1873. N°. 129. Zaterdag 1 November. 60ste jaargang.
AANBESTEDING.
Ministerie van Binnenlandsche Zaken.
RIJKS-W ATSRSTAAT.
PROVINCIE ZEELAND.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
GOESSCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Viujdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
Op Vrijdag, 14 November 1873,
des voormiddags ten 10 ure, zal, onder nadere goed
keuring, door den Commissaris des Konings in de
provincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid, door een
aer leden van de Gedeputeerde Staten, en in bijzijn
van den Hoofdingenieur van den Waterstaat in het
11de district, aan het gebouw van het Provinciaal
Bestuur te Middelburg, worden aanbesteed;
1. Het herstellen en onderhouden van 's Rijks
zeeweringen enz., te Flissingen en van
die te Veere, gedurende de jaren 1874,
1875 en 1876 en zulks in twee per-
ceelen van aanbesteding.
Deze aanbesteding zal geschieden voor elk perceel
afzonderlijk bij enkele inschrijving, per jaar, volgens
434 der Algemeene Voorschriften.
2. Het onderhouden en verbeteren gedurende
1874 van de havenwerken te Breskens.
Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrij
ving, per jaar, volgens 434 der Algemeene Voor
schriften.
De bestekken liggen ter lezing aan het gebouw van het
Ministerie van Binnenlandsche Zaken, aan dat van het
Provinciaal Bestuur van Zeeland, te Middelburg, en zijn
voorts op franco aanvrage, tegen betaling der kosten,
te bekomen bij den boekhandelaar M. Nijhofe, Haam-
straat no. 49 te 's Gravenhage, en door zijne tusschen-
komst in de voornaamste gemeenten des Rijks.
Den zesdien en Vierden dag vóór de best'eding wordt
de noodige aanwijzing op de plaats gedaan; voorts
zijn nadere inlichtingen te bekomen bij den Hoofd
ingenieur en bij den Ingenieur van den Waterstaat,
beiden te Middelburgen voor no. 2 bij den Ingenieur
van den Waterstaat te Sluis.
's Gravenhage, 8 October 1873.
Voor den Minister,
De Secretaris-Generaal,
HUBRECHT.
GOES, den 31 October 1873.
In de Staatscourant van gisteren komt het
volgend koninklijk besluit voor:
"Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning
der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau
Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Bin
nenlandsche Zaken, van 14 Augustus 1873, no.
171 7de afdeeling;
Gezien het besluit van den raad der gemeente
Goes van 17 Juni 1873, tot vaststelling van eene
verordening voor het Burgerlijk Armbestuur in die
gemeente, waarbij in art. 6, sub 1. lit. b, is be
paald, dat geen onderstand verleend wordt aan
ouders of voogden, wier inwonende kinderen of
pupillen, boven de twaalf jarenoud, niet zijn lidma
ten van eenig kerkgenootschap of geen godsdienstig
onderwijs ontvangen;
Overwegende
dat de wet tot regeling van bet armbestuur
veroorlooft aan het verleenen van onderstand voor
waarden te verbinden, mits deze niet in strijd zijn
met de wet, de openbare orde of de goede zeden;
dat deze beperking den behoeftige waarborgt
dat bij, om de alzoo gestelde voorwaarde te ver
vullen, niet gedrongen mag worden tot bet doen
van betgeen de wet, de openbare orde of de goede
zeden verbieden, en evenmin beroofd mag worden
van de rechten, die de wet hem toekent;
dat, wanneer volstrekte onvermijdelijkheid, vol
gens de wet, onderstand door bet burgerlijk bestuur
toelaat, bet aan dien onderstand verbinden eener
voorwaarde welker vervulling afhankelijk is van
den dwangdie(n) de behoeftige op zijne bij hem
inwonende kinderen of pupillen zon moeten uit
oefenen tot het verrichten van zekere godsdienstige
handelingen, die kinderen, zoowel als den behoeftige
zelf, krenkt in de bij de Grondwet erkende vol-
komene vrijheid van belijdenis hunner godsdienstige
meeningen;
dat mitsdien het voormeld gedeelte van bet aan
gehaald besluit van den raad der gemeente Goes
is in strijd met art. 164 van de Grondwet
Gelet op art. 153 van de gemeentewet
Den Baad van State gehoord (advies van 7 Oc
tober jl. no. 11) 4.
Gezien het nader rapport van Onzen genoemden
Minister, van 16 October 1873, no. 244, 7de
afdeeling
Hebben goedgevonden en verstaan artikel 6, sub
1, lit. b, van de plaatselijke verordening voor het
burgerlijk armbestuur te Goes, vastgesteld bij be
sluit van den raad dier gemeente van 17 Juni 1873,
wegens strijd met de wet, te vernietigen.
Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is be
last met de uitvoering van dit besluit, dat in bet
Staatsblad zal worden geplaatst.
In den loop der maanden December en
Januari e. k. zal in 't paleis voor volksvlijt
te Amsterdam eene tentoonstelling van voort
brengselen der hedendaagsehe Nederlandsche
kunst-industrie en fabriek- en handwerksnij ver
heid gehouden worden.
De tentoonstelling, onder administratie van
het technologisch bureau van den heer C. A.
J. Geesink te Amsterdam, zal de volgende groe
pen bevatten
a. 1. Weverij, kant- en borduurwerk, vrou
wenarbeid 2. Kristal, glas, aardewerk, porce-
lein; 3. Goud- en zilversmidswerken, met in
begrip van email, niëllo, enz. 4. IJzer-Indus-
trïe. 5. Brons en andere onedele metalen; 6.
Geweren en wapenen 7 7*» Meubel makerij en
houtsnijkunst; 8. Mozaïk, hout- en lederwerk,
papeterie; 9. Graphiek (boek-steen-en plaat
druk; Chromographie, enz10. Muur- bed- en
vloerbekleedsels; decoratief; 11. Tapisserie en
behangers werk; b. Voedingsstoffen en de
licatessen; c. Chemische industrie.
Het doel der tentoonstelling is derhalve ter
zelfder tijd zoowel kunsten wetenschap als prac-
tisch-aesthetischen zin te doen waardeeren als
hefboomen der Nederlandsche volksvlijt, die,
van oudsher beroemd, de medewerking niet al
leen der industrieëelen maar van allen waar
dig is.
Aan zulk een streven hoopt men, dat de
algemeene medewerking ten deel valle, óók om
dat uit deze tentoonstelling wellicht iets te
leeren zal zijn voor den wedstrijd der volken
op industrieel gebied in 1875 te Philadelphia
(Noord-Amerika) te houden.
Zoowel voortbrengers als gebruikers, zoowel
kunstvrienden als geletterden ook al ex-
poseeren zij te Weenen niet worden uitgenoo-
digd de tentoonstelling te steunen, en van dien
steun te doen blijken door 't bekendmaken
hunner deelneming.
Uit den Haag wordt gemeld dat de ac
tiën van de onlangs aldaar opgerichte maatsch.
Nederlandten doel hebbende exploitatie van
zilvermijnen in Colorado (Noord-Amerika) waar
voor in korten tijd het kapitaal van 3 mil-
lioen geheel aldaar werd geplaatst, plotseling
van boven pari zijn gedaald tot 40 pet. De
zaak zou een bedriegerij zijn; er zouden wel
mijnen, maar zonder zilver zijn.
Nblv, Bergen-op-Zoom),
Speculeeren. Iedereen die 't niet is, wil
gaarne rijk worden. Dat is een zwak van
den mensch en wij weigeren te gelooven, dat
er edele zielen bestaan, wier innerlijk gemoed
geheel vrij is van hebzucht en begeerte naar
aardsche rijkdommen. Wat meer is, wanneer
de zucht naar rijkdom niet tot ondeugd voert
en slechts een spoorslag blijft, om door ijver
en energie steeds voorwaarts te schrijden, dan
hebben we er zelfs vrede mee. Maar in de
meeste gevallen leidt het verlangen naar goud
en schatten tot de boosaardigste praktijken,
vooral ook aan de beurs. Nog is 't besef niet
genoeg doorgedrongen, dat niemand op eene
eerlijke wijze rijk wordt dan door ijver en
energie. - Als men al de fondsen die nu tot
op een derde van de waarde zijn gedaald, in
hollandsche zaken van landbouw en industrie
had gestoken, zou men er dan niet vrij wat
beter aan toe zijn? En zou ook het land er
niet onder vooruitgaan? De vraag sluit een
les in voor de toekomst."
Haagsche Nieuwsbode.)
In de buurten der residentie, waar de
Jong en de beide andere losgelaten verdachten
wonen, was het Dinsdagavond buitengewoon
druk. Tal van nieuwsgierigen hadden zich
daar verzameld om zich persoonlijk te over
tuigen, dat werkelijk de loslating had plaats
gehad.
Het drukst was het in het Lamgroen, waar
Verlind met zijne familie logeert. Naar men
meedeelt, gaf genoemde V. een partij ter eere
van zijne invrijheidstelling, welke partij zelfs
door muziek werd opgeluisterd. Tot laat in
den nacht bleven de feestvierenden bijeen.
De losgelatenen worden door de politie streng
bewaakt.
Mochten later tegen de thans in vrijheid
gestelde personen, de Jong, Behagel en Verlind,
nieuwe bezwaren rjjzen, dan kan het onder
zoek tegen hen worden hervat, hetgeen bij vrij'
spraak, na terechtstelling niet zou kunnen ge
schieden.
Men schrijft uit Deventer, van 25 Oct.
In de laatste dagen zijn de prijzen van het
rundvee 40 a ƒ50 per stuk gedaald. Yoor
het buitenland wordt niets meer aangekocht
en in 20 jaren tijds was de veestapel niet zoo
groot als dit jaar. Men ziet nog veel lagere
prijzen te gemoet. Reeds nu zijn de vleesch-
prijzen dalende.
De oorzaak van de onverwachte daling
der vleeschprijzen op verschillende plaatsen in
ons land, wordt daaraan toegeschreven, dat de
uitvoer naar Engeland niet meer op zulk een
groote schaal plaats heeft en het vee op de
markt te Londen thans minder in prijs is dan
hier te lande, zoodat het vee, 't welk uitge
voerd wordt, weêr van daar naar hier gebracht
wordt; het Amerikaansche vleesch wordt in
Engeland bij millioenen kilo's ingevoerd en
is zeer gewild; ook het uit de weide nemen
van vet vee, wegens onvoldoend stalvoeder,
wordt als oorzaak medegedeeld. De 1ste qua-
liteit wordt meer gevraagd dan andere jaren
en is daarom nog prijshoudend, tot 90 cents
het kilo. (ZJ. D.)
In 't Noorden des lands vindt het paar-
denvleesch tegenwoordig grooten aftrek. Er
zijn slagers, die in eene week niet minder dan
15 paarden slachten en verkoopen. (77. D.)
Men meldt uit Doetinchem aan de Arnh.
Crt. het volgende: De vorige week heeft te
Zeddam een voorval plaats gehad, dat gelnk-
kig onder de zeldzaamheden in de notarieele
praktijk behoort. Zeker landbouwer T. over
leden zijnde, wensebte men toch zijne uitge
strekte bezittingen, die op meer dan een ton
gouds geschat worden, op een vreemde te doen
overgaan onder voorbijgang van zijne wettige
erfgenamen, waarvan enkelen in behoeftige om
standigheden verkeeren. Men liet daartoe een
notaris overkomen terwijl men inmiddels het
lijk had weggeborgen, en in plaats daarvan
een ander persoon in het bed gelegd. Dezq
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8regels è/1,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20 c.