg. en weth. Niet alleen dat de man des nachts vischt, maar veelal is hij daarmede ook des daags bezig en moet de vrouw bij zijne absentie de brug opendraaien. De heer Busing deelt het gevoelen van burg. en weth. niet. De werkkring van den brugwachter be paalt zich niet tot het opendraaien der brug; maar bij zijne instructie zijn hem verscheidene andere werk zaamheden opgedragen, 0. a. de politie op de haven tot aan het hoofd waardoor hij den geheelen dag ge bonden is. Gelukkig dat de man door zijne vrouw kan geadsisteerd worden, anders zou hij bezwaarlijk zijne taak kunnen vervuilen. Als spr. nu de beiooning van den brugwachter vergelijkt met die van een spoor wegwachter, wiens vrouw ook nog eenige belooning geniet, dan gelooft hij, dat eene verhooging der jaar wedde, al ware het maar met 50, billijk mag heeten. De Foorzitter zegt tot toelichting, dat het waar is, dat de brugwachter de politie moet uitoefenen, maar tevens moet spr. verklaren, dat hij dit slecht, zeer slecht doet. Spr. heeft hem meermalen gewezen op de moeielijkheiddie voor passeerende rijtuigen ont staat, als de boerenwagens, waarmede graan aange voerd wordt tot lading der schepen, op en bij el kander, op het smalsts gedeelte der kade, staan. Toch kwam er geen verandering en op verschillende dagen is spr. zelf naar de kade gegaan en heeft gedaan, wat de brugwachter moest doen, zonder dat hij deze zag. Hij heeft den brugwachter bij zieh ontboden en hem daarover onderhouden, doch niets heeft ge holpen. Dat men hem ter wille was, blijkt 0. a. uit de verordening op het gebruik der haven en de daarover liggende brug van 9 Jan. 1872, waarin op verzoek van den brugwachter en ten zijnen ge rieve de bepaling is opgenomen, dat de brug alleen des daags behoeft geopend te worden. De heer mr. de Wilt Hamer verklaart, dat tot het advies der commissie aanleiding gegeven heeft het denkbeeld, dat de diensten der ambtenaren moeten beloond worden. Wordt de betrekking niet goed ver vuld, dan behoort de ambtenaar te worden geschorst of ontslagen. Er worden vele diensten van den brug wachter gevorderd; behalve het openen der brug heeft hij ook de zorg voor de schepen, die buiten de brug blijven liggen en waarvan liggeld wordt geheven. De berekening, dat slechts 200 schepen de brug pas- seeren acht spr. niet juist en men zal dit toestem men, als men bedenkt, dat er 4 beurtschepen zijn, die elke week binnenkomen of vertrekken. Wilde men voor iedere reis 1 berekenen, dan moest de brugwachter wel 600 a f 800 genieten. Spr. acht eene belooning van ƒ200 niet voldoende, en wil des noods met den heer Busing medegaan, om hem f 50 meer te geven. Twee honderd gulden is niet vol doende, om met een huishoudeu van te leven. De heer transen van de Putte zegt, dat dit laat ste niet de vraag moet zijn, maar alleen, of de ambte naar behoorlijk betaald wordt voor het werk, dat hij levert. Men moet zich rekenschap geven van den feitelijken werkkring des brugwachters. Hij opent en sluit de brug; hij smeert die van tijd tot tijd en heeft toezicht op de schepen in de haven. En nu vraagt spr. of die werkkring den tijd zoo absorbeert, dat de brugwachter niets anders kan doen. Ais de scheepvaart zoo bloeide dat dit het geval was, dan zou spr. de eerste zijn, om de jaarwedde te verhoo- gen. Thans heeft de brugwachter nog tijd, om eene hoveniering te bebouwen en om te visschen en bij zijne jaarwedde heeft hij vrije woning. Het is voor burg. en weth. veel moeiehjker om de verbooging der jaar wedde te béstrijden, dan daarin mede te gaan. Toch blijft spr. beweren, dat de jaarwedde van den brug wachter genoegzaam is. De heer dr. van Renterghem zegt, dat het hem voorkomt, dat de brugwachter niet naar behooren be loond wordt. De man moet den geheelen dag op de been zijn. Naar zijn oordeel moet de jaarwedde minstens met 50 verhoogd worden. De arbeiders werken niet eens den geheelen dag en hebben 6 in de week, waarom zou men den brugwachter dan niet ƒ250 sjaars geven? De Voorzitter vraagt, of de financieele commissie ook een araendement heeft op het voorstel van burg. en weth. De heer mr. de Witt Hamer antwoordt, dat de financiëele commissie als amendement voorstelt de jaarwedde van den brugwachter met 50 te verhoogen. Dit amendement, in rondvraag gebracht, wordt ver-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1873 | | pagina 2